Quantcast
Channel: Rollende Bierton
Viewing all 1732 articles
Browse latest View live

Alphen

$
0
0
Alphen
Alphen is een dorp in de gemeente Alphen-Chaam, in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het dorp is gelegen tussen Riel en Baarle-Nassau en in de buurt van Tilburg en Breda en telt 4.125 inwoners (CBS)[1].
...
De naam Alphen wordt wel verklaard uit het Germaanse alf-heim, wat dan zoiets als woonplaats van elfen betekent. Dit is echter een bijzonder romantische weergave van de herkomst van de naam Alphen. Aannemelijker is de verklaring van alf vanuit een water. In dat geval is de naam Alphen als alf-heim te herleiden naar woonplek aan een waterloop. Bij Alphen ontspringt namelijk de Dorpswaterloop, die uitmondt in de Leij.
Een andere aannemelijke afleiding van de naam van Alphen zou van alv kunnen zijn, dat dan staat voor kalkhoudende zandgrond, of alben, dat dan staat voor lichtgekleurde klei. Hierdoor zou men de plaatsnaam Alphen kunnen herleiden naar een woonplaats (heim) op kalkhoudende zandgrond, of woonplaats (op een plek) bij lichtgekleurde klei.[2]
...
Alphen ligt op een dekzandrug. In de omgeving van Alphen zijn tal van prehistorische vondsten gedaan die duiden op vroege bewoning van deze streek. Deze gaat terug tot 2000 à 3000 jaar v.Chr. De Romeinen legden een heerbaan aan van Bavay, langs Edingen, tussen het huidige Antwerpen en Mechelen door, via het huidige Alphen naar Nijmegen. Ook was er de Maastrichtse Baan die van Dordrecht liep naar Tongeren en Maastricht.
Het dorp werd voor het eerst vermeld in het Liber Aureus van de Abdij van Echternach, waarin het jaartal 21 mei 709 werd opgetekend. In dat jaar zou de allodiale heer Engelbert uit Alphen aanzienlijke bezittingen aan deze abdij hebben geschonken. Ook zou er in dit jaar een kerk te Alphen zijn gesticht. De parochie is later dan ook aan de Heilige Willibrordus gewijd, die van deze abdij afkomstig was en de omgeving van Alphen gekerstend heeft. In de 2e helft van de 12e eeuw zijn de bezittingen geleidelijk aan de Abdij van Tongerlo. Uiteindelijk kwam het wereldlijk bestuur aan de Heren van Breda en behoorde Alphen dan ook tot de Baronie van Breda.
Tempeliers
Ook lag nabij Alphen, en wel bij het kruispunt der heerbanen, de Commanderij van de Tempeliers, Ter Brake. Dit was de enige Commanderij van de Tempeliers in Nederland. Ze was gelegen nabij de huidige Prinsenhoef, ongeveer 1 km ten zuidoosten van de huidige dorpskern. Hoewel niet met zekerheid bekend, is de Commanderij waarschijnlijk in 1144 gesticht. Vermoedelijk zijn de Heren van Breda bij deze stichting betrokken geweest. Zij deelden het recht op de lage rechtspraak met deze heren. Ook verwierven zij goederen in een aantal buurtschappen nabij het huidige Alphen, alsmede in Chaam. In Alphen bezaten ze een molen en het molenrecht. Vanaf 1236 tot 1311 zijn er oorkonden voorhanden waarin bepaalde rechten voor de Commanderij Ter Brake werden afgebakend. De orde werd echter in 1312 opgeheven, waarna de bezittingen van de Tempeliers in handen van de Johannieter Orde kwamen. Uit 1313 stamt een lijst van bezittingen en rechten van de Tempeliers, die werd opgesteld in het kader van de overdracht. Over het lot van de Alphense Tempeliers is niets met zekerheid bekend. Mogelijk zijn ze opgegaan in de Johannieter Orde.
De Commanderij kwam uiteindelijk in particuliere handen en werd in 1698 verbouwd tot boerderij: De Princehoef. Daarin zijn ongetwijfeld muurresten van het eerdere gebouw verwerkt geweest. Het is echter denkbaar dat deze voorganger eerst door de Johannieters is gebouwd. Deze Princehoef werd in 1860 afgebroken en vervangen door een gewone boerderij die tegenwoordig de naam Prinsenhoef draagt. Voorts was er een kleine kapel die in 1830 werd afgebroken, nadat ze sedert 1648 niet meer voor de eredienst werd gebruikt. De gracht werd eind 19e eeuw gedempt. De visvijver, Braakewouwer genaamd, was 250 m lang en 20 m breed. Ze werd in 1900 gedempt. De monumentale lindeboom werd in 1924 omgehakt en verwerkt tot brandhout. Aldus is er van de Commanderij Ter Brake vrijwel geen bovengronds restant meer te vinden, op enkele oneffenheden in de bodem na.
...
In 1867 kreeg Alphen een station aan het Bels Lijntje. In 1934 werd dit weer gesloten voor reizigersverkeer.
In oktober 1944 werd in Alphen zwaar gevochten. Kerk, klooster en tal van huizen werden verwoest.
Tot 1997 was Alphen de hoofdplaats van de gemeente Alphen en Riel. Deze gemeente is bij herindeling opgeheven, waarna Alphen samen met Chaam de nieuwe gemeente Alphen-Chaam is geworden. Hierbij is het nabijgelegen dorp Riel overgegaan naar de gemeente Goirle.
Tegenwoordig is Alphen een klein dorp dat vooral van de landbouw en het toerisme leeft, terwijl het tevens een bescheiden bedrijventerrein bezit. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Alphen_(Noord-Brabant))

Bierbrouwerijen lijst
Op basis van je huidige kaartweergave en filters zijn er 2 brouwerijen, waarvan 2 brouwerijhuurders. [Filter] of [Zoek]
Het aantal gesloten brouwerijen in Alphen is 2.
(https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/alphen?center=51.4823836,4.953306500000053&zoom=12&filters=brouwerij,brouwerij_huurder)

Brouwerij Boslust
Gegevens brouwerij
Land Nederland
Provincie Noord Brabant
Locatie brouwerijSligtmaan 35
Postcode5131GC
Plaats Alphen
Actieve brouwerij Ja (1 jaar actief)
Opgericht in 2017
Type brouwerij Brouwerijhuurder
Biermerken van Brouwerij Boslust
Geen biermerk bekend van Brouwerij Boslust. Voeg een biermerk toe voor deze brouwerij.
Achtergrond informatie
Sinds 2015 zijn de vrienden Jeroen en Dirk-Jan bezig met brouwen. In 2017 hebben zij hun eerste bier op de markt gezet genaamd Bazuin.
Brouwerij Boslust is een huurbrouwerij uit Alphen (Alphen-Chaam). Zij maken gebruik van de faciliteiten van Brouwerij de 3 Horne in Kaatsheuvel.  (https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/alphen/brouwerij-boslust)
(https://www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/alphen/brouwerij-boslust)


Brouwerij Boslust is opgericht door Dirk-Jan en Jeroen, twee geboren en getogen Alphenaren. Aan de Boslust in Alphen is het voor hen begonnen; twee gasten die met plezier bier brouwen in hun schuurtje. Inmiddels ontwikkeld tot….twee gasten die met plezier bier brouwen én hun eerste bieren op de markt hebben gebracht.
Op de Boslust, in het Alphense buitengebied, vonden zij de ideale proeftuin om een hobby uit de hand te laten lopen. Op deze prachtige historische locatie gelegen nabij een oude pastorie en het eeuwenoude pestkerkhof hebben zij de beschikking over een eigen bron met het zuivere bronwater uit de Antwerpenaar. Het  water voor de proefbrouwsels wordt verwarmd middels zonne-energie. Op deze ecologisch verantwoorde wijze zijn de brouwers begonnen met het creëren van (h)eerlijk bier.
Het eerste bier wat de brouwers van de Boslust uit hun vat toverde kreeg de naam ‘Bocht’. Wat een referentie is aan de locatie van de brouwschuur (in de bocht) en alleszins niet aan de kwaliteit van het bier. Deze Bocht smaakte namelijk naar meer…..veel meer! Zo volgde de ene na de andere. Eerlijkheid gebied te zeggen dat daar wel eens echte bocht tussen zat. Maar al doende…
...
In de zomer van 2016 werd de proefbatch van de tripel, genaamd de ‘Bazuin’, in besloten kring geschonken aan vrienden. De naam van deze tripel is geïnspireerd door het Alphense St. Willibrordusgilde. Zij daagden de brouwers uit tot het ontwikkelen van een bier wat de gildebroeders nog meer zou doen laten verbroederen. De Bazuin viel zo ontzettend in de smaak dat de brouwers van de Boslust hun ondernemende schoenen aantrokken. En aangezien zij zelf (nog) niet de geschikte grote faciliteiten hebben, zijn ze met het recept onder de arm naar Kaatsheuvel getrokken. Niet voor een sprookje maar voor een brouwerij; de 3 Horne. Daar worden de officiële bieren geproduceerd door de brouwers van de Boslust.
(https://brouwerij-boslust.nl/historie/)



Aarle-Rixtel

$
0
0
Aarle-Rixtel (Peellands dialect: Ale) is een dorp, voormalige heerlijkheid en voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, gelegen in de Peelrand.[2] Aarle-Rixtel is de op één na grootste kern van de gemeente Laarbeek, ten noorden van de gemeente Helmond.... Etymologie
De naamsverklaringen van Aarle als Plaats aan de Aa en Rixtel als Rijk kasteel zijn vormen van volksetymologie. Met de historisch juiste naamsverklaring hebben ze niets te maken.[bron?]... De geschiedenis van Kasteel Croy is onder de beschrijving van het kasteel te vinden. Dit kasteel had te maken met de heerlijkheden Stiphout, Aarle en Rixtel.
Historisch gezien bestaat het dorp daardoor dus eveneens uit twee vroegere kernen: Aarle en zuidoostelijk daarvan Rixtel. Aarle is de plaats waar de kapel van Onze Lieve Vrouw in 't Zand staat. ... Begin 1800 heerste er hier een strenge choleraepidemie. Koning Lodewijk Napoleon Bonaparte, die destijds koning van Holland was, maakte in die tijd de langste reis die een vorst ooit in het Koninkrijk Holland heeft gemaakt. Gedurende de reis verleende de koning persoonlijk bijstand bij deze cholera-epidemie in Aarle. Nergens in het hedendaagse Nederland staat nog een monument ter herinnering aan de koning; uitzondering is Aarle waar pal voor de hervormde kerk een monument van Lodewijk Napoleon is geplaatst.... Verder kent Aarle-Rixtel het landgoed Croy, waarop Kasteel Croy staat. Tot op de dag van vandaag is nog steeds niet bekend wanneer kasteel Croy is gebouwd. In het jaar 1472 bezat Rutger van Erp in het gebied Strijp een klein slot met daarbij een hoeve, ongeveer 20 bunder groot. Waarschijnlijk bestond het toenmalig slot uit de huidige noord-zuid gerichte vleugel, met de ronde toren op de noordwesthoek. Rutger van Erp bleef hier echter niet wonen. Nadien hebben nog vele adellijke families het kasteel bewoond. De laatste adellijke familie was de familie Van der Brugghen. Het kasteel is sinds enkele jaren in gebruik als kantoorruimte in verband met exploitatie. Henk van Beek (heemkundige) en Wim Daniëls (schrijver) schreven een uitgebreid boek met veel informatie over Kasteel Croy. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Aarle-Rixtel)

Het kasteel van Croy is een thans niet meer bewoond kasteel in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, gelegen bij Aarle-Rixtel, dat onder de gemeente Laarbeek valt, grenzend aan de gemeente Helmond. Van 1642 tot 1968 behoorde Croy onder de toenmalige gemeente Stiphout (thans gemeente Helmond). Sinds 1795 wordt er bier gebrouwen. Ook wordt de oorspronkelijke kudde Rambouillet-merino-schapen in ere hersteld. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Croy)

Croy is een biermerk dat oorspronkelijk op het landgoed van het kasteel Croy werd gebrouwen. Historische documenten tonen aan dat op het kasteel Croy al eeuwenlang bier werd gebrouwen. Een dergelijk gebruik was niet uniek. Het begrip kastelein komt hiervandaan. Het oudste document hieromtrent dateert uit 1671, maar hierin wordt gewag gemaakt van een vervallen brouwketel, zodat hier vermoedelijk al veel eerder bier werd gebrouwen. De brouwerij werd in 1702 opnieuw opgestart door de toenmalige kasteelheer Johan Philips van Leefdael.
In 1795 werd begonnen met een brouwerij op het landgoed. De toenmalige baron van Croy, Johan Carel Gideon Van der Brugghen, nodigde brouwer Cornelis Prinsen in 1803 uit om de brouwerij te leiden. Deze heeft, samen met zijn zoons Martinus, Godefridus en Petrus, de brouwerij verder ontwikkeld. In 1857 kocht Martinus Prinsen een woonhuis in het centrum van Aarle-Rixtel en startte daar een logement en bierbrouwerij De Zwaan. Martinus was de oudste zoon van de kasteelbrouwer. Vervolgens nam de jongste zoon van Martinus, Henri Trudo, de brouwerij over. In 1930 wordt Stoombierbrouwerij De Zwaan door deze Henri geliquideerd. Zijn zoons hadden geen interesse in overname. Henri's oudste zoon, Johan, vestigt in de gebouwen een puddingpoederfabriek die in 1981 verhuisd naar Helmond.
Op het kasteel verscheen Gradus Nikkelen ten tonele, die ten zeerste bijdroeg aan het beheer van het kasteel en daardoor een vertrouweling van Freule Constance werd. Naar men beweert, heeft hij deze van oorsprong protestantse freule tot het katholieke geloof gebracht. Nikkelen werd zelfs tot erfgenaam benoemd indien het kasteel niet tot bejaardentehuis zou worden. Dat laatste is uiteindelijk wel degelijk gebeurd. Onder zijn leiding werd tot 1880 Croybier gebrouwen. ... Sedert 2004 wordt er weer Croybier verkocht, nu onder leiding van Jan Franken en Björn Stommels, die sinds de landelijke kastelendag het plan hadden opgevat om het Croybier weer op de markt te brengen. Jan Franken is eigenaar van het bedrijf Please Payroll, dat in het kasteel Croy gevestigd is. Boeren in de omgeving verbouwen gerst en hop. Het Croybier wordt verkocht via 'Brouwerij Gradus Nikkelen', maar de brouwerij die het daadwerkelijk brouwt bevindt zich niet op het landgoed Croy, maar staat in België. Het is Brouwerij Van Steenberge in Ertvelde. Het naastliggende restaurant "de Croyse Hoeve" werd in 2006 getroffen door een brand. De renovatie bracht de kans met zich mee om de brouwtraditie in ere te herstellen. Sinds 2007 wordt het Croybier dan ook weer gebrouwen op het landgoed Croy. De brouwerij bevindt zich in het restaurant. Door milieurestricties wordt het bier nog steeds gebotteld en verpakt in België.... Er zijn twee soorten Croybier: Croy Dubbel (sinds 2004), en Croy blond, sinds 2005. Tevens worden er allerlei verzamelobjecten verkocht, zoals bierviltjes, glazen en dergelijke.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Croy_(bier))

Ik dronk in 2013 al eens een bier van ze, zie http://biervat.blogspot.com/2013/01/croy.html



Frans craft beer

$
0
0
Frankrijk staat niet bekend als bierland. Toch komen er craft breweries voor en neemt de aandacht voor bier toe. De Fransen zijn meer wijngeorienteerd, maar zijn ook gevoelig voor regionale producten. Daar komen de bieren dus niet zo zeer onder de aandacht als 'craft', maar meer als regionale trots. Zo heeft elke streek van Frankrijk eigen bieren. Zie ook https://www.baf-biere-artisanale-francaise.fr/47-bieres-par-region?%2525253Fp%2525253D7=&p=3.

Een voorbeeld van een Frans bier is:  Tempête du Désert (5,5%) van Brasserie Sainte Crucienne (Colmar, Frankrijk). Lambikstoemper proefde die al in 2015 (zie https://lambikstoemper.wordpress.com/2015/05/28/tempete-du-desert/#comment-23577).
Tempête du Désert
Brasseur : Brasserie Sainte-Cru
Bière blonde d'Alsace
légère amertume mais marquée. Une robe dorée et brumeuse pour une épaisse mousse blanche dégageant des arômes frais d'agrumes, d'orange et de pamplemousse avec des notes de pin, de malt et de levure.
En bouche, on y retrouve des saveurs de résine, de fruits, d'agrumes comme l'orange et le pamplemousse, de malt et de houblon pour un final sec, amer et fruité. (https://www.baf-biere-artisanale-francaise.fr/bieres-par-couleur/42-tempete-du-desert-biere-blonde-d-alsace.html) In de Google-vertaling maak ik op dat ze de smaak omschrijven als: 'frisse aroma's van citrus, sinaasappel en grapefruit met een vleugje den, mout en gist. In de mond zijn er smaken van hars, fruit, citrusvruchten zoals sinaasappel en grapefruit, mout en hop voor een droge, bittere en fruitige finale'

Lambiekstoemper omschrijft het als volgt:

Beschrijving: Artisanaal Frans blond bier van hoge gisting, met nagisting in de fles, ongefilterd.
Ingrediënten: Gerstemout (Pilsen, Pale & Munich), tarwemout, Columbus & Cascade hop, gist, water.
Geproefd: Spicy en groen gehopt aroma, met een zacht fruitige toets in de neus. Uitgesproken gehopt van smaak, (pompelmoes)zeste bitter, licht gekruid en met een herfstig karakter, zeer zacht wrang en ietwat fruitig van aard. Met een zeer droge nasmaak, die vraagt naar nog. Niet volmondig, wel vol smaak. En die smaak is overwegend (hop)bitter. Lekker! (https://lambikstoemper.wordpress.com/2015/05/28/tempete-du-desert/#comment-23577)


https://brewnation.fr/en/home/263-sainte-cru-tempete-du-desert.html / https://lintestinbiere.com/category/france/

TEMPETE DU DESERT
Bière blonde Pacifiste
Bouteille 33 cl.
Brasserie : Sainte Crucienne
Origine : France (Alsace)
Couleur : Blonde
Type : Pale Ale
Alcool : 5.5%
La mousse est blanche et volumineuse de type montagne neigeuse. Elle est blonde opaque et possède un nez sur les agrumes et les fruits exotiques, citron, orange, ananas… En bouche, les agrumes et les fruits de la passion prennent le dessus. Une finale sur une amertume sèche.
C’est une blonde très agréable à boire à tout moment.
www.sainte-cru.com (https://lintestinbiere.com/2017/05/12/tempete-du-desert/)
Google-translate vertaald het als volgt:  ... Het is ondoorzichtig blond en heeft een neus op citrusfruit en exotisch fruit, citroen, sinaasappel, ananas ... In de mond nemen citrusvruchten en passievruchten het over. Een finale op een droge bitterheid. Het is een blonde die op elk moment heel aangenaam drinkt.

Goût :
Fruité, grain, amer, désaltérant
Bon à savoir :
Beaucoup de houblon dans cette recette + un houblonnage à cru.
La levure américaine utilisée, US 05, est volontairement neutre pour laisser toute la place aux arômes de houblon. (https://www.lesberthom.com/tempete-desert-5-5/) Hieruit maak ik op dat het bitter bier is.

Sainte Cru Tempête Du Désert
Une bière blonde intensément houblonnée soulignées par des arômes de pamplemousses et de zestes d'oranges.  ... Tempête du Désert de la brasserie de Colmar Sainte-Cru est une bière blonde pacifiste qui saura marquer les esprits par son originalité.
Totalement fans de houblons américains, Sainte-Cru n'hésite pas à blinder ses bières afin d'avoir des arômes et des saveurs qui surprennent.
Avec son style Pale Ale et son amertume légère mais marquée, la Tempête du Désert dévoile une robe dorée et brumeuse pour une épaisse mousse blanche dégageant des arômes frais d'agrumes, d'orange et de pamplemousse avec des notes de pin, de malt et de levure.
En bouche, on y retrouve des saveurs de résine, de fruits, d'agrumes comme l'orange et le pamplemousse, de malt et de houblon pour un final sec, amer et fruité. (https://www.saveur-biere.com/fr/bouteilles/8185-sainte-cru-tempete-du-desert.html) Vertaald door Google als: Een intens hoppig blond bier onderstreept door aroma's van grapefruit en sinaasappelschil. ... Met zijn Pale Ale-stijl en zijn lichte maar duidelijke bitterheid onthult de Desert Storm een ​​gouden en mistige mantel voor een dik wit mos met verse aroma's van citrus, sinaasappel en grapefruit met hints van pijnbomen, mout en gist.
In de mond zijn er smaken van hars, fruit, citrusvruchten zoals sinaasappel en grapefruit, mout en hop voor een droge, bittere en fruitige finale.

Retour sur à la brasserie Sainte Crucienne de Colmar déjà rencontré pour sa bière Antisociale.
Sa blonde dénommée TEMPETE DU DESERT est décrite comme une bière blonde pacifiste. Et avec 5,5%, il est vrai qu’elle ne ne cogne pas trop fort.
La mousse blanche de la TEMPETE DU DESERT surplombe une bière d’aspect trouble dans lequel se déplace une nuée d’agrégat de levure à la faveur de la remontée des bulles fines vers la surface. Au nez, la bière surprend par des parfums  de mandarine et des senteurs florales. En bouche, la bière délivre un goût de pain frais et une amertume présente mais subtile. La finale en bouche est agréable, fruitée, et persistante.
La brasserie me fait une nouvelle fois forte impression avec sa TEMPETE DU DESERT qui rejoint l’Antisociale au Hall of Fame. (http://www.biere-experience.fr/category/la-biere-dans-tous-ses-etats/ailleurs/france/alsace-lorraine-champagne-ardennes) Of zoals Google het vertaald:  Terug naar de Sainte Crucienne-brouwerij van Colmar die al werd ontmoet voor zijn asociale bier.
Haar blonde genaamd STORM OF DESERT wordt omschreven als een pacifistisch blond bier. En met 5,5% klopt het niet te hard.
Het witte schuim van de STORM DESERT hangt over een troebel bier waarin een wolk gistaggregaat beweegt ten gunste van de opkomst van fijne bellen naar het oppervlak. Op de neus verrast het bier met geuren van mandarijn en bloemengeuren. In de mond geeft het bier een voorproefje van vers brood en een aanwezige, maar subtiele bitterheid. De afdronk in de mond is aangenaam, fruitig en persistent.
De brouwerij maakt me weer een sterke indruk met zijn STORM WOESTIJN die zich voegt bij de Antisociale Eregalerij.

De naam vertaald zich dus naar Storm woestijn?


Het opvallende etiket doet mij denken aan dat Duitse kruis, het logo van het Duitse leger (zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Heer_(Bundeswehr)).

Zou Stormwoestijn dan niet verwijzen naar Desert Storm?

Desert Storm is a codename for the Gulf War (1990–1991), a war against Iraq by a U.S.-led coalition, following Iraq's invasion of Kuwait.
Desert Storm may also refer to:

    Dust storm, a meteorological phenomenon that is common in desert regions
    Desert Storm (roller coaster), a double looping roller coaster located at Castles N' Coasters, in Phoenix, Arizona
    "Desert Storm" (Sliders), an episode of the television series Sliders
    Desert Storm Records, an American record label founded in 1998
    Operation: Desert Storm (video game), a 1991 top-down tank shooter for the Macintosh
    One of two video games in the Conflict series of video games:
        Conflict: Desert Storm (2002)
        Conflict: Desert Storm II (2003)
(https://en.wikipedia.org/wiki/Desert_Storm_(disambiguation))


L'opération Tempête du désert (Desert Storm en anglais) a été menée par les États-Unis dans le cadre d'une coalition internationale missionnée par les Nations unies contre l'Irak, du 17 janvier au 28 février 1991. Cette opération a mis fin à l'occupation du Koweït par l'Irak. Elle constitue la phase la plus violente de la guerre du Golfe. Elle peut se distinguer en une phase aérienne (campagne de bombardements) et en une phase terrestre (Desert Sabre, qui a duré symboliquement 100 heures).
La résolution 687 du Conseil de sécurité des Nations unies en avril 1991 met un terme définitif à la guerre du Golfe. .... L'opération terrestre a débuté dans la nuit du 23 au 24 février (le 24 février à 7 heures du matin pour les 12 500 soldats français). Nommée Desert Sabre (« Sabre du désert »), elle a duré (symboliquement) 100 heures2. Les blindés de la Coalition traversent la frontière koweïtienne et se dirigent vers Koweït. (https://fr.wikipedia.org/wiki/Op%C3%A9ration_Temp%C3%AAte_du_d%C3%A9sert)

The Gulf War (2 August 1990 – 28 February 1991), codenamed Operation Desert Shield (2 August 1990 – 17 January 1991) for operations leading to the buildup of troops and defense of Saudi Arabia and Operation Desert Storm (17 January 1991 – 28 February 1991) in its combat phase, was a war waged by coalition forces from 35 nations led by the United States against Iraq in response to Iraq's invasion and annexation of Kuwait.
The war is also known under other names, such as the Persian Gulf War, First Gulf War, Gulf War I, Kuwait War, First Iraq War or Iraq War,[25][26][27][a] before the term "Iraq War" became identified instead with the 2003 Iraq War. The Iraqi Army's occupation of Kuwait that began 2 August 1990 was met with international condemnation and brought immediate economic sanctions against Iraq by members of the UN Security Council. Together with the UK's prime minister Margaret Thatcher — who had resisted the invasion by Argentina of the Falkland Islands a decade earlier[28] — George Bush deployed US forces into Saudi Arabia, and urged other countries to send their own forces to the scene. An array of nations joined the coalition, forming the largest military alliance since World War II. The great majority of the coalition's military forces were from the US, with Saudi Arabia, the United Kingdom and Egypt as leading contributors, in that order. Kuwait and Saudi Arabia paid around US$32 billion of the US$60 billion cost.[29]
The war was marked by the introduction of live news broadcasts from the front lines of the battle, principally by the US network CNN.[30][31][32] The war has also earned the nickname Video Game War after the daily broadcast of images from cameras on board US bombers during Operation Desert Storm.[33][34]
...
The following names have been used to describe the conflict itself: Gulf War and Persian Gulf War are the most common terms for the conflict used within western countries, though it may also be called the First Gulf War (to distinguish it from the 2003 invasion of Iraq and the subsequent Iraq War). Some authors have called it the Second Gulf War to distinguish it from the Iran–Iraq War.[240] Liberation of Kuwait (Arabic: تحرير الكويت‎) (taḥrīr al-kuwayt) is the term used by Kuwait and most of the coalition's Arab states, including Saudi Arabia, Bahrain, Egypt, and the United Arab Emirates. Terms in other languages include French: la Guerre du Golfe and German: Golfkrieg (Gulf War); German: Zweiter Golfkrieg (Second Gulf War); French: Guerre du Koweït (War of Kuwait).
Operational names
Most of the coalition states used various names for their operations and the war's operational phases. These are sometimes incorrectly used as the conflict's overall name, especially the US Desert Storm (https://en.wikipedia.org/wiki/Gulf_War)

Op www.sainte-cru.com lees ik: We struggle fiercely to convert every friend of industrial beer into an addict of flavour and a hop junkie. ... 1/3 of illumination, 1/3 of madness et 1/3 of non-conformism 100% taste orgasm. Op de site blijkt dat het gaat om bierdrinkers die op zoek waren naar goed bitter bier in 2007. Ze ontdekten IPA en werden fan van Amerikaanse hop. Ze gingen zelf ook brouwen: "The first beer was finally put on the market : “Tempête du Désert” (storm of the desert) a Pale ale, light, perfect Columbus and Cascade hop, two North American types. Our favourite beer before, while and after work."  Als je de site goed doorzoekt kom je het bier tegen:
http://sainte-cru.com/headliners/?lang=en


Groningen

$
0
0
Naast Friesland ligt Groningen. Ik schreef ruim 5 jaar geleden ook al over deze provincie: http://biervat.blogspot.com/2013/04/groningen.html. Net zoals bijna 5 jaar geleden op: http://biervat.blogspot.com/2014/06/bier-per-provincie-groningen.html en nog minder lang geleden op http://biervat.blogspot.com/2015/12/groningen-en-gas.html. 
Groningen (Gronings: Grönnen of Grunnen, Fries: Grinslân) is een provincie in het noorden van Nederland. Van de Groningse bevolking woont een derde in de gelijknamige hoofdstad Groningen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Groningen_(provincie)).
(http://biervat.blogspot.com/2014/06/bier-per-provincie-groningen.html)

Groningen een van de kleinere provincies van Nederland. De provincie Groningen wordt ook wel Stad en Ommelanden genoemd (http://biervat.blogspot.com/2013/04/groningen.html)

In de veertiende eeuw sloot Groningen zich aan bij het Hanzeverbond. Ook nu zijn de sporen van deze Hanzetijd in Groningen nog goed te zien. Dankzij het Hanzehuis, dat alleen producten uit de oorspronkelijk Hanzesteden verkoopt, blijft deze geschiedenis leven (http://toerisme.groningen.nl/over-groningen/stad-groningen/facts-figures-groningen). (http://biervat.blogspot.com/2015/12/groningen-en-gas.html)

Groningen is een provincie, gemeente en stad in het noordoosten van Nederland.De stad Groningen ligt overigens niet alleen in Nederland, maar ook in Suriname en Minnesota....Een andere bijnaam van Groningen is Martinistad, verwijzend naar de Martinitoren. Zelf hebben de stad-Groningers als bijnaam: mollebonen. Het symbool van de stad, de Martinitoren (door de Stadjers d'Olle Grieze genoemd)  (http://biervat.blogspot.com/2013/04/groningen.html)

De grootste kerk van Groningen is de Martinikerk, gebouwd om en nabij 1230. De kerk bevat fresco’s uit de 13de eeuw en een van de grootste barokorgels van Noord-West Europa (http://toerisme.groningen.nl/zien-doen-beleven/cultuur/kerken-en-torens).
(http://biervat.blogspot.com/2015/12/groningen-en-gas.html)

De toren heeft een opmerkelijke totstandkomingsgeschiedenis. Tussen 1215 en 1408 stond er al een eerste Martinitoren, maar deze is ingestort, net zoals de de tweede Martinitoren in 1465. De derde Martinitoren stortte in 1577 door brand door vreugdevuren op de toren vanwege de aftocht der Spaanse en Wallonische troepen. De toren stort in tot ± 69 meter.De klokken vallen naar beneden.
In 1577/1578 goot Hendrik van Trier de 3 grote klokken die thans in de toren hangen. Eigenlijk moesten dit er 10 zijn, maar de stad was door de oorlog zo slecht bij kas dat Van Trier maar 3 klokken goot zonder hiervoor een cent te ontvangen... Er hangen nog meer klokken; één van 4200 kg, één van 3400 kg. In 1994 worden ook de 4 klokken van het Stadhuis overgeplaatst naar de toren (www.martinistad.nl/groningen/martinitoren/historie/historie2.html).
(http://biervat.blogspot.com/2014/06/bier-per-provincie-groningen.html)

De provincie is de laatste tijd vooral in het nieuws vanwege de schade door de aardbevingen vanwege de gaswinning voor het geld....



Op 29 mei 1959 werd door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in Kolham (gemeente Slochteren) het eerste Groningse gas ontdekt. Op dat moment was nog onzeker wat de omvang van het gasveld was. In 1960 werd nabij Delfzijl ook geboord. Hier werd in dezelfde zandsteenlaag ook gas aangeboord, met gelijke samenstelling en druk als gevonden in Slochteren. De conclusie was dat in de provincie Groningen een groot gasveld was gevonden. Op 1 juli 1961 vroeg de NAM de concessie 'Groningen' aan.
Een jaar later publiceerde de minister van Economische Zaken de Aardgasnota. Hierin werd, onder andere, bepaald dat de exploitatie van het aardgas in Groningen geregeld zou worden door een maatschap. In deze maatschap had de Staat, via de Staatsmijnen (de voorloper van de DSM en nu EBN) een belang van 50%, Esso (25%) en Shell (25%). In diezelfde nota werd ook de basis gelegd voor de oprichting van de Nederlandse Gasunie. Op 30 mei 1963 werd de concessie aan de NAM verleend.
Op 22 juli 1959 werd het eerste gas gewonnen. Het gas, onder de akker van boer K.P. Boon, zat 2659 meter diep. Deze grote vondst leidde tot een toenemende belangstelling van andere, buitenlandse, oliemaatschappijen. (http://biervat.blogspot.com/2015/12/groningen-en-gas.html)

Na de grote vondst ontstond er een ‘aardgaswedloop’. Behalve de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gingen ook andere oliemaatschappijen op zoek naar gas. De maatschappijen verrichtten op verschillende locaties in Groningen seismisch onderzoek en exploratieboringen. In 1965 kondigde de overheid echter een boorstop op om zo een eind te maken aan de vrij ongecoördineerde zoektochten naar nieuw gas.
Mei 1967 werd de Wet opsporing Delfstoffen aangenomen. Deze legde de vrijheid van opsporing waar de oude Napoleontische Mijnwet voor zorgde aan banden. Wie voortaan wilde boren had een boorvergunning nodig die slechts werd verstrekt voor een bepaald gebied en een beperkte geldigheidsduur had. De verschillende maatschappijen kregen nu gebieden toegewezen waar ze exclusief exploratieboringen konden verrichten. .... In 1963 begonnen de eerste boringen en binnen tien jaar na de ontdekking bij Slochteren, was al driekwart van Nederland aangesloten op het Groningse gas. Nederlandse stapte massaal over van kolen naar het veel schonere gas. Ook kassen en duizenden bedrijven werden op het aardgasnet aangesloten. Tussen 1963 en 1965 werd in totaal 1200 kilometer gasleiding aangelegd. ... Tijdens de jaren zeventig werd jaarlijks maar liefst 80 miljard kubieke meter gas naar boven gehaald. De Nederlandse economie profiteerde de afgelopen decennia volop van het Groningse gas. In totaal is er, sinds de eerste boringen begin jaren zestig, zo’n 280 miljard euro mee verdiend. Voor de Nederlandse begrotingen waren de aardgasbaten de afgelopen decennia dan ook van groot belang. De Nederlandse staat is voor 50 procent eigenaar van de NAM.
Aardbevingen
Begin jaren negentig werd de provincie Groningen opgeschrikt door de eerste aardbevingen, veroorzaakt door verzakkingen in de ondergrond als gevolg van de gaswinning. Relatief kleine bevingen, maar deze veroorzaakten wel scheuren in muren of wegen. Sinds 2012 is er al 80.000 keer melding gemaakt van schade na een beving. En mogelijk nog belangrijker: het veiligheidsgevoel van veel Groningers in het bevingsgebied is door de schokken flink aangetast. ... Anno 2018 zijn er in Groningen al meer dan 1100 aardbevingen geweest, waarvan enkele tientallen met een kracht van meer dan drie op de Schaal van Richter. De roep om de gaskraan dicht te draaien wordt hierdoor alsmaar groter. Dit heeft ook te maken met het feit dat de bevingen in frequentie toenemen. Momenteel worden er ruim honderd per jaar geregistreerd. Vanwege de grote afhankelijkheid van het Groningse gas, lijkt het echter niet waarschijnlijk dat er op korte termijn echt een eind komt aan de gaswinning. Van de acht miljoen Nederlandse huishoudens zijn er momenteel namelijk nog zeven miljoen aangesloten op het gasnet. .... Daarnaast heeft Nederland nog tot 2030 verplichtingen om Nederlands gas te leveren aan het buitenland. Naar schatting zit er nog ruim 600 miljard kubieke meter gas in de Groningse bodem.... Vanwege de bevingen en sociale onrust in Groningen is er de afgelopen jaren al wel minder gas gewonnen. De NAM heeft momenteel toestemming om 21,6 miljard kubieke meter gas te winnen.
Begin 2018 barstte de discussie over de aardgaswinning na een flinke aardbeving in het Groningse dorpje Zeerijp (3,4 op de schaal van Richter) opnieuw los. De NAM stelde hierna voor om op vier plaatsen geen gas meer uit de grond te halen en op twee andere plaatsen de productie te verlagen. Aangezien men niet concreet aangaf of de totale productie daarmee ook verlaagd zou worden, werd hier in Groningen sceptisch op gereageerd. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) kondigde na de beving in Zeerijp voor het eerst in Nederland ‘code rood’ af.
(https://historiek.net/gaswinning-in-groningen-geschiedenis-gevolgen/74692/)

De staat verdiende meer dan Shell en Nam aan het Groningse gas. Dat heeft nu grote gevolgen, schetst geofysicus Jilles van den Beukel. Hij werkte ruim 25 jaar voor Shell.... In Nederland overheerst het beeld van een ondoorzichtig gasgebouw waarin Shell en ExxonMobil met een minimum aan inspanning schatrijk zijn geworden aan het gas uit Groningen. Dat de deelname van de Nam (50 procent Shell, 50 procent ExxonMobil) in de Maatschap Groningen even groot is als die van de staat, suggereert dat ze ook wel de helft van de winst zullen krijgen. Het is een beeld dat door veel politici graag in stand wordt gehouden.
Dit ligt ver bezijden de waarheid. De verdeling van kosten en opbrengsten is duidelijk en de winst die Shell en ExxonMobil hier gemaakt hebben, is een fractie van wat de staat binnenhaalde.
Sinds 1974 krijgt de staat ongeveer 90 procent van de opbrengst (het exacte percentage is afhankelijk van de gasprijs). De staat betaalt 64 procent van de kosten. De ministers Langman en Lubbers, die deze regeling toen uitonderhandelden, haalden hier voor de overheid heel veel geld binnen. (https://www.trouw.nl/opinie/groningen-is-voor-de-staat-nog-steeds-een-winstmaker-maar-shell-verliest-juist-op-gronings-gas~a54dd06f/)

De krantenartikels logen er weer niet om! Trouw kopt "Gaswinning zorgt voor 'levensgevaarlijke toestanden'" (Trouw, 28.01.2013). "Er kunnen doden vallen" staat te lezen in De Telegraaf (28.01.2013). En Business Nieuwsradio BNR gaat nog een stapje verder: "Gaswinning kan leiden tot een nationale ramp" (BNR, 30.01.2013). Volgens de media kunnen zich in Noord-Groningen aardbevingen met een magnitude van 4 tot 5 (op de Richterschaal) in de toekomst voordoen. Plots zijn de Noord-Groningse huizen geen stuiver meer waard. De vrees groeit dat er slachtoffers zullen vallen bij de volgende aardbevingen. En als de dijken dan nog bezwijken onder het aardbevingsgeweld, staat niet alleen Noord-Nederland onder water, maar valt ook de aardgaswinning volledig stil ... een nationale ramp! Algemene paniek! (www.scilogs.be/planeet-aarde/paniek-in-groningen/) (http://biervat.blogspot.com/2015/12/groningen-en-gas.html)

Zie voor recente cijfers van de gaswinning: https://www.nam.nl/feiten-en-cijfers/gaswinning.html#iframe=L2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Z2Fzd2lubmluZw==

Het kabinet heeft bekendgemaakt dat de gaswinning in Groningen helemaal moet worden stopgezet in 2030. Welke maatregelen zijn nodig om ons onafhankelijk van Gronings gas te maken en welke gevolgen heeft dit voor de provincie en de rest van Nederland?
"Het eindstation is nul, hiermee kiezen we onvoorwaardelijk voor veiligheid voorop", aldus premier Mark Rutte in de persconferentie over het plan de gaswinning stapsgewijs stop te zetten. Het is een historisch besluit: nooit eerder werd genoemd wanneer gestopt wordt met het pompen van gas uit de bodem van Groningen.  (https://www.nu.nl/weekend/5199548/einde-gaswinning-in-groningen-gaat-in-zn-werk.html)

Het kabinet gaat de gaskraan in Groningen stapgewijs volledig dichtdraaien. Uiterlijk in oktober 2022 - maar mogelijk een jaar eerder - moet de gaswinning tot onder 12 miljard kuub per jaar zijn gebracht. Dat maakt minister Wiebes (Economische Zaken) zojuist bekend.
Als het eerste doel van 12 miljard kuub in 2022 is behaald, moet de gaskraan zo snel mogelijk verder dicht naar 7,5 miljard kuub per jaar. Daarna moet de gaswinning rond 2030 helemaal zijn afgebouwd.
De gevolgen van de gaswinning zijn volgens het kabinet maatschappelijk niet langer aanvaardbaar. ,,De aardbevingen veroorzaken schade aan huizen en gebouwen en zorgen voor onzekerheid bij bewoners'', schrijft Wiebes in een brief aan de Kamer. ,,Alleen door het wegnemen van de oorzaak van het aardbevingsrisico kunnen de veiligheid en de veiligheidsbeleving in Groningen op afzienbare termijn worden gegarandeerd.''
Het besluit gaat verder dan het advies van de Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) om de gaswinning uit het Groningenveld terug te brengen tot 12 miljard kuub per jaar. ,,Ook bij een jaarlijkse gaswinning op het niveau van 12 miljard Nm3 blijft het risico op een zware aardbeving bestaan'', aldus Wiebes. ,,We moeten de oorzaken van de bevingen wegnemen", aldus de bewindsman tijdens een ingelaste persconferentie.  Ook de uitputting van de gasbel is niet aanvaardbaar, zegt Wiebes. ,,85 tot 90 procent is gewonnen. Daar blijft het bij. Er zit ook nog kolen in de bodem en we hebben ook niet alle turf opgestoken." (https://www.ad.nl/politiek/kabinet-gaswinning-in-groningen-gaat-naar-nul~a1277865/)

Om de kraan volledig dicht te draaien is het dan wel nodig dat er omgezet buitenlands gas kan worden gestald in de ondergrondse gasopslag in het Drentse Norg. Daar zit nu nog Gronings ’laagcalorisch’ gas in, maar dat wijkt wat betreft samenstelling iets af van het ’hoogcalorisch’ gas uit het buitenland. Komende jaren wordt er in Zuidbroek een stikstofinstallatie gebouwd waarmee hoogcalorisch gas kan worden omgezet in laagcalorisch gas. (https://www.telegraaf.nl/nieuws/1854213/gasunie-zonder-gronings-gas-moet-lukken)

„Groningen moet Groningen blijven”, zegt minister Wiebes (Economische Zaken). „Het is nodig voor de veiligheid van Groningen. Ik heb voor ze geknokt.” ... Nu de gaswinning versneld wordt afgebouwd, mogen Groningse dorpen als ’t Zandt volgens de minister weer hopen dat ze aan de sloophamer ontkomen. „Dat zou ik toch wel hopen. Als ik er zou wonen zou ik blij zijn”, zei Wiebes. Hij gaat „er met de regio over praten.” (https://www.telegraaf.nl/nieuws/1852767/gaswinning-groningen-naar-nul)

Maar goed, dit is een bierblog. Dus is er bier dat verwijst naar de Martini-toren of de gaswinning?


Van oudsher heeft Groningen een rijke brouwhistorie en werd er gebrouwen met water uit de Drentse Aa en met lokale hop. Toen Groningen in 2011 de hoofdstad van de smaak was, wilden wij ter ere van deze titel amateurbrouwers uitdagen om een tripelbier te brouwen met zoveel mogelijk streekproducten. Tijdens Bierfestival Groningen 2011 zijn de volgende doelstellingen gemaakt: 25 brouwerijen in de provincie Groningen te krijgen, jaarlijks een zo’n duurzaam en innovatief mogelijk bier te brouwen met zoveel mogelijk streekproducten, waarbij de winst naar de martinikerk gaat. Hiermee willen wij de noordelijke brouwcultuur stimuleren en ook aansporen om meer met de combinatie van bier en spijs te experimenteren. Sinds 2012 is er ook jaarlijks een bier en spijswedstrijd.
De winnaar van de brouwwedstrijd in 2011 was Jan Tijs Sijbring. Dit recept was de voorloper van d’Olle Grieze en heette Peerd Triple. Jan Tijs heeft de Peerd Triple in het groot gebrouwen bij Maallust met sukade van Knols koek. Het bier is dat jaar landelijk verkocht bij de Mitra.
Elke editie van Bierfestival Groningen streven wij ernaar om samen te werken met amateur- en professionele brouwerijen uit het noorden om zo elk jaar een unieke en bijzonder d’Olle Grieze aan te bieden gemaakt van streekproducten. Hiermee willen wij ook andere brouwers uitdagen om het zelfde type bier als d’Olle Grieze te gaan brouwen. (https://bierfestivalgroningen.nl/dollegrieze/)

Brouwerijen gaan samen donker Gronings stadsbier maken: d’Olle Grieze
Ze willen even laten zien wat ze kunnen: Groningse en andere noordelijke bierbrouwers gaan volgende week samen een speciaal stad-Groningse biertje brouwen: d’Olle Grieze. Nog nooit eerder werden zóveel brouwerijen betrokken bij het maken van één biersoort.... Groningse brouwers gaan volgende week samen met andere noordelijke brouwerijen voor de achtste keer een typisch Gronings stadsbier brouwen: d’Olle Grieze. Het betreft een Schwarz bier, dat dinsdag 16 januari wordt gebouwen bij Brouwerij Pivo Brouwers aan de Kerklaan  in Haren
Dinsdag 16 januari wordt namelijk de achtste editie van d’Olle Grieze gebrouwen: een Schwarz bier (ondergistend, donker en doordrinkbaar bier met geroosterde tonen, die voornamelijk in midden-Duitsland wordt gebrouwen). Dit jaar is het een extra speciaal jaar, omdat het de grootste collaboration brew van Nederland gaat worden: een gezamenlijk gebrouwen bier door 16 brouwerijen. ...Het wordt niet alleen door de Groningse brouwers gebrouwen, maar zal dit jaar uitgebreid worden tot Drenthe en Friesland.
Al acht jaar lang wordt er jaarlijks een d’Olle Grieze gebrouwen, waarbij de opbrengst van het bier naar het onderhoud van het orgel in de Martinikerk gaat. De voorgaande twee keren werd het bier in Groninger ketels gebrouwen, bij Martinus en Bax. (https://www.gic.nl/economie/brouwerijen-gaan-samen-donker-gronings-stadsbier-maken-dolle-grieze)

Nadat op 31 januari jongstleden de Groningse brouwers een gezamenlijke brouwavond organiseerden om te werken aan het bier voor het bierfestival in Groningen was de hele Groningse brouwers scene, samen met andere geïnteresseerden in Nieuwschans bijeen. In de oude remise werden de plannen voor het opstarten van mouterij de Kiem nader toegelicht door onder andere Freek Ruis. Freek is in de brouwwereld vooral bekend vanwege zijn kennis van de bier/brouwhistorie in Nederland en brouwerij de Witte Klavervier. De laatste jaren heeft hij zich toegelegd op het mouten. Daarbij moeten vooral de bijzondere graansoorten een plek innemen als grondstof voor de mouterij in de oude remise in Nieuweschans. Voor de reguliere pilsmout zijn er al voldoende leveranciers, het moet juist de kracht worden om met locale (Duitse en Groningse) akkerbouwers de bijzondere graansoorten te verwerken tot mout. Het is de bedoeling om samen te werken met bijvoorbeeld de Proefboerderij Ebelsweerd, die beschikt over een compleet laboratorium. Het moet straks mogelijk zijn om binnen een korte tijd een partij mout op bestelling te leveren aan de diverse (noordelijke) brouwerijen. Met de graanschuur van Nederland om de hoek met dat geen probleem zijn. Op 4 oktober 2017 stond een artikel over de Oude Remise in Het Weekblad (https://www.pinkgron.nl/overige/diversen.php)

Tien Groninger bierbrouwers, één biertje: d'Olle Grieze
... De geur van gist, mout en hop komt je tegemoet bij het binnenlopen van de brouwerij van Bax aan de Friesestraatweg in Groningen. Het is er een drukte van belang, want zo'n tien Groninger bierbrouwers zijn samen aan het brouwen. Brouwers van Martinus, Brouwerij Groninger, Bax, Rockin' Ludina, Pivo en Corviri; ze zijn er allemaal en dat voor maar één biertje.
d'Olle Grieze
'Het biertje gaat d'Olle Grieze heten en wordt een session', zegt Maik van Heerd, organisator van het Bierfestival Groningen. 'Een session is een bier met een laag alcoholpercentage: ongeveer tussen de drie en vierenhalf procent. Er gaat onder meer Vienna en Biscuit mout in, samen met Columbus hop. Drie maanden geleden hebben we met alle brouwers een brainstormsessie gehad en daar is deze session uitgekomen.' (https://www.rtvnoord.nl/nieuws/173492/Tien-Groninger-bierbrouwers-een-biertje-d-Olle-Grieze)

d'Olle Grieze Saison heeft een lichtkruidige, droge en frisse smaak. Vlak voor het bottelen is er tevens extra aromahop toegevoegd. 
Het licht kruidige Saison is in samenwerking met diverse Groningse brouwers bij Ramses gebrouwen. Een deel van de opbrengst gaat naar het orgel van de Martinikerk.
D’ Olle Grieze Saison is gebrouwen met echte Groningse ingrediënten zoals Groningse emmer, haver, tarwe en aardappelen. Verder bestaat het saisonbier uit drie verschillende singlehop brouwsels, dus per brouwsel één andere hop. (https://www.biernet.nl/bier/merken/dolle-grieze-saison)

17 januari 2018 om 08:00
PIVO, Rockin Ludina, Baxbier, Martinus, Brouwerij Groninger, Corviri, M-bier, Brouwdok, Diggelfjoer, Admiraals brouwerij, Toon Vandenbroek, Bonifatius, Grutte Pier, De Veteraan, Noarder Dragten en De Kleine Beer. Wat hebben deze brouwerijen met elkaar gemeen? Nou alle zestien nemen deel aan de grootste collaboration brew van de Nederlandse historie!
... Er wordt dit keer een Schwarzbier gebrouwen. Schwarzbier is een donker bier uit Duitsland. Dit bier van lage gisting heeft meestal een alcoholpercentage tussen 4,6% een 5%. Doordat er donkere en geroosterde mouten gebruikt worden is het bier donker van kleur en krijgt het de typische geroosterde smaak. Voor het brouwen van deze editie zal er gebruik gemaakt worden van producten uit het Noorden.
Bijvoorbeeld donkere haver uit Bellingwolde. Het water komt van Earthwater en wordt in Annen uit de Drentsche Aa gepompt. Een deel van het hop wordt geleverd door een kleine brouwerij uit Zuidbroek. De brouwerij genaamd De Klappe is van Fokko Prins. Hij verbouwt daar ook zijn eigen hop en wil volgend jaar alle hop gaan leveren voor de editie van 2019. Ook de mout komt voor een deel van boeren uit het Noorden van het land. Het andere deel zal Tjechische mout zijn om zo het bier toch ook een PIVO tintje mee te geven.... Net als voorgaande jaren zal de opbrengst van het bier gebruikt worden voor het onderhoud van het orgel in de Martinikerk. In deze kerk wordt ook ieder jaar, in april, het Groninger bierfestival gehouden wordt. Tijdens de kick-off van het festival, Het Grote Bierdiner, zal op 11 april het Schwarzbier voor het eerst geschonken worden. (http://www.bierista.nl/biernieuws/actueel/grootste-collaboration-brew-dennis/) (https://www.corviri.nl/cms/2018/01/17/dolle-grieze/)

Hieronder een lijst van de type bieren en bij welke brouwerij deze is gebrouwen, gevolgd door de afgelopen winnaars van de amateur brouwwedstrijd.

Brouwerij en type bier 
2012 Brouwerij Maallust, Gronings Haverbier (Cluyn)
2013 Texelse Bierbrouwerij, Weizen
2014 Brouwerij De Kromme Jat, Bockbier
2015 Ramses Bier, Saison
2016 Brouwerij Martinus, Milkstout
2017 Bax Bier Brewery, Session
2018 Brouwerij Pivo Brouwers, Schwarz
... Dit jaar wordt d’Olle Grieze een Brut IPA gebrouwen door de noordelijke brouwers bij brouwhotel Parkzicht te Veendam. (https://bierfestivalgroningen.nl/dollegrieze/)


Een nieuwe batch zachte, fruitige drie granen Tripel. Op de fles en op de tap!
(https://deskgram.net/explore/tags/BrouwerijMartinus)
Fris robijnrood bokbier. De Martinus 5e klok! 
(https://deskgram.net/explore/tags/BrouwerijMartinus)


Het Groningse Martinus is een familiebedrijf. In 1995 nam pater-familias Albert-Jan de drukkerij die aan de Kostersgang zat over. Na ruim 20 jaar stopte hij de drukpersen en bouwde het pand helemaal om tot brouwerij. Zoon Martijn brouwt, de rest manust van alles en staat achter de bar. Naast brouwerij is Martinus ook een proeflokaal (en jazzhol) dat je echt een keer moet bezoeken!... O ja, vanaf het dakterras zie je de Martinitoren pronken.
Het adres van Martinus Proeflokaal:
Kostersgang 32-34 Groningen
Openingstijden: donderdag, vrijdag en zondag van 15:30 tot oo:00 uur, op zaterdag van 14:00 tot 00:00 uur. (https://www.culy.nl/inspiratie/drinken/bierbrouwerijen-in-groningen/)

Bax Bier
Jong en volwassen. Jonge Groningers Jeroen en Sepp startten hun brouwerij in 2014 en hadden in 2016 al hun eigen brouwerij staan aan de Frieschestraatweg in Groningen.
Naast de brouwerij hebben ze er ook eigen proeflokaal waar niet te moeilijk de norm is. Naast het drinken van het betere craftbier kun je hier ook pubquizen, klaverjassen en bitterballen knagen. Tegenwoordig organiseren ze ook al een eigen internationale bierfestival. Genoeg te doen daar, mooi
Het adres van Bax Bier Proeflokaal:
Frieschewegstraatweg 201/2A, Groningen
Openingstijden: donderdag & vrijdag van 16:00 tot 22:30 uur, zaterdag & zondag vanaf 14:00 uur.
(https://www.culy.nl/inspiratie/drinken/bierbrouwerijen-in-groningen/)

Corviri (en Paviljoen Appelbergen)
Corviri is geen Groningse studentenclub, maar een vrije Latijnse vertaling van de achternaam van de brouwer: Hart-man. Vandaar ook het hartje in het logo. Niek brouwt zijn bieren in de kelder van Paviljoen Appelbergen waar hij tevens kok is. Dit paviljoen ligt goed verstopt in het bos van Glimmen, maar is welbekend in Glimmen en omgeving.
Nieks bier is niet heel makkelijk te verkrijgbaar, op het terras van het Paviljoen staan ze wel gewoon op de kaart als zijnde huisgebrouwen bier. Een bier in het bos, het omrijden waard.
Het adres van Paviljoen Appelbergen:
Hoge Hereweg 33, Glimmen (https://www.culy.nl/inspiratie/drinken/bierbrouwerijen-in-groningen/)

Okee, bier voor behoud van de Martinitoren is gevonden, maar nu nog bier over/tegen/voor gaswinning:

Vijf bierspeciaalzaken en cafés in Groningen zijn gestopt met de verkoop van Grunn bier. Ze hebben het vertrouwen in het bier, de brouwerij en eigenaar Jaap van der Weide verloren.... Bergman is niet de enige bierliefhebber die Grunn in één adem noemt met etiketbier, bier van het ene merk waar het etiket van een ander merk wordt opgeplakt. ,,Pallets met flesjes bier van een failliet verklaarde brouwerij werden bij mij bezorgd”, zegt een brouwerijeigenaar in Groningen. ,,Die waren voor de Groningse Bierbrouwerij bestemd (het bedrijf verantwoordelijk voor Grunn bier, red.).” (https://www.dvhn.nl/groningen/Geen-vertrouwen-in-%E2%80%98speciaalbier-Grunn-21001792.html)

Okee, dit gaat niet over gaswinning,maar wel over gebrek aan vertrouwen. Dit gaat wel over bier de NAM:

Nieuw evenement op Facebook: Bier gooien op de NAM
Op Facebook is een nieuw evenement aangemaakt: bier gooien op de NAM. Het evenement staat gepland voor zaterdag 20 januari, de dag dat er ook een bierdouche op de agenda staat voor rapper BOEF, die dan in Groningen optreedt. “Wellicht kunnen we voordat we met z'n allen bier gaan gooien op BOEF, eerst nog even langs de NAM”, aldus de initiatiefnemers op Facebook. Ruim veertig mensen hadden dinsdagochtend aangegeven aanwezig te zijn. Een kleine vierhonderd mensen zijn geïnteresseerd. (https://www.gic.nl/nieuws/nieuw-evenement-op-facebook-bier-gooien-op-de-nam)

Facebook blokkeert ‘bier-actie’ tegen NAM’
Facebook heeft het evenement ‘Bier gooien op het hoofdgebouw van de NAM’ van presentator Bram Douwes verwijderd. De ludieke actie tegen de gaswinning verdween gistermiddag net na twaalven van de site. Douwes: ,,Ik ben zelfs tijdelijk geblokkeerd geweest. Dit is eigenlijk gewoon censuur vanuit Facebook.” Nu de pagina verwijderd is, kan hij qua actie niet zoveel meer beginnen. De NAM, bezweert woordvoerder Hein Dek, heeft niets met het blokkeren van de pagina te maken. (https://www.dvhn.nl/groningen/Facebook-blokkeert-%E2%80%98bier-actie%E2%80%99-tegen-NAM%E2%80%99-22816055.html)

Rondje Groningen: Geen bier voor de NAM
Het moest een ludieke actie worden: bier gooien op het hoofdgebouw van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in Assen. Stadjer en presentator Bram Douwes begon het evenement als een geintje, maar Facebook zelf vond het niet zo grappig:
Rapper Boef kon tijdens zijn komende optreden op Eurosonic Noorderslag ook wat goudgele rakkers over zich heen verwachten.. maar ook dát Facebookevenement blijkt te zijn verwijderd:
(https://www.rtvnoord.nl/nieuws/188753/Rondje-Groningen-Geen-bier-voor-de-NAM)

De bierdouche op de slotdag van popfestival Noorderslag is eindelijk eens een Groninger traditie waarvan de oorsprong niet in nevelen is gehuld. Hoewel het gebruik pas twee decennia oud is, vinden sommigen het 'niet meer van deze tijd'.
In 1992 daalde voor het eerst een (plaatselijke) stortbui aan bier neer op het podium van de Oosterpoort tijdens de uitreiking van de Popprijs voor de 'persoon of artiest die het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse popmuziek'. Deze blijk van afkeer van het publiek was niet gericht tegen de winnaars van de prijs, maar betrof presentator Jan Douwe Kroeske.  Zelf verklaarde die het voorval later met: 'Ik zat ook bij Langs de Lijn en dat was wellicht niet alternatief genoeg.'
Twee jaar daarna waren de winnaars wél het mikpunt, toen in 1994 het duo 2Unlimited doorweekt de prijs in ontvangst nam. Een traditie was hiermee geboren, voortaan ongeacht de populariteit van de laureaten.
Met regelmaat kwam het ritueel de afgelopen jaren in opspraak. De kritiek bereikte in 2015 een ongekend hoogtepunt.  Presentator en 3FM-dj Giel Beelen – een gevestigde naam in de wereld van normen en waarden – liet aan de pers verongelijkt weten: 'Ik vind het een traditie van niks. Ik vind het onwijs respectloos naar de artiest en de apparatuur toe. (...)' Prijswinnares Ilse de Lange nam zowel prijs als plens in ontvangst, begeleid door de woorden 'Zo’n douche is zo lekker, jong’n'.
Festivalmanager Peter Sikkema toonde zich na afloop ook weinig gelukkig met de bierdouche: 'Het is 2015 en tradities kunnen doorbroken worden.' Een bierverbod is daarom vanaf 2016 een feit. Mogelijk klinkt daarom dit jaar alleen een beschaafd applaus, begeleid door een ingetogen hulderoep. Of toch niet? (https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/de-bierdouche)

Ik vind geen Groningse bieren voor de financiering van de protesten tegen de gaswinning. Wel iets over brouwerijen en gasfabrieken:

De voormalige gasfabriek aan de Zutphenseweg heeft een transformatie ondergaan om gebruikt te kunnen gaan worden door het hoofdkantoor van bierbrouwerij Duvel Nederland, innovatiecentrum “De Gasfabriek” en meerdere bedrijfsruimtes. (http://architectenlab.nl/gallery/voormalige-gasfabriek-deventer/)

Brouwerij De Prael in Den Haag officieel geopend!
In navolging op het succes in Amsterdam zijn nu ook de deuren in de hofstad Den Haag geopend. Bij De Prael betekent dat veel meer dan alleen het openen van een bierbrouwerij. Naast meer bierproductie en consumptie betekent dit namelijk ook dat er weer een hoop mensen aan het werk kunnen. Brouwerij De Prael is een sociale onderneming die voor veel meer staat dan alleen bier.
De brouwerij is in 2001 opgericht door Arno en Fer omdat de toenmalige arbeidsmarkt niet was zoals het volgens hen hoorde. Mensen die om wat voor reden niet zomaar kunnen starten aan een baan werden vrijwel direct afgestoten, zonde!  Denk bijvoorbeeld eens aan psychische problematiek, lichamelijke problemen en nog een hele hoop andere redenen. De Prael vindt dat iedereen mee moet kunnen doen, vooral wanneer zij dat zelf graag willen. Heerlijk troebel bier is voor hen dan ook hét middel om zoveel mogelijk sociaal-maatschappelijke impact te maken.
... In het oude magazijn van de gasfabriek aan het Esperantoplein in Den Haag is weer een nieuwe plek gerealiseerd om mens en bier samen te laten komen. “Met De Prael Den Haag willen wij een levendige en sociale plek creëren in het Energiekwartier”, aldus medeoprichter Arno Kooy.... Den Haag is de derde locatie waar 120 mensen in betaalde en onbetaalde dienstverbanden werken vanuit deze duidelijke visie. Later dit jaar staat ook de brouwerij in Groningen op de planning voor opening. (http://www.bierista.nl/biernieuws/actueel/brouwerij-prael-den-haag-geopend/)

Brouwerij Troost is een onafhankelijke brouwerij met twee proeflokalen in Amsterdam. Het bier wordt op twee locaties in de stad gebrouwen. Aan de Pazzanistraat in het Westerpark heeft de brouwerij een capaciteit van 6500 hl en aan het Cornelis Troostplein heeft de brouwerij een capaciteit van 800 hl. ... Eind 2013 is Brouwerij Troost opgericht met Peter-Derk Muffels als brouwmeester en mede-eigenaar. De eerste brouwerij is aan het Cornelis Troostplein in Amsterdam geopend en bevindt zich in een voormalig klooster. De brouwcapaciteit van de brouwerij is 800 hl. De vraag was echter zo groot, dat er plannen voor een tweede brouwerij ontwikkeld werden. In 2015 is de tweede brouwerij in een voormalig gasfabriek op het Westerpark geopend. De brouwcapaciteit van deze brouwerij is 6500 hl. Het meeste bier wat in de proeflokalen en aan cafés en leveranciers wordt verkocht, wordt op het Westergasterrein gebrouwen. De brouwerij aan het Cornelis Troostplein richt zich op het ontwikkelen van nieuwe smaken en het experimenteren met bestaande smaken.
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij_Troost)

Brouwerij Troost
Bij Brouwerij Troost willen we op mooie plekken midden in de stad bier maken dat voor iedereen aantrekkelijk is: van biergekken met getrainde smaakpapillen tot verstokte pilsdrinkers en iedereen daartussenin. In 2014 bouwden we onze eerste brouwerij in een voormalig klooster in De Pijp. De jaarcapaciteit was 100.000 liter en dat werd allemaal ter plekke opgedronken. Sindsdien gaat het hard: we brouwen en bottelen op het Westergasterrein nog eens 700.000 liter en zijn daarmee de grootste onafhankelijke brouwerij van Amsterdam.
Momenteel wordt bij Brouwerij Troost Westergas de grote hoeveelheden geproduceerd van bieren als Pilsner, Weizen, I.P.A. en Amber. Brouwerij Troost De Pijp is de plek waar we experimenteren, nieuwe bieren ontwikkelen en de bieren met kleine oplages produceren. In Brouwerij Troost Oost draait het allemaal om distilleren en barrel-agen. De grote eikenhouten vaten houden de mooiste moutwijnen vast tot ze rijp zijn om gedronken te worden. Brouwerij Troost Oud West noemen we ook wel ‘het kleine zusje’ van. Oud West heeft geen ruimte voor haar eigen brouwerij. Des te indrukwekkender zijn de tanks boven de bar die het mogelijk maken om al onze bieren vers van de tap te kunnen proeven!
Je kunt nu elf soorten bier, twee soorten frisdrank, gin en oude en jonge jenever kopen
(https://brouwerijtroost.nl/over/)
Brouwerij Troost Westergas is een brouwerij, brewpub en winkel ineen. In deze brouwerij worden de grote hoeveelheden geproduceerd van bieren als Pilsner, Weizen, I.P.A. en Amber Ale. En niet alleen bieren worden hier gebotteld, sinds kort maken we hier ook onze eigen limonades. Hier wordt per jaar maar liefst 700.000 liter gebrouwen en gebotteld! Vanwege deze grote brouwcapaciteit hebben wij hier ook plaats voor huurbrouwers. Bovendien is Brouwerij Troost Westergas de plek waar we rondleidingen geven. (https://brouwerijtroost.nl/westergas-amsterdam/)

Zo kan een kleine provincie toch een groot verhaal opleveren.... 

Paradox: New Beer Frontier

$
0
0
Wij zijn New Beer Frontier, een nieuw bedrijf gericht op de import van craft beer uit nog onbekende bierlanden. Onze focus ligt momenteel vooral op Oost-Europa, met Estland en Polen in het bijzonder.

Tijdens een vakantie in de Baltische Staten zijn wij als drie bierliefhebbers geheel onverwachts in aanraking gekomen met tal van overheerlijke bieren. Hier in Nederland bleken deze niet verkrijgbaar te zijn. Dit heeft ons er toe doen besluiten om deze onderneming op te richten, met als missie Nederland bekend te maken met deze smaakvolle bieren.

Momenteel kunnen wij een mooie en uitgebreide collectie Estse en Poolse bieren leveren. Hierbij kan gedacht worden aan verschillende bierstijlen zoals IPA's, Stouts, Porters, Blonds en Amber ales. Onze catalogus bevat de core-range van de diverse brouwerijen, aangevuld met interessante specials.

In de toekomst willen wij ook bieren uit andere landen toevoegen aan ons assortiment. Volg ons via deze webste of Facebook voor actuele updates over ons assortiment en nieuwe ontwikkelingen.

Wij hopen uw interesse te hebben gewekt!

Kevin Otto, Roeland Verloop & Vincent Visser
http://newbeerfrontier.com/wie-zijn-wij/


New Beer Frontier kan Estse, Poolse en Japanse bieren leveren:
Tanker bieren uit Estland
Pinta bieren uit Polen
Õllenaut bieren uit Estland
Pühaste bieren uit Estland
Sori bieren uit Estland
Vaat bieren uit Estland
Yo-Ho Brewing bieren uit Japan
Baird Brewing bieren uit Japan
Anderson's bieren uit Estland
(http://newbeerfrontier.com/assortiment/)

Enerzijds vind ik het geweldig om deze bieren tegen te komen en dat een initiatief als dit dat kan bereiken juich ik dan ook toe. Anderzijds haalt het ook een beetje het exotische naar het alledaagse... en dat is jammer. Zo was ik laatst op een festival en daar kwam ik Tanker en Sori tegen. Estlandse bieren had ik nog nooit eerder gedronken, dus ik was helemaal enthousiast. Vanwege budgettaire redenen heb ik er maar enkele geproefd en was er een gevoel van gemis. Toen kwam ik enige weken later een bierwinkel binnen en daar stond een hele wand vol met die bieren uit Estland. Tanker, Sori, Pinta... Tja ze vormden het grootste aanbod zowat... het gevoel van gemis van iets exotisch maakte plaats voor een gevoel van... tja, hoe zeg je dat? Het exotische was er nu af en de bieren zie ik nu niet langer als iets bijzonders.

Dat is toch een paradox? Dat de waardering voor een bier afhankelijk is van schaarste? Dat de mate van aanbod en verkrijgbaarheid een rol speelt bij je waardering van de smaak? Dat het geweldig is om exotische bieren te kunnen vinden, maar dat het minder leuk is om ze dan constant tegen te komen. Ze worden er minder bijzonder door. Hetzelfde overkwam me met 1894  (Limited edition 1894) van De Brabandere. Toen ik een enkele fles tegenkwam was dat bijzonder, maar vervolgens stond er een vol schap in de Hema.... en vervaagde de obscuriteit en bijzonderheid...

Ik weet dus niet of  ik dergelijke initiatieven nou moet toejuichen of vervloeken...
Vloeken is ongemanierd dus laat ik bij aan-, afraden of ontraden. Wie weet raad?

edit 2018:
Als ik anno 2018 de website bezoek zie ik :

Not Found

The requested URL /wie-zijn-wij/ was not found on this server.

Op https://nl-nl.facebook.com/newbeerfrontier/ blijkt dat het nog wel bestaat...

Larven van lieveheersbeestjes in de hop

$
0
0
Zoals ik maandag al aangaf zit er luis in de hop. Na de hop een aantal maal met een zeepmengsel te hebben besproeid en bananenschillen op de grond had gelegd, zag ik vandaag het volgende:


Een klein zwart beestje met op z'n achterlijf 2 oranje strepen. Het doet een beetje denken aan een kruising tussen een wesp en een pissebed....

Als ik Google raadpleeg met het zoekwoord 'zwart insect met' wordt dit automatisch aangevuld met 'oranje strepen'. Het wordt dus vaker gezocht. Op een koiforum vind ik onderstaande foto:

Leve google, gezocht op "insect 6 poten zwart met oranje strepen"
En daar was ie al.
Het is de larf van een Harmonia axyridis oftewel Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje


Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) is een kever uit de familie lieveheersbeestjes (Coccinellidae). Het levensverhaal van dit beestje is hier te lezen. Op http://stippen.nl/stippen.php?soort=HARAXY is meer informatie te vinden over dit insect.

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is niet zo lief als zijn naam doet vermoeden. Het is een roofdier. Net als inheemse lieveheersbeestjes voedt het zich met bladluizen. Deze soort kent veel kleurvariaties, van oranje tot zwart, met allerlei stiptekeningen. Ze lijken vaak op onze eigen lieveheersbeestjes (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Het insect werd als biologische bestrijding van bladluizen ingevoerd in België (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje). 

Tussen 1995 en 2005 werd het veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje veelvuldig uitgezet in België om bladluizen te bestrijden. In het begin twijfeldden men of de soort zich in ons klimaat wel kan voortplanten, maar na een tijd kende deze soort een explosieve uitbreiding, waardoor het nu één van de meest algemene soorten in ons land is geworden (http://plazilla.com/exoten-verdringen-inheemse-soorten-deel-2).

Deze invasieve soort blijkt naast bladluizen zich ook tegoed te doen aan de larven van kevers zoals die van andere lieveheersbeestjes. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is inmiddels in Europa ingeburgerd geraakt. Het is in Engeland voor het eerst waargenomen in 2004, en het komt voor in grote delen van Nederland en België. De kever verspreidt zich op het ogenblik noordwaarts. Deze soort heeft veel verschillende mogelijke tekeningen, van vrijwel geheel oranje tot bijna zwart, maar is herkenbaar aan de zwarte 'M'-vormige tekening op het halsschild (pronotum) en het van achteren vaak wat geplooide of gedeukte rugschild (elytrum) (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje).

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een agressieve predator en bij gebrek aan luizen worden ook larven van andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes opgegeten, waardoor de kever een bedreiging vormt voor de inheemse soorten. De verspreiding wordt wetenschappelijk bestudeerd. Wie er één ziet wordt verzocht dit te melden (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje).

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is ingevoerd als biologische bestrijder in de tuinbouw. Het eet bladluizen die gewassen aanvreten. De soort werd zowel in gesloten kassen als bij gewasteelt in de open lucht toegepast. Ontsnapte exemplaren zijn zo in de natuur terecht gekomen. ...Sinds 2002 in de vrije natuur, overal in ons land (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Ook bereiken veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes ons land via België en Duitsland, waar men ze eveneens als biologische bestrijders gebruikt heeft. Sinds 2005 is toepassing zowel in Nederland als in genoemde landen verboden (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Het gebeurt vaker: zo lees ik dat dit in 2011 Hubert61 ook dit beestje in zin hop aantrof (http://vroegevogels.vara.nl/Categorieen.1003.0.html?view=single_thread&cat_uid=3&conf_uid=8&thread_uid=32881).

Dus,  ik hoef waarschijnlijk niet bang te zijn voor luis, maar wel voor het inheemse insectenbestand in onze tuin...

Hopbel bij de vergisting?

$
0
0
Zoals al opgemerkt bij het brouwverslag is er hop in het bier gevallen.

De hop is meegekookt. En bij het overgieten in het gistvat is een hopbel in het gistvat gevallen...
Wat het effect op de smaak? Ik zoek wat op internet en vind wat halve flarden, waar ik niet veel wijs uit kan. Ik vermoed dat het witbier er misschien wat hoppiger wordt. Misschien is het wel wat ze drooghoppen/koudhoppen noemen. Dus dat beloofd wat.

Hop is een smaakmaker van bier. De hars uit de vrouwelijke hopbel wordt gebruikt om de zoetheid van de gerst in evenwicht te brengen met een verfrissende bitterheid. Elke bier heeft zijn eigen hopdosering voor de smaak, het aroma, de schuimstabiliteit en de houdbaarheid (www.twentsebierbrouwerij.nl/brouwerij/het-brouwproces/).

Tijdens het koken worden de hop en de eventuele kruiden en andere smaakmakers toegevoegd. De hopoliën zullen praktisch helemaal verdampen, terwijl de hopharsen aanleiding geven tot de typische hopbitterheid. Door het koken wordt het wort gesteriliseerd. Alle enzymen, die tot nu toe zetmeel en eiwitten hebben afgebroken, worden vernietigd (http://home.scarlet.be/pedroalco/
Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Vanaf het moment dat de temperatuur van het wort gezakt is onder de 60°C is het wort zeer bevattelijk voor infecties. We moeten alles in het werk stellen om te zorgen dat het wort niet besmet wordt met ongewenste micro-organismen. Om infecties geen kans te geven dient het afkoelen zo snel mogelijk te verlopen. Zet daarom het vat in een koud bad of gebruik een koelspiraal en dek het vat af (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

In een artikel van "hopprofessor" Denis De Keukeleire staat dat de schuimopbouw in een glas bier wordt bevorderd door "allerlei metaalionen". Om de nodige metaalionen vanuit de biervloeistof naar het bovenliggende schuim te transporteren zijn "isohumulonen" nodig. Isohumulonen zijn bittere stoffen die tijdens het koken van het wort met de hop ontstaan uit de niet-bittere humulonen. Indien de concentratie isohumulonen minder dan 20 ppm bedraagt, is het volgens De Keukeleire onmogelijk om een stevige schuimkraag op het bier te houden. Daarnaast is het voor de schuimkraag van belang om enkel met vrouwelijke hopplanten te werken. De mannelijke hopplant is immers rijk aan vetten en vetzuren die het bierschuim verstoren (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bier).

De meeste hobbybrouwers koelen hun wort na het koken tot 20 graden en soms zelfs nog hoger bij bovengisters, zaaien hun gist in en laten de boel op zijn beloop. Dit heeft tot gevolg dat de temperatuur van het bier, zeker bij zwaardere bieren, snel oploopt als de vergisting op gang komt en zijn hoogtepunt bereikt. Tijdens deze fase worden dan veel esters en hogere alcoholen aangemaakt. Komt de temperatuur boven de 22 tot 25 graden, dan kan dat een onaangenaam bier opleveren met teveel fruitigheid, scherpe hogere alcoholen, teveel alcoholverwarming en fenolen. Is de felle fase van de hoofdvergisting voorbij, dan loopt de warmteproductie ook terug en kan het bier zo snel afkoelen dat de gist het voor gezien houdt. Als dat gebeurt blijft het bier steken op een te hoge dichtheid. Ook kan het gebeuren dat teveel diacetyl of acetaldehyde achterblijft in het bier. Al met al levert een ongecontroleerde vergisting geen optimaal bier op en soms zelfs een ronduit slecht bier (http://roodetoren.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=34:vergist-gecontroleerd&catid=4:artikelen-over-brouwen&Itemid=42).

Door de vergistingstemperatuur te beheersen kun je de smaak van je bier dan ook in belangrijke mate beïnvloeden (www.besselaer.nl/page11.php).

Een goede beluchting van het wort zorgt voor een vlot verlopende vergisting met een hogere vergistingsgraad. Verder is de vergistingsgraad sterk afhankelijk van de gebruikte gist. Door toevoeging van suiker (bijvoorbeeld kristalsuiker of glucose) aan het wort krijg je bieren met een hoger alcoholgehalte omdat deze suikers volledig vergistbaar zijn (www.hobbybrouwen.nl/artikel/De_smaak_van_bier.htm).

Esters bepalen voor een groot gedeelte de smaak van een bier...Daarnaast is het gehalte aan esters ook sterk afhankelijk van de helderheid van het wort na het filteren van het beslag (een licht troebele wort geeft minder esters dan een kraakheldere wort), de mate van beluchting van het afgekoelde wort na het koken (zowel een zeer matige als een zeer intensieve beluchting geeft meer esters) en de gebruikte gist...Isoamylacetaat is het ester van de hogere alcohol isoamylalcohol en azijnzuur. Dit ester heeft een duidelijk banaanachtige smaak. Er zijn gisten die aanzienlijk veel isoamylacetaat vormen. Een ander banaanester is isobutylacetaat (www.hobbybrouwen.nl/artikel/De_smaak_van_bier.htm).

De bitterheid van een bier dient afkomstig te zijn van de alfazuren van de toegevoegde hop. De bitterheid dient aangenaam te zijn en niet te lang blijven hangen....Door hoge vergistingstemperaturen en snelle vergisting worden meer hopbitterstoffen in de bruine hopharsen die boven op het gistende bier komen liggen afgescheiden. Hierdoor kan de bitterheid van het bier verminderen....door autolyse een aangename harde wrange bitterheid in het bier komen doordat hopbestanddelen die de gist bij leven heeft opgenomen vrijkomen uit de dode gistcellen (www.hobbybrouwen.nl/artikel/De_smaak_van_bier.htm).

Gist voedt zich met suiker en aminozuren en produceert voornamelijk ethylalcohol en koolzuur maar ook hogere alcoholen, organische zuren waaronder vetzuren en vele stofwisselingsprodukten, waaronder een stof die men diacetyl noemt. Een zeer belangrijke nevenreactie is die tussen alcohol en zuren welke esters vormt. Deze esters kunnen verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het aroma van het uiteindelijke bier. Zo heeft men fruitige aroma's zoals banaan, peer, appel, rozijn enz. Verder kan men de smaak van noten en zelfs bleekselderij terugvinden. Gist zelf heeft een zacht-zoete smaak (zoals bakkersgist). Gist kan echter een bittere bijsmaak hebben, omdat de bitterstoffen van hop zich erop kunnen vasthechten. Hogere alcoholen hebben ook een uitgesproken aroma. Diacetyl is een stof die naar zachte botermelk of margarine smaakt. Hogere alcoholen, vetzuren en sommige esters, welke grote smaakbepalende stoffen kunnen zijn, zijn schuimnegatieve factoren (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Op het schuim komen tijdens de hoofdgisting bruine plekken (hopharsen), deze kunnen met een steriel gemaakte schuimspaan verwijderd worden. Dit brengt wel risico's van infecties met zich mee. Sommige gistrassen produceren meer hopharsen dan anderen. Het afscheppen wordt door een groot aantal amateur-bierbrouwers uitgevoerd omdat daardoor het er een iets betere bitterheid krijgt. Noodzakelijk is het afscheppen meestal niet. Bij de meeste commerciële brouwerijen worden de hopharsen tegenwoordig niet meer afgeschept (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/
Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Ook hopharsen die tijdens de gisting op het bier komen drijven kunnen het best verwijderd worden deze harsen ontsnappen uit het bier omdat het bier als gevolg van de gisting verzuurd. Met name alfazuur is minder oplosbaar in een zuurder milieu en zal derhalve uit oplossing gaan. Eiwitten die uitzakken bij afkoelen van de wort vormen de zogenaamde koude breuk, die zal uitzakken en samen met uitzakkende gist een dik sediment op de bodem van het hoofdgistingsvat zal vormen (www.triple-w.org/index.php?option=com_content&view=article&id=26:gist&catid=79&Itemid=493&showall=1&limitstart=).

Op het schuim komen tijdens de hoofdgisting bruine plekken (hopharsen). In het verleden werden hopharsen door sommige hobbybrouwers verwijderd met een schuimspaan. Tegenwoordig doen we dat niet meer. Het is gewoon nergens voor nodig. Na de hoofdgisting zakken deze bruine plekken naar beneden en blijven onder in het vat liggen. Een ander gedeelte heeft zich vastgezet aan de rand van het vat en is daar wat lastig te verwijderen (www.hobbybrouwen.nl/brouwko2.html).

Bij lange lagertijden van bier waarin nog veel gist aanwezig is, gebeurt het dat een gedeelte van de gistcellen afsterft. Zij kunnen dan openbarsten en geven stoffen vrij waarvan de geur een zwavelig karakter heeft (men noemt dit autolyse). Autolyse maakt ook stoffen vrij die schuimnegatief werken (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).

Andere brouwers strooien hopbellen op het nagistende bier (dry-hopping). De hop wordt dus niet gekookt, waardoor de hopoliën door het bier kunnen opgenomen worden. Naast het versterkend effect van de typische hopbitterheid zullen de hopoliën een citrusaroma creëren (Arabier) (http://home.scarlet.be/pedroalco/Wijn___Bier/Bier/Brouwen_van_Bier/brouwen_van_bier.html).


Lieveheersbeestjes

$
0
0


Kijk hier komt het van. Ik had het vorig jaar al over beestjes op de hop. En ze zijn terug: lieveheersbeestjes

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is niet zo lief als zijn naam doet vermoeden. Het is een roofdier. Net als inheemse lieveheersbeestjes voedt het zich met bladluizen. Deze soort kent veel kleurvariaties, van oranje tot zwart, met allerlei stiptekeningen. Ze lijken vaak op onze eigen lieveheersbeestjes (http://natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i006424.html).

Er worden meer dan 120 varieteiten onderscheiden, maar de meest gebruikte indeling is:
Harmonia axyridis succinea oranje/rood met 0-19 zwarte stippen
Harmonia axyridis axyridis zwart met 12 stippen (2+1+2+1)
Harmonia axyridis spectabilis zwart met 4 stippen
Harmonia axyridis conspicua zwart met 2 stippen
(http://stippen.nl/stippen.php?soort=HARAXY)

Het insect werd als biologische bestrijding van bladluizen ingevoerd in België (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje). Ze zijn een exoot.

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een agressieve predator en bij gebrek aan luizen worden ook larven van andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes opgegeten, waardoor de kever een bedreiging vormt voor de inheemse soorten. De verspreiding wordt wetenschappelijk bestudeerd. Wie er één ziet wordt verzocht dit te melden (http://nl.wikipedia.org/wiki/Veelkleurig_Aziatisch_lieveheersbeestje).

Na de paring kiezen zowel het mannetjes- als het vrouwtjeslieveheersbeestje hun eigen weg. Het vrouwtje zoekt een geschikt plekje om haar eitjes te leggen; een boom of struik vol bladluis (de voornaamste voedselbron voor de larven die later uit het ei kruipen). Hieronder zie je een vrouwtje die bezig is een eipakket neer te leggen (http://stippen.nl/eitotlhb.php).



Na zo'n week komen de eitjes uit. Het ei-pakket dat eerst oranje is, kleurt grijzig terwijl de larven, die er nog totaal niet uitzien als lieveheersbeestjes, eruit kruipen. Ze beginnen direkt te eten; bladluis en de niet-bevruchte eitjes. Je ziet ze bijna groeien! (http://stippen.nl/eitotlhb.php).

Na een tijdje als de zwart met oranje gestreepte beestjes verpoppen en daarna uitkomen worden ze geel.



Welke ik ook vind ik vang ze allemaal en dood ze met een potje water waar ik ze in laat vallen en dan goed schud.


bottelen en een naam verzinnen

$
0
0
In april was het zo ver we brouwden een witbier met koriander volgens het recept en S33. Onze inspiratie haalde we uit Hoogstraten (Biervat). Het werd een aardbei-witbier. Bij het overgieten in het gistvat viel er een hopbel bij.

Na een paar weken van weinig reactie peil ik het soortelijk gewicht: 1.015 (oorspronkelijk was het 1.034), dus ik verwacht het alcohol% op 2,5. In mei goot ik ca. 4 liter van de wort over en deed hier 4 liter water met jam in en nog 10 gram rietsuiker (Biervat). Ik schepte wat gist van de bodem en ik hoopte dat het een vergelijking zou kunnen gaan geven. Een bier met en een bier zonder aardbeienjam (en 4 l water en 10 g suiker). Ik ben heel blij als dit 2e vat borrelt. Na weer enkele weken geduld is het tijd om te bottelen.

Mijn idee is:
1. dunkelweis met koriander zonder aardbei zonder suiker in de fles
2. dunkelweis met koriander zonder aardbei met suiker in de fles
3. dunkelweis met koriander met aardbei met zonder suiker in de fles
4. dunkelweis met koriander met aardbei met suiker in de fles

Nadat we de spullen schoon hebben gemaakt (en een hele hoop flessen gewassen, ontsmet en uitgespoeld) gaat het 2e vat als eerste open. Hoe zal het smaken? Het SG = 1.010. Dat is goed want geeft een alcohol%... onee dat was ik bij dit vat vergeten te bepalen. Zonde. Het bier heeft een onbekend alcoholgehalte. Het heeft ook geen donkere kleur. Het is goudgeel. We vullen 13 flessen met het bier, dat overigens niet verkeerd smaakt. Het heeft geen smaak van aardbei of zoetigheid, maar eerder iets van citroen. Het is verder nog erg plat. In elke fles doen we een 2 gram suiker. Later bedacht ik me mijn plan...te laat.

Voorafgaand aan het bottelen hevelen we eerst over op het lagervat om gistdepot te ontwijken. Het blijkt ook erg moeilijk om de 2,5 cm van de rand aan te houden. Dus we zullen later nog wel gushers tegenkomen vrees ik.

Na vat 2 is het de beurt aan vat 1. Er lag een poederachtige stoflaag op het bier, dat wat leek op meel(?). Het zal het gist wel zijn. Bij het uitschenken in de maatcilinder is het bier goed te zien. Dit bier ziet er veel lichter uit en lijkt ook echt op wit witbier. Het had echter een dunkel moeten worden... Het smaakt niet verkeerd, al is het eveneens erg plat. SG=1.010, dat is dus 3,2%. We doen er 45 gram suiker bij voor extra alcohol en koolzuurprik in het bier. Het smaakt nu erg zoet. Voorafgaand aan het bottelen hevelen we wederom eerst over op het lagervat om het gistdepot te ontwijken. Hierna vullen we 12 en een halve fles. De halve fles wordt 'm niet.

Ook al staat dat binnen een maand na bottelen het al te drinken zal zijn (Biervat) gaan we toch voor de 6 weken, want we hebben er bij het bottelen suiker ingedaan.

We voelen ons enigszins teleurgesteld dat het bier nog niet helemaal je van dat is, maar eerlijk is eerlijk: het smaakt niet vies! Over ons eerder bier (het bockbier en de tripel) verschillen de meningen. Ik had iemand die zei dat het bockbier wel smaakt (al spoot meer dan de helft tijdens de gushing-opening er al uit) en iemand die het niet aandurfde en de fles terug wilde geven 'of mag ik het zelf weggooien?'.  Zelf zijn we er niet blij mee, want het bockbier is geen bockbier en de tripel geen tripel (te zoet). Nu hebben we weer geen dunkel witbier...wat is het wel?

Later waren we op een festival en zagen daar iets wat ons heel blij maakte: een leichte weize!!!

Oettinger:
Alkohol(in vol%) Stamm­würze(in Grad Plato) Brenn­wert pro 100 ml Bitter­ein­heit Bier­farbe
2,8                    7,3                               26 kcal /109 kJ                 12              natur­trüb, hell

Riegele:
Alkohol(in vol%) Stamm­würze(%) Brenn­wert pro 100 ml Bitter­ein­heit Bier­farbe
2,9                    8,9             26 kcal /109 kJ          12               leichte fast opale Trübung

Alkohol(in vol%) Stamm­würze(%) Brenn­wert pro 100 ml Bitter­ein­heit Bier­farbe
3,3%                   7,8                      ?                                ?                     Hell-honigfarbene

Alkohol(in vol%) Stamm­würze(in Grad Plato) Brenn­wert pro 100 ml Bitter­ein­heit Bier­farbe
2,9                                                               40 % weniger Kalorien als unser Hefe-Weißbier Hell






 
Met aardbeien (erdbeeren) is veel te doen. Toch vind ik geen leichte weize met erdbeeren. Ons aardbeiwitbierproject heeft dus een zekere uniekheid!

We hebben een leichte weisse met erbeeren en een leichte weisse ohne erdbeeren. Als naam hebben we Antoon. Nu nog een etiket....want nu hebben we een plakbandje: 'met 2014' en 'zonder 2014'...

Wet Vandervelde

$
0
0
De Wet Vandervelde werd ingevoerd in 1919 en regelde het alcoholverbruik in België.
Die wet bepaalde dat er in cafés en andere publieke plaatsen geen sterkedrank mocht worden geschonken. Een andere beperking was dat er enkel sterkedrank mocht verkocht worden in hoeveelheden van minstens twee liter. De achterliggende gedachte was, dat alcoholisten niet zo veel geld ter beschikking hadden. Deze wet ligt waarschijnlijk mede aan de basis van de Belgische biercultuur, men zocht naar bieren met een hoger alcoholgehalte. De wet werd uiteindelijk in 1983 afgeschaft (http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_Vandervelde) (Denken en weten over de wereld, Leuven University Press, 2008).

De Belgische jurist en politicus Emile Guillaume Vandervelde werd in januari 1866 geboren in Elsene. Tijdens zijn studie werd Emile Vandervelde lid van de Belgische Werkliedenpartij (BWP). Een van zijn eerste opvallende acties in het parlement was zijn wetsvoorstel in 1902 voor een grondwetswijziging voor het algemeen stemrecht. Het voorstel werd door tegenstand van de katholieke regering van Paul de Smet-de Naeyer niet aangenomen. Toen dit nieuws bekend raakte ontstond een betoging van arbeiders, waarbij zes arbeiders door de politie werden doodgeschoten. De commandant en de schutters werden hiervoor later gedecoreerd (www.absolutefacts.nl/politiek/data/vanderveldeemile1866.htm).

De Wet Vandervelde verbood onder meer de verkoop en de consumptie van sterke dranken in alle publiek toegankelijke plaatsen zoals cafés, hotels, stations, enzovoort. Alcohol kon enkel nog in grote hoeveelheden (minstens twee liter) worden verkocht. Bovendien verviervoudigden de accijnzen. Dit was echter niet wat Emile Vandervelde (1866-1938), de socialistische minister wiens naam aan de wet werd gegeven, voor ogen had. Een jaar eerder, op 15 november 1918, was er op zijn initiatief een totale prohibitie ingesteld door de oorlogsregering die op dat moment in Engeland in ballingschap was. Voorafgaand aan de verschijning van de eigenlijke wettekst in het Belgisch Staatsblad had de regering haar stellingname verantwoord ten opzichte van de koning. De bevolking accepteerde de nieuwe wet echter niet en de maatregel werd vlug teruggeschroefd. Er werd uiteindelijk een compromis bereikt op initiatief van toenmalig premier Léon Delacroix. Het oorspronkelijke verbod op fabricatie, export en import werd niet opgenomen in de tweede wettekst. Vandervelde vond dit compromis onvoldoende en was daarom niet opgetogen dat zijn naam aan de wet verbonden werd. De wet onderging in de loop der jaren een aantal kleine aanpassingen, maar het was pas in de jaren 1980 dat ze door het parlement werd ingetrokken doordat ze in onbruik was geraakt (www.consciencebibliotheek.be/
Museum_Erfgoedbibliotheek_NL/ErfgoedbibliotheekNL/Tentoonstellingen-en-activiteiten/Webtentoonstellingen/Koning-Alcohol/Wet-Vandervelde.html). Zie ook Middenstandsbeweging en beleid in België: tussen vrijheid en regulering ... Door Peter Heyrman (Leuven University Press, 1 jan. 1998)

Het jaar 1879 kent de officiële geboorte van het georganiseerde Belgische antialcoholkamp, wanneer de eerste Belgische vereniging tegen alcohol opgericht wordt: de Vaderlandse Bond tegen Alcoholisme. Hiermee wordt het begin ingeluid van een periode waarin de alcoholbestrijders snel in aantallen toenemen en zich steeds sterker verenigen. Het jaar 1879 kent namelijk de officiële geboorte van het georganiseerde Belgische antialcoholkamp, wanneer de eerste Belgische vereniging tegen alcohol opgericht wordt: de Vaderlandse Bond tegen Alcoholisme. Hiermee wordt het begin ingeluid van een periode waarin de alcoholbestrijders snel in aantallen toenemen en zich steeds sterker verenigen. In feite was het alcoholgebruik tussen 1880 en de Eerste Wereldoorlog, op het hoogtepunt van de antialcoholbeweging in België, niet of nauwelijks gestegen en was vergelijkbaar met de consumptie in de omringende landen. Het was de interpretatie en representatie van deze consumptie die veranderde (Het beeld van alcohol, Julie Debrauwere, april 2007).

Als klap op de vuurpijl werden tijdens de eerste wereldoorlog veel stokerijen en brouwerijen door de Duitsers ontmanteld. Zij hadden het koper nodig voor de productie van munitie. De doodsteek volgde in 1919 met de invoering van de wet Van de Velde. Die moest een oplossing brengen voor de problemen als gevolg van het overmatig drankgebruik. Mensen verdronken hun ellende met goedkope jenever. Verbod op het schenken van sterke drank in openbare plaatsen en verkoop enkel op voorwaarde dat men twee liter kocht. Voor de arme bevolking was dit onbetaalbaar en zo werkte deze wet de daling van het verbruik in de hand (http://levenswater.skynetblogs.be/
archive/2009/02/22/geschiedenis-van-het-levenswater-in-belgie.html,
www.jenevermuseum.be/content.php?hmID=1822&smID=1561).

Door het verbod kwam er clandestiene alcoholproductie (op zijn Vlaams: sluikstokerij) en alcoholsmokkel. Hierover verscheen in september 2012 een publicatie onder de titel Tersluiks.



De zogenaamde Wet Vandervelde (1919-1985) en de gevolgen daarvan op het gebied van alcoholsmokkel en sluikstokerij. De gedrochtelijke wet verbiedt het schenken van drank met een alcoholpercentage van 18% of meer in café’s en staat de winkelverkoop van sterke drank aan particulieren slechts toe in hoeveelheden van tenminste 2 liter (om zo een aankoopdrempel op te werpen). Deze door zowel fiscale als sociaal-hygiënische motieven ingegeven wet leidt in de praktijk tot een gedoogcultuur onder de Belgische bevolking ten aanzien van smokkel en sluikstook. Dat bijvoorbeeld in het Nederlandse Sas van Gent in 1920 vijfmaal zoveel gedistilleerd wordt verkocht als het landelijk gemiddelde, komt enkel en alleen door de hoeveelheden jenever en likeur die door particulieren vanuit Sas van Gent de grens worden overgesmokkeld (http://peterzwaal.nl/tersluiks-2012/).



Na de tweede wereldoorlog werd de wet Van de Velde steeds minder strik toegepast. Het ‘witteke’ stond overal onder de toog en ander gedistilleerd deed zijn intrede in België. Jenever had het imago van een arbeidersdrank en wie het zich kon veroorloven dronk liever een cognac of whisky. Iets wat goed was moest wel uit het buitenland komen, want jenever had een heel slechte kwaliteit. De zeldzame jenevers die van een goede kwaliteit waren gingen gebukt onder een slecht imago (http://levenswater.skynetblogs.be/archive/2009/02/22/geschiedenis-van-het-levenswater-in-belgie.html).

De wet Vandervelde is genoemd naar Emile Vandervelde, de toenmalige minister van justitie (http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_Vandervelde).



Emile Guillaume Vandervelde (Elsene, 25 januari 1866 – aldaar, 27 december 1938) was een Belgisch-Brusselse jurist en politicus. Emile Vandervelde bleef vasthouden aan de marxistische leerstellingen, volgens dewelke de maatschappij in twee noodzakelijk vijandige klassen is ingedeeld, en de organisatie van de partij moest gebeuren "op het terrein van de klassenstrijd". Vandervelde werd professor aan de Vrije Universiteit van Brussel (1895) en behoorde tot de voornaamste politieke leiders in België. Vanaf 1914 was hij minister van Staat, en van 1918 tot 1921 in de Nationale Unie-regeringen minister van Justitie. Hij zorgde voor een Huishuurwet, een Wet inzake het Gebruik van Alcohol, en voor een hervorming van het gevangeniswezen. In 1919 introduceerde Vandevelde samen met de liberaal Paul Hymans en de katholiek Charles de Broqueville het algemeen stemrecht (één man één stem) en leerplicht. In het eerste Rooms-Rode kabinet-Poullet-Vandervelde (1925-1926) was hij minister van Buitenlandse Zaken en behield deze ministerpost tot 1927. Namens België ondertekende hij in 1925 het verdrag van Locarno (http://nl.wikipedia.org/wiki/Emile_Vandervelde). Ook stelde hij een wet op die nationalisering van Duitsers tot Belg verbood (http://www.cegesoma.be/docs/media/chtp_beg/chtp_03/chtp3_007_Demeester.pdf).De zuivering van de natie na de Eerste Wereldoorlog had een etnisch-nationalistisch karakter. De denationalisering was niet gebaseerd op een moreel onderscheid tussen patriot en verrader, tussen ‘goed’ en ‘kwaad’. ‘Vreemdelingen’ die niet met de agressor hadden meegeheuld werden toch even hard aangepakt, louter en alleen omdat ze nu een maal afkomstig waren uit een vijandelijk land (www.cegesoma.be/
docs/media/chtp_beg/chtp_03/chtp3_007_Demeester.pdf).

Het Verdrag van Locarno is een internationaal verdrag dat tot stand kwam na de conferentie van Locarno, die plaatsvond van 5 tot en met 16 oktober 1925, in Locarno in het neutrale Zwitserland. Vooral ging het om de erkenning van grenzen tussen bepaalde landen, die door het Verdrag van Versailles in 1919 waren ontstaan, en de voorbereiding van het toetreden van Duitsland tot de Volkenbond. In tegenstelling tot het Verdrag van Versailles werd het Verdrag van Locarno wél na onderhandelingen met Duitsland getekend. Locarno was mogelijk geworden nadat in 1924 de nationalistische Franse regering van Raymond Poincaré door een nieuwe werd vervangen; in Duitsland stond de regering met minister van Buitenlandse Zaken (1923-1929) Gustav Stresemann beduidend realistischer tegenover de gevolgen van Versailles dan eerdere regeringen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_van_Locarno).



Daar zullen ze het in het cafë ook wel over gehad hebben. De eerste cafés ontstonden in de 17e eeuw als koffiehuizen. Het woord café is dan ook het Franse woord voor koffie. Geleidelijk aan gingen ook kroegen waar men vooral bier dronk zich café noemen en ontstond een grote variëteit aan cafés. De bekendste soorten cafés zijn het bruine café, het grand café, het eetcafé en de cocktailbar. In de geschiedenis is de naamgeving van het woord koffiehuis en café van betekenis veranderd, van een locatie waar vooral koffie gedronken wordt, naar een plek waar vooral alcoholische drank wordt gebruikt. Dezelfde verandering van betekenis ziet men bij het woord coffeeshop, dit woord duidt geen gelegenheid aan waar vooral koffie gedronken wordt, maar is een plaats waar softdrugs kunnen worden gekocht en gebruikt (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

Halverwege de 17e eeuw begon de opmars van koffie in Europa. Dit resulteerde in het ontstaan van koffiehuizen voor de meer welgestelden uit eigen stad. Hiervan is de term café, het Franse woord voor koffie, afkomstig. Hoe elitair de koffiehuizen aanvankelijk waren blijkt uit het feit dat er in 1806 in Amsterdam 25 koffieschenkerijen waren, naast 1763 kroegjes die bier en andere alcohol schonken. Deze zaakjes werden destijds tapperijen of bierhuizen genoemd. Omdat koffiehuis een betere naam had, gingen ook steeds meer kroegen zich zo noemen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

De bruine kroeg ontstond begin 19e eeuw, toen meer en meer mensen als extra kostwinning hun voorkamer inrichtten als plaats waar mensen iets konden drinken. In zulke vaak piepkleine huiskamercafés kon de vrouw dan het inkomen van een geregeld werkloze man aanvullen. In Vlaanderen was op het einde van de 19e eeuw één op de zes huizen zo'n drankhuis. In Nederland mocht nagenoeg iedereen tappen, totdat in 1881 de "Wet tot reguleering van de handel in sterken drank en van de beteugeling van openbare dronkenschap" een tamelijk dure vergunning verplicht stelde. Bovendien mochten daarvan in de grootste steden maximaal 500 worden afgegeven. Dit is het begin van een professionalisering van de horecasector. Vanaf 9 juni 1966 zijn er in Nederland vanuit de rijksoverheid regels gesteld aan de inrichting. Een café moet minimaal een oppervlakte hebben van 35 m², aparte toiletten voor mannen en vrouwen en er worden eisen gesteld onder meer aan de hoogte van de zaak. De kleine "huiskamerkroegen" moesten hierdoor sluiten. Een bekende uitzondering op deze wet is het kleinste café van Nederland, De Moriaan in Maastricht, met een oppervlakte van nog geen 20 m² (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

De Belgische Wet Vandervelde uit 1919, die sterkedrank in cafés verbood, moest het alcoholisme onder de verpauperde bevolking tegengaan, maar de bieren kregen wel een hoger alcoholpercentage. De traditionele inrichting van de bruine kroeg, met kleedjes op tafel en lampjes aan de muur, is vaak wel intact gebleven (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

Naast de bruine cafés ontstonden in de jaren 1880 naar Duits voorbeeld de "bierhallen", grote zalen met veel marmer en spiegels, die gespecialiseerd waren in een nieuw, licht soort bier afkomstig uit het Boheemse industriestadje Pilsen en dat om die reden pils genoemd werd (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9).

Pils is geen jenever, maar kan wel flink zwaar zijn. Belgische wetgeving heeft dus de rijke biercultuur met zware blonde bieren  gestimuleerd. 

EDIT april 2016
Ook al zou bovenstaande een mooi verhaal zijn, volgens de factcheck is het toch niet helemaal waar...

Het leek zo’n mooi verhaal: Vandervelde wou jenever bestrijden, maar schiep zwaar bier. In werkelijkheid bleven bieren als dubbel en tripel zeldzaamheden en werden ze was na 1950 echt populair. Heeft de Wet-Vandervelde dan niets betekend voor de Belgische biercultuur? Natuurlijk wel. In andere landen, zoals Nederland, daalde de bierconsumptie in de crisisjaren dertig nog veel harder. In België heeft bier ongetwijfeld geprofiteerd van de afwezigheid van gedistilleerd in de kroeg. Maar de bieren werden niet zwaarder, zoals Van den Steen beweert.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Belgisch bier natuurlijk wél langzamerhand steeds zwaarder. Maar het zou verkeerd zijn om dat op het conto van de Wet-Vandervelde te schrijven. Zo werden laag-alcoholische tafelbieren er na de oorlog uitgeconcurreerd door de frisdranken die opkwamen, waardoor het gemiddelde alcoholgehalte natuurlijk steeg. De meeste zware Belgische alcoholbommen dateren bovendien pas van de jaren tachtig: La Chouffe, Kwak, Verboden vrucht, Kasteel, Delirium Tremens en alle andere Gulden Draken, Moeder Overstes, Fantômes enzovoort kwamen toen pas opzetten. Maar wat zien we aan de sterkedrankconsumptie in België? Die steeg in die jaren ook! Het idee dat jenever en bier in België een soort communicerende vaten waren is dus onzin.Op 1 januari 1984 werd de Wet-Vandervelde uiteindelijk afgeschaft.
(http://verlorenbieren.nl/factcheck-de-wet-vandervelde/)

OBM bierbrouwerijen en mouterijen MER,NER, IPPC?

$
0
0
Voor een bierbrouwerij is een 'omgevingsvergunning beperkte milieutoets' (OBM) nodig. Er blijkt sprake van een type B inrichting waarvoor een OBM nodig is.

OBM staat overigens ook voor Ongedierte Bestrijding Maarssen V.O.F.

De Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is nodig bij bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen. De OBM geeft aan of een bedrijf wel of niet een milieuvergunning nodig heeft. Op infomil wordt dit helemaal uitgelegd.

Voor bepaalde bedrijfsactiviteiten moet naast een melding onder het Activiteitenbesluit, ook een aanvraag voor een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) worden gedaan.
Het doel van de OBM is dat de overheid vooraf instemt met uw bedrijfsactiviteiten. Een OBM kan nodig zijn als u met uw bedrijf start, of als uw bedrijf wijzigt. Een OBM is enkel een toestemming of een weigering, er worden geen voorschriften aan verbonden. Voor een OBM geldt de reguliere Wabo procedure, dit betekent dat er in beginsel binnen 8 weken een besluit wordt genomen (http://activiteitenbesluitadvies.nl/omgevingsvergunning-beperkte-milieutoets/).

Een OBM kan om diverse redenen nodig zijn:
- MER (milieueffectrapportage)
- Bibob (verklaring omtrent gedrag)
- PM10 (fijnstof)
etc...

Maar wat moet je dan als brouwerij allemaal aanleveren?

Voor een OBM Bierbrouwerij gaat het om de MER (milieueffectrapportage).

Bierbrouwerijen en mouterijen vallen onder: Categorie D37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage = De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij (D37.1)of een mouterij (D37.2). (Bor, 2.2a lid 1, onder a) Relatie met Bijlage I Onderdeel B, eerste lid onder b regelt dat een Omgevingsvergunning milieu vereist is indien Wm artikel 7.18 van toepassing is (zie uitzondering: De aanwijzing vervalt indien uit de mer-beoordeling volgt dat een milieueffectrapport opgesteld moet worden, of indien de initiatiefnemer zelf besluit een milieueffectrapport op te stellen (= artikel 7.18 van de Wet milieubeheer van toepassing).)

De OBM is niet vereist indien de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie.

Als het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden gemaakt wordt de OBM geweigerd. De brouwerij heeft dan een milieuvergunning nodig.

Uit de formulering volgt dat de OBM nodig is bij wijzigingen of uitbreidingen (in de zin van het Besluit milieueffectrapportage).

Lex silencio is niet van toepassing?
(www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/obm-categorien/voedingsmiddelen/bierbrouwerijen/)

De Lex Silencio Positivo (LSP) is de van rechtswege verleende vergunning: als een decentrale overheid bij een vergunningaanvraag te laat of niet reageert, dan wordt de vergunning stilzwijgend verleend. Doel van de invoering van de LSP is de regeldruk verminderen en de dienstverlening aan bedrijven en burgers verbeteren (www.europadecentraal.nl/onderwerpen/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/).

Om de LSP in Nederland te regelen, is via de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3 aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegevoegd. Een bestuursorgaan is verplicht om de van rechtswege verleende beschikking binnen twee weken bekend te maken. Hierbij moet worden vermeld dat de beschikking van rechtswege is verleend. Gebeurt dit niet, dan kan de Wet dwangsom worden toegepast (www.europadecentraal.nl/onderwerpen/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/).

Het betreft de vraag of een MER nodig is en een MER is geen NER. Belsuit MER heeft in de bijlage staan bij D 37:

D 37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage zegt:
D 37.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 75 miljoen liter per jaar of meer.
D 37.2 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een mouterij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 40.000 ton per jaar of meer (http://wetten.overheid.nl/BWBR0006788/Bijlage/geldigheidsdatum_26-12-2013).

Nu brouwen kleine brouwerijen volgens mij niet zo veel...

Wel schieten ze overal uit de grond:

In 2015:
Binderskampweg 29 U31 te Nijmegen: oprichten van de inrichting (kleinschalig brouwen van bier, vermarkten en distribueren van dit bier).

In 2014
Kerkstraat 51, 5411 EA  Zeeland; het veranderen van een gedeelte van de functie van de pastorie en kantoren in een bed & breakfast, restaurant en een educatieve brouwerij met een streekproduktenwinkeltje (ontvangen 11 juni 2014) (www.landerd.nl/over-landerd/bekendmakingen_42075/item/omgevingsvergunning-week-26_65498.html) Dit betreft volgens mij Herberg d'n Brouwer, maar deze is nog niet bekend bij Biernet.

Brouwerij Glassbier Leerdam vraagt een Milieuvergunning Bierbrouwerij Glassbier Leerdam aan voor Het ambachtelijk brouwen van bier, opslag en proeven van bier in Bier Atelier Vijfheerenlanden. Maximale brouwproductie is 3.000 liter bier op jaarbasis. Installatie is een elektrische kookketel van 18 kW en een brouwketel van 30 kW. Brouwketel heeft een bruto inhoud
van 150 liter.
Wat zijn de tijden en dagen, danwel perioden waarop de inrichting of onderdelen daarvan, in bedrijf zijn?
Brouwen, 8 maanden per jaar, alleen als de r is in de maand met een maximum van 3 dagen per maand aanvang 07.00 uur einde 18.00 uur
Welke activiteiten vinden inpandig plaats binnen de inrichting?
Brouwen van ambachtelijk bier, lagering en het afvullen op fles en fust. Het aanbrengen van een etiket op de fles. 3 x per maand wordt er bier gebrouwen. 130 liter bier zal in de fles of fust worden afgevuld na de lagering. Direct na het afvullen worden de etiketjes aangebracht.
Beschrijf kort welke producten uw bedrijf maakt: Bier van hoge gisting
Ze verbruiken 500 kg graan per jaar. Als afvalstof hebben ze per jaar 950 kg bostel (40 kg per brouw) en 12 kg gist (1 kg per brouw).
https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf). Aangezien de productiecapaciteit voor de ambachtelijk bierbrouwerij maximaal 3000 liter is per jaar en daardoor geen verwachting is voor nadelige gevolgen voor het milieu zal hiervoor een vormvrije Mer voldoende zijn.
Deze procedure, met daarbij de benodigde formulieren, zijn voor een brouwerij met een
capaciteit van <75 .000.000="" aan="" brouwerij="" de="" een="" gelijk="" jaar="" liter="" met="" nbsp="" onze="" p="" per="" procedure="" voor="">kleine productie. Wat inhoud dat wij geen enkele of wellicht een zeer geringe milieubelasting
hebben. (0,004%. van de maximale capaciteit) (https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2014-13518/1/Bijlage/exb-2014-13518.pdf).
75>

Apeldoornse Bierbrouwerij De Vlijt BV, heeft de sleutel van het Zwitsal Ketelhuis aan de Vlijtseweg in Apeldoorn (www.veluwseschavuyt.nl/nieuws/73-brouwerij-de-vlijt-krijgt-officieel-de-sleutel): Vlijtseweg 116: omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor een bierbrouwerij (22 juli 2014) (http://apeldoorn.nl/DATA/TER/docs/nieuws_mededelingen/bekendmakingen/2014/07_juli/bekendmakingen_20140730.pdf)

Bierbrouwerij en museum
Koestraat 20, 5688 AH, Oirschot, voor een (museum) bierbrouwerij met horeca (beperkte milieutoets), verleend op 8 juli 2014 (www.oirschot.nl/actueel/overzicht-bekendmakingen_44705/item/verleende-omgevingsvergunningen-wk-29_69854.html).

Zaagmolenkade 46
Aangevraagde omgevingsverg Zaagmolenkade 46 brouwerij (24-06-14)
Instantie:Gemeente Rotterdam
Uitgegeven:24 juni 2014
Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam maakt bekend dat zij de volgende aanvragen voor omgevingsvergunningen heeft ontvangen (art. 2.1. en 2.2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) (http://drimble.nl/lokale-overheid/bekendmaking/631600/rotterdam-aangevraagde-omgevingsverg-zaagmolenkade-46-brouwerij-24-06.html)
Zaagmolenkade 117, 3035 KD, omgevingsvergunning beperkte milieutoets tbv bierbrouwerij   

Westerdok 274 1013BH - aanvraag 1142623 - soort: regulier - voor veranderen van de beganegrondverdieping van het gebouw Westerdok 274 met bestemming daarvan tot café/eetcafé en kleinschalige brouwerij.
Westerdok 274 1013BH - aanvraag 1216345 - soort: regulier - voor omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) betreffende het aspect Mer-beoordeling voor het oprichten van de Oedipus Brewpub, een proeflokaal met kleinschalige bierbrouwerij in het gebouwgedeelte Westerdok 274 (www.centrum.amsterdam.nl/actueel/bekendmakingen/index/2014/14-05-2014/).

In 2013:
Brouwerij Oersoep brouwt bijvoorbeeld 1000 liter bier per week, wat neerkomt op 50.000 liter?

De Texelse bierbrouwerij heeft een OBM aangevraagd voor het verplaatsen van een bottelarij en gistruimte ten opzichte van hun milieuvergunning uit 2005. De gemeente toetst de aanvraag aan geur en geluid.

Cornelis Troostplein 21, 1072 JJ: betreft bouw en milieu: voor het bouwen in afwijking van de verleende omgevingsvergunning ( OLO-nummer 781301), waarbij de afwijking bestaat uit het vergroten van de horecavestiging ter hoogte van de begane grond van het gebouw Cornelis Troostplein 21 en het verruimen van het gebruik daarvan met een nevenactiviteit “bierbrouwerij” inclusief een aantal wijzigingen van brandcompartimenten en hoofddraagconstructie, het verrichten van een andere activiteit (kleinschalige bierbrouwerij) binnen horeca IV, vestiging op het adres Cornelis Troostplein 21 (beperkte milieutoets), verzonden d.d. 3 december 2013. OLO-nummer 997105 (Amsterdam Stadsdeel Zuid);

De Tweekoppige phoenix is een museum/horeca bedrijf gesitueerd op de Zaanse Schans. Ze hebben een Ontwerpbesluit omgevingsvergunning - Molenwerf 22E, Uitgeest voor Noord-Hollandse Bierbrouwerij / Distilleerderij De Tweekoppige Phoenix voor het oprichten van een bierbrouwerij en een distilleerderij, gelegen aan de Molenwerf 22E in Uitgeest (www.milieudienst-ijmond.nl/actueel/bekendmakingen/uitgeest/@2174/ontwerpbesluit-2/).

Zeeburgerpad 55, 1019 AC: HZ-WABO-2013-009031, ingediend: 5 juli 2013, verleend: 30 augustus 2013, beperkte milieutoets t.b.v. Brouwerij t IJ (www.oost.amsterdam.nl/actueel/zoeken-bekendmaking/2013/week-29/aanvraag-0/www.oost.amsterdam.nl/actueel/zoeken-bekendmaking/2013/week-37/verleende-(reguliere/).

Speciaalbierbrouwerij Oijen kreeg in november 2011 de toestemming had van B&W om uit te breiden. Vanuit de buurt kwamen meerdere bezwaren op de uitbreidingsplannen. In de zes weken tijd dat de plannen ter inzage bij de gemeente Oss lagen zijn er zes ‘zienswijzen’ ingediend. Vier daarvan zijn door omwonenden of agrariërs ingediend die een perceel hebben dat grenst aan het terrein van de brouwerij en horecagelegenheid. Vervolgens hebben ook de provincie zelf en de eigenaren van de brouwerij een opmerking gemaakt over het bestemmingsplan (http://bier.blog.nl/biernieuws/2012/02/09/uitbreiding-brouwerij-oijen-toch-onzeker).
Bij besluit van 22 november 2012 heeft de raad [van Oss] het bestemmingsplan "Bierbrouwerij - Oijen - 2012" vastgesteld. De raad stelt zich op het standpunt dat de ondergeschiktheid van de horecafunctie gewaarborgd is in de planregels door de hiervoor toegelaten oppervlakte te beperken. De begrotings- en omzetcijfers bevestigen dat de bierbrouwerij de hoofdfunctie is in relatie tot de horecafunctie. Over het aantal parkeerplaatsen stelt de raad zich op het standpunt dat er aansluiting is gezocht bij de parkeer-kencijfers 2008 van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte CROW (hierna: CROW). Er is uitgegaan van een combinatie van de functie café/bar/cafetaria en de functie restaurant.
Ingevolge het bepaalde onder 4.1.2, onder a, wordt onder de functie "bierbrouwerij als hoofdfunctie met ondergeschikte horecafunctie" verstaan:
1. het brouwen van bier;
2. het geven van rondleidingen;
3. het houden van proeverijen;
4. het geven van biercursussen;
5. horeca, al dan niet voor passanten, met een oppervlakte van maximaal 113 m² die onlosmakelijk en als niet-zelfstandig onderdeel verbonden is met de bierbrouwerij.
Niet in geschil is dat de exploitatie van de bierbrouwerij met bijbehorende dagrecreatieve activiteiten, de horeca-activiteiten en de verblijfsrecreatieve activiteiten van invloed zullen zijn op de omgeving. In het akoestisch onderzoek van Ulehake Bouwfysica van 12 juli 2011, dat de raad als uitgangspunt heeft genomen bij zijn beoordeling van het woon- en leefklimaat voor de omgeving, is uitgegaan van streefwaarden die gelden voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk. In het akoestisch onderzoek zijn de activiteiten in de inrichting en op het terrein van de inrichting en de indirecte hinder door verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg betrokken. In dit onderzoek is ook het terrasgeluid meegenomen. Conclusie van dit akoestisch onderzoek is dat er aan de streefwaarden geldend voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk wordt voldaan. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomsten van dit onderzoek niet juist zouden zijn en dat hij in onaanvaardbare mate geluidhinder vanwege de inrichting zal ondervinden. Hierbij neemt de Afdeling voorts in aanmerking dat tussen het plangebied en de woning van [appellant] een afstand bestaat van 200 meter. Wat betreft het betoog van [appellant] dat geen onderzoek is gedaan naar alternatieve locaties, overweegt de Afdeling dat het in dit geval gaat om een feitelijk bestaande situatie die past binnen de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen langs de Maas. Nu, gelet op het voorgaande, geen grond is gevonden voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, bestaat geen aanleiding het besluit tot vaststelling van het plan te vernietigen. Het betoog faalt (www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=76269&summary_only=www.bd.nl/regio/regio-oss-en-uden/oss/geen-parkeer-en-horecaproblemen-bij-oijense-brouwerij-1.4064180).

In 2012:
Realiseren van brouwerij Brouwerij De Koperen Kat
Instantie:Gemeente Delft
Uitgegeven:22 augustus 2012
Adres:Schieweg 15
Type:Omgevingsvergunning
Adres:Aanvraag ontvankelijk
(http://drimble.nl/lokale-overheid/bekendmaking/204935/delft-realiseren-van-brouwerij.html)

vestigen van een micro brouwerij op het adres Hoogedijk 1 Breugemsbrouwerij.
Deze brouwerij komt op de Dam en de doelstelling van de brouwerij is om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een dagbesteding en re-integratie aan te bieden (www.dichtbij.nl/waterland/ondernemersnieuws/artikel/1152614/brouwerij-zoekt-support.aspx). Al ging deze in 2013 weer failliet.

Wat ik vreemd vind is dat er in de stukken die ik lees sprake is van OBM, Activiteitenbesluit en milieuvergunning...Bij hobbybrouwen lees ik dat een brewpub toe kan met enkel een lichte hinderwetvergunning. Al corrigeert Jacques (bekend van de zware blonde van de Brand brouwwedstrijd): Hinderwet is uit de oude doos.
Tegenwoordig heb je voor heel veel bedrijfsmatige activiteiten geen vergunning meer nodig maar moet je als ondernemer voldoen aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Eventueel kan de gemeente zogenaamde maatwerkvoorschriften stellen voor bijvoorbeeld het geluid afkomstig uit een horecabedrijf.
Als je een brouwerij begint heb je een zogenaamde omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig. De gemeente moet dan nagaan of de milieugevolgen zodanig zijn dat een milieueffectrapportage opgesteld moet worden. Bij een kleine brouwerij zal dat niet snel het geval zin.
Zie ook http://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/obm-categorien/voedingsmiddelen/bierbrouwerijen/ (www.hobbybrouwen.nl/forum/index.php?topic=27130.0).

RubriekMilieu/natuur/water
TitelRaad van State 17-04-2013
Citeertitel StAB 2013/68
Uitspraak ECLI:NL:NL:RVS:BZ7791
SamenvattingCasus Milieuvergunning voor een bierbrouwerij.
Appellant voert aan dat de geluidbelasting van het verkeer onvoldoende is onderzocht nu slechts is uitgegaan van het verkeer van en naar de inrichting. Rechtsvraag Is de geluidbelasting van het verkeer in voldoende mate onderzocht?
Uitspraak Door het college is erkend dat slechts is uitgegaan van de geluidbelasting van het verkeer van en naar de inrichting. Nu niet de binnenshuis optredende geluidbelasting van het totale wegverkeer is berekend, maar slechts die van het verkeer van en naar de inrichting, is niet duidelijk of de geluidbelasting onder de binnengrenswaarde van 35 dB(A) blijft. artikel 8.10 Wm (oud) artikel 8.11 Wm (oud) (www.recht.nl/vakliteratuur/milieurecht/aflevering/21536/stab/2013/3/)

Bij de volgende bijzondere regelingen van §3.3 is een kader toegevoegd over het toepassen van de
bijzondere regeling. Dit gaat over het opstellen van vergunningvoorschriften over geur voor bedrijven met IPPC-installaties en maatwerkvoorschriften over geur voor andere bedrijven:
 - B5 Vleesindustrie
 - B6 Cacaobonen verwerkende industrie
 - B8 Aardappelverwerkende industrie
 - B10 Bierbrouwerijen
(www.sccm.nl/sites/default/files/SCCM_N130801_wijzigingen_wet_en_regelgeving_jan-jun2013.pdf)

Dus gezien voorgaande kan een bierbrouwerij dus Type B zijn, OBM nodig hebben, milieuvergunning, bestemmingsplan en MER en IPPC?

Wat NER (dus niet MER) betreft:
Zeer kleine brouwerijen die minder dan één brouwsel per dagen maken zijn vaak gekoppeld aan een andere activiteit, zoals horeca. De situatie is dan sterk lokaal gebonden en zeer specifiek. Daarom worden hiervoor in dit kader geen algemene regels gegeven. Het onderscheid tussen kleine en grote brouwerijen op basis van een jaarproductie van 200.000 hectoliter is gebaseerd op de accijnswetgeving. De regeling geeft geen eisen voor de afvalwaterzuivering omdat een afvalwaterzuivering die goed is gedimensioneerd en goed wordt bedreven normaal gesproken geen geuroverlast veroorzaakt. Als dat wel het geval is dient het bevoegd gezag in overleg met het bedrijf maatregelen vast te stellen.
Emissies
Er zijn vier relevante bronnen van geuremissie bij het brouwproces. Dit zijn het maischen, het koken van het deelbeslag, het koken van de wort en de diffuse emissies. Diffuse emissies kunnen optreden bij het vergisten, lageren, filtreren en bottelen. Voor het berekenen van de geuremissies zijn de volgende kengetallen vastgesteld.
maischen 20 Mge/ton storting
het koken van het deelbeslag38
de diffuse bronnen13
het koken van de wort530
Kengetallen :

De kengetallen zijn afkomstig uit het geuronderzoek dat de brancheorganisatie heeft laten doen (Bedrijfstakonderzoek geurproblematiek brouwindustrie, Witteveen en Bos, 1995). Deze cijfers zijn bevestigd door de resultaten van recente metingen. De kengetallen en immissiewaarden zijn gebaseerd op het brouwen van pilsener bier. Ze zijn ook toepasbaar op het brouwen van speciaalbier als dit een beperkt aandeel in de totale productie heeft. Als het aandeel speciaalbier meer dan enkele tientallen procenten bedraagt, dan dient het bevoegd gezag na te gaan of het nodig is om afwijkende kengetallen te hanteren voor te bepalen van de geuruitworp. Met name voor het maischen kunnen bij speciaalbier andere waarden nodig zijn. Het kengetal voor de omvang van de diffuse emissies is bepaald op basis van een omslagpercentage van 2,5% op de emissie van het koken van de wort (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/digitale-ner/3-eisen-en/3-3-bijzondere/b10/).

Wat IPPC betekent:
Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de Europese Richtlijn industriële emissies. Deze bijlage stond eerst in de IPPC-richtlijn.
Richtlijn industriële emissies
De Richtlijn industriële emissies is gericht op preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. De richtlijn houdt bepaalde verplichtingen in voor intensieve veehouderijen en grote milieuvervuilende industriële bedrijven. Zij moeten de beste beschikbare technieken (BBT) gebruiken. Hiermee moeten zij hun verontreiniging beperken, zo min mogelijk energie en grondstoffen gebruiken en zo min mogelijk afval produceren. In Nederland is de Richtlijn industriële emissies opgenomen in de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

Volgens 6.4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn: 
Categorie 6.4 b van bijlage I van de Richtlijn industriële emissies heeft betrekking op:
De bewerking en verwerking behalve het uitsluitend verpakken van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder bewerkt of onbewerkt, voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van:
- uitsluitend dierlijke grondstoffen (andere dan uitsluitend melk) met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag eindproducten
- uitsluitend plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 ton per dag of 600 ton per dag eindproducten indien de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 dagen opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is
- dierlijke en plantaardige grondstoffen, zowel in gecombineerde als in afzonderlijke producten, met een productiecapaciteit in ton per dag van meer dan:
--75 indien A gelijk is aan of hoger dan 10, of
--[ 300-(22,5 x A)] in alle andere gevallen,
--waarin ,,A'' het aandeel dierlijk materiaal is (in gewichtspercentage) van de productiecapaciteit in eindproducten.
De verpakking is niet inbegrepen in het eindgewicht van het product.
De genoemde drempelwaarden geven een indicatie van de potentiële milieubelasting van het productieproces. Omdat het waterverbruik (zoals opgietwater – het water dat bijvoorbeeld aan bonen in glas of blik wordt toegevoegd) direct bijdraagt aan de potentiële milieubelasting van de installatie, telt dit waterverbruik mee bij het bepalen van de productiecapaciteit.
De potentiële milieubelasting van de verpakkingproductie (de fabricage van de glazen potten, de conservenblikken etc.) is niet direct aan de voedingsmiddelenproducent toe te rekenen. Het gewicht van de verpakking telt dan ook niet mee bij bepalen van de productiecapaciteit (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/dossiers/voedingsmiddellen-0/@84958/bepalen-capaciteit/).

Dus het komt allemaal neer op drempelwaarden:
75 ton per dag of meer = IPPC 
75 miljoen liter per jaar of meer = MER
minder: melding OBM

Maar wat moet je dan aanleveren?

Je schijnt op het OLO (ze zijn bij de overheid wel van de afkortingen?) Maar dat is logisch al je weet dat het betrokken ministerie dat over milieu gaat afgekort wordt tot VROM.

Op https://www.omgevingsloket.nl/het Omgevingsloket online kunt u:
De vergunning- en meldingplicht checken
Alles in één keer online regelen
De status van aanvragen volgen
Met Omgevingsloket online kunt u één aanvraag opstellen voor een omgevingsvergunning, watervergunning en/of melding. Na indiening wordt de aanvraag indien nodig gesplitst. Hieronder staat per vergunning voor welke werkzaamheden u een aanvraag kunt indienen of melding kunt doen.
Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu)
Oprichting
Revisie
Verandering
Milieuneutraal veranderen (voorheen Melding 8.19 Wm)
Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
(www.omgevingsloket.nl/Particulier/particulier/home/wat-is-omgevingsloket?init=true)

Melding AIM
Een melding in het kader van het Activiteitenbesluit doet u nog via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM).
(www.omgevingsloket.nl/Particulier/particulier/home/wat-is-omgevingsloket?init=true)

Bij Omgevingsloket online kunt u inloggen met uw DigiD inlogcode. Dus eerst zo een ding aanvragen en dan daarmee inloggen op het omgevingsloket en dan op de juiste plaatsen een vinkje zetten. Maar wat je moet je dan aanleveren als brouwerij? Volgens mij gaat het om een verhaaltje zoals Bierbrouwerij Glassbier Leerdam of de Speciaalbierbrouwerij Oijen. Zo kan de gemeente kijken of je een milieueffectrapportage moet aanleveren.

De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel bij het nemen van besluiten. Op deze manier krijgt het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming. De m.e.r.-procedure is gekoppeld aan de 'moederprocedure'. Dit is de procedure op grond waarvan de besluitvorming plaatsvindt, bijvoorbeeld de bestemmingsplanprocedure, of een omgevingsvergunningsprocedure (www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/mer/).

Milieueffectrapportage (afkorting m.e.r.) behelst het in beeld brengen van de milieugevolgen van een besluit voordat het besluit wordt genomen. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in het milieueffectrapport (MER). Een MER wordt opgesteld bij activiteiten en projecten die mogelijk belangrijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben. Dit kan variëren van een vergunning die aangevraagd wordt voor de bouw van een chemische fabriek tot de aanleg van infrastructuur zoals een hogesnelheidslijn of de uitbreiding van een luchthaven. De overheid die het besluit moet nemen of de vergunning moet verlenen gebruikt het MER bij haar afwegingen.
De opsteller van het milieueffectrapport moet aangeven welk project hij wil gaan ondernemen (voorgenomen activiteit). Belangrijkste onderdeel van het rapport is het hoofdstuk over de alternatieven van de voorgenomen activiteit. Het vergelijken van alternatieven op hun milieugevolgen is eigenlijk de kern van m.e.r. Het rapport moet ook aangeven binnen welk wettelijk kader de voorgenomen activiteit valt (genomen en te nemen besluiten).
In het MER worden de milieugevolgen van de verschillende alternatieven met elkaar vergeleken. Hiervoor wordt eerst de huidige situatie in beeld gebracht (referentiesituatie). Vaak ligt al vast dat de huidige situatie gaat veranderen, omdat over bepaalde zaken al besloten is of activiteiten al in uitvoering zijn. Dit worden "autonome" ontwikkelingen genoemd (want onafhankelijk van de voorgenomen activiteit). Een manier om de alternatieven te vergelijken is met behulp van multicriteria-analyse (http://nl.wikipedia.org/wiki/Milieueffectrapportage).

Dus een verhaaltje over milieueffecten van een bierbrouwerij? Dat kan toch wel worden gemaakt. Eens zien: de keuken wordt vies, de vloer plakkerig, de geur van zoete wort en dan na maïschen een pan met bostel voor in de gft-bak.  En bij het brouwen wordt veel water verbruikt voor het schoonmaken...en bij het maïschen en koken op het fornuis wordt gas verbruikt. Nou met zo'n verhaaltje komen we er wel denk. 

Nu maar weer eens brouwen...

Huisbrouwerij Mieghelm

$
0
0
Huisbrouwerij Mieghelm is gevestigd aan de Venkant 17-19, 5271 SP St. Michielsgestel.

Thijs van den Helm werd siersmid. In 1987 besloot Thijs, toen hij een hele verzameling oude gebruiksvoorwerpen en machinerieën bij elkaar had, om een smederijmuseum te openen. Het is niet bij dit ene museum gebleven. In 1988 kon hij de hand leggen op de inventaris van een bakkerij. In 1990 besloot Thijs om een kroeg te openen. Zijn eigen huis was intussen te klein geworden, maar gelukkig kon hij de beschikking krijgen over de boerderij ernaast. Vanaf die tijd speelt hij met de gedachten om ooit een eigen brouwerij te hebben. Die wens werd werkelijkheid op 25 november 1994. Hij noemde de brouwerij de Abraham-brouwerij. Later kreeg de brouwerij zijn huidige naam: Mieghelm Huisbrouwerij (www.cambrinus.nl/brw/MIEGHELM.HTM,
http://home.tiscali.nl/beercollection/brouwerijen/Ned/nMieghelm.htm).



Samen met twee vrienden van hem heeft hij eigenhandig een complete brouwerij gebouwd, geinspireerd door de koperen brouwketels van De Ridder. De twee grote koperen ketels zelf geslagen, alle leidingen handmatig aangelegd en alle gistbakken in elkaar gelast. De brouwkennis heeft hij van zijn twee vrienden over genomen. Omdat hij van brouwen geen verstand had, riep hij de hulp in van een dorpsgenoot die bij Heineken werkte. Die keek zijn ogen uit, was direct enthousiast en sindsdien wordt er elke week gebrouwen. Eerste bier van deze brouwerij, gepresenteerd op 25 november 1994 bij de opening van de brouwerij. Het was oorspronkelijk de bedoeling het bier te presenteren op de 50e verjaardag van de brouwmeester op 10 april 1994.
De naam van de brouwerij is een samenvoeging van zijn woonplaats (Sint-Michielsgestel) en zijn achternaam (www.cambrinus.nl/brw/MIEGHELM.HTM).





Eind 1999 namen negen bedrijven en families in de omgeving van de brouwerij een advocaat in de arm om te protesteren tegen de horecaoverlast van de brouwerij en het ontbreken van een vergunning (www.cambrinus.nl/brw/MIEGHELM.HTM,  www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-brabant/sint-michielsgestel/mieghelm).

Op internet vond ik een uitspraak waarin staat dat er wel een vergunning was, maar dat daarin niet alle onderdelen van het museum waren benoemd:
Hinderwet verleende vergunningen van 25 maart 1991 en 23 augustus 1993...Volgens verweerder ziet de vigerende vergunning slechts op het brouwen van bier, inclusief het gebruik van het proeflokaal, gedurende drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00 uur. De exploitatie van het ambachtencentrum zou zich in strijd met de daarvoor verleende vergunning van 23 augustus 1993 niet tot de bierbrouwerij en het proeflokaal beperken. Tevens is geconstateerd dat de inrichting buiten de periode van drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00 uur in werking is, aldus verweerder. Volgens verweerder is verder bij controles geconstateerd dat, in strijd met de voorschriften 7.0.1 en 7.0.2 van de vergunning van 23 augustus 1993, niet wordt geparkeerd op de binnen de inrichting beschikbare parkeerplaatsen. Verweerder is van mening dat deze illegale situatie moet worden beëindigd, waarbij appellante bij het bestreden besluit een termijn is gegund van zes weken na inwerkingtreding van het besluit op bezwaar.....Appellante betoogt dat verweerder niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten haar een last onder dwangsom op te leggen. Zij voert aan dat er concreet zicht op legalisatie bestaat. Daartoe heeft zij ter zitting ten eerste gewezen op de aanvraag van 29 december 1998 welke heeft geleid tot de door de Afdeling bij uitspraak van 20 februari 2002, no. 199902589/1, vernietigde vergunning van 5 juli 1999. ....
De Afdeling overweegt dat met verweerder moet worden gesteld dat de vergunning van 23 augustus 1993 slechts ziet op het exploiteren van een bierbrouwerij en bijbehorend proeflokaal gedurende drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat in het aanvraagformulier voor de vergunning van 23 augustus 1993 bij de doelomschrijving is aangegeven dat binnen de inrichting bier zal worden gebrouwen. Dat als aard van de inrichting is vermeld “expositieruimte van de smederij (bakhuis-smederij)” doet hier niet aan af nu hiermee geen enkel inzicht wordt gegeven in de binnen de inrichting te verrichten activiteiten. Verder staat op de tekening behorende bij de aanvraag vermeld “Hinderwet aanvrage van een bierbrouwerij”. In het aanvraagformulier is voorts aangegeven dat de inrichting gedurende drie werkdagen per week van 07.00 tot 19.00 uur geopend zal zijn. Vaststaat dat de exploitatie van de onderhavige inrichting niet beperkt blijft tot de bierbrouwerij en het proeflokaal. Tevens staat vast dat de inrichting ook buiten de in de aanvraag vermelde werktijden in werking is.
(www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=4608)

Bijzonder verhaal, dus de brouwerij met proeflokaal was 3 dagen in de week toegestaan,maar het museum niet en meer dagen in bedrijf zijn niet?  Ook opmerkelijk om een uitspraak over zo een typisch iets te anonimiseren. Een niet nader te noemen expositieruimte van de smederij (bakhuis-smederij) met brouwerij en proeflokaal in Sint-Michielsgestel? Wie zou dat kunnen zijn?

Bijzonder verhaal. Wat nu? Hoe staat het 10 jaar later met deze brouwerij? In google streetview zie ik niks bijzonders...

????

$
0
0
Soms is de wet raar....
Ik vind het altijd zo bijzonder de politie zo veel aandacht heeft voor verkeersveiligheid met flitspalen en ander opstellingen en allerlei TV-series en dergelijke. Waarom zien we zo weinig van al hun andere  verdiensten? Zou dat geen mooie TV zijn? Politieoptreden bij beveiliging van staatsbezoeken, het oplossen van een inbraak en dergelijke.

Zou dat er misschien niet zijn??

Op RTL nieuws las ik eind vorig jaar het bericht over een beschonken bestuurder met een kind op zijn schoot. Onverantwoord ouderschap, goed dat ze daar wat aan doen...alhoewel: Een beschonken Tilburger is gistermiddag door de politie van de weg gehaald. De 30-jarige man reed rond met zijn kind op schoot.
De politie hield de man om 16:00 uur aan op de Besterdring. Hij kreeg een dagvaarding mee en kon zijn auto op het bureau laten staan, omdat bleek dat het voertuig niet verzekerd was. 
Volgens een melding van getuigen zou de 30- jarige bestuurder met zijn kind op schoot en een blik bier achter het stuur zitten. Agenten lieten hem een blaastest doen. Hij had 725 ug/l alcohol in zijn bloed; drie keer de limiet. 
(www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/vader-met-kind-en-blik-bier-achter-het-stuur)

Dus flink aangeschoten met een kind los in je onverzekerde auto rondrijden en gewoon naar huis mogen??? Dat kan toch niet waar zijn? Dat iemand rijdt met te veel op, daar kan ik in sommige gevallen nog inkomen. Noodgeval, alles onder controle etc...Maar zelfs dat is al onverantwoord, want je reactiesnelheid is echt minder. Je rijdt slechter dan je denkt. De limiet is dus wat mij betreft dan ook 1 bier (ééntje is geentje), maar eigenlijk is het niks drinken aan alcohol  voorafgaand aan het deelnemen aan het gemotoriseerd verkeer. Een beschonken fietser kan al gevaarlijk zijn. Dus ook daar kan je niet mee aankomen.

Zelf heb ik het ook eens gehad. Dat ik aan het rijden was en dacht 'wacht eens even, heb ik net niet gedronken?'Toen we realiseerde dat ik dat had gedaan, snel de auto geparkeerd en gewisseld. Gelukkig was er niks gebeurd.

Een ongeluk al sje gedronken hebt is voor de verzekering volgens mij ook een reden om niet uit te keren. Het is immers onverantwoord. Ook een kind los in de auto is sowieso al onverantwoord, maar dan ook nog dronken?? Dat kan toch niet.

Het verontrustende vind ik dan nog om te lezen dat hij zijn auto kon inleveren OMDAT deze niet verzekerd was...nou en? Dronken met een kind los in de auto!?

Ik snap het niet...

Zelfs als (3!) mensen worden doodgereden in Nederland, kom je met een paar uur taakstraf met een paar dagen hechtenis weg (ww.telegraaf.nl/binnenland/23359638/__Taakstraf_voor_verkeersdrama
__.htmlwww.nu.nl/binnenland/3934847/vader-van-doodgereden-meisje-gooit-stoel-rechter-.html).  Moet je eens proberen om een hypotheek af te betalen of een een schenking te doen voor aankoop van bijvoorbeeld bier...dan betaal je heel wat meer.

Ik betwijfel of mensen iets leren van de boetes, wat overigens ook bleek in 2005 in Brabant:
De politierechter in Breda heeft vrijdag een automobilist veroordeeld die eerder dit jaar dronken voor de rechter was verschenen. Hij kreeg 800 euro boete en een rij-ontzegging van zes maanden.
De Tilburger (54) was in januari als getuige opgeroepen voor een verhoor bij de rechter-commissaris. Tijdens dat verhoor in de rechtbank in Breda ontdekten de rechter en officier van justitie dat hij dronken was. 
De politie nam hem een blaastest af en toen bleek dat hij vier keer te veel had gedronken. De man was met de auto naar de rechtbank gekomen en werd dus gearresteerd.
(www.omroepbrabant.nl/?news/44547782/Boete+voor+dronken+rijden+naar+rechtbank+.aspx)

Voor dronken rijden kun je een geldboete krijgen of een rijontzegging. In hele ernstige gevallen van dronken rijden kun je ook een taakstaf of een gevangenisstraf krijgen (www.vraaghetdepolitie.nl/sf.mcgi?918).

Rijden onder invloed van alcohol is in Nederland niet toegestaan en hierop wordt streng gecontroleerd. De boete voor het rijden met drank op is afhankelijk van het gemeten promillage. Daarnaast is het ook van belang of je een beginnend bestuurder bent.
Boetes voor rijden onder invloed beginnen bij € 350 en kunnen oplopen tot € 750 en een invordering van het rijbewijs.
Naast de geldboete kun je ook verplicht op cursus gestuurd worden, de zogenaamde Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer. Deze cursus neemt meerdere dagen in beslag en de kosten voor deze cursus zijn voor eigen rekening en bedragen enkele honderden euro's (www.flitsers.nl/boete/dronken-rijden).

Alcohol en verkeer gaan niet samen. Wie toch onder invloed rijdt, kan rekenen op een proces verbaal. De politie vermeldt hierin de alcoholmeting in ug/l. Dit is de meeteenheid waarin de uitgeademde hoeveelheid alcohol wordt uitgedrukt: µg/l staat voor 'microgram alcohol per uitgeademde liter lucht'. Daarnaast wordt er bij alcohol vaak gesproken over het promillage alcohol in het bloed. Hieronder staan twee tabellen. Hierin staan de boetes vermeld die opgelegd kunnen worden. Wanneer het promillage dat wordt aangetroffen hoger is dan het hoogste promillage dat vermeld is in de tabel, dan gelden andere straffen, zoals bijvoorbeeld taakstraf of gevangenisstraf. Ook volgt een zwaardere sanctie als er sprake is van roekeloos rijgedrag, een verkeersongeval of wanneer iemand eerder bekeurd is voor het rijden met alcohol op. Sinds 1 juni 2011 is de recidiveregeling voor alcoholdelicten van kracht.
Voor beginnend bestuurders (iedereen die korter dan vijf jaar het rijbewijs heeft) gelden lagere limieten. Zij mogen vanaf 0,22 ‰ (95 µg/l) niet meer rijden. Voor meer ervaren bestuurders is die grens op 0,54 ‰ (220 µg/l). Ook wordt eerder het ontzeggen van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen (OBM) toegepast bij beginnende bestuurders. Daarom staan deze boetes in een aparte kolom (www.om.nl/onderwerpen/verkeer/handhaving-verkeer/alcohol-drugs/boetes-alcohol/www.boetes.nl/toegestane-hoeveelheid-alcohol).

1. Tabel Motorvoertuigen (exclusief brom- en snorfiets)

PromillageBoetesBoetes
"Beginnend bestuurder"
0,2/0,5 - 0,8 ‰
(88/220- 350µg/l)
€ 350€ 350
0,8 - 1 ‰
(355 - 435 µg/l)
€ 490€ 490 + 4 maanden OBM onvoorwaardelijk
1 - 1,15 ‰
(440 - 500 µg/l)
€ 600€ 600 + 4 maanden OBM onvoorwaardelijk
1,15 - 1,3 ‰
(505 - 570 µg/l)
€ 750€ 750 + 4 maanden OBM onvoorwaardelijk

2. Tabel Brom- en snorfietsen

PromillageBoetesBoetes
"Beginnend bestuurder"
0,2/0,5 - 0,8 ‰
(88 - 350 µg/l)
€ 170€ 170
0,81 - 1,00 ‰
(355 - 435 µg/l)
€ 280€ 280 + 4 maanden OBM onvoorwaardelijk
1,01 - 1,30 ‰
(440 - 570 µg/l)
€ 380€ 380 + 4 maanden OBM onvoorwaardelijk
OBM = ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen

Dus de extra straf voor een beginnend bestuurder is een rij-ontzegging? Zodat ze nog minder ervaring op kunnen doen? Zou daar niet iets van een regeling bij kunnen dat ze taakstraf krijgen om bij een BOB-controle te gaan staan?

Verder vind ik rijden onder invloed zwaar onverantwoord, maar ik betwijfel of de strafmaatregelen op deze wijze echt een sturende werking hebben. 

Obamacare

$
0
0

So, I don’t want to jinx anything, but when it comes to the ridiculousness surrounding the much-ballyhooed Obamacare rollout/circus/tragicomedy/Exxon-Valdez-meets-the-Titanic-meets-the-Edmund-Fitzgerald level of disaster, I think we’re close to hitting bottom.
...
...the wondrous powers of Twitter unearthed the “Thanks Obamacare” ad campaign, created by the Colorado Consumer Health Initiative and a group called ProgressNow Colorado Education. The campaign features various demographic-targeted ads trumpeting the greatness of Obamacare, a tactic which, in terms of both marketing and propaganda, is totally normal. What is not normal, however, is that one of the targeted demographics is a group widely known as “bros.”
A “bro,” to be brief, is basically a beer-drinking frat guy. If you go to Buffalo Wild Wings on NFL game day, you will see a lot of bros. Baseball hats and flip-flops are good identifying markers. If you venture into an actual fraternity party, you will have the opportunity to see bros in their native habitat
...
The campaign’s “bro-oriented” ad—lovingly nestled between others targeting nervous expectant mothers, cool dads who kayak on dangerous rivers, and deep-in-thought guys who are about to accidentally hit their best friends in the face with golf clubs—features two clueless-looking young men clutching “party” red Solo cups, with a third “bro” attempting a keg stand (Bro No. 3, as an aside, looks about 48, but Obamacare doesn’t really care how long you take out student loans, I guess).
...
At first, I thought this must be a parody—a clever, subversive, maybe even Koch Brothers-funded illustration of the utter, embarrassing dumbness of Obamacare. I mean, really, is there any better summation of the folly of the welfare state than “Don’t tap into your beer money to pay those medical bills?”
The only recent contender I can think of came from Cindy Vinson, an Obamacare supporter who, shocked at her brand-new insurance rate increase, told the San Jose Mercury News: “Of course, I want people to have health care, I just didn’t realize I would be the one who was going to pay for it personally.”
But, alas for us all, I went to the “Thanks Obamacare” campaign’s grammar-challenged website (which is, no joke, www.doyougotinsurance.com) and it appears to be quite real. They have a Twitter feed. They have sponsors who are apparently not embarrassed to have this page link back to theirs (http://www.realclearpolitics.com/articles/2013/10/23/short_on_beer_money__look_to_obamacare_120427.html).

The official name for “ObamaCare” is the Patient Protection and Affordable Care Act (PPACA), or Affordable Care Act (ACA) for short.
The ACA was signed into law to reform the health care industry by President Barack Obama on March 23, 2010 and upheld by the Supreme Court on June 28, 2012.
ObamaCare’s goal is to give more Americans access to affordable, quality health insurance and to reduce the growth in U.S. health care spending.
The Affordable Care Act expands the affordability, quality, and availability of private and public health insurance through consumer protections, regulations, subsidies, taxes, insurance exchanges, and other reforms (http://obamacarefacts.com/obamacare-facts/).

De Patient Protection and Affordable Care Act (PPACA, informeel bekend als Obamacare) is een Amerikaanse federale wet, op 23 maart 2010 getekend door president Barack Obama. De wet doelt op het hervormen van gezondheidsverzekeringen in de Verenigde Staten door de kosten van medische zorg te drukken en verzekeringspolissen goedkoper te maken.

Deze wet, die stapsgewijs in werking zal treden tussen 23 maart 2010 en 1 januari 2020, waarbij de grootste stappen voor januari 2014 genomen moeten worden, behelst onder andere de verplichting voor iedere Amerikaan om een zorgverzekering af te sluiten en een onvoorwaardelijke acceptatieplicht voor zorgverzekeraars (https://nl.wikipedia.org/wiki/Patient_Protection_and_Affordable_Care_Act).

Vanaf 1 oktober 2013 kunnen Amerikanen online een verzekering afsluiten. De Republikeinse Partij is gekant tegen de ziekteverzekeringswet en probeert de invoeging ervan uit te stellen. Zo forceerde zij op 1 oktober 2013 een "shutdown" van de overheid. In het Amerikaans Congres werd geen overeenkomst bereikt over de begroting en verdere overheidsbestedingen, omdat de Republikeinen dit gekoppeld hadden aan het met een jaar uitstellen van de invoer van "Obamacare", wat door de Democraten en de president niet werd aanvaard. De "shutdown" had tot gevolg dat vele overheidsdiensten gesloten werden en dat de overheidsambtenaren gedwongen met verlof moesten gaan (https://nl.wikipedia.org/wiki/Patient_Protection_and_Affordable_Care_Act).

De Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden heeft de overheidsfinanciering afhankelijk gemaakt van uitstel en aanpassing van 'Obamacare', de wetgeving die alle Amerikanen dwingt een zorgverzekering af te sluiten. De door Democraten gedomineerde Senaat weigerde zich echter te laten afpersen, zoals zij het omschreven (www.hln.be/hln/nl/2002/Dossier-Obama/article/detail/1714453/2013/10/01/Shutdown-overheid-VS-is-een-feit-Ze-hebben-het-echt-gedaan.dhtml).

Staken om je doel te behalen omdat de politieke weg heeft gefaald? Je zou verwachten dat republikeinen dan naar de wapens zouden grijpen een een 'zwarte vlag'-incident zouden uitvoeren...

Of ga ik nou te ver? Nouja chantage is nou ook niet echt bepaald netjes...

We zijn nu 2 jaar verder en hoe is het gegaan?

How Obamacare ls About to Change the Way You Order a Beer
Obamacare is bringing calorie information to a restaurant near you later this year. Craft brewers and their restaurant partners just wish they knew about this earlier.
Section 4205 of the Patient Protection and Affordable Care Act, more commonly known as Obamacare, was signed into law in 2010 and mandated the labeling of caloric content and nutritional information on menu items at chain restaurants with 20 locations by Dec. 1 of this year.
...
Restaurants and brewers alike were under the impression alcoholic beverages including beer and wine would be exempted. As they found out in November, that wasn't the case.
The final rules presented by the Food and Drug Administration were vague, but excluded beers offered for limited runs of less than 60 consecutive days, test items offered for less than 90 consecutive days and beers that are on tap but not on the menu.
...
There are 3,418 licensed craft breweries in the U.S., with more than 1,400 of them functioning as food-serving brewpubs. As a result, the Brewers Association is waiting for the FDA to state its tolerances for those batch-to-batch differences, while its restaurant partners go into a holding pattern as they prepare seasonal menus.
...
CraftWorks Restaurants is based in Broomfield, Colo., and Chattanooga, Tenn., and operates 195 restaurants under the Gordon Biersch, Rock Bottom and Old Chicago brands, as well as a host of specialty restaurants. Its brands brew their own beers at 70 locations and most of its beers aren't on the menu long enough to fall under the FDA's final rule. But it also finds itself waiting for a hand from the FDA.
We have not done full-blown nutritional testing on our core craft beers to date,” says Rebecca Fischer, general counsel for CraftWorks. “One of our brands [Old Chicago] is in the business of having over 100 selections of beer on site at any time, and that has thrown us into an enormous body of work — and we average more than 30 taps in each of those restaurants, so that work has been ongoing. I think we are trying to stay on hold on that portion of our beverage menu that deals with craft beers that we make.”
....
While [Paul Gatza, director of the Brewers Association craft beer industry group,] isn't necessarily worried about the impact on craft beer all around — noting that drinkers might switch to low-alcohol, lower-calorie session beers instead — he does fear that a complicated menu labeling process may take the choice out of consumers' hands and leave them to brewers or restaurants looking for the simplest answer.
This could inadvertently drive sales to mixed drinks, which are exempted,” Gatza says. “It could also be a non-consumer reason why more sessionable beers take share and menu placements from beers with unattractive calorie numbers. Menus are going to be changing, and it may not be consumers deciding what's available to them.

Drank- en Horecawet

$
0
0
De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden

Wet van 7 oktober 1964, tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid, waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Drankwet (Stb. 1931, 476) en de voor de horecabedrijven en het slijtersbedrijf geldende vestigingsregelingen te vervangen door een nieuwe wet, welke ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank zowel uit sociaal-hygiënisch als uit sociaal-economisch oogpunt regelen stelt;

Allen die dit blog lezen, hallo! Deze wet is vandaag alweer 51 jaar oud. Vorig jaar bij het Abrahamsfeestje was er een leeftijdsverhoging van 16 naar 18 jaar...

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Zo is het, dat ik, net Tv gekeken hebbende en met aardig overleg heb geodbevonden en verstaan om onderstaande eens te bekijken.

§ 1. Begripsbepalingen
Voordat we met de wet beginnen worden eerst wat termen verklaard/ gedefinieerd...

Artikel 1

1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
– Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
 klinkt logisch...
– horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
???geen idee wat hier wordt bedoeld bedrijfsmatig of anders; anders wat???

– slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;
???
Ik koop als particulier toch juist bij een slijters?? Of kopen die weer bij een slijtersbedrijf?

– lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;
Is dit een DHW variant van het leslokaal: een ruimte van een school...

– horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
– slijtlokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse;
Zo zijn er vast ook entreelokaliteit (een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het binnentreden van een horeca-inrichting) en toiletlokaliteit (een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het legen van de blaas na nuttigen van alcoholhoudende drank bij gebruik ter plaatse;).

– inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;
Hoe zou een terras worden genoemd? Dat is geen afsluitbaar deel van de inrichting....

– leidinggevende:
1°. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend;
2°. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;
3°. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;
Fijn zo'n wie van de 3; wie is de echter leidinggevende?

– wijn: de categorieën alcoholhoudende dranken als opgesomd in Bijlage IV van Verordening (EG) 479/2008;
– sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;
– alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;
– zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;
Opvallend dat bij de verschillende dranken wijn apart wordt genoemd, maar bier niet. Ook opvallend dat alcoholhoudende drank en zwak alcoholhoudende drank worden genoemd, maar dat sterke alcoholhoudende drank dan weer sterke drank heet. Zwak alcoholhoudende drank is dus de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius uit minder dan vijftien volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn (die is ook bij meer volumenprocenten alcohol nog zwakalcoholhoudende drank); Dus bier van meer dan 15% is sterke drank?

– paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf;
– barvrijwilliger: de natuurlijke persoon die, niet in dienstverband, alcoholhoudende drank verstrekt in een horecalokaliteit in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon;


– bezoeker: een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:
1°. leidinggevenden;
2°. personen die dienst doen in de inrichting;
3°. personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;
– vergunninghouder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de vergunning, bedoeld in artikel 3, is verleend;
bijlage: bijlage bedoeld in artikel 44b, eerste lid.
Ik vind dat als ik ergens ben in een drankgelegenheid mijn aanwezigheid ook noodzakelijk is. Of nee, wacht dan ben ik geen bezoeker meer? Alhoewel, dat iemand zijn eigen zaak niet kan bezoeken is eigenlijk wel logisch...

2. Onder een inrichting wordt niet verstaan een vervoermiddel voor het rondtrekkend uitoefenen van een bedrijf.
Dat zou een drankkeet eigenlijk wel eens eens buiten deze wet kunnen vallen?

3. Deze wet is, met uitzondering van de artikelen 20, 21 en 24, derde lid, niet van toepassing op:
a. vervoermiddelen die bestemd zijn voor het vervoer van personen, tijdens hun gebruik als zodanig;
b. legerplaatsen en lokaliteiten, aan het militair gezag onderworpen, gedurende de tijd dat deze uitsluitend voor militaire doeleinden worden gebruikt;
c. op luchtvaartterreinen opengesteld voor verkeer van en naar landen buiten de Europese Unie gelegen winkels in het gebied dat uitsluitend toegankelijk is voor personen die in het bezit zijn van een geldig reisbiljet of een daartoe afgegeven persoonsgebonden kaart.

Altijd leuk van die uitzonderingen...


§ 2. Algemene bepalingen

Artikel 2

1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de volksgezondheid regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van reclame voor alcoholhoudende drank, de doelgroepen waarop zodanige reclame is gericht, alsmede de tijd en wijze waarop en de plaats waar reclame wordt gemaakt. Deze regels kunnen verboden, beperkingen van en voorschriften ten aanzien van reclameuitingen bevatten. In de maatregel wordt een overgangsregeling getroffen ten aanzien van reclameuitingen die reeds waren geopenbaard op het tijdstip van inwerkingtreding van die maatregel.
Fijn dat er nog meer regels gemaakt kunnen worden...

2. Het is verboden voor alcoholhoudende drank reclame te maken, welke niet voldoet aan de krachtens het eerste lid gestelde regels.
Geweldig zo'n regel die stelt dat iets toch echt verboden als dat volgens een andere regel niet mag...

3. Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet ten aanzien van reclameuitingen voor alcoholhoudende drank, waarin met betrekking tot die drank slechts aanduidingen voorkomen betreffende merk, soort en prijs alsmede de plaats waar die drank wordt verstrekt.
Heerlijk wetgeving met zulke azen: reclame mag niet als het is verboden, tenzij het enkel gaat om de merknaam en de prijs...

4. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Ook fijn dat het zo duidelijk is, want wanneer het staatsblad is uitgegeven is het nog 8 weken wachten en treden regels in werking die ergens anders weer in staan...


Artikel 3
1. Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.
2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
Zou je wel iemand mogen inwerken zonder vergunning? Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet heb je een leuk zoekplaatje. Eerste woord van de tweede zin van de derde paragraaf op de vierde paragraaf van de vijfde uitgave van het Staatsblad van het jaar van in werking treden van de algemene maatregel van bestuur is overigens niet van toepassing bij reclame op militaire vliegvelden die als zodanig zijn gecamoufleerd zijn, tenzij deze onder vuur liggen.

Artikel 3a [Vervallen per 01-11-2000]

Artikel 3b [Vervallen per 01-11-2000]

Artikel 3c [Vervallen per 01-11-2000]

Wat zou er 1 november 2000 zijn veranderd?
In de Wijziging-DHV-mvt (2008-2009) staat: dat in 1991 de éérste wijziging plaatsvond. Vanaf toen moesten gemeenten ook kijken of de sportkantine en studentensociëteit voldeden en geen oneerlijke concurrentie vormden. De tweede wijziging was in 1995 en maakte het makkelijk om een slijterij of horeca te beginnen. Op 1 november 2000 trad de derde wijziging in werking. Vanaf toen was het verplicht om de leeftijd te controleren. Verder werd de drankverkoop verboden in  tankstations, en niet-levensmiddelwinkels, zoals cd-winkels, kledingwinkels, bouwmarkten, VVV'en, wenskaartenwinkels en meubelzaken. Ook kwamen er strengere regels  voor de paracommerciële verenigingen.
Per 1 maart 2005 kwam met de vierde wijziging van de DHW er een bestuurlijke boete bij. Dit zorgde dat er makkelijker boetes konden worden uitgedeeld en hield de ondernemers uit het strafrecht. Verdere aanpassingen van de DHW zijn gericht op minder regels en minder drankmisbruik.

Artikel 4
1. Bij gemeentelijke verordening worden ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank.
2. Bij zodanige verordening is het de gemeente toegestaan rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon.
3. De in het eerste lid bedoelde regels hebben in elk geval betrekking op de volgende onderwerpen:
a. de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt;
b. in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;
c. in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.
4. De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit artikel gestelde regels.
Dus naast algemene regels van bestuur, zijn er ook gemeentelijke verordeningen. Dus er zijn andere regels voor horecabedrijven en paracommerciële rechtspersonen.

5. De ontheffing, of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het vierde lid.
Daar is die verwijzing weer. Ontheffing is niet te vragen als je onder de dienstenwet valt?

Artikel 5 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 5a [Vervallen per 01-11-2000]
Wat zou er zijn veranderd in 2000 en 2013?

Artikel 6
Op de voorbereiding van een beslissing tot verlening van een vergunning op grond van artikel 3 voor het horecabedrijf aan een paracommerciële rechtspersoon is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Dus op het voorbereiden van een beslissing om een vergunning te verlenen is weer bestuursrecht van toepassing.

Artikel 7
1. Een vergunning is vereist voor iedere inrichting.
2. Geen vergunning wordt verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een inrichting.
3. Indien een terras onderdeel is van een inrichting, die onderdeel uitmaakt van een winkel wordt slechts een vergunning ten aanzien van het terras verleend, indien dit onmiddellijk aansluit aan een horecalokaliteit. Voor de overige terrassen wordt slechts vergunning verleend, indien zij in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen.
Vergunning is dus nodig voor de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen. Een vergunning wordt niet verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend. Dat is duidelijke taal...
Ook de regels voor een terras is logisch. Als een terras aanwezig is bij een winkel dan moet dat aansluiten of nabij een horecalokaliteit. Maar wat is nabij? Is 10 meter nog nabij? Het hoeft ook geen eigen  horecagelegenheid te zijn om een terras te mogen? Maar een terras was toch onderdeel van een inrichting? Of is een terras geen lokaliteit?

Artikel 8
1. Leidinggevenden van het horecabedrijf en het slijtersbedrijf voldoen aan de volgende eisen:
a. zij hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt;
b. zij zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;
c. zij staan niet onder curatele en zijn evenmin uit het ouderlijk gezag of de voogdij ontzet.
Dus een 21e jarige mag leiding geven als ze goed leven en goed met geld om kunnen gaan. Meestal zijn ze nog geen ouder, dus is voorwaarde c nog niet aan de orde. Ik kan me eigenlijk niet indenken waarom iemand die geen goede ouder zou zijn, een slechte leidinggevende is bij een horecabedrijf en slijterij.

2. Bij algemene maatregel van bestuur worden naast de in het eerste lid gestelde eisen andere eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van leidinggevenden gesteld en kan de in dat lid, onder b, gestelde eis nader worden omschreven.
Uiteraard geeft de wet mogelijkheden om meer regels te stellen. Alsof je bij een geest die je de gelegenheid geeft voor 3 wensen, je bij de derde wens nog meer wensen wenst.

3. Leidinggevenden beschikken tevens over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne, overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen.
4. De in het derde lid gestelde eis geldt niet voor leidinggevenden voor wier rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, indien die leidinggevenden geen bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of het slijtersbedrijf waarvoor vergunning wordt gevraagd of is verkregen en de vergunninghouder dit in een schriftelijke verklaring bevestigt.
Gelukkig dat er ook gevraagd wordt dat leidinggevenden kennis moeten hebben. Alhoewel die eis is niet aan de orde als als het diens eigen bedrijf is en diegene geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering? Wat is een leidinggevende dan?

5. Bij regeling van Onze Minister worden de bewijsstukken aangewezen waaruit moet blijken dat is voldaan aan de eisen, bedoeld in het derde lid. Van deze bewijsstukken wordt door een door Onze Minister aan te wijzen instantie een register bijgehouden. Dit register kan worden geraadpleegd door:
a. de burgemeester, bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a;
b. de ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
6. Indien een paracommerciële rechtspersoon het horecabedrijf uitoefent, voldoen ten minste twee leidinggevenden aan de bij of krachtens dit artikel gestelde eisen.
Hier blijkt weer dat er meer leidinggevenden zijn per bedrijf.

Artikel 9
1. Het bestuur van een paracommerciële rechtspersoon stelt voor het verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van het horecabedrijf een reglement vast dat waarborgt dat de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting vanuit het oogpunt van sociale hygiëne op verantwoorde wijze geschiedt.
2. In het reglement wordt vastgelegd:
a. welke kwalificatienormen worden gesteld aan de voorlichtingsinstructie op het gebied van sociale hygiëne die barvrijwilligers krijgen om te kunnen voldoen aan de eis gesteld in artikel 24, tweede lid onder c;
b. de wijze waarop door of namens het bestuur wordt toegezien op de naleving van het reglement.
3. De paracommerciële rechtspersoon houdt een registratie bij van de barvrijwilligers die de in het tweede lid bedoelde voorlichtingsinstructie hebben gekregen. Deze registratie of een afschrift daarvan is in de inrichting aanwezig.
4. Het reglement of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van het reglement.
Dus naast de wet, algemene maatregelen, gemeentelijke verordeningen en dergelijke wordt ook nog eens om reglementen gevraagd. Alsof je vraagt aan de geest met 3 wensen om zelf ook nog 3 wensen voor zichzelf op te stellen.

Artikel 10
De inrichting dient te voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur in het belang van de sociale hygiëne te stellen eisen.
Bij artikel 2 ging het om reclame en nu gaat het om sociale hygiëne. Hadden ze dat niet ineens kunnen stellen?

Artikel 11
Een krachtens artikel 3 verleende vergunning geldt ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank niet voor andere gedeelten van de openbare weg dan die, waar dat verstrekken door de burgemeester uitdrukkelijk is toegestaan.
Mooi artikel: de toestemming is enkel geldig op plaatsen waar het is toegestaan. Dat lijkt mij dubbel op. Volgens mij kunnen de wetmakers met de helft aan woorden toe want het is dubbel. Het artikel lijkt wel een kringredenering want het is dubbelop. Alhoewel het is natuurlijk in zoverre dubbelop indien het betrekking heeft op die delen die dubbel zijn.

Artikel 11a [Vervallen per 01-11-2000]

§ 3. Bijzondere bepalingen
Dus de voorgaande bepalingen waren algemeen?

Artikel 12
1. Het is verboden alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse anders dan in een in de vergunning vermelde horecalokaliteit of anders dan op een in de vergunning vermeld terras, tenzij het betreft het vanuit zodanige lokaliteit afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling in hotelkamers ingericht voor nachtverblijf of het verstrekken van alcoholhoudende drank door het in dergelijke hotelkamers beschikbaar te stellen.
2. Het is verboden sterke drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse anders dan in een slijtlokaliteit die in de vergunning is vermeld.
Ik zie niet wat het verschil is met artikel 11 en waarom dit bijzonderder is dan artikel 11. Dus je krijgt een vergunning voor A en je doet B, dan is toch duidelijk dat dat fout is? Dan hoeft toch niet het ene artikel te staan dat je enkel dat mag wat in de vergunning staat en in het andere artikel dat je niet mag wat niet in de vergunning staat?
En waarom zijn hotelkamers zo bijzonder?

Artikel 13
1. Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.
2. Het is verboden in een slijtlokaliteit alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse, tenzij het betreft verstrekking om niet door een persoon die in die slijtlokaliteit dienst pleegt te doen en die verstrekking tot doel heeft een klant die daarom verzoekt een alcoholhoudende drank die in dat slijtersbedrijf verkrijgbaar is te laten proeven.
Ik snapte al nooit dat ls ik met de auto was en bij een terrasje of café en dan geen bier meekreeg om thuis op te drinken. Het staat in de wet. Als je een meter bier bestelt in het café dan ben je verplicht om dat daar op te drinken, want het mag niet elders worden genuttigd....

Artikel 14
1. Het is verboden een slijtlokaliteit gelijktijdig in gebruik te hebben voor het verrichten van andere bedrijfsactiviteiten dan die welke tot het slijtersbedrijf behoren dan wel toe te laten dat daarin zodanige activiteiten worden uitgeoefend.
2. Het is verboden een horecalokaliteit of een terras tevens in gebruik te hebben voor het uitoefenen van de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of het uitoefenen van een van de in het derde lid genoemde activiteiten, dan wel toe te laten dat daarin zodanige handel wordt of zodanige activiteiten worden uitgeoefend, tenzij het betreft de verkoop van etenswaren die voor consumptie gereed zijn.
3. De in het tweede lid bedoelde activiteiten zijn:
a. het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen in het kader van een openbare verkoping, als bedoeld in artikel 1 van de Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen;
b. het bedrijfsmatig aanbieden van diensten, uitgezonderd diensten van recreatieve en culturele aard;
c. het bedrijfsmatig verhuren van goederen;
d. het in het openbaar bedrijfsmatig opkopen van goederen.
4. Onder diensten van recreatieve aard als bedoeld in het derde lid, onder b, wordt niet verstaan het aanbieden van kansspelen, met uitzondering van het aanwezig hebben van speelautomaten als bedoeld in Titel Va van de Wet op de kansspelen.
Dus weer allerlei verboden en uitzonderingen. Dus een slijterij mag geen diensten aanbieden of andere zaken verkopen, tenzij het recreatief of cultureel verantwoord is.

Artikel 15
1. Het is verboden de kleinhandel, met uitzondering van de kleinhandel in condooms en damesverband, of de zelfbedieningsgroothandel of een in artikel 14, derde lid, genoemde activiteit, uit te oefenen in een lokaliteit behorende tot een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, indien het publiek uitsluitend toegang heeft tot die lokaliteit door een lokaliteit te betreden waar alcoholhoudende drank aanwezig is.
2. Het is verboden dat een slijtlokaliteit in verbinding staat met een ruimte waarin de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of enige in artikel 14, derde lid, genoemde activiteit wordt uitgeoefend, tenzij is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorschriften.
Artikel 15a [Vervallen per 01-11-2000]
Dus condooms en damesverband mag worden verkocht in een horecalokaliteit, maar pinda's of servetten niet? Ook mag je geen deur hebben naar een winkel of cafetaria???

Artikel 16
Het is degene, die bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank verstrekt, verboden daartoe automaten, waaruit de afnemers zelfstandig zodanige drank kunnen betrekken aanwezig te hebben, tenzij deze zich bevinden in hotelkamers, ingericht voor nachtverblijf, welke deel uitmaken van een inrichting waarin het horecabedrijf rechtmatig wordt uitgeoefend.
Dus een zelfbedieningstap mag niet, maar wel in een hotelkamer? Misschien volgende keer geen feestje in een zaaltje, maar in een hotelkamer?

Artikel 17
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken of af te leveren anders dan in een gesloten verpakking, die niet zonder kenbare beschadiging kan worden geopend.
Artikel 17a [Vervallen per 01-11-2000]
Slijters mogen dus niks verkopen wat je kan openen zonder dat dat te zien is?

Artikel 18
1. Het is verboden in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken.
2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet ten aanzien van het verstrekken in:
a. een winkel waarin in overwegende mate levensmiddelen of tabak en aanverwante artikelen of uitsluitend zwak-alcoholhoudende dranken al dan niet tezamen met alcoholvrije dranken worden verkocht;
b. een warenhuis met een levensmiddelenafdeling met een vloeroppervlakte van ten minste 15 m² waarop een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht;
c. een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit.
3. Zwak-alcoholhoudende dranken zijn in de gevallen bedoeld in het tweede lid, zodanig in de besloten ruimte geplaatst, dat deze dranken voor het publiek duidelijk te onderscheiden zijn van alcoholvrije dranken. Alcoholvrije alternatieven voor bier en wijn behoeven niet te worden onderscheiden van zwak-alcoholhoudende dranken.
Aha, eindelijk wordt bier genoemd! Al is het dan in relatie tot alcoholvrije varianten.
Niet enkel slijters mogen zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken, ook winkels en warenhuizen mogen het verkopen als het een besloten ruimte betreft? Dat is toch elke winkel?

Artikel 19
1. Het is verboden, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of van het partijen-cateringbedrijf gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor sterke drank en sterke drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren. Onder partijen-catering wordt verstaan het, gepaard gaande met dienstverlening, bedrijfsmatig verstrekken van gerechten en dranken voor gebruik bij besloten partijen op een door een opdrachtgever te bepalen plaats, die slechts incidenteel beschikbaar is voor dergelijke partijen.
Je mag dus in een slijterij drank bestellen?

2. Het is verboden gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor zwak-alcoholhoudende drank en zwak-alcoholhoudende drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren, anders dan vanuit:
a. een niet voor publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin overeenkomstige bestellingen plegen te worden aanvaard, niet zijnde een horecalokaliteit;
b. een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid;
c. een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend.
Je mag dus in een slijterij zwak-alcoholhoudende drank bestellen, maar ook in een niet toegankelijke ruimte? Hoe kom je daar?

Artikel 19a
1. De burgemeester kan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, en die in een periode van 12 maanden drie maal artikel 20, eerste lid, heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden.
2. De ontzegging wordt opgelegd voor ten minste een week en ten hoogste 12 weken.
3. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens dit artikel opgelegde ontzegging.
Fijn dat de burgemeester kan optreden tegen bedrijven die de regels overtreden.

Artikel 20
1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
???Lees ik nu goed dat het verboden is om alcoholhoudende drank te verstrekken aan iemand van wie de niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. En als is vastgesteld dat die leeftijd niet is bereikt? Dan mag het dus wel worden verstrekt? Of nee er staat 'dat' in plaats van 'of'. Wat is dit toch voor paranoia? Waarom vraagt dit artikel dat iedereen zich moet legitimeren?

2. Het is verboden in een slijtlokaliteit de aanwezigheid toe te laten van een bezoeker van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder.
3. De vaststelling, bedoeld in het eerste en tweede lid:
a. geschiedt aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht, dan wel op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen andere wijze;
b. blijft achterwege, indien het een persoon betreft die onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt.
Dus als iemand met de auto komt, is het dan onmiskenbaar? Of als iemand met een baard of grijs haar? Mensen onder de 18 moet dus eigenlijk de toegang ontzegt worden?

4. Bij de voor het publiek bestemde toegang tot een horecalokaliteit, een slijtlokaliteit, een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of een vervoermiddel waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, dient duidelijk zichtbaar en goed leesbaar te worden aangegeven welke leeftijdsgrens of leeftijdsgrenzen gelden. Bij regeling van Onze Minister kunnen daaromtrent nadere regels worden gesteld of modellen worden vastgesteld.
5. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.
6. Het is verboden in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst te doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit.
Daar is dat woord weer 'kennelijk', dan is het dus duidelijk, maar wat zijn psychotrope stoffen?

Artikel 21
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken, indien redelijkerwijs moet worden vermoed, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.
Deze DHW staat wel vol met tal van verboden. Ik zou verwachten dat in een DHWvergunning wel voorschriften zouden staan die dit verbieden, maar zo'n wetsartikel is ook duidelijk. Al zou je toch mogen verwachten dat mensen dit uit zichzelf al doen.

Artikel 22
1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken:
a. op plaatsen waar brandstof voor middelen van vervoer aan particulieren wordt verstrekt en in winkels die aan een benzinestation zijn verbonden;
Hee, dit artikel was afgelopen jaar vaak in het nieuws.Dan dus de winkel maar loskoppelen van het station?

b. in winkels die verbonden zijn aan een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend gelegen langs een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 als autoweg aangeduide weg;
c. in ruimten gelegen langs een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 als autosnelweg aangeduide weg, tenzij het betreft het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in een horecalokaliteit of op een in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit gelegen terras, en in die inrichting hoofdzakelijk warme maaltijden voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
Dus je mag tijdens het eten langs de weg veel drinken, maar geen pilsje voor onderweg?

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden:
a. in stadions of bij die maatregel aangewezen delen daarvan, in gebruik bij organisaties van betaald voetbal, gedurende de tijd dat zij in verband met wedstrijden van betaald voetbal voor het publiek geopend zijn;
b. in gebouwen of in die maatregel aangewezen delen daarvan, die in gebruik zijn bij instellingen op het terrein van de gezondheidszorg en het onderwijs en in zwembaden.
3. Een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
??? Eerst mag alcohol enkel verkocht worden in slijterijen en horecagelegenheden, maar niet langs de auto(snel)weg en ook niet in een voetbalstadion...

Artikel 23 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 24
1. Het is verboden een horecalokaliteit of een slijtlokaliteit voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of
b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist.
2. In afwijking van het eerste lid is het een paracommerciële rechtspersoon verboden een horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, geopend te houden, indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of
b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist of
c. een barvrijwilliger die een voorlichtingsinstructie als bedoeld in artikel 9, tweede lid, heeft gekregen.
Het is het zoveelste verbod, wat volgens mij ook dubbel is met eerdere regels.

3. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daarin dranken worden verstrekt, personen jonger dan 16 jaar dienst te laten doen.
4. Indien dit voor de naleving van artikel 20, eerste tot en met derde lid, noodzakelijk is, kan bij algemene maatregel van bestuur de leeftijd, genoemd in het derde lid, op 18 jaar worden gesteld, met dien verstande dat zulks alsdan niet geldt voor personen die alcoholhoudende drank verstrekken in het kader van een in de maatregel aan te geven beroepsopleiding.
Dus je mag in een slijterij geen 16 of 17 jarigen laten werken, tenzij het voor een stage is?

Artikel 25
1. Het is degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf, een ruimte voor het publiek geopend houdt, verboden:
a. in die ruimte alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij dit geschiedt ten dienste van het rechtmatig in die ruimte bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;
Totaal onduidelijk: als iets niet-rechtmatig is mag het enkel als het rechtmatig is?

b. in de voor het publiek niet toegankelijke delen van die ruimte alcoholhoudende drank in voorraad te hebben, tenzij het betreft:
1°. het in voorraad hebben van zwak-alcoholhoudende drank ten dienste van het in de rechtmatige uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van deze drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;
2°. het in voorraad hebben van alcoholhoudende drank ten dienste van het uitoefenen van een bedrijf, waarin waren uit onder meer alcoholhoudende drank plegen te worden vervaardigd.
Tenzij? Uitzonderingen op verboden maken het niet duidelijker.

2. Het is degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het horecabedrijf, een ruimte voor publiek geopend houdt, verboden toe te laten dat in die ruimte alcoholhoudende drank wordt genuttigd. Dit verbod geldt niet, indien er sprake is van de uitzondering bedoeld in artikel 13, tweede lid.
Die uitzondering is als het betreft verstrekking om niet door een persoon die in die slijtlokaliteit dienst pleegt te doen en die verstrekking tot doel heeft een klant die daarom verzoekt een alcoholhoudende drank die in dat slijtersbedrijf verkrijgbaar is te laten proeven.

3. Het is degene die een vervoermiddel gebruikt voor het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel verboden daarin, daarop of daaraan alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij het betreft een vervoermiddel dat wordt gebruikt voor:
a. het rechtmatig aan particulieren afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling;
b. het binnen het vervoermiddel verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in het kader van het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel overwegend bestaand uit de handel in een gevarieerd assortiment levensmiddelen en kruideniersartikelen.
Alcohol mag dus niet in een SRVwagen aanwezig zijn, tenzij het mag?

§ 3a. Gemeentelijke verordenende bevoegdheid

Artikel 25a
1. Bij gemeentelijke verordening kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank in inrichtingen worden verboden of aan beperkingen worden onderworpen.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat:
a. het verbod slechts geldt voor inrichtingen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte;
b. de burgemeester volgens bij die verordening te stellen regels voorschriften aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 kan verbinden en de vergunning kan beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.
Geweldig om opnieuw te onderstrepen dat er een gemeentelijk verordening kan worden opgesteld. Was artikel 9 niet voldoende?

Artikel 25b
1. Bij gemeentelijke verordening kan worden verboden dat in horecalokaliteiten en op terrassen bezoekers worden toegelaten beneden een bij die verordening te bepalen leeftijd welke echter niet hoger mag zijn dan 21 jaar.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat:
a. het verbod slechts geldt voor horecalokaliteiten en terrassen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte;
b. de leeftijd van degene die wenst te worden toegelaten, wordt vastgesteld op de in artikel 20, derde lid, bedoelde wijze.
Één artikel 25 was niet voldoende dus er is een a, b en c, net een examen. Dit artikel had toch gewoon samengevoegd kunnen worden? De burgemeester mag een gemeentelijke verordening opstellen.


Artikel 25c
1. Bij gemeentelijke verordening kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in of vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, worden verboden of aan beperkingen worden onderworpen. Een dergelijk verbod of beperking heeft slechts betrekking op een beperkte tijdsruimte.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente.
Geen idee wat dit artikel voor meerwaarde heeft ten opzichte van de voorgaande 25a en b.

Artikel 25d
1. Bij gemeentelijke verordening kan het ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde worden verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken:
a. te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd;
b. aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt voor aanbiedingen en verstrekkingen van een bij die verordening aangewezen aard of in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente.
Dit is volgens mij ter bestrijding van de 'happy hour'"Voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs". Dus happy hour mag als de korting 40% is of als je de kroting van 60% langer maakt: dus een happy day! En trouwens het gaat om 'de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd', maar wat is 'gewoonlijk'? Ik kan me zo voorstellen dat als je gewoonlijk een happy hour had op vrijdag van 16:00 tot 18;00 dat dat dan gewoon is.

§ 4. Vergunningen

Artikel 26
1. Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt gesteld op een formulier of een elektronische informatiedrager, die bij regeling van Onze Minister worden vastgesteld.
2. De gemeenteraad kan bij verordening een formulier vaststellen met aanvullende vragen, voor zover hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid om:
a. in een verordening op grond van artikel 4 rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon;
b. aan een vergunning voorschriften of beperkingen te verbinden op grond van artikel 25a;
c. in een verordening op grond van artikel 25b rekening te houden met de aard van de horecalokaliteiten of terrassen.
3. Bij regeling van Onze Minister kunnen ten aanzien van het formulier, bedoeld in het tweede lid, nadere regels worden gesteld.
Ja, beetje logisch voorschrift.

Artikel 27
1. Een vergunning wordt geweigerd indien:
a. niet wordt voldaan aan de ingevolge de artikelen 8 tot en met 10 geldende eisen;
b. redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvrage vermelde in overeenstemming zal zijn;
Logisch

c. artikel 7, tweede lid, artikel 31, vierde lid, en artikel 32, tweede lid, zich tegen de verlening van de gevraagde vergunning verzet;
d. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 2 en 13 tot en met 24 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften.
Bijzonder al die verwijzingen. Volgens mij zijn al die ambtenaren echte puzzelliefhebbers die sudoku's en zoekplaatjes doen als hobby.

2. Een vergunning ten aanzien van een inrichting, waarvan de vergunning op grond van artikel 31, eerste lid, onder c, is ingetrokken, kan gedurende een bij die intrekking vastgestelde termijn van ten hoogste vijf jaar worden geweigerd.
Een ingetrokken vergunning kan worden geweigerd?

3. Een vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
4. Voordat toepassing wordt gegeven aan het derde lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Dit heeft betrekking op de Bibob (niet te verwarren met de Bebob).

Artikel 28
Een vergunning wordt verleend, indien geen der in artikel 27 bedoelde weigeringsgronden aanwezig is.
Dit is weer zo'n onzin artikel. Eerst een artikel wanneer een vergunning wordt geweigerd en dan weer aangeven dat als je niet weigert je dus verleent.

Artikel 29
1. De burgemeester vermeldt in een vergunning:
a. de vergunninghouder;
b. tot welke bedrijfsuitoefening de vergunning strekt;
c. de plaats waar de inrichting zich bevindt;
d. de situering en de oppervlakten van de horeca- of slijtlokaliteiten en terrassen;
e. de voorschiften of beperkingen welke aan de vergunning zijn verbonden.
Volgens mij is het niet de burgemeester die zoiets opstelt. Volgens mij is het een ambtenaar die wat knipt en plakt en dat het een standaard vergunning is. Ik kan me tenminste niet voorstellen dat bij elke slijter of café er een compleet nieuwe vergunning wordt verzonnen.

2. De burgemeester vermeldt in een aanhangsel bij de vergunning de leidinggevenden. Ten aanzien van een leidinggevende bij wie sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, maakt de burgemeester daaromtrent een aantekening.
3. De vergunning en het daarbij behorende aanhangsel, of afschriften daarvan, en in voorkomende gevallen een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 30a, eerste lid, en de ontvangstbevestiging, bedoeld in artikel 30a, vierde lid, of een afschrift daarvan, zijn in de inrichting aanwezig.
4. De vergunning en het aanhangsel worden gesteld op een formulier dat bij regeling van Onze Minister wordt vastgesteld.
Dus de Minister bepaald het formulier en de vergunning, maar de aanvrager en de burgemeetster vullen die in?

Artikel 30
Indien een inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving, is de vergunninghouder verplicht bedoelde wijziging binnen één maand bij de burgemeester te melden. De burgemeester verstrekt, indien nog aan de ten aanzien van de inrichting gestelde eisen wordt voldaan, een gewijzigde vergunning, waarin de ingevolge artikel 29 vereiste omschrijving is aangepast aan de nieuwe situatie.
Ik vraag me af om wat voor veranderingen het gaat, De plaats? De oppervlakte?

Artikel 30a
1. Een vergunninghouder meldt aan de burgemeester zijn wens:
a. een persoon als leidinggevende te laten bijschrijven;
b. de aantekening door te laten halen dat een leidinggevende geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of slijtersbedrijf.
2. Deze melding geldt als aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.
3. De aanvraag wordt gesteld op een formulier of een elektronische informatiedrager, die bij regeling van Onze Minister worden vastgesteld.
4. De burgemeester bevestigt onverwijld schriftelijk of elektronisch de ontvangst van de aanvraag.
5. De burgemeester weigert de wijziging van het aanhangsel:
a. indien de persoon bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 8 gestelde eisen;
b. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
6. Alvorens te beslissen op een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen, door het openbaar bestuur om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Waarom zou iemand dat doen vraag ik me af.

Artikel 31
1. Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien:
a. de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
b. niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikelen 8 en 10 geldende eisen;
c. zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
d. de vergunninghouder in de in de artikelen 30 en 30a, eerste lid, bedoelde gevallen geen melding als in die artikelen bedoeld heeft gedaan.
2. Een vergunning kan door de burgemeester worden ingetrokken indien de vergunninghouder de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel de aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen, niet nakomt.
3. Een vergunning kan voorts door de burgemeester worden ingetrokken, indien:
a. er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat daaraan toepassing wordt gegeven, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd;
b. een vergunninghouder in een periode van twee jaar ten minste drie maal op grond van artikel 30a, eerste lid, om bijschrijving van een persoon op het aanhangsel bij de vergunning heeft verzocht en de burgemeester die wijziging van het aanhangsel ten minste driemaal heeft geweigerd op grond van artikel 30a, vijfde lid.
4. Indien een vergunning is ingetrokken omdat is gehandeld in strijd met de voorschriften en beperkingen verbonden aan de vergunning, bedoeld in artikel 4 of 25a, wordt de bevoegdheid om aan de betrokken rechtspersoon een nieuwe vergunning te verlenen opgeschort tot een jaar nadat het besluit tot intrekking onherroepelijk is geworden.
Intrekken van een vergunning als niet wordt voldaan aan de regels leek mij logisch, maar blijkbaar is er een wetsartikel voor nodig?

Artikel 32
1. Een vergunning kan in de gevallen bedoeld in artikel 31, tweede en derde lid, door de burgemeester worden geschorst voor een periode van ten hoogste 12 weken.
2. Tijdens de schorsing verleent de burgemeester de vergunninghouder geen nieuwe vergunning op grond van artikel 3.
Dat zou grappig zijn de vergunning intrekken en dan in ondertussen een nieuwe verlenen?? Logisch nadenken en gezond boerenverstand?

Artikel 33
Een vergunning vervalt, wanneer:
a. sedert haar verlening onherroepelijk is geworden, zes maanden zijn verlopen, zonder dat handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
c. de verlening van een vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, van kracht is geworden.
Bijzonder dat zo'n vergunning kan vervallen als je niet binnen zes maanden begint met verkopen, terwijl er zo ontzettend veel verboden zijn. Je zou toch denken dat als iemand niet meteen begint met verkoop dat dat iets goeds is, maar nee.


Artikel 34
Een faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen heeft ten aanzien van het krachtens artikel 31, eerste lid, onder d, of 33, onder b, intrekken of vervallen van de vergunning een opschortende werking tot het tijdstip waarop het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt.
Dus als een vergunning is ingetrokken of vervallen en het bedrijf gaat failliet dan komt deze terug nadat de schuldsanering is afgerond?


§ 5. Ontheffing

Artikel 35
1. De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:
a. de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;
b. niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.
Het verbod van artikel 3 was om zonder vergunning zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken. Dus je hebt geen vergunning nodig, een ontheffing kan ook?

2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
??? Een ontheffing met voorschriften is toch gewoon een vergunning of niet?

3. Ten aanzien van een ontheffing is artikel 31, eerste lid, onder a en c, van overeenkomstige toepassing.
4. De ontheffing, of een afschrift daarvan, is ter plaatse aanwezig.
5. Een burgemeester kan naar aanleiding van een aanvraag voor ontheffingen als bedoeld in dit artikel, voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in dit artikel.
Wat is het met die wetgeving? Eerst zeggen dat iets niet mag zonder vergunning om dan 30 artikelen
later een ontheffing te suggereren?

§ 6. Overige bepalingen
Artikel 36
De burgemeester is bevoegd aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met deze wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, de toegang tot die ruimte te ontzeggen.
Dus ik kan gaan wonen in een cafë?

Artikel 37 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 38
Het is verboden ter zake van een aanvraag om een vergunning of een ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken.
?? Beetje vreemd om hier iets te verbieden terwijl eerder al was aangegeven dat het kan gebeuren en reden is om een vergunning te laten vervallen??? De wet gaat er dus van uit dat mensen de wet niet naleven?

Artikel 39
Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van deze wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.
Geweldig artikel, de wet is zo en zo, maar als er nog dingen zijn die we zijn vergeten dan willen we die wel kunnen regelen. Waarom dan steeds die wet veranderen?

Artikel 40
Voor zover in deze wet niet anders is bepaald, kunnen ten aanzien van de onderwerpen, waarin zij voorziet, geen provinciale of gemeentelijke verordeningen worden gemaakt.
Dus als het niet is verboden om iets te regelen in een verordening, dan kan het in een verordening worden geregeld? Waarom dan in sommige artikelen regelen dat een gemeentelijke verordening mogelijk is?

§ 7. Toezicht
Artikel 41
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast:
a. in geheel Nederland: de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
b. in een gemeente: de door de burgemeester van die gemeente aangewezen ambtenaren.
2. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie:
a. wordt de taakverdeling tussen de ambtenaren, behorende tot de onderscheidene in het eerste lid bedoelde categorieën geregeld;
b. kunnen aanstellings- en opleidingseisen voor die ambtenaren worden gesteld.
Dus een artikel waarin staat dat toezicht mogelijk is.

Artikel 42
De in artikel 41 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner, waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank aan particulieren wordt verstrekt of waar naar hun redelijk vermoeden zodanige verstrekking plaatsvindt.
Dus ze mogen een woning in zonder toestemming, maar hoe zit het met een café?

Artikel 43
Van een besluit als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder a wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Gelukkig wordt het van tevoren aangekondigd? Nee, wacht eens dit gaat weer over het eerdere artikel. Het is weer een zoekplaatje. had dat niet bij elkaar kunnen staan?

Artikel 43a
1. De gemeenteraad stelt uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van dit artikel voor de eerste maal een preventie- en handhavingsplan alcohol vast. Vervolgens wordt dit plan elke vier jaar gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet Publieke Gezondheid, vastgesteld. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd.
2. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.
3. In het plan wordt in ieder geval aangegeven:
a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;
b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid;
c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;
d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.
Dus elke gemeente heeft een  preventie- en handhavingsplan alcohol?

Artikel 44
Onze Minister en de burgemeester zijn bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.
?Fijn om te weten. Zou het zonder dit artikel niet zo zijn geweest?

§ 8. Bestuurlijke boete
Artikel 44a
1. De burgemeester kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding binnen zijn gemeente van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, derde, vierde en vijfde lid, 12 tot en met 19, 20, eerste tot en met vierde lid, 22, eerste en tweede lid, 24, 25, behoudens het derde lid, 25a tot en met 25d, 29, derde lid, 35, tweede en vierde lid, of 38 gestelde.
2. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de wegens een afzonderlijke overtreding te betalen geldsom ten hoogste € 100 000 bedraagt.
3. Overtredingen kunnen, in afwijking van het eerste lid, niet met een bestuurlijke boete worden afgedaan, indien:
a. de overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft;
b. de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel; of
c. door de burgemeester toepassing is gegeven aan artikel 19a, eerste lid.
4. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt, indien ter zake van de overtreding op grond waarvan de bestuurlijke boete kan worden opgelegd door de burgemeester aan de vergunninghouder schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen de vergunning in te trekken.
5. De boete komt toe aan de gemeente, waar de overtreding heeft plaatsgevonden.
Dus voor een gemeente is het goed om overtredingen te hebben binnen de gemeente, want dat geld kunnen ze innen..

Artikel 44aa
1. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van het gestelde bij of krachtens:
a. de artikelen 2 en 25, derde lid, waar ook te lande gepleegd;
b. de artikelen 20, eerste tot en met vierde lid, en 24, derde lid, gepleegd in of op de in artikel 1, derde lid, onder a, b en c, genoemde vervoermiddelen, legerplaatsen en lokaliteiten, die aan het militair gezag onderworpen zijn, en op luchtvaartterreinen gelegen winkels.
2. Artikel 44a, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De boete komt toe aan de staat.
Maar als dus de Minister het merkt kan de staat het geld opstrijken?

Artikel 44b
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een bijlage vastgesteld, die bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen bestuurlijke boete bepaalt.
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op voordracht van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie.
Dus per overtreding is er een bedrag vastgeteld?

Artikel 44c [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44d [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44e [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44f [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44g [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44h [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44i [Vervallen per 01-07-2009]
Wat is er gebeurd in juli 2009?

Uit onderzoek van Monshouwer (2007) bleek dat jongeren te jong te vaak te veel drinken (Wijziging-DHV-mvt (2008-2009)).  Daarom werd de DHW aangepast met o.a.:
- eenvoudiger vergunningsysteem (uit onderzoek bleek Nederland destijds 31.000 horecazaken, 2.800 slijtereijen, 13.000 paracommerciële verenigingen, 5.800 supermarkten, 5.000 snackbars en nog ca. 3.800 vis-, kaas, delicatessen-  en rookwaarwinkels en warenhuizen en 5 luchthavens met een taxfreeshop )
- Burgemeester bevoegd ipv het college van B&W
- meer regels voor paracommerciële verenigingen
- meer bevoegdheden bij de gemeenten
- een experimenteerartikel; op 20 december 2007 werd een motie aangenomen van Joldersma/Voorderwind om in een paar gemeenten bij wijze van experiment de leeftijd te verhogen van 16 naar 18 jaar. In de nieuwe wet werd het in artikel 40a (?? er is geen 40a?) geregeld.
- aangepast sanctiebeleid
- verbod voor jongeren onder de 16 om alcohol op de openbare weg te hebben. Het kopen van alcohol is niet strafbaar vanwege het rechtsbeginsel 'duo delecto'.
- terminologie aangepast. Niet langer wordt gesproken over 'bezit', maar over 'voor handen hebben'. Dat zorgt dat politie niet meer hoeft te onderzoeken wiens eigendom iets is. De term 'openbare weg' wordt algemeen toegankelijke ruimten. Dus als een jongere in de buurt komt van alcohol (bijvoorbeeld vasthouden van de tas met boodschappen) dan is deze in overtreding!?

§ 8a. Bepaling van strafrechtelijke aard

Artikel 45
1. Het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.
2. Overtreding van het eerste lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
3. De in dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
Dus het overtreden van de regels in dit artikel is een overtreding, wat zijn dan de andere regels? Mag je die wel overtreden of is dat dan een misdrijf?
Dus als 16-jarige mag je alcohol hebben als je achter de bar staan. Verder is het niet verboden op niet voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, Dus de drankkeet mag niet open zijn, maar zolang deze is afgesloten mag het wel?  Vroeger was 16 een richtleeftijd, maar nu is dat 18 geworden. Op besloten feestjes was de grens van 16 te hanteren, maar in idt atrikel staat geen minimumleeftijd. Als iemand nog geen 18 is dan mag deze alcoholhoudende drank aanwezig hebben en/of voor consumptie gereed zolang het maar een voor het publiek ontoegankelijke plaats is?
Logisch, want daar komt geen politie/ Alles mag zolang het niet gezien wordt...

§ 9. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 46
1. Indien de tot een inrichting behorende lokaliteiten die op 30 september 1967 in gebruik waren voor de verstrekking van alcoholhoudende drank in de uitoefening van het horecabedrijf of slijtersbedrijf, toen wel voldeden aan de ingevolge de Drankwet (Stb. 1931, 476) met betrekking tot hun afmetingen geldende eisen maar niet in overeenstemming zijn met de eisen, ter zake van de afmetingen van lokaliteiten voor die uitoefening gesteld krachtens artikel 10 van de onderhavige wet, worden zij nochtans geacht aan de ingevolge dat artikel voor de uitoefening van dat bedrijf geldende afmetingseisen te voldoen.
Dus het was een belangrijke dag om op 30 september 1967 geopend te zijn. Als je gesloten was die dag moest je aan deze wet voor wat betreft afmetingen voldoen en anders niet.

2. Het eerste lid geldt niet:
a. indien één of meer der in dat lid bedoelde lokaliteiten van de inrichting inmiddels in enig opzicht zijn verkleind of een verandering in hun bestemming hebben ondergaan;
b. indien de uitoefening van het betrokken bedrijf in de inrichting na 30 september 1967 gedurende een jaar anders dan wegens overmacht ononderbroken gestaakt is geweest.
3. Het tweede lid, onder a, is niet van toepassing:
a. met betrekking tot verkleiningen, strekkende tot aanpassing van de inrichting aan ingevolge artikel 10 geldende, andere dan de in het eerste lid bedoelde eisen;
b. met betrekking tot wijzigingen ten aanzien waarvan Onze Minister, van oordeel zijnde dat daartegen uit het oogpunt van sociale hygiëne geen overwegende bezwaren bestaan, op aanvrage van de ondernemer die bepaling buiten toepassing heeft verklaard.
Uitzonderingen zijn in de wet eerder regel dan uitzondering in de wet.

4. In een met toepassing van het eerste lid verleende vergunning wordt mede vermeld op welke lokaliteiten die toepassing betrekking heeft.
Bijzonder dat in een wetsartikel moet worden aangegeven dat in de vergunning moet staan om welke zaak het gaat. Lijkt mij logisch. Ik ga naar een school, studeer er af en krijg een diploma, maar helaas staat op het diploma niet voor welke opleiding het geldt en evenmin mijn naam...wat is dan de waarde ervan?

Artikel 47
1. Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip niet voor degene, die op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende volledige vergunning gold, voor zover het die lokaliteit betreft.
2. Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip voorts niet voor degene, die in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende vergunning of verleend verlof A gold, op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse verstrekte en tevens bedrijfsmatig aan particulieren zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte, voor zover het betreft het gelijktijdig in gebruik hebben van die lokaliteit voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en voor het bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse.
Volgens mij wordt bedoeld dat men met een vergunning onder de oude wet, nu ook vergund blijft.

Artikel 48
Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing voor degene, die op 1 november 1967 feitelijk een horecabedrijf of slijtersbedrijf uitoefende:
a. met gebruikmaking van een op hem krachtens artikel 29, eerste lid, van de Drankwet (Stb. 1931, 476) overgeschreven vergunning of verlof A van een persoon, die dat bedrijf feitelijk uitoefende op 30 september 1967, of
b. als rechtverkrijgende van een persoon als onder a bedoeld diens bedrijf voortzettend krachtens de wet van 14 april 1960 (Stb. 155).
Volgens mij wordt bedoeld dat men met een vergunning onder de oude wet, nu ook vergund blijft, maar is het zo complex dat ze eer meerdere artikellen voor nodig hadden?.

Artikel 48a
Op besluiten van Onze Minister die genomen zijn vòòr 1 januari 2013 blijft het recht zoals dat gold tot die datum van toepassing.
Dus besluiten van de Minister voor 2013 zijn onder oud recht? Maar mijn besluiten (of die van een burgemeester) vallen wel onder het nieuwe recht?

Artikel 49
Deze wet kan worden aangehaald als: Drank- en Horecawet.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 7 oktober 1964
JULIANA.
Aan wie zou Juliana dit gegeven hebben dan?

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
G. M. J. VELDKAMP.

De Staatssecretaris van Economische Zaken
J. A. BAKKER.

De Minister van Justitie,
Y. SCHOLTEN.

Uitgegeven de dertigste oktober 1964.
Dus Juliana gaf het op 7 oktober en nu is het uitgegeven en over 8 weken wordt deze wet dan 51 jaar?

De Minister van Justitie,
Y. SCHOLTEN.

Terug Printen
Geen idee wat ik nu gelezen heb. Het zijn allemaal verboden en uitzonderingen en volgens mij is het in en paar regels samen te vatten:
- geen drank schenken of verkopen zonder vergunning
- geen drank verkopen langs de autoweg zonder warm eten
- onder de 18 mag je geen alcoholhoudende drank hebben
- vanaf 16 mag je in een horecazaak of bij een vereniging werken.
- de overheid mag er nog tal van regels bij verzinnen als ze zelf willen

BATmen

$
0
0
Batman is een plaats, zoals ik hier al eens aangaf. Het log is ook op het Red Dog label te vinden.

A batman (or batwoman) is a soldier or airman assigned to a commissioned officer as a personal servant. Before the advent of motorized transport, an officer's batman was also in charge of the officer's "bat-horse" that carried the pack saddle with his officer's kit during a campaign.
The U.K. English term is derived from the obsolete bat, meaning "pack saddle" (from French bât, from Old French bast, from Late Latin bastum), and man (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman_(military)).

A batman was in British Army parlance an officer's uniformed servant or
orderly, supposedly taken on as a voluntary extra duty, for which the
officer paid for the service. In addition to his normal duties, the batman
was responsible for the officers clothing and kit and also in preparing and
serving meals. The duties varied depending on the officer's rank and role
and whether he was serving in barracks, on training or on operations. In
the trenches, a batman carried his personal weapon and often acted as a
bodyguard, while the officer carried out his duties as a platoon, company
or battalion commander. There is anecdotal evidence of continuing close
relationships between officers and their batmen and of officers going under
fire to rescue their batman and vice versa (http://1914-1918.invisionzone.com/forums/index.php?showtopic=12919).

 I have an old dictionary (1932) which has:-
bat - a pack saddle. bat-horse - A sumpter-horse carrying officers` baggage during a campaign.
batman - A man in charge of a bat-horse and its load; the military servant of a cavalry officer; a man in charge of the cookery utensils of a company of soldiers in the field.
More or less what you said! Does this indicate that batman was a cavalry name while servant was an infantry name? (http://1914-1918.invisionzone.com/forums/index.php?showtopic=12919).

The official term used by the British Army in the First World War was "soldier-servant". Every officer was assigned a servant, usually chosen by the officer from among his men. The term batman replaced this in the inter-war years. By the Second World War, only senior officers of the army and Royal Air Force were officially assigned batmen, with junior officers usually sharing the services of one batman between several officers. Batwomen also served in the women's services.
Batman was usually seen as a desirable position. The soldier was exempted from more onerous duties and often got better rations and other favours from his officer. Senior officers' batmen usually received fast promotion to lance-corporal, with many becoming corporals and even sergeants. The position was generally phased out after the war.
In the French Army the term for batman was ordonnance. Batmen were officially abolished after World War II. However, in the 1960s there were still batmen in the French Army.
In the German Army the batman was known as Ordonnanz ("orderly") from the French "ordonnance", or colloquially as Putzer ("cleaner") or as Bursche ("boy" or "valet").
The main character Švejk of the antimilitarist, satirical novel The Good Soldier Švejk by the Czech author Jaroslav Hašek is the most famous portrayal of a batman drafted into the Austro-Hungarian Army during the First World War. (The 1967 German song "Ich war der Putzer vom Kaiser" is actually based on the British instrumental hit "I Was Kaiser Bill's Batman" of the same year, with original German lyrics.)
In the United States Army the term "dog robber" (from the peacetime occupation of the title character of The Good Soldier Švejk, a fictional batman) was unofficially used, although that could also be applied to a junior officer who acted as a gofer to somebody with high rank. The position was made famous by James Garner in the film The Americanization of Emily.
Aides are junior commissioned officers who are available to support some of the needs of general officers who serve in command positions in the rank of brigadier general and above, and their equivalent Flag Officer equivalents in the grade of Rear Admiral (lower half) and above in the Navy and Coast Guard.
In the BBC sitcom Blackadder Goes Forth, set during World War I, actor Tony Robinson portrays Private S. Baldrick, the bumbling and incompetent batman to Captain Edmund Blackadder (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman_(military)).

Batman is a fictional superhero appearing in American comic books published by DC Comics, as well as its associated media. The character was created by artist Bob Kane and writer Bill Finger, and first appeared in Detective Comics #27 (May 1939). Originally named "the Bat-Man", the character is also referred to by such epithets as "the Caped Crusader", "the Dark Knight", and "the World's Greatest Detective".
Batman is the secret identity of Bruce Wayne, an American billionaire, industrialist, and philanthropist. Having witnessed the murder of his parents as a child, he swore revenge on criminals, an oath tempered with a sense of justice. Wayne trains himself both physically and intellectually and dons a bat-themed costume to fight crime. Batman operates in the fictional Gotham City, assisted by various supporting characters including his butler Alfred Pennyworth, his crime-fighting partner Robin, the police commissioner Jim Gordon, and occasionally the heroine Batgirl. He fights a large assortment of villains, often referred to as the "rogues gallery," which includes the Joker, the Penguin, the Riddler, Catwoman, Mr. Freeze, Two-Face, Ra's al Ghul, Scarecrow, Poison Ivy, and Clayface. Unlike most superheroes, he does not possess any superpowers; he makes use of intellect, detective skills, science and technology, wealth, physical prowess, martial arts skills, an indomitable will, fear, and intimidation in his continuous war on crime (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman)...

Batman's vow never to kill his enemies is one of his defining traits as a hero, yet it didn't even exist in his earliest comic book adventures. Batman was a pretty grim fellow in those days. He thought nothing of carrying a pistol into battle and using lethal force against Gotham's thugs. For whatever reason, he had a particular obsession with snapping necks. Whether he punched one criminal down a flight of stairs or delivered a swinging kick to another who stuck his head out a window, Batman's prey usually wound up a lifeless, shattered corpse in the Gotham morgue...Easily the most unsettling of Batman's victims came when the Caped Crusader clashed with Hugo Strange in the original Batman #1. Strange's serum turned mental patients into enormous "man-monsters" that even a billionaire crimefighter would be hard-pressed to defeat in one-on-one combat. Sop Batman's solution was to shoot a truck of Strange's minions off the road, lower a steel cable nose, and hoist one of these monster men into the sky. The result was a grisly image of Batman flaunting his latest murder victim like a dangling trophy. The remark "He's probably better off this way," didn't really help matters. (www.ign.com/articles/2015/02/24/batmans-9-most-violent-moments). Ook in de films moordt Batman regelmatig....  Al zou het niet moorden, juist zijn kenmerk zijn:

Ra's al Ghul: “Your compassion is a weakness your enemies will not share.”
Bruce Wayne: “That's why it's so important. It's what separates us from them.”
―Ra's al Ghul and Bruce Wayne (http://batman.wikia.com/wiki/Batman_(Christian_Bale))

In early 1939, the success of Superman in Action Comics prompted editors at the comic book division of National Publications (the future DC Comics) to request more superheroes for its titles. In response, Bob Kane created "the Bat-Man." Collaborator Bill Finger recalled "Kane had an idea for a character called 'Batman', and he'd like me to see the drawings. I went over to Kane's, and he had drawn a character who looked very much like Superman with kind of ... reddish tights, I believe, with boots ... no gloves, no gauntlets ... with a small domino mask, swinging on a rope. He had two stiff wings that were sticking out, looking like bat wings. And under it was a big sign ... BATMAN." The bat-wing-like cape was suggested by Bob Kane, who was inspired by seeing Leonardo Da Vinci's sketch of an ornithopter flying device as a child.
Finger offered such suggestions as giving the character a cowl instead of a simple domino mask, a cape instead of wings, and gloves, and removing the red sections from the original costume. Finger said he devised the name Bruce Wayne for the character's secret identity: "Bruce Wayne's first name came from Robert Bruce, the Scottish patriot. Bruce, being a playboy, was a man of gentry. I searched for a name that would suggest colonialism. I tried Adams, Hancock ... then I thought of Mad Anthony Wayne." He later said his suggestions were influenced by Lee Falk's popular The Phantom, a syndicated newspaper comic-strip character with which Kane was familiar as well.
Kane and Finger drew upon contemporary 1930s popular culture for inspiration regarding much of the Bat-Man's look, personality, methods and weaponry. Details find predecessors in pulp fiction, comic strips, newspaper headlines, and autobiographical details referring to Kane himself.[ As an aristocratic hero with a double identity, the Bat-Man had predecessors in the Scarlet Pimpernel (created by Baroness Emmuska Orczy, 1903) and Zorro (created by Johnston McCulley, 1919). Like them, he performed his heroic deeds in secret, averted suspicion by playing the fool in public, and marked his work with a signature symbol. Kane specifically noted the influence of the films The Mark of Zorro (1920) and The Bat Whispers (1930) in the creation of the character's iconography. Finger, drawing inspiration from pulp heroes like Doc Savage, The Shadow, Dick Tracy, and Sherlock Holmes, made the character a master sleuth (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman).


"As a man, I'm flesh and blood, I can be ignored, I can be destroyed. But as a symbol...as a symbol I can be incorruptible, I can be everlasting."
―Batman

Batman is the alias and second identity of billionaire Bruce Wayne, son of Thomas and Martha Wayne. Becoming the Dark Knight, he dedicated himself to protect Gotham City.
Having witnessed his parents' death at the hands of a mugger as a child, Bruce traveled the world as an adult to train and understand the criminal mind in order to combat it. Mentored by Ra's al Ghul, Bruce later returned to Gotham and challenged the city's crime lords, employing unusual weapons and tactics as a mysterious black-garbed crusader. Despite being considered an outlaw by the GCPD, Batman defeated Carmine Falcone and The Scarecrow, and later battled against Ra's al Ghul and his plan to have Gotham tear itself apart through fear (http://batman.wikia.com/wiki/Batman_(Christian_Bale)).

Hij is vernoemd naar de vleermuizen, waar ook veel over te vertellen is  (zie www.defenders.org/bats/bats).
Bats are mammals of the order Chiroptera (/kaɪˈrɒptərə/; from the Greek χείρ - cheir, "hand" and πτερόν - pteron, "wing") whose forelimbs form webbed wings, making them the only mammals naturally capable of true and sustained flight. By contrast, other mammals said to fly, such as flying squirrels, gliding possums, and colugos, can only glide for short distances. Bats do not flap their entire forelimbs, as birds do, but instead flap their spread-out digits, which are very long and covered with a thin membrane or patagium.
Bats are the second largest order of mammals (after the rodents), representing about 20% of all classified mammal species worldwide, with about 1,240 bat species divided into two suborders: the less specialized and largely fruit-eating megabats, or flying foxes, and the highly specialized and echolocating microbats. About 70% of bat species are insectivores. Most of the rest are frugivores, or fruit eaters. A few species, such as the fish-eating bat, feed from animals other than insects, with the vampire bats being hematophagous, or feeding on blood.
Bats are present throughout most of the world, performing vital ecological roles of pollinating flowers and dispersing fruit seeds. Many tropical plant species depend entirely on bats for the distribution of their seeds. Bats are economically important, as they consume insect pests, reducing the need for pesticides (http://en.wikipedia.org/wiki/Bat).


Hier nog wat feitjes:
- Bats are divided into two suborders: Megachiroptera, meaning large bat, and Microchiroptera, meaning small bat. The largest bats have a 6 foot wingspan. The bodies of the smallest bats are no more than an inch long.
- Bats can be found almost anywhere in the world except the polar regions and extreme deserts.
- 70% of bats consume insects, sharing a large part of natural pest control. There are also fruit-eating bats; nectar-eating bats; carnivorous bats that prey on small mammals, birds, lizards and frogs; fish-eating bats, and perhaps most famously, the blood-sucking vampire bats of South America.
- A single little brown bat can eat up to 1000 mosquitoes in a single hour, and is one of the world's longest-lived mammals for its size, with life spans of almost 40 years.
(www.defenders.org/bats/bats)




De vleermuis is als dranklogo het meest bekend bij rummerk Bacardi:

Vleermuizen hebben ook bierbrouwers geïnspireerd:







Blind Bat Brewery
Microbrewery? 
Nanobrewery!
Very small batches of beer craft-brewed in Centerport, Long Island, New York
We are moving the brewery to Smithtown in 2015Established in 2008 while brewing ten-gallon b
atches, Blind Bat expanded in 2010 - upgrading from a 1/3-barrel system (10 gallon batches) to a 3-barrel system (93 gallon batches).
It had pretty much been a part-time one-man operation while I continued to hold down a "regular" job, but 2014 and 2015 are a period of transition. Beer had not flowed as regularly as it does with a normal full-time brewery, but that is changing as we expand.
Why is it called the 'Blind Bat Brewery?'"
Back during Prohibition, speakeasies were often called "Blind Pigs" or "Blind Tigers." I almost named the brewery "Blind Tiger" (even drew up a logo),  but found that the name was already taken.
I happen to be extremely near sighted (without corrective lenses, something will have to be three inches away from my nose to be in focus) as well as colorblind (which can be a challenge to a cartoonist and illustrator)1,  so the name became the "Blind Bat Brewery" instead. 
Also, if I'm wearing glasses instead of contacts, the brew kettle steams my glasses so much that I can't see (http://blindbatbrewery.com/page2/page2.html).





Green Jack have brewed a special ale to put on your bar for Halloween. Fruit Bat 5.5% is an extra special bitter flavoured with plums giving a wonderful fruity flavour scary enough for Halloween (www.green-jack.com/halloween/).

Batman became popular soon after his introduction and gained his own comic book title, Batman, in 1940. As the decades progressed, differing interpretations of the character emerged. The late 1960s Batman television series used a camp aesthetic which continued to be associated with the character for years after the show ended. Various creators worked to return the character to his dark roots, culminating in 1986 with The Dark Knight Returns by Frank Miller, followed by Batman: The Killing Joke by Alan Moore and Arkham Asylum: A Serious House on Serious Earth by Grant Morrison. The success of Warner Bros.' live-action Batman feature films have helped maintain public interest in the character. An American cultural icon, Batman has been licensed and adapted into a variety of media, from radio to television and film (http://en.wikipedia.org/wiki/Batman)...

Batman bestaat al sinds 1939, dus dat is alweer ruim 75 jaar. In die 75 jaar is hij wel wat veranderd qua uiterlijk en moraal. De moderne tijd heeft er wel wat meer realistischer geweld in verweven. daar waar in de jaren zestig nog met 'Kapow', 'Whamm' en 'Kabam' zijn er tegenwoordig ontploffende ziekenhuizen en zieke clowns...





Meerdere acteurs hebben Batman al gespeeld:
Adam West
-Michael Keaton
-Val Kilmer
-George Clooney
-Christhian Bale
-Ben Affleck
(http://alexbadass.deviantart.com/art/The-Batmen-from-the-movies-With-chest-sigil-483244640)

Er zijn ook meer Batmannen:
In de film Dark Knight is er een scene waarin er meerdere Batmannen zijn, maar ook in de stripserie blijkt het fenomeen Batman navolging te hebben:
Batmen of All Nations were a group of superheroes who were inspired by Batman to fight crime in their countries. The group first appeared in Detective Comics #215. Later the Batmen of All Nations were renamed the International Club of Heroes, often known as just the Club of Heroes. Post-Crisis on Infinite Earths, they were named the Dome (see Global Guardians) and were not inspired by Batman but the Justice Society of America (http://en.wikipedia.org/wiki/Batmen_of_All_Nations).

De Dark Knight films hebben de slechteriken sympathiek gemaakt. Volgens mij waren bij eerdere films, de supervillains als Penguin, Mr Freeze en Joker niet echt in beeld. Nu wel, en komen de kwade onverlaten goed in beeld, als grote leiders.









The Dark Knight Rises is a 2012 superhero film directed by Christopher Nolan, who co-wrote the screenplay with his brother Jonathan Nolan, and the story with David S. Goyer. Featuring the DC Comics character Batman, the film is the final installment in Nolan's Batman film trilogy, and the sequel to Batman Begins (2005) and The Dark Knight (2008). Christian Bale reprises the lead role of Bruce Wayne/Batman, with a returning cast of allies: Michael Caine as Alfred Pennyworth, Gary Oldman as James Gordon, and Morgan Freeman as Lucius Fox. The film introduces Selina Kyle (Anne Hathaway), a sly, morally ambiguous cat burglar, and Bane (Tom Hardy), a mercenary bent on destroying Gotham City who forces an older Bruce Wayne to come out of retirement and become Batman again (http://en.wikipedia.org/wiki/The_Dark_Knight_Rises).

De film maakt het ook complex: Batman is not a super hero.  He is a very human being who can do super-hero feats. He gets hurt, and he feels real pain—physical and emotional.
You have the citizens of Gotham, who both Batman and Harvey are pledged to protect, even though there are moments when you wonder why, since to the citizenry truth and justice is great as long as they don’t have to sacrifice themselves for it. This film shows human nature at its worst and its best.The ideal hero is not always the hero presented to the public.  One classic example of this is THE MAN WHO SHOT LIBERTY VALANCE. Sometimes, the lie is more important than the truth.
In the end Batman makes an unalterable decision like Harvey Dent.  Batman’s ultimate sacrifice for Gotham City is a testament that sometimes a hero must become the villain for the greater good (https://lochgarry.wordpress.com/2011/04/12/superheroes-the-batman/).



Nu we het toch over slechtheid hebben. Bierbrouwerijen kunnen soms ook slecht bezig zijn. De regels overtreden en het milieu vervuilen is natuurlijk niet goed.

Laatst had ik al over de OBM bij bierbrouwerijen. Deze is niet aan de orde bij een brouwerij die IPPC is (of er een milieueffectrapportage is gemaakt of moet worden gemaakt).

IPPC?
Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de Europese Richtlijn industriële emissies. Deze bijlage stond eerst in de IPPC-richtlijn (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/).

Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten uit bijlage I van de Richtlijn industriële emissies plaatsvinden.
De definitie van IPPC-installatie staat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Definitie IPPC-installatie in de Wabo: installatie voor industriële activiteiten als bedoeld in bijlage 1 van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

Dus dan weet je nog niets...

Een IPPC-bedrijf is een bedrijf dat onder de IPPC-richtlijn vergunningsplichtig is. In Vlaanderen wordt dit in VLAREM I aangeduid met een X. Dit zijn veelal de bedrijven die het milieu sterk kunnen belasten. Er zijn enkele hondertallen van deze bedrijven in Vlaanderen. Voorbeelden van IPPC-bedrijven zijn onder meer afvalverbrandingsinstallaties met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur, chemische installaties voor de fabricage van gehalogeeneerde koolwaterstoffen of intensieve pluimveehouderijen met meer dan 40 000 plaatsen voor pluimvee (http://nl.wikipedia.org/wiki/IPPC).

Waar staat IPPC voor?

De IPPC-richtlijn of richtlijn 1996/61/EC staat voor Integrated Pollution Prevention and Control, geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. Ze maakt deel uit van het Europese milieurecht. Ze bestaat uit een set regels om industriële installaties te controleren. De richtlijn werd gecodifieerd in richtlijn 2008/1/EG. Ze is in 2010, samen met een aantal andere richtlijnen inzake industriële emissies, vervangen door de "RIE", de Richtlijn van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (http://nl.wikipedia.org/wiki/IPPC).

In de bijlage zie ik geen bierbrouwerij genoemd staan. Zou het categorie 6.4 b zijn? De bewerking en verwerking behalve het uitsluitend verpakken, van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder
bewerkt of onbewerkt, voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van:uitsluitend plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 t per dag eindproducten

Dus als een brouwerij per dag 300 ton aan bier valt deze onder deze term?

Nuis het goed om eens te kijken naar die eenheid want brouwers rekenen in hectoliters. Een hectoliter is 100 liter, en 1 liter is een kg. Een ton is 1000 kg, dus 1000 liter, dus 1 m3 en 1 m3 = 10 hl (zie www.allesopeenrij.nl/article.php?aid=500, www.omzettennaar.be/hectoliter-naar-kuibiekemeter.html, www.unitjuggler.com/convert-volume-from-hl-to-m3.html).Het gaat dus om 300 ton = 300 m3 = 3000 hl. Dus als een brouwerij 3000 hl/dag brouwt is er sprake van een IPPC-brouwerij.

Inrichtingen waartoe een IPPC-installatie behoort, zijn vergunningplichtig. Dit staat aangegeven in artikel 2.1 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Bijlage I van het Bor geeft aan of de provincie bevoegd gezag is (art 3.3 lid 1 van het Bor). "Daarmee rechtstreeks samenhangende activiteiten" worden ook opgenomen in een omgevingsvergunning voor een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort (www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/bbt-ippc/ippc-installatie/).

De Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om grote milieuvervuilende bedrijven te reguleren middels een integrale vergunning gebaseerd op de beste beschikbare technieken (BBT) (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/).

De Richtlijn industriële emissies is gericht op preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. De richtlijn houdt bepaalde verplichtingen in voor intensieve veehouderijen en grote milieuvervuilende industriële bedrijven. Zij moeten de beste beschikbare technieken (BBT) gebruiken. Hiermee moeten zij hun verontreiniging beperken, zo min mogelijk energie en grondstoffen gebruiken en zo min mogelijk afval produceren (www.ondernemersplein.nl/regel/ippc/).

BBT staat voor de beste beschikbare technieken (BBT) in het Engels staat de afkorting BAT.

BAT kan staan voor het Brabants Afval TeamBritish American Tobacco, een Tupolev-vliegtuig,  en zo zijn er nog tal van onderwerpen die hiermee kunnen worden aangeduid.

Op infomil.nl is de Handleiding BBT bepalen verschenen. De digitale handleiding biedt het bevoegd gezag hulp bij het bepalen van de beste beschikbare technieken (BBT) voor emissies naar de lucht bij inrichtingen met een industriële IPPC-installatie (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/menu/nieuws/handleiding-bbt/).

BREF
BREF of BREF-documents staat voor BAT Reference documents en is een uitwerking van de IPPC-richtlijn van de Europese Unie. 'BAT' staat dan weer voor Best Available Techniques oftewel Best Beschikbare Techniek. In een BREF-document staat beschreven wat de meest milieuvriendelijke technieken zijn die een bedrijf kan toepassen.
In een uitspraak van de Raad van State van 22 juli 2009 werd gesteld dat Shell Moerdijk zich aan de BREF-documenten moet houden en de best beschikbare technologie moet gebruiken, ook als deze technieken niet kosteneffectief zijn. Dit werd gezien als een belangrijke principiële uitspraak, waar ook andere partijen zich aan moeten houden (http://nl.wikipedia.org/wiki/BREF).

A BREF is a BAT Reference Document and is the result of the exchange of information for the guidance of decision makers involved in the implementation of the IPPC Directive. The BREFs are used by the Operators of the installations (during the preparation of the application for the IPPC Permit), the Environmental Authorities (Permit writers, Policy makers) and the Public in general...Pay attention to the fact that the BREFs are guidance documents only. They do not have legal status, they are meant to give guidance to industry, member states and the public on achievable emission and consumption levels when using specified BAT techniques. In every case the local conditions shall be taken into account when deciding the emission limit values and other conditions. In specific cases, the emission limit values might be higher or lower. Environmental quality standards in water and air might mean more strict values – or maybe zero emission/discharge. And there could be cases where the emission limit values could be less strict – to comply with the “best for environment as a whole” principle (www.uest.gr/infolibrary/FAQ/IPPC/bat.html#1).

De Nederlandse informatiedocumenten over BBT staan in de bijlage van de Regeling omgevingsrecht. Dit zijn onder andere circulaires, handreikingen, richtlijnen, oplegnotities en de publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS).
Voor het bepalen van BBT voor emissies naar lucht zijn de volgende Nederlandse informatiedocumenten over BBT relevant:
Nederlandse emissierichtlijn lucht
Oplegnotities (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/handleiding-bepalen/3-identificatie-bbt/2-3-nederlandse/)
In paragraaf 5 van deze handleiding staat hoe aan deze Nederlandse BBT-documenten moet worden getoetst en wat de relatie is tussen de Nederlandse BBT-documenten en de BBT-conclusies (www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/handleiding-bepalen/3-identificatie-bbt/2-3-nederlandse/).

Brouwerijen moeten voldoen aan de NeR (regeling B 10). De regeling richt zich op het beperken of voorkomen van geuroverlast. Deze bijzondere regeling is van toepassing op IPPC-inrichtingen. Voor activiteiten van niet-IPPC inrichtingen die genoemd worden in deze bijzondere regeling geldt afdeling 3.6 Voedingsmiddelen van het Activiteitenbsluit. De activiteit ‘industrieel bewerken en vervaardigen van voedingsmiddelen' geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid per maatwerkbesluit nadere voorschriften te stellen indien het aanvaardbaar hinderniveau voor geur wordt overschreden. Bij het opstellen van dit maatwerkbesluit kan aangesloten worden bij deze bijzondere regeling.
De regeling is van toepassing op bierbrouwerijen met een productie van gemiddeld ten minste één brouwsel per dag. De regeling maakt een onderscheid tussen grote brouwerijen, waar per jaar meer dan 200.000 hectoliter bier wordt gebrouwen, en kleine brouwerijen, waar minder dan 200.000 hectoliter bier wordt gebrouwen. De regeling is niet van toepassing op mouterijen. De regeling heeft geen betrekking op de afvalwaterzuiveringsinstallatie van een brouwerij.
Onderscheid grote en kleine brouwerijen:
Zeer kleine brouwerijen die minder dan één brouwsel per dagen maken zijn vaak gekoppeld aan een andere activiteit, zoals horeca. De situatie is dan sterk lokaal gebonden en zeer specifiek. Daarom worden hiervoor in dit kader geen algemene regels gegeven. Het onderscheid tussen kleine en grote brouwerijen op basis van een jaarproductie van 200.000 hectoliter is gebaseerd op de accijnswetgeving. De regeling geeft geen eisen voor de afvalwaterzuivering omdat een afvalwaterzuivering die goed is gedimensioneerd en goed wordt bedreven normaal gesproken geen geuroverlast veroorzaakt. Als dat wel het geval is dient het bevoegd gezag in overleg met het bedrijf maatregelen vast te stellen.
Er zijn vier relevante bronnen van geuremissie bij het brouwproces. Dit zijn het maischen, het koken van het deelbeslag, het koken van de wort en de diffuse emissies. Diffuse emissies kunnen optreden bij het vergisten, lageren, filtreren en bottelen. Voor het berekenen van de geuremissies zijn de volgende kengetallen vastgesteld.
maischen                                20 Mge/ton storting
het koken van het deelbeslag38
de diffuse bronnen                13
het koken van de wort      530
Kengetallen:
De kengetallen zijn afkomstig uit het geuronderzoek dat de brancheorganisatie heeft laten doen (Bedrijfstakonderzoek geurproblematiek brouwindustrie, Witteveen en Bos, 1995) (http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/ner/digitale-ner/3-eisen-en/3-3-bijzondere/b10/).

Als 300 m3 = 3000 hl., dan is 200.000 hl. 20.000 m3. Wat zou daarover in de accijnswetgeving staan?

Artikel 4.2
Degene die bier in geconcentreerde of in vaste vorm uitslaat of invoert, is op verzoek van de inspecteur gehouden alle gegevens te verstrekken die het mogelijk maken op eenvoudige wijze het volume van het bier te herleiden tot het in artikel 4.10, tweede lid, van de wet bedoelde volume van voor gebruik gereed bier (accijnswetgeving).

Artikel 4.3
1. De hoeveelheden, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, onderdeel b, van de wet zijn:
a. bier 20.000 L;
b. wijn 2.500 L;
c. overige alcoholhoudende producten 2.500 L;
d. benzine 2.500 L.
2. De inspecteur kan, onder door hem te stellen voorwaarden, in afwijking van het eerste lid, een vergunning voor een accijnsgoederenplaats verlenen indien de gemiddelde voorraad lager is dan de daar bedoelde hoeveelheden (accijnswetgeving).

20.000 liter is slechts 20 m3? Hoe zit het dan met die 200.000 hl?

Artikel 4.6
In een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats worden met betrekking tot hetgeen in artikel 4.25 van de wet is bepaald, in elk geval vermeld:
a. een omschrijving van de aard van het bedrijf waaruit onder meer blijkt of de vergunning ook wordt gevraagd voor de vervaardiging van de desbetreffende accijnsgoederen of uitsluitend voor het voorhanden hebben van de desbetreffende accijnsgoederen;
b. het adres van de plaats waar de accijnsgoederenplaats wordt gevestigd;
c. een omschrijving van de administratie en de administratieve organisatie, en het adres waar de administratie wordt gehouden;
d. met betrekking tot accijnsgoederenplaatsen waar overige alcoholhoudende producten worden vervaardigd, het aantal en de inhoud van de apparaten waarin de vervaardiging plaatsvindt; en
e. met betrekking tot accijnsgoederenplaatsen waar bier wordt vervaardigd, het aantal en de inhoud van de bierketels waarin het wort wordt gekookt (accijnswetgeving).

Ik snap er niet veel van. Hoezo 200.000, 20.000 of 20 m3 of hl?

Als ik de Oplegnotitie BREF Voedingsmiddelen- en Zuivelindustrie zoek kom ik uit bij de grote BREF: een lijvig document met allerlei uitleg over de voedselindustrie (Ook de fabricage van diervoeder valt onder de richtlijn.) (zie www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/bbt-ippc-brefs/brefs-bbt-conclusies/#1Energieindustrie).

Op http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf lees ik iets over vergisting:

2.2.14 Yeast
Yeasts are single cell fungi used in a wide range of fermentation processes such as baking, beer
brewing and the manufacture of wines and spirits. Yeast is usually supplied to food
manufacturers either in a crumbled/compressed form or as active dry yeast. Although methods
vary, the essential steps in conventional processing are as described below.
Propagation takes approximately 6 to 8 days on a commercial scale using propagators sized
between 91000 and 227000 litres. Yeast production initially involves a series of small
propagations. The yeast produced at each stage being used to seed the subsequent propagation.
Ingredients typically added to the fermenter are cane and beet molasses, blended and clarified
before addition; ammonia; phosphoric acid; vitamins; minerals and de-foaming agents. (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Aeration of the fermenter is essential to achieve optimum growth Air is introduced by bubbling through a series of parallel pipes fitted at the bottom of the vessel. In agitated vessels, air is usually
introduced through a doughnut shaped sparger, located just underneath the stirred blades. In
general, 100 grams of dry yeast matter require 102.5 grams of oxygen to be supplied during
fermentation. Temperature and acidity must be regulated to optimise yields. Typically,
fermentation is carried out at 30 °C and at a pH of 4.5 – 6.5. Water may be used in external
heat-exchangers or internal coils to maintain the fermentation temperature, which otherwise
tends to rise due to the yeast growth.
After propagation, the fermenter contents are cooled and the yeast crop is removed by
centrifugal separators. The yeast cream is washed to improve its colour and cooled. Crumbled
yeast is produced by pressing in a plate and frame filter or a vacuum filter. Alternatively the
crumbled yeast may be mixed with emulsifiers and extruded to produce yeast blocks. Dried
yeast is produced in a similar manner but is extruded through a perforated plate to produce
strands of around 3 mm diameter and 0.3 to 1 cm long. The strips are usually dried in rotary or
tunnel driers before grinding and packaging. Dried yeast is usually packed in hermetically
sealed containers or film with a headspace of nitrogen to extend its active shelf-life (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Een mooie beschrijving  van hoe gist wordt geproduceerd. Vervolgens volgt een hoofdstuk over mouten:

2.2.15 Malting
Malt is a product derived from germinated grain, e.g. barley, oats or wheat, which is dried in
kilns. Malts are fermented to make beers and lagers or may be fermented and then distilled to
make spirits such as whisky. Malts may also be used in a range of foods such as non-alcoholic
malted drinks, breakfast cereals, baby foods and animal feeds.
Malting activates and develops a number of enzymes including amylolytic and proteolytic
enzymes. Amylolytic enzymes break down starch to fermentable carbohydrates. Proteolytic
enzymes act as flavour precursors and as nutrients for yeast in subsequent fermentations.
Malting involves controlled wetting by steeping, germination and drying of the grain. The
process must be carefully controlled to induce the desired physico-chemical changes required,
whilst at the same time minimising weight loss due to germination and respiration. The malted
grain is dried to halt growth, stop enzymic activity and produce a stable product with the desired
colour and flavour. Drying is followed by cooling down to 25 to 35 ºC and by the removal of
malt sprouts.
Two types of malt are generally produced on a commercial scale, i.e. brewers’ and distillers’
malts. Both types use barley as the starting raw material. Other cereals, such as wheat or rye,
can also be used. Brewers’ malt is made from plumper, heavier barley kernels with a friable
starch mass. The barley is cleaned and then steeped in water at around 16 ºC ranging from
10 to 25 ºC for about 1 to 3 days. The actual temperature and steeping periods depend on the
equipment, the process parameters, the raw material and the finished malt to be obtained.
Steeping may occur in alternate stages of wet and dry periods. The barley is germinated at
moisture contents of about 45 %, ranging from 30 to 50 %, depending on the same issues.
The resulting green malt is air-dried in kilns. Hot air, is blown through a layer of green malt of
about 50 to 150 cm thickness, without any fluidisation of the batch. The blowing lasts around
16 to 24 hours in one floor kilns and 32 to 48 hours in two floor kilns. For pale coloured malts,
resulting in a moisture content of 3 to 6.5 %, the starting air temperature is around 50 ºC and it
is increased to around 70 to 85 ºC. To obtain darker coloured malts, with lower humidity levels,
the temperature is increased further to 130 ºC. Kilning is carried out in several stages to ensure
that moisture is removed effectively without unduly reducing the enzymatic activity. In general,
the airflowrate reduces and the air temperature increases as the kilning progresses. At the end of
the kilning process, the dried malt is cooled down to about 25 to 35 ºC and the malt culms are
removed.
Distillers’ malt, also called high diastatic malt, is made from small kernelled barley which is
high in protein and enzymic potential. The barley is steeped at higher moistures levels ranging
from 45 to 49 % and dried at lower temperatures, ranging from 49 to 60 ºC to a higher final
moisture content ranging from 5 to 7 %. Brewers’ malt tends to be darker than distillers’ malt
and has an increased flavour and aroma.
Germination of the steeped grain can be brought about with a range of equipment, but
essentially the process consists of subjecting the grain to a stream of humidified air at around
10 – 30 °C, depending on the equipment, the process parameters, the raw material and the
finished malt to be obtained. The grain temperature varies between 15 and 45 ºC due to the heat
developed from respiration. Periodically, the grain is slowly turned and, in some cases, humified
to ensure an even temperature distribution and to prevent matting of rootlets. Germination has
traditionally been carried out on concrete floors in cool moist rooms with the grain turned
manually, but this method is now being replaced by more modern mechanised techniques.
After kilning, malt sprouts are removed in a cleaning stage to yield the final malted grain. This
grain may be milled to produce malt flour. Malt extract is produced by hot water extraction
from the finished malt, as carried out in the first stage of the brewing process, and then by
concentrating the resultant extract, by means of the evaporation of water in evaporation vessels.
The raw grain, the green malt or the finished malt can further be processed in the roasting drum
to produce roasted barley, caramel malt or roasted malt of different colours and flavours (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Nooit geweten dat bij het mouten er al een verschil is tussen bier en gedestilleerd...

2.2.16 Brewing
Beer is traditionally considered to include products such as lager, e.g. Pilsner malt and Munich
malt, ale, porter and stout. It is an alcoholic drink derived from malted barley, with or without
other unmalted cereal grains, and flavoured with hops. Sugar may also be added. There are three
basic steps in the process; mashing, fermentation, and maturation/conditioning (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Kijk nu wordt het interessant!

2.2.16.1 Mashing
Grains are normally received in bulk at breweries and transferred to silos. The malted barley is
milled before use, the aim is to crush the endosperm with minimal damage to the husk. After
milling, the ground materials or grist are mashed to produce a fermentable substrate for yeast
fermentation. Additives may be used as a supplementary carbohydrate source, either to the mash
kettle, e.g. maize grist or rice, or to the wort kettle, e.g. sucrose or glucose/maltose syrup. The
grist is mixed with hot water to produce a thick slurry. The mix is then held for a sufficient
period to allow the enzymes present in the malted barley to break down starch and proteins in
the cereals.
Depending on the way in which the temperature is raised, mashing processes are classified into
two types, i.e. infusion or decoction mashing. With infusion mashing, the entire mash is heated
up, with appropriate rests until reaching the final mashing-off temperature. In decoction
mashing, the temperature is increased by removing and boiling part of the mash. By returning it
back to the remainder, the temperature of the total mash is increased to the next higher rest
temperature. The vessel used for mashing is known as a mash tun. The wort is separated from
the brewers grain by filtration in a mash filter or by straining. This is called lautering and takes
place in lauter tuns. Once the so-called first wort has run off, the water is sprayed over the spent
grist to extract as much wort as possible. After completion of the lautering, the leached brewers
grains are discharged to silos and traditionally sold to farmers for use as cattle feed (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Tja, het is wel een beschrijving van het proces, maar hier zal je niet van leren hoe je brouwen moet...Het is allemaal nogal beschrijvend. Zonder in te gaan op de 'best bestaande technieken'.

2.2.16.2 Fermentation
The wort is boiled for for 1 to 1.5 hours in the wort kettle with hops or hop extracts, releasing
bitter substances that are dissolved. The wort is boiled with a boiling intensity of 5 to 8 %
evaporation of casting volume per hour. A coarse coagulum of proteinaceous precipitated
material is separated from the wort. This is known as the hot trub. Synthetic additives, based on
polyester, result in a compact separation of the unpleasant, coarse, and bitter-tasting hot trub.
The wort is clarified in a whirlpool to remove the hops and then cooled to the pitching
temperature. The hot cooling water, of about 75 to 85 ºC, is collected and used as brewing water
and for cleaning. It is possible to produce stronger wort than that corresponding to the original
gravity of the final beer produced and it is possible later, before or after fermentation, to dilute it
with water to the desired extract content. This is called high gravity brewing. Whether dilution
is performed before or after fermentation depends, among other things, on local legislation. A
further aim of wort boiling is the inactivation of all enzymes, sterilisation as well as
concentration of the wort (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Volgens mij is het dat hoe meer volume wort er meer problemen zijn met 'hot trub'. Als kleine brouwer met een paar liter in een grote soeppan zal dit probleem nog niet echt spelen.

The clear hopped wort is aerated to encourage yeast propagation prior to fermentation and
yeasts are added. The particular yeasts strains used are typical for beer production. Yeasts are
divided into two major groups, i.e. top and bottom fermenting yeasts. Yeasts that tend to rise to
the top of the fermentation vessel are typically used for ales and have a fermentation
temperature of about 15 to 25 ºC. Yeasts which tend to settle to the bottom of the vessel toward
the end of fermentation are typically used in lagers, where the fermentation is normally
performed at 8 to 15 ºC. To maintain the desired fermentation temperature, the tanks are cooled.
At the end of fermentation, the yeast is separated from the product. A part of it is used for
another batch, and the remainder is disposed of or considered to be a co-product (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Ook hier is een beschrijvende tekst, zonder adviezen wat nu een goede techniek is of werkmethode.Of zou dat bedrijfsgeheim zijn?

2.2.16.3 Maturation/conditioning
Lagers require conditioning by chilled storage for several weeks before clarification. The beer is
generally clarified in a diatomaceous earth filter, e.g. kieselguhr. After carbonation, the beer
may be subjected to a number of preservation processes, such as flash pasteurisation and aseptic
filling, membrane separation or in-container pasteurisation.
Before bottling, the beer is filtered through a filter cake. Proven materials for this purpose are
mud-free kieselguhr; calcined and screened diatomaceous earth of various particle size
distribution; and perlite from ground and calcined glassy rock of volcanic origin. Activated
carbon may be used to correct a mild off-taste. For example, it is usually used in the treatment
of rest beers. Shortly before filtration, hydro- and xero-silica gels may be added to contribute to
the build-up of the filter cake. Fining, by the addition of, e.g cross-linked polyvinylpyrrolidone
(PVP) and polyvinylpolypyrrolidine (PVPP) is carried out to clarify the beer and, e.g. reduce the
polyphenol concentration.
Cleaning agents and disinfectants are also used (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Het is wel interessant om te lezen hoe het lageren te werk gaat. Bij het filteren worden dus kieselguhr en silica-gels gebruikt om het bier helderder te maken. Actief kool kan gebruikt worden om de smaak te corrigeren.

3.3.11 Brewing
Beer is a fermented drink with a relatively low alcohol content made from various types of malt
and grain. Malted barley predominates but malted wheat, maize or other grains, or sugar and
syrups may also be used. Although there are installations where malt is also produced at the
same premises, consumption and emission levels for malt production are reported in Section 3.2.26.
Breweries use significant amounts of water and energy and produce waste water and solid
residues. Figure 3.17 shows the typical consumption and emission levels for German breweries.
Note that capacity/output of breweries is usually expressed in hectolitres (hl) not in cubic metres
(m3) of beer (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Nu ga ik die afbeelding niet overnemen, want die zijn te vinden in de BREF zelf. Wel is het handig om nog eens te kijken naar die eenheid: een hectoliter is 100 liter, 1 hectoliter = 0,1 kubieke meter (m3) , dus 1 m3 = 10 hl (zie www.allesopeenrij.nl/article.php?aid=500www.omzettennaar.be/hectoliter-naar-kuibiekemeter.htmlwww.unitjuggler.com/convert-volume-from-hl-to-m3.html).

3.3.11.1 Water consumption
Water consumption for modern breweries generally ranges from 0.4 to 1 m3/hl of beer produced. An example Finnish brewery reported an average water consumption of 0.32 m3/hl [199, Finland, 2003]. Water consumptions for individual process stages, as reported for the German brewing industry, are shown in Table 3.72.
Specific water consumption (m3/hl beer produced)
Measured** Literature Department from to from to
Brewhouse 0.174 0.26
Cold storage 0.130 0.236 0.11 0.24
Fermentation cellar 0.032 0.053 0.04 0.08
Storage cellar 0.024 0.067 0.01 0.06
Filtering cellar 0.031 0.109 0.01 0.076
Bottling cellar 0.059 0.163 0.09 0.098
Cask cellar 0.013 0.061 0.01 0.12
Miscellaneous* 0.20 0.204 0.026 0.397
TOTAL PROCESS 0.489 0.893 0.470 1.331
*Estimates
**Measurements by Heidemann, Rosenwinkel and Seyfried (1990 to 1992) or brewery figures
Table 3.72: Water consumption for different brewery processes
[65, Germany, 2002] (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Ik heb al eens gehoord dat waterverbruik een probleem is bij bierbrouwen. Als ik het no goed herinner zou 7 liter water zou nodig zijn voor het produceren van 1 liter bier. Als ik echter deze cijfers zie is het dus 4 tot 10 liter water per 1 liter bier. Dat scheelt nogal.

The water consumption figure varies depending on the type of beer, the number of beer brands,
the size of brews, the existence of a bottle washer, how the beer is packaged and pasteurised, the
age of the installation, the system used for cleaning and the type of equipment used. If an on-site
well is used, the water may require treatment before use, during which losses of up to 30 % may
occur. Bottling consumes more water than kegging. Consumption levels are high for once
through cooling systems and/or losses due to evaporation in hot climates (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Okee, dat is duidelijk. Overal ter wereld kunnen bieren worden gebrouwen, en afhankelijk van  de locatie en het klimaat is waterverbruik navenant. Logisch...

Wat wel opvalt is dat ze stellen dat waterbehandeling wordt gekoppeld aan water uit eigen bron, terwijl ook leidingwater aan behandeling kan worden onderworpen. Afhankelijk van de bierstijl is een bepaalde waterkwaliteit en samenstelling gewenst. De 'treatment' kan overigens ook als schoonmaak zijn bedoeld. Dat is inderdaad iets dat bij (Nederlands) leidingwater niet aan de orde.

3.3.11.2 Waste water
The waste water discharge is equal to the water supply minus the produced beer, the evaporated
water in the brewery and utility plants, and the water present in the by-products and solid waste.
It is reported that in Austria 0.26 – 0.6 m3 of waste water is produced per hectolitre of beer. It is reported that in modern breweries 0.3 – 0.9 m3 of waste water is produced per hectolitre of beer. An example Finnish brewery reported an average waste water production of 0.24 m3/hl [199, Finland, 2003]. Table 3.73 shows waste water production in different brewing processes (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Afvalwater is ook een probleem bij bierbrouwerijen. Bij ons kan het zo door de gootsteen, maar hoe groter de brouwerij, hoe meer afvalwater.....

The waste water is very variable and the pollution load of the different steps do not follow the
volumes throughput, e.g. bottle cleaning produces a high amount of waste water but with only a
low organic load, while waste water from fermentation and filtering account for only about 3 %
of the total waste water volume but 97 % of the BOD load [140, World Bank (IBRD), et al.,
1998]. Organic pollution in waste water mainly comes from the following sources:
• brewers grains
• yeast and surplus yeast
• trub
• weak wort discharge
• emptying and rinsing of water from kettles
• emptying of process tanks
• pre- and after-runs from diatomaceous earth filtration and filling
• chase water from process pipes
• rejected beer in the packaging area
• returned beer
• breakage of bottles in the packaging area
• ancillary materials used in the packaging area
• conveyor lubrication
• label glue.
SS in the waste water originate from the discharge of by-products, diatomaceous earth, e.g.
kieselguhr, and possible label pulp from the bottle cleaner. Nitrogen originates mainly from
detergents used for tank cleaning, from the malt and from additives. Phosphorus may come
from the cleaning agents used. Large variations in pH may occur due to the use of acids and
caustic for the cleaning of process equipment and returnable bottles. Heavy metals are normally
present in very low concentrations. Wear of the machines, especially conveyors in packaging
lines, may be sources of nickel and chromium (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Er zit nogal wat in het afvalwater van een bierbrouwerij. Als ik kijk bij mijn brouwescapades in de keuken dan gaat er heel wat water weg bij het voorreinigen, desinfecteren en schoonmaken achteraf. De tuin wordt gebruikt als dumpplaats voor de drap, draf en dergelijke.

Table 3.74 shows the characteristics of untreated
waste water from breweries. In terms of pollution load, Table 3.75 shows the ranges valid for
modern breweries.
Parameter Unit Range
BOD5 mg/l 1000 – 1500
COD mg/l 1800 – 3000
Suspended solids mg/l 10 – 60
Total nitrogen mg/l 30 – 100
Total phosphorus mg/l 30 – 100
pH – 3 – 13
Table 3.74: Untreated waste water characteristics for breweries
[65, Germany, 2002, 136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002, 140, World Bank (IBRD), et al.,
1998] Table 3.74: Untreated waste water characteristics for breweries
[65, Germany, 2002, 136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002, 140, World Bank (IBRD), et al.,
1998] Parameter Unit Range
Water consumption hl water/hl beer sold 4 – 10
Waste water generation hl water/hl beer sold less
water consumption 1.3 – 1.8
COD kg/hl beer sold 0.8 – 2.5
COD/BOD5 ratio – 1.5 – 1.7
Total suspended solids kg/hl beer sold 0.2 – 0.4
Table 3.75: Waste water and pollution generated in breweries
[136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002] (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Deze cijfers zeggen mij niet zo veel....

3.3.11.3 Air emissions
Apart from the emissions to air from energy generation processes, the main potential emission
sources are dust from material intake and transport of raw materials, i.e. grains, and filtration
aids, i.e. kieselguhr. Ammonia from cooling operations may be accidentally released.
The largest source of odour emissions is the evaporation from wort boiling. Other sources are
waste water treatment, storage and handling of co-products and by-products, oil storage,
ventilation of beer cellars and packaging lines and air emissions from the boiler house (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Luchtemissiebronnen zijn dus:
- stof van graan/mout;
- ammonia van koeling (?) Ik gebruik gewoon koud water...
- wortdamp;
- geur van het afvalwater en de nevenproducten en olie (?);
- geur van ventilatie van de bierkelder en de verpakkingenlijn en het ketelhuis.

Een aantal bronnen lijken mij erg industrieel. Volgens mij is bij een brouwerij vooral de wortdamp een belangrijke geurbron. Tenminste  bij mij in de keuken is dat een opvallend iets dat volgens mij flink hinderlijk wordt als je er dagelijks mee te maken hebt. Ook de geurt van gistend bier kan volgens mij voor de buurman hinderlijk zijn. Nu komt de geur van dat ene gistvaatje bij mij niet verder dan de keuken, maar ik kan me zo voorstellen dat bij de grote brouwers zoals in Lieshout, Zoeterwoude en Enschede dat wel degelijk een rol speelt. Hoe zouden zij die geurhinder eigenlijk tegengaan?

3.3.11.4 Solid output
Solid materials enter the brewery in the form of raw and ancillary materials. Solid materials
leave the brewery as co-products such as brewers grains and surplus yeast, primary and
secondary packaging material, and other solid waste. Generally, only a very small amount of
hazardous waste is produced, e.g. spent laboratory chemicals and batteries. Major co-product,
by-product and solid waste fractions are identified in the example shown in Figure 3.18. The
generation of co-product, by-product and solid waste is quantified for a brewery that produces
one million hectolitres of beer per year. The example installation produces beer bottled mainly
in returnable bottles, and uses plastic crates. The generation of flue-gas and waste water
treatment residuals are not considered (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Wat een open deur is dit. Het afval van een brouwerij is de draf en surplus gist en verpakkingsmateriaal (wie heeft nu geen verpakkingsmateriaalafval?) en overig afval (wat een geweldige categorie). Gevaarlijk afval komt uit het laboratorium en door batterijen (ja, wie heeft nu geen batterijen als afval?). Tja, ook als kleine brouwerij heb ik deze afvalstromen. Laatst nog een batterij van de rookmelder...

3.3.11.5 Energy
Breweries need both electrical and heat energy. Combined heat and power generation is in use
in some facilities. Depending on availability, price and legal requirements, different fuels such
as coal, oil or gas are used. Table 3.76 gives average energy consumption levels for German
breweries with 20 or more employees.
Heat Specific
Coal Oil Gas Total
Electrical
Power
Beer
Year Output Heat Power
(x 106 kWh) (x 106 kWh) (x 106 hl) (kWh/hl) (kWh/hl)
1997 157 929 2992 4078 1199 114.8 35.5 10.4
1998 150 846 2943 3939 1187 111.7 35.3 10.6
1999 162 789 2956 3907 1175 112.8 34.6 10.4
2000 150 683 2809 3642 1163 110.4 33.0 10.5
(x 106 MJ) (MJ/hl)
1997 565 3345 10771 14681 127.9
1998 541 3046 10595 14182 127.0
1999 583 2841 10642 14066 124.7
2000 540 2458 10113 13111 118.7
Table 3.76: Energy consumption of German breweries with more than 20 employees
[65, Germany, 2002]
A brewery without a sophisticated heat recovery system consumes about 27.78 – 55.55 kWh/hl
beer (100 - 200 MJ/hl) [136, CBMC - The Brewers of Europe, 2002]. The main heat consuming
process steps are mashing, wort boiling, generation of hot liquor, CIP, sterilising, bottle/keg
cleaning and pasteurising. Heat consumption for some departments is given in Table 3.77.
Minimum Mean Maximum Literature1 Measured2
figure range
Department/
process
(MJ/hl beer) (MJ/hl beer)
Brewhouse 87 92 121 84 – 113 50 – 80
Bottling
installation
58 86 94 25 – 46 38 – 58
Kegging
installation
8 11 13 8 – 13
Process water 3 4 8 4 – 8
Service water 8 – 17
Miscellaneous 33 – 46 95
Total 156 193 236 162 – 243 183 – 233
(kWh/hl beer) (kWh/hl beer)
Brewhouse 24.17 25.56 33.61 23.33 – 31.39 13.89 – 22.22
Bottling
installation
16.11 23.89 26.11 6.94 – 12.78 10.56 – 16.11
Kegging
installation
2.22 3.06 3.61 2.22 – 3.61
Process water 0.83 1.11 2.22 1.11 – 2.22
Service water 2.22 – 4.72
Miscellaneous 9.17 – 12.78 26.39
Total 43.33 53.62 65.55 44.99 – 67.50 24.44 – 64.72
1) 20000 to 500000 hl beer sold/yr
2) 300000 to 500000 hl beer sold/yr
Table 3.77: Heat consumption for different brewery processes
[65, Germany, 2002] (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Nou dit is een hoop algebra, dat misschien in het BREF zelf logischer lijkt, maar ik heb niet zo veel met cijfers. Eigenlijk zou ik zelf eens moeten meten hoeveel gas ik verbruik bij het maischen en koken van de wort. En hoeveel water zou ik verbruiken? Het verpompen van dat water kost natuurlijk ook energie. Net zoals de verlichting etc...

The major consumers of electrical energy are the packaging area; cooling plant; compressed air
plant; if applied, the carbon dioxide recovery plant; WWTP and air conditioning. Pumps,
ventilators, drives, and electric lighting count for a large part of the electricity consumption,
with about 8 – 12 kWh/hl in a brewery (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Tja elektrische apparaten verbruiken energie, wie had dat gedacht? En de kooldioxideterugwinning en waterzuivering verbruiken energie. Uitzetten dan maar?

3.3.11.6 Noise
The main noise sources are transport within the brewery with lorries and forklifts, condensers
and cooling towers (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dus bij een kleine brouwerij zonder heftruck, condensors en koeltoren is er geen geluid?

3.3.11.7 Solid output
The majority of solid waste arises from packaging (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dit lijkt me een herhaling van 3.3.11.4, maar dan korter. Zou je dan meer bulk moeten inkopen? Dan heb je minder verpakkingsafval. Ook zou je verpakkingen kunnen hergebruiken. 

4.5.7.8.3 Brewing
Usually, there are fluctuations in the generation of waste water. The peak flow can be in the
order of 2.5 – 3.5 times the average flow, depending on how close to the production area the
measurement is made. The period of peak flow is normally short. Peak flows occur in the
brewhouse and beer processing area in connection with cleaning operations. In the packaging
area, peak flows occur during closing down of the line as bottle washers and tunnel pasteurisers
are emptied. A third area, where large peaks can occur, is in the waste water treatment area
during backwash of filters (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Tja, aangezien brouwen een batchgewijs proces is, is het afvalwater ook niet constant...

The concentration of organic material will depend on the waste water to beer ratio and the
discharge of organic material into the WWTP. The typical discharge of organic material from a
brewery is normally in the range of 0.8 – 2.5 kg COD/hl beer. Larger discharges can occur and
can be attributed to the discharge of surplus yeast, trub or other concentrated wastes into the
WWTP that could be disposed of in better ways. Production of non-alcoholic beer may result in
very high discharges if the condensed alcohol is discharged into the WWTP (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dat is interessant: bij alcoholvrij bier wordt alcohol gecondenseerd??? Waarom zou dat in het afvalwater gaan? Het lijkt mij toch dat het afvangen van alcohol een verkoopbaar nevenproduct oplevert.

Normally, the process waste water has a low content of non-biodegradable components.
Brewery waste water normally has a COD/BOD ratio of 1.5 – 1.7 indicating that the waste
water is easily degradable.
During primary treatment, neutralisation (see Section 4.5.2.4) is essential. The dosing capacity
of the neutralisation plant will depend on the operation of the brewery, especially the design and
operation of the discharge of the caustic baths in the bottle washers and CIP tanks. Other
alternatives are using flue-gases from the boiler plant or surplus CO2 from the fermentation to
neutralise caustic in CIP plants or overflow from bottle cleaning facilities. The equipment can
be a scrubber or a simpler system with venting of the gas to a sump (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Zuur van het koolzuur kan gebruikt worden om de basische schoonmaakmiddelen in het afvalwater te neutraliseren?

Secondary treatment can include aerobic (see Section 4.5.3.1) and/or anaerobic (see
Section 4.5.3.2) processes. The most common aerobic method applied for brewery waste water
treatment is the activated sludge process (see Section 4.5.3.1.1). Nevertheless, using an
anaerobic process gives the advantage that less (or no) nutrient is needed for nutrient deficient
brewery waste water. The most commonly used anaerobic techniques are the UASB (see
Section 4.5.3.2.4) and the EGSB (see Section 4.5.3.2.8) reactors.
The excess sludge can be a significant part of the breweries’ solid waste generation and must be
disposed of. The use of sludge in land application has been reported (see Section 4.1.6).
If waste water requirements are more stringent than a BOD of 15 mg/l and an SS of
20 - 30 mg/l, tertiary treatment is necessary (see Section 4.5.4) (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

UASB en EGSB zijn veel toegepaste technieken om afvalwater te zuiveren. Bij een kleine brouwerij is de toevoer en vervuilingsgraad niet constant genoeg om dergelijke zuiveringsmethoden te onderhouden.

SS is volgens mij geen Duitse legereenheid, maar daar worden suspended solids mee bedoeld; onopgeloste deeltjes...

4.5.7.8.4 Water re-cycling in a brewery
Description
At the end of mash separation, the residual, very dilute worts, are allowed to freely drain until
an acceptable level of brewers’ grains moisture is achieved. After grains discharge, the fines
deposited beneath the false floor are removed by a hot water underplate pressure cleaning and
the false floor slots are kept unobstructed by an overhead hot water rinsing. These very dilute
worts are high in SS, lipids and polyphenols and, traditionally, have been considered
unacceptable for process re-use and are consequently sent to the WWTP. This loss is significant
in terms of water, energy and extract (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

SS is volgens mij geen Duitse legereenheid maar suspended solids; onopgeloste deeltjes.
Lipids zijn vet en polyphenols zijn polyfenolen? Wat zijn dat nu weer?

Polyfenolen zijn een groep van chemische verbindingen, die voorkomen in planten. Een molecuul polyfenol bestaat uit meer dan één fenolgroep, Ze worden onderverdeeld in tanninen en fenylpropanoïden zoals ligninen en flavonoïden. Polyfenolen kunnen worden aangetoond met een Fe(III)-chloride-oplossing, omdat ze hiermee een groene tot blauwe verbinding vormen.
De onderverdeling in tanninen, ligninen en flavonoïden is gebaseerd op zowel de polyfenyleenheden afkomstig van de secundaire plantstofwisseling in de shikimaatcyclus als van de klassieke indeling gebaseerd op het relatieve belang van elke basiscomponent bij de verschillende onderzoeksgebieden. Tannine vanwege het belang voor de leerlooierij, ligninen in verband met de structuur van de bodem en de plant en flavonoïden vanwege de secundaire plantenmetabolieten tegen vraat en de bloemkleurvorming (anthocyaninen).
Polyfenolen werken ontstekingsremmend en hebben een anticarcinogene werking. Flavonoïden en anthocyanen beschermen de lichaamscellen tegen vrije radicalen en vertragen de verbranding in de cel. Ook verminderen ze de afzet van vetachtige stoffen in de bloedvaten en zorgen voor een daling van LDL- cholesterol, waardoor minder arteriosclerose optreedt. Verder kwam uit een studie van het Vanderbilt University Medical Center naar voren dat bij het regelmatig drinken van vruchtensap het risico op de ziekte van Alzheimer met 76% werd verlaagd, waarvoor de polyfenolen verantwoordelijk gehouden worden. Polyfenolen hebben ook een bloeddrukverlagend effect (http://nl.wikipedia.org/wiki/Polyfenol) (http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/100120-wat-zijn-polyfenolen.htmlhttp://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/63527-polyfenol-antioxidant-en-bioactieve-stof.html).

BITTER IN DE MOND MAAKT HET HART GEZOND
Een teveel aan polyfenolen uit de mout komt het bier niet ten goede. ....Voor wat betreft polyfenolen is er iets anders aan de hand. Wetenschappers hebben namelijk ontdekt dat polyfenolen een positieve invloed hebben op de menselijke gezondheid. Vooral ter voorkoming van kanker. Dit komt door de antioxidatieve kracht van polyfenolen waardoor de werking van zuurstofradicalen in het bloed wordt opgeheven. Daarnaast is al langer bekend dat een matig alcoholgebruik hart- en vaatziekten tegengaat (www.hobbybrouwen.nl/artikel/Polyfenolen%20anders%20bezien.html).

Voor het beperken van de hoeveelheid polyfenolen bestaan twee redenen. De eerste reden is dat polyfenolen reageren met opgeloste eiwitten en zo zorgen voor troebelingen en een mindere smaakstabiliteit (opgeloste eiwitten dragen in belangrijke mate bij aan de body/volmondigheid van een bier). De schrijvers van het Brauweltartikel komen tot de conclusie dat de stabiliteit van een bier (zowel de helderheid als de smaak) niet in het geding is bij een hoger gehalte aan polyfenolen en zelfs verbetert als het eiwitgehalte beperkt is. Een laag eiwitgehalte krijg je door mout te gebruiken die eiwitarm is en door de eiwitoplossing beperkt te houden (alweer dus reden dus om geen lange eiwitrusten aan te houden!).
De andere reden waarom vaak getracht wordt de hoeveelheid polyfenolen uit mout te beperken is de onaangename bitterheid van moutfenolen en het samentrekkend gevoel in je mond. Ten aanzien van deze effecten wordt in het artikel geen aandacht besteed. Eerlijk gezegd heb ik niet zo veel trek een bittere pil te slikken die misschien wel goed mag zijn voor mijn gezondheid maar er ook voor zorgt dat ik wat minder geniet.
Overigens hoort een zekere hoeveelheid polyfenolen altijd in het bier te zitten. Polyfenolen met hun samentrekkend karakter maken onweersprekelijk onderdeel uit van de smaak van bier. Een bier zonder polyfenolen is laf en zonder karakter (www.hobbybrouwen.nl/artikel/Polyfenolen%20anders%20bezien.html).

Dus polyfenolen komen vanuit de mout in het (afval)water. Dus maar verder met het afvalwater...

Waste water from the lauter tun is a significant contributor to a brewery’s total waste water. The
strength of the lauter tun waste water depends on several factors. In terms of water balance, the
lower the spent grain moisture content, the greater the waste water volume. It is advantageous to
reduce further the volume of dilute wort drainings, but care is needed not to entrain air or extend
the time of wort collection. It is also common practice to apply deep bed raking during the bed
drain down to speed up the draining of the residual dilute worts after completion of the wort
collection to the kettle. The more aggressively this technique is employed, the more fines pass
through to the waste water. A higher level of retained spent grain after discharge, inevitably
results in more fines/COD being entrapped in the false floor plate and removed by the
underplate pressure cleaning and going to the waste water (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dus de wijze van brouwen heeft gevolgen voor de hoeveelheid afvalwater en de vervuiling hierin...

To enable the re-use of the waste water as process water for mashing, the removal of the very
fine colloidal size particles from the weak worts is necessary. This can be achieved by
centrifugation or two-stage filtration, i.e. coarse filtration followed by ultrafiltration. After the
coarse filtration stage, the waste water is subject to a cross-flow membrane process (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Dus het waswater kan worden gefilterd op diverse manieren om daarna weer gebruikt te worden als proceswater. De hoeveelheid afvalwater zal dan wel afnemen, maar de vervuilingsgraad neemt toe...

Achieved environmental benefits
Reduced levels of SS and COD in the waste water.
Operational data
An example UK brewery developed a pilot plant to deal with a specific high strength waste
water separately from the rest of the waste water. The lauter tun produced approximately 20 %
of the total waste water load of the brewery, as shown in Table 4.80.
Concentration Parameter
Total brewery waste water (mg/l)
Lauter tun waste water (mg/l)
Contribution of the lauter tun to the total load (%)
SS 800 6540 27
COD 2000 13100 22
Table 4.80: Waste water characteristics in a brewery
Before ultrafiltration can commence, it is necessary to remove coarse particles sized greater than
100 a. 70 % of the suspended solids are easily settleable and likely to be removed by coarse
filtration. Different in-line self-cleaning filters were trialled. Various screen sizes were used
with this unit and 30 a mesh was found to be optimal for solids removal with acceptable water
content, i.e. 75 % moisture. These were versatile enough to cope with the variable solids
loadings of the influent and also provided a discharge acceptable for disposal with the normal
brewers’ grains, rather than creating a new solid waste stream for disposal.
After the coarse filtration stage, the waste water is subject to a cross-flow membrane process.
The resultant concentrate is still very liquid at less than 1 % dry solids. If this was added to the
normal wet brewers’ grains at 75 % moisture, the overall moisture content would increase to
78 %. For a worst case scenario, this was assumed to be unacceptable and therefore the
concentrate would have to go to the WWTP. The cross-flow membrane filter retained 99 % of
the SS and 53 % of the COD, allowing for a 5-fold concentration effect.
The permeate post UF has undergone a 99 % reduction in suspended solids, a 45 % reduction in
polyphenols and a 99 % reduction in lipids. This can reportedly be used as a 1 to 3 substitute for
hot mashing water in the process. This results in an increase by 13 mg/l in polyphenols and
l mg/l in lipids (http://legsys.infomil.nl/legsys/brefs/voedingsmiddelenenzuivel.pdf).

Als kleine brouwer heb je volgens mij weinig aan zo'n filtratie. Ik heb eigenlijk sowieso niets gezien voor de kleine hobbybrouwer.

Al zou ik als kleine brouwer iets doen met de geur van de wortdamp en het het afvalwater. Afvalwater zou ik mogelijk hergebruiken bij het wateren van de hopplanten en dergelijke. Of zou dat illegaal afvaldumpen zijn? Verpakkingsafval zou ik kunnen hergebruiken als verpakking. al is het misschien weer afvaldumpen bij klanten/afnemers...Bierbostel kan voor brood worden gebruikt...Of zou dat ook niet mogen? Ik blijf met meer vragen dan antwoorden achter na het lezen van deze BREF...

Accijnswetgeving (GN-code 2203 en 2206)

$
0
0
Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de accijns in 1992 heeft Nederland één wettelijke regeling voor alle accijnsgoederen. Die goederen zijn thans bier, wijn, overige alcoholhoudende producten, minerale oliën en de meeste tabaksproducten. De belasting op alcoholvrije dranken en op enkele tabaksproducten is sinds 1993 geregeld in de afzonderlijke Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, omdat deze producten buiten de geharmoniseerde EG-regelgeving voor accijnsgoederen vallen (www.managementboek.nl/boek/9789013042603/accijnswetgeving-f.r.l.-hemelsoet).

Vanaf 1992 werd het mogelijk om, als amateur bierbrouwer, voor jezelf en je gezin bier te brouwen zonder dat je er accijns voor hoeft te betalen. Er is geregeld dat je ongeveer 100 liter per maand mag brouwen, je mag dit zelfgebrouwen bier echter niet verkopen (www.scholieren.com/praktische-opdracht/32083).

(www.bier-brouwer.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=51&Itemid=154)

Was in het verleden zelfbrouwen strafbaar, in 1983 kreeg PINT van het Ministerie van Financiën een voorlopige beschikking los, die op het volgende neer kwam: "Het brouwen van bier buiten een goedgekeurde brouwerij is strafbaar. Er zal niet worden opgetreden tegen het zelfbrouwen, als dat bier alleen in de huiselijke kring wordt gedronken. Ook zal in dat geval geen accijns worden geheven. Men hoeft dus geen individuele ontheffingen meer aan te vragen." (www.cambrinus.nl/bier/naderbekeken/thuisbr.htm)

Productie van bier en wijn kan eenieder in feite in zijn achtertuin of kelder doen. Er zijn zelfs speciale bierpakketten verkrijgbaar (ook via internet!) waarmee het mogelijk is om je eigen bier te brouwen. Ook eigen wijn maken van druiven is goed mogelijk. Heb je het een beetje onder de knie, dan kun je overigens een prima eindproduct verkrijgen.
Voor de thuisproductie van bier en wijn, is geen vergunning nodig, zolang je de alcoholische dranken maar voor eigen gebruik produceert. Dat wil zeggen: voor jezelf, je familieleden en gasten.
Iedereen kan dus simpelweg morgen een pakket kopen en starten met bier brouwen (http://blog.wetrecht.nl/zelf-alcohol-maken-mag-dat/).

Het brouwen van je eigen bier was tot voor kort verboden in Nederland en België. Het is sinds 1992 in België en sinds 1991(?) in Nederland, onder Europese druk, wel mogelijk voor particulieren om voor eigen gebruik bier te brouwen. Voor die tijd werd het (in Nederland) oogluikend toegestaan.
In Nederlandse wet staat:
Wet van 31 oktober 1991, houdende vereenvoudiging en uniformering van de accijnswetgeving
....
Artikel 1
   1.Onder de naam accijns wordt een belasting geheven van:
   a. bier;
   b. wijn;
   c. tussenprodukten;
   etc...
....
Artikel 5
1. Het is niet toegestaan:
   a. een accijnsgoed te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
   b. een accijnsgoed voorhanden te hebben dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken.
....
3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor:
   a. ...
   b. ...
   c. het thuis vervaardigen van bier en wijn door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen gebruik;
   etc...
....
In artkel 6 en 7 staat meer informatie m.b.t. de accijnswetgeving op bier; zie voor complete uitleg: Wet op de accijns (23-01-2010)- overheid.nl (www.bierwoordenboek.com/thuisbrouwer.ashx)

Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
Geldend op 19-03-2010 [Regeling vervalt per 01-04-2010]
...
AGP: Accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de wet;
....
Tankauto’s en schepen als onderdeel van de AGP
Een AGP is, gelet op artikel 42 van de wet, een geografisch vastgestelde locatie die in de vergunning is omschreven. Het is daarom in beginsel niet mogelijk een schip of vrachtauto als AGP aan te wijzen.
Bij de levering van minerale oliën aan tankstations en schepen is er op het tijdstip van de uitslag nog niet bekend hoeveel minerale olie zal worden uitgeslagen. Dit speelt ook bij bier dat vanuit de AGP met tankauto’s wordt afgeleverd bij horecaondernemers. De geleverde hoeveelheid staat pas vast bij de daadwerkelijke aflevering aan het tankstation, aan het schip of aan de horecaondernemer. Mede ter voorkoming van administratieve handelingen bestaat er daarom behoefte om voor deze leveringen een uitzondering te maken.
Goedkeuring
Ik keur goed dat tankauto’s die bier aan horecaondernemingen afleveren, tankauto’s die minerale olie aan tankstations afleveren en leurschepen die minerale olie met vrijstelling van accijns afleveren aan schepen geacht worden deel uit te maken van de AGP waaruit wordt afgeleverd. Deze goedkeuring moet worden opgenomen in de vergunning voor de AGP waaruit wordt afgeleverd.
De goedkeuring is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
– de afleveringen van de minerale oliën en het bier moeten plaatsvinden via op de tankauto's aanwezige geijkte meters;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake lichte olie, halfzware olie en gasolie mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar liters ad 15° C. op basis van de soortelijke massa van de betreffende minerale olie en de temperatuur op het moment van belading van de tankauto;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake vloeibaar gemaakt petroleumgas mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar kilogrammen op basis van een soortelijke massa van 0,54;
– tijdens het vervoer van de minerale olie of het bier moet de herkomst worden aangetoond met een bescheid als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
... (http://wetten.overheid.nl/BWBR0026806/geldigheidsdatum_19-03-2010)

Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
Geldend op 03-01-2013
Accijns, beleidsregels accijnswetgeving
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit is een actualisering van het beleidsbesluit van 16 mei 2012, nr. BLKB2012/540M, Stcrt. 2012, 10435 , dat hiermee wordt ingetrokken. Naast enige aanpassingen van redactionele aard zijn de volgende beleidsregels vervallen of gewijzigd:
....
3.2. Tankauto’s en schepen als onderdeel van de AGP
Een AGP is, gelet op artikel 42 van de wet, een geografisch vastgestelde locatie die in de vergunning is omschreven. Het is daarom in beginsel niet mogelijk een schip of vrachtauto als AGP aan te wijzen.
Bij de levering van minerale oliën aan tankstations en schepen is het op het tijdstip van de uitslag tot verbruik nog niet bekend hoeveel minerale olie daadwerkelijk zal worden afgeleverd. Dit speelt ook bij bier dat vanuit de AGP met tankauto’s wordt afgeleverd bij horecaondernemers. De geleverde hoeveelheid staat pas vast bij de daadwerkelijke aflevering aan het tankstation, aan het schip of aan de horecaondernemer. Mede ter voorkoming van extra administratieve handelingen bestaat er daarom behoefte om voor deze leveringen een uitzondering te maken op vorenbedoeld vereiste met betrekking tot de locatie van een AGP.
Goedkeuring
Ik keur goed dat tankauto’s die bier aan horecaondernemingen afleveren, tankauto’s die minerale olie aan tankstations afleveren en leurschepen die minerale olie met vrijstelling van accijns afleveren aan schepen geacht worden deel uit te maken van de AGP waaruit wordt afgeleverd. Deze goedkeuring moet worden opgenomen in de vergunning voor de AGP waaruit wordt afgeleverd.
De goedkeuring is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
– de afleveringen van de minerale oliën en het bier moeten plaatsvinden via op de tankauto's aanwezige geijkte meters;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake lichte olie, halfzware olie en gasolie mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar liters ad 15° C. op basis van de soortelijke massa van de betreffende minerale olie en de temperatuur op het moment van belading van de tankauto;
– voor de berekening van de verschuldigde accijns inzake vloeibaar gemaakt petroleumgas mogen de op de tankstations afgeleverde actuele liters worden omgerekend naar kilogrammen op basis van een soortelijke massa van 0,54;
– tijdens het vervoer van de minerale olie of het bier moet de herkomst worden aangetoond met een bescheid als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
...(http://wetten.overheid.nl/BWBR0032474/geldigheidsdatum_03-01-2013)

Het is een onduidelijk verhaal....
Zo vind ik een anekdote van een wijngaard:
Een leuk detail is, dat ik onlangs (16-09-05) van de belastingdienst een schrijven heb mogen ontvangen waarin een uiteenzetting is gegeven over de plichten van wijngaard eigenaren in zake de AGP en IVV vergunning. Als ik wijn of druivensap produceer en deze aan anderen ga leveren, `dan zal dit gevolgen hebben` zo schrijft de inspecteur der belastingen met een opgeheven typisch Hollands vingertje. Dit schrijven, gericht aan Wijngaard de wijnhoek, is voor mij voldoende bewijs dat de ambtenaren bij de belastingdienst ook van een wijntje houden want ik sta met mijn druiven hobby voor eigen genot nergens anders geregistreerd dan op mijn eigen website. Leuker kunnen ze het waarschijnlijk niet maken maar wel makkelijker...... het blijven per slot van rekening ambtenaren en wetgeving is wetgeving … toch? (www.dewijnhoek.nl/database/accijns.html)

Als ik zoek bij de belastingdienst op: 'bier brouwen' vind ik:

Zelf accijnsgoederen maken
U mag bier en wijn voor eigen gebruik maken. Maar u mag bier en wijn niet verkopen.
Wilt u andere accijnsgoederen dan bier en/of wijn maken? Of wilt u zelfgemaakt bier en zelfgemaakte wijn verkopen? Dan moet u zich inschrijven als ondernemer bij:
de Kamer van Koophandel en
de Belastingdienst
In sommige gevallen kunt u zich bij de Kamer van Koophandel ook inschrijven voor de Belastingdienst.
Daarna moet u bij Belastingdienst/Douane een vergunning aanvragen voor het zelf maken van accijnsgoederen. Zo'n vergunning heet een Vergunning accijnsgoederenplaats. Meer informatie hierover vindt u bij Accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen maken.
(www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/aangifte_doen/andere_belastingen/accijnsgoederen_of_verbruiksbelastinggoederen_maken_in_nederland_2/zelf_accijnsgoederen_maken)

Accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen vervaardigen
Voordat u accijnsgoederen en/of verbruiksbelastinggoederen in Nederland vervaardigt moet u altijd hebben: een Vergunning vervaardiging in een accijnsgoederenplaats en/of een Vergunning inrichting voor de vervaardiging van verbruiksbelastinggoederen.
De vervaardigde accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen liggen:
onder schorsing van accijns in uw accijnsgoederenplaats
onder schorsing van verbruiksbelasting in uw inrichting voor verbruiksbelastinggoederen.
U moet de accijns of verbruiksbelasting pas betalen als u de goederen uit uw accijnsgoederenplaats of uw inrichting voor verbruiksbelastinggoederen uitslaat tot verbruik. U betaalt accijns of verbruiksbelasting periodiek achteraf.
In de vergunning staat onder andere op welke locatie u welke accijnsgoederen of verbruiksbelastinggoederen mag vervaardigen en opslaan. (Een woonhuis komt niet in aanmerking als locatie.)....Met een Vergunning vervaardiging in een accijnsgoederenplaats of Vergunning inrichting voor de vervaardiging van verbruiksbelastinggoederen moet u periodiek elektronisch aangifte doen van de te betalen accijns of verbruiksbelasting  (www.belastingdienst.nl/wps/wcm/
connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedrijven/accijns_en_verbruiksbelasting/inleiding_accijns_verbruiksbelastingen/accijnsgoederen_verbruiksbelastinggoed_maken/accijnsgoederen_of_verbruiksbelastinggoederen_vervaardigen).

Bier
Het extractgehalte van bier bepaalt hoeveel accijns u moet betalen. Het extractgehalte wordt uitgedrukt in percenten Plato.
Bier gemengd met een alcoholvrije drank noemen we limonade als in het mengsel 0,5% of minder alcohol zit. Voor limonade betaalt u verbruiksbelasting, geen accijns.
Voor bier gebrouwen door kleine brouwerijen kan een verlaagd accijnstarief gelden. U kunt dat aanvragen als u kunt bewijzen dat uw brouwerij:
- zelfstandig is
- economisch onafhankelijk is van andere bierbrouwerijen
- geen bier onder licentie produceert
- in het vorig kalenderjaar niet meer hebt gebrouwen dan 200.000 hectoliter
- installaties gebruikt die fysiek losstaan van die van andere bierbrouwerijen
(www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedrijven/accijns_en_verbruiksbelasting/inleiding_accijns_verbruiksbelastingen/bijzonderheden_per_accijnsproduct/bijzonderheden_per_accijnsproduct#Bier)

Huisvlijt wordt niet gewaardeerd door de Nederlandse overheid (hoe anders was dat niet in China, waar bijvoorbeeld staaloventjes in de achtertuin werden aangemoedigd). Hoewel het afhankelijk is van het alcoholpercentage van de drank die je produceert, zou je bijvoorbeeld voor wijn al snel bijna een euro per liter aan accijnzen moeten betalen. Bier is aanzienlijk goedkoper met (afhankelijk van het alcoholpercentage) nog geen 8 cent per liter tot een halve euro per liter. Lukt het je om zelf een mousserende wijn (‘bubbels’) te maken, dan betaal je zo’n 2,50 euro per liter aan accijnzen.
Het verkopen van alcoholhoudende drank, mag enkel wanneer je een horeca- of slijtersvergunning hebt volgens de Drank- en Horecawet (er zijn enkele uitzonderingen, zoals winkels die voornamelijk in levensmiddelen handelen, reden waarom de Albert Heijn lichtalcoholhoudende drank mag verkopen) (http://blog.wetrecht.nl/zelf-alcohol-maken-mag-dat/).

Invoeringswet Wet op de accijns
Geldend op 23-03-2015
Artikel XVII
De accijns van bier wordt geheven ter zake van het hier te lande vervaardigen en van de invoer van bier.
Artikel XVIII
1.De accijns waaraan het hier te lande vervaardigde bier is onderworpen, wordt berekend naar het aantal hectolitergraden wort van het brouwsel en bedraagt per hectolitergraad wort:
a. voor de eerste 800 000 hectolitergraden f 9,19;
b. voor de hectolitergraden boven 800 000 f 10,28.
2.Indien aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat het aantal hectolitergraden wort in dat jaar een hoeveelheid van 90 000 niet heeft overschreden, bedraagt de accijns in afwijking van het eerste lid, per hectolitergraad wort f 8,69 en vindt herrekening plaats. De inspecteur stelt het aan de brouwer terug te geven bedrag bij beschikking vast.
3.Bij ministeriële regeling kan, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, worden bepaald dat het in het tweede lid vermelde tarief reeds bij de aanvang van het kalenderjaar toepassing vindt.
4.Het aantal hectolitergraden wort is het produkt van de hoeveelheid wort bij een temperatuur van 17,5 °C en het verschil tussen de dichtheid van het wort en de dichtheid van zuiver water, beide bij die temperatuur. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters, met verwaarlozing van gedeelten van een hectoliter. Het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden in tienden nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderdste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij een temperatuur van 17,5 °C.
5.Het aantal hectolitergraden wort wordt uitgedrukt in een geheel getal, met verwaarlozing van gedeelten van een hectolitergraad.
6.Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt in aanmerking genomen het aantal hectolitergraden wort van de brouwsels die in dezelfde brouwerij in een kalenderjaar zijn vervaardigd.
7.Indien de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats voor bier de brouwerij slechts gedurende een gedeelte van een kalenderjaar in werking heeft gehad, wordt het in het eerste en tweede lid vermelde aantal hectolitergraden wort voor dat jaar naar evenredigheid verminderd.
Artikel XIX
1.De accijns waaraan het bier dat wordt ingevoerd is onderworpen, wordt berekend naar het aantal hectolitergraden bier.
2.De accijns voor bier dat wordt ingevoerd op fles bedraagt per hectolitergraad bier f 10,50.
3.In afwijking van het tweede lid bedraagt de accijns voor bier op fles, dat afkomstig is van een brouwerij waarvan in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 950 000 hectolitergraden bier is ingevoerd anders dan met vrijstelling, f 10,21 per hectolitergraad bier.
4.De accijns voor bier dat wordt ingevoerd anders dan op fles bedraagt per hectolitergraad bier f 9,90.
5.In afwijking van het vierde lid bedraagt de accijns voor bier anders dan op fles, dat afkomstig is van een brouwerij waarvan in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 950 000 hectolitergraden bier is ingevoerd anders dan met vrijstelling, f 9,67 per hectolitergraad bier.
6.In afwijking van het tweede tot en met het vijfde lid bedraagt de accijns voor bier dat afkomstig is van een brouwerij die in het voorafgaande kalenderjaar een totale jaarproduktie had van niet meer dan 90 000 hectolitergraden wort:
a. voor bier op fles f 9,65 per hectolitergraad bier;
b. voor bier anders dan op fles f 9,14 per hectolitergraad bier.
7.Het aantal hectolitergraden bier is het produkt van de hoeveelheid ingevoerd bier en het verschil tussen de dichtheid van het wort waaruit dat bier is vervaardigd en de dichtheid van zuiver water, beide bij een temperatuur van 17,5 °C. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters in honderdsten nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een honderdste hectoliter. Het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden in tienden nauwkeurig, met verwaarlozing van gedeelten van een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderdste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij een temperatuur van 17,5 °C.
8.Het aantal hectolitergraden bier wordt uitgedrukt in een geheel getal, met verwaarlozing van gedeelten van een hectolitergraad.
9.Het bepaalde in artikel XVIII, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
10.Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van de uitvoering.
Artikel XX
1.De accijns van bier dat hier te lande wordt vervaardigd, wordt verschuldigd op het tijdstip gelegen direct na het koken van het wort.
2.De vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats voor bier doet, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, voor het einde van de maand aangifte van het in de voorafgaande maand vervaardigde aantal hectolitergraden wort en van het aantal hectolitergraden wort dat is gebezigd voor de bereiding van het bier dat in die maand is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
3.Op de over een maand verschuldigde accijns wordt in mindering gebracht de accijns over het bier dat in dezelfde maand met vrijstelling van accijns is afgeleverd, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
4.Het op grond van het derde lid verkregen bedrag wordt, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, voldaan uiterlijk de twintigste dag van de derde maand volgende op de maand waarop de aangifte betrekking heeft.
5.Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de berekening van het aantal hectolitergraden wort dat is gebezigd voor de bereiding van het bier dat is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan (http://wetten.overheid.nl/BWBR0005346/geldigheidsdatum_23-03-2015).

Wet op de accijns
Geldend op 23-03-2015
Wet van 31 oktober 1991, houdende vereenvoudiging en uniformering van de accijnswetgeving
...
Artikel 1
1. Onder de naam accijns wordt een belasting geheven van:
a. bier;
...
Artikel 5
1. Het is niet toegestaan:
a. een accijnsgoed te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
b. een accijnsgoed voorhanden te hebben dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken.
2. Het verbod als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien het vervaardigen geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor:
a. het vervaardigen van accijnsgoederen uit andere accijnsgoederen, waarbij het accijnsbedrag dat de eerstbedoelde accijnsgoederen vertegenwoordigen niet hoger is dan het accijnsbedrag dat de accijnsgoederen vertegenwoordigen waaruit zij zijn vervaardigd;
b. het vervaardigen van accijnsgoederen waarvoor een vrijstelling van accijns geldt op de voet van artikel 65;
c. het thuis vervaardigen van bier en wijn door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen gebruik;
...
Afdeling 1. Bier
Artikel 6
Onder bier wordt verstaan:
a. elk produkt van GN-code 2203; en
b. elk produkt van GN-code 2206 dat een mengsel van bier als bedoeld in onderdeel a en niet-alcoholhoudende dranken bevat;
voor zover deze produkten een alcoholgehalte hebben van meer dan 0,5%vol.
Artikel 7
1. De accijns bedraagt per hectoliter voor bier met een extractgehalte, uitgedrukt in percenten Plato, van:
a. minder dan 7 € 7,59;
b. 7 tot 11 € 28,49;
c. 11 tot 15 € 37,96;
d. 15 en meer € 47,48.
2. Met betrekking tot bier als bedoeld in artikel 6, onderdeel b, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2%vol wordt het tarief van het eerste lid, onderdeel a, toegepast.
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid bedraagt de accijns voor bier dat is vervaardigd in een accijnsgoedereplaats waar in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd 92,5/100 deel van de in de onderdelen b, c en d vermelde bedragen.
4. Het derde lid vindt slechts toepassing met betrekking tot een accijnsgoederenplaats die:
a. juridisch en economisch onafhankelijk is van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd;
b. gebruik maakt van installaties die in fysiek opzicht losstaan van die van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd; en
c. geen bier vervaardigt onder licentie, tenzij het onder licentie vervaardigde bier slechts een klein gedeelte van de totale produktie betreft, met dien verstande dat het derde lid geen toepassing vindt met betrekking tot het onder licentie vervaardigde bier.
5. Voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt een samenwerkingsverband van twee of meer accijnsgoederenplaatsen waar gezamenlijk in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd, aangemerkt als één accijnsgoederenplaats.
6. Onder extractgehalte wordt verstaan het gehalte van de in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen, vermeerderd met het gehalte van de na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
7. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het derde en vierde lid.
8. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het bepalen van het extractgehalte.
9. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, het volume van bier in geconcentreerde vorm herleid tot het volume van voor gebruik gereed bier.
10. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op bier dat afkomstig is uit een brouwerij buiten Nederland.
...
Artikel 104
Deze wet kan worden aangehaald als Wet op de accijns.
(http://wetten.overheid.nl/BWBR0005251/geldigheidsdatum_23-03-2015)
(http://gebruikstarief.douane.nl/lijsten-overzichtenhttp://gebruikstarief.douane.nl/about)


Maar wat zijn die codes?

Over het gebruikstarief
Het 'gebruikstarief' is een verzameling van communautaire en nationale wettelijke bepalingen en voorschriften die bij de in- en (weder)uitvoer van goederen van toepassing zijn. Deze verzameling bezit op zich geen wettelijke kracht, maar is samengesteld om het gebruik makkelijker te maken.

In geval van twijfel omtrent de juistheid van de maatregelen, zoals die in het gebruikstarief zijn weergegeven, moet de oorspronkelijke wettelijke tekst worden geraadpleegd De informatie in het gebruikstarief wordt dagelijks aangepast aan de actuele situatie en bevat alle gegevens welke bij in- en (weder)uitvoer van toepassing zijn. Het wordt dagelijks gepubliceerd en is te raadplegen via Intranet en Internet.
Het gebruikstarief is gebaseerd op het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschap (Taric) en de maatregelen die voortkomen uit de nationale wet- en voorschriftgeving zijn hieraan toegevoegd. Deze communautaire- en nationale maatregelen zijn geïntegreerd in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Dat wil zeggen dat de afzonderlijke naamlijsten van goederen, waarop de maatregelen betrekking hebben, tot één geheel zijn samengevoegd waarbij aan elke goederenomschrijving een z.g. Taric-code is toegekend (10-cijferniveau).... (http://gebruikstarief.douane.nl/about).

De GN is gebaseerd op het wereldwijd Geharmoniseerde Systeem (“GS”) inzake de
omschrijving en de codering van goederen, dat is opgesteld door de Internationale
Douaneraad (“IDR”), thans de Werelddouaneorganisatie (“WDO”), en ingevoerd bij
het Internationaal Verdrag van Brussel van 14 juni 1983 (“Verdrag betreffende het
GS”) ( G. Danilović 2010/2011, blz. 5).


De gecombineerde nomenclatuur (GN) wordt jaarlijks in de vorm van een verordening tot wijziging van de verordening (EEG) 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur, het gemeenschappelijk douanetarief en de eventuele daarop volgende verdere verordeningen met wijzigingen daarop, gepubliceerd.
De afzonderlijke publicatie van de GN in het gebruikstarief behelst naast de relevante verordeningen van het voorafgaande jaar, een reeks publicaties met betrekking tot het huidige jaar en voorzover als mogelijk de publicaties voor het aankomende jaar (http://gebruikstarief.douane.nl/about#idp73307864).

Soms wijzigen de codes en de bijbehorende tarieven dus. Zo was er in de jaren negentig een wijziging zo lees ik:

De wijzigingen in de GN per 1 januari 1998 betreffen zowel een wijziging van de nomenclatuur van de goederen als een verlaging van bepaalde rechten.
a) Wijzigingen in de nomenclatuur

De in de nomenclatuur aangebrachte wijzigingen zijn een gevolg van de jaarlijkse communautaire wijzigingen in verband met de eisen van de statistiek en de handelspolitiek. Zij betreffen een aanvullende aantekening en een aanzienlijk aantal onderverdelingen en codenummers.
Een groot deel van de wijziging van de onderverdelingen en codenummers houdt verband met de integratie van:
- maatregelen die zijn overeengekomen in het kader van het Information Technology Agreement (ITA) die op 1 juli 1997 in werking zijn getreden (Verordening (EG) nr. 1153/97 - PbEG L 168) of
- de door de Gemeenschap met ingang van 1 november 1997 door middel van autonome schorsingen toegepaste versnelde afbraak van de douanerechten voor bepaalde producten uit de ITA en voor bepaalde producten die worden gebruikt bij de vervaardiging en bij het testen van halfgeleiders (Verordening (EG) nr. 2216/97 - PbEG L 305).
Vorenstaande maatregelen zijn in 1997 door middel van Taric-onderverdelingen geïntegreerd en worden per 1 januari 1998 omgezet in GN-onderverdelingen.
b)Verlaging van de douanerechten

De verlagingen zijn het gevolg van de in het kader van de Uruguay-Ronde (UR) overeengekomen gefaseerde afbraak van rechten. Het betreft de vierde etappe verlaging van de rechten voor:
- bepaalde visserijproducten (ex hoofdstuk 3, de codes ex 1604, ex 1605 en 1902 2010, van de GN);
- tomaten, komkommers, artisjokken en courgettes (ex hoofdstuk 7 van de GN);
- citrusvruchten, druiven, appels, peren abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen) en pruimen (ex hoofdstuk 8 van de GN);
- druivensap en druivensap (ex codes 2009 en 2204 van de GN) en
- het merendeel van de producten vallende onder de hoofdstukken 25 t/m 96 van de gecombineerde nomenclatuur (GN).
De verlagingen zijn ook van invloed op de rechten die van toepassing zijn in het kader van de algemene tariefpreferenties (APS) en in het kader van preferentiële overeenkomsten, indien het preferentiële recht gelijk is aan een bepaald percentage van het algemeen geldende recht (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1997-247-p67-SC11974.html).

Maar hoe zit het nu:

Hyperlink GN jaar: 2015: Publicatie 1 Vo 1101/2014 Publicatieblad LL312/2014
(http://gebruikstarief.douane.nl/about#idp73307864) (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL). In deze lijst zijn voor zo een beetje elke drank een eigen code nummer verzonnen:

2203 00 Bier van mout:
– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 10 l:
2203 00 01 – – verpakt in flessen . . . . . . . . . . . vrij l
2203 00 09 – – ander . . . ...................... . . . . . . vrij l
2203 00 10 – in verpakkingen inhoudende meer dan 10 l . . . . . . . . . . . . vrij l
 (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL)

2206 00 andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honingdrank);
mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met
alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen:
2206 00 10 – piquette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,3 €/% vol/hl MIN  7,2 €/hl l
– andere:
– – mousserend:
2206 00 31 – – – appelwijn en perenwijn  . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19,2 €/hl l
2206 00 39 – – – andere . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19,2 €/hl l
– – niet mousserend, in verpakkingen inhoudende:
– – – niet meer dan 2 l:
2206 00 51 – – – – appelwijn en perenwijn . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,7 €/hl l
2206 00 59 – – – – andere . . . . . . . .  . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,7 €/hl l
– – – meer dan 2 l:
2206 00 81 – – – – appelwijn en perenwijn . . . . . . . . . . .  . . . . . . . . . . 5,76 €/hl l
2206 00 89 – – – – andere .
 (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R1101&qid=1415711617639&from=NL)

Volgens mij is die GN code 2206 helemaal niet voor bier.
Als ik nog even kijk in de lijst van 2007 lees ik:
Voor de toepassing van post 2202 wordt onder „alcoholvrije dranken” verstaan, dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer
dan 0,5 % vol. Alcoholhoudende dranken worden naar gelang van het geval ingedeeld onder de posten 2203 tot en met 2206 of onder
post 2208.
(VERORDENING (EG) Nr. 1549/2006 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief)

2202 bevat dan dus de alcoholvrije bieren en  2206 zou dus gebruikt kunnen worden voor mousserende bieren? Of worden bedoeld:
gemberbier en kruidenbier, zijnde bruisende dranken gemaakt van suiker en
water, waaraan gember of kruiden zijn toegevoegd en die door toevoeging
van gist aan het gisten zijn gebracht ( G. Danilović 2010/2011, blz. 7).

Het is soms nogal een discussie en een rechter komt er soms bij aan te pas (zie G. Danilović 2010/2011, blz. 9).
Maltbase arrest: gefiltreerde maltbase is geen drank (HR 19 juni 2009, zaak nr. 44 029, LJN: BC5878.)
Uit de stukken van het geding valt af te leiden dat in de zaak Maltbase belanghebbende de Inspecteur had verzocht haar een bindende tariefinlichting (“BTI”) te verstrekken voor een in dat verzoek als gefiltreerde maltbase aangeduid product met de volgende omschrijving:
Vergiste drank op basis van o.a. mout, welke na filtratie een heldere
alcoholische niet schuimende vloeistof levert met een minimaal alcoholgehalte
van 14%. De onvergiste basis bestaat hoofdzakelijk uit zetmeel en
suikerhoudende grondstoffen, hop en water. Categoriestam: Het
stamwortgehalte bedraagt meer dan 15,5° Plato is van categorie S. De vergiste
base wordt aangeboden als bulkgoed dat vervoerd wordt in een daartoe
bestemd vervoermiddel.
In de aanvraag werd verzocht om indeling onder GN-post 2203 00 10 als bier van mout. De Inspecteur verstrekte aan belanghebbende echter een BTI waarin de gefiltreerde maltbase werd ingedeeld onder GN-post 2208 90 99. Belanghebbende maakte bezwaar, maar zonder succes. In beroep kwam deze procedure uiteindelijk terecht bij de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam. Dit Hof stelde in zijn uitspraak eerst vast dat:
de gefiltreerde maltbase “een door ultrafiltratie van bier verkregen kleurloze,
niet schuimende drinkbare vloeistof is, die niet naar bier smaakt, en wel naar
alcohol maar niet naar bier ruikt. Het product wordt onder meer gebruikt als
ingrediënt voor mixdranken zoals breezers en shooters. Het product als zodanig
wordt niet als drank verkocht of aangeboden”.
Het Hof oordeelde vervolgens dat de gefiltreerde maltbase niet onder GN-post 22.06 kan worden ingedeeld, nu deze post betrekking heeft op dranken en de gefiltreerde maltbase dient als ingrediënt voor dranken. De enkele omstandigheid dat gefiltreerde maltbase drinkbaar is omdat het niet giftig is, doet daaraan naar 's Hofs oordeel niet af, nu het in de praktijk als zodanig kennelijk niet wordt gedronken, en ook niet als drank wordt verkocht of aangeboden.
Voorts kon gefiltreerde maltbase ook niet worden ingedeeld in GN-post 2203. Het Hof concludeert dat, de inhoud van de verpakking in acht nemend, de gefiltreerde maltbase, op basis van de tekst van tariefpostonderverdeling dient te worden ingedeeld in GN-onderverdeling 2208 90 9924. Het Hof verwijst ook naar de toelichting van de Internationale Douaneraad op post 2207 welke bevestigt dat de gefiltreerde maltbase als ethylalcohol moet worden ingedeeld. Belanghebbende heeft vervolgens tegen de uitspraak van het Hof cassatie ingesteld.
Onder verwijzing naar het Dr. Ritter GmbH - arrest van het HvJ EU oordeelde de Hoge Raad dat onder het begrip “drank” in de GN moeten worden verstaan alle vloeistoffen die geschikt en bestemd zijn voor menselijke consumptie. De gefiltreerde maltbase is dan ook een vloeistof die kan en mag worden gedronken en daardoor een drank in de zin van de GN. Daaraan wordt niet afgedaan door de omstandigheid dat de gefiltreerde maltbase primair wordt aangewend bij de productie van andere
dranken. De HR vervolgde echter met het oordeel dat een drank in de zin van de GN een vloeistof is die geschikt en bestemd is voor menselijke consumptie. Op basis hiervan oordeelde de HR vervolgens dat:
Niet voor redelijke twijfel vatbaar is echter dat het daarbij dient te gaan om een
vloeistof die bestemd is om in de staat waarin deze verkeert zonder bezwaar
door mensen te worden geconsumeerd en als zodanig met het oog op die
consumptie op de markt wordt gebracht. ...Een product als de gefiltreerde
maltbase voldoet hieraan niet, nu het bestemd is om te dienen als halffabricaat
voor de bereiding van gerede dranken. Op grond hiervan faalt het middel.

...de indeling in de GN van “gefilterde maltbase” (gezuiverd bier). De Hoge Raad heeft in navolging van het Gerechtshof te Amsterdam geconcludeerd dat gezuiverd bier moet worden ingedeeld onder post 22.08 ( G. Danilović 2010/2011, blz. 24).

Of wat te denken van: 
Moet de gecombineerde nomenclatuur in de versie van verordening (EG)
nr 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 (Pb L 279, blz 1) alsook
in de versie van verordening (EG) nr 1832/2002 van de Commissie van 1
augustus 2002 (Pb L 290, blz 1), aldus worden uitgelegd dat een als “malt beer
base” aangeduid product met een alcoholvolumegehalte van ongeveer 14%
vol., dat uit gebrouwen bier is gewonnen, dat is gezuiverd en daarna aan een
ultrafiltratie wordt onderworpen waardoor ingrediënten zoals bittere stoffen en
eiwitten worden uitgedund, onder post 22.08 moet worden ingedeeld?”

De brouwerij had in Nederland in 2002  ruim 170.000 liter maltbeerbase gekocht voor de vervaardiging van hun Salitos Ice. De Duitse douane beordeelde het onder code 2208 in plaats van 2203. Daar was de brouwerij het niet mee eens (HvJ EU zaak nr. C-196/10 inzake Paderborner Brauerei Haus Cramer KG, 7 april 2010). Op 14 jul 2011 kwam een uitspraak :
‘For the purposes of this Directive, the term “beer” covers any product falling within CN code 2203 or any product containing a mixture of beer with non-alcoholic drinks falling within CN code 2206, in either case with an actual alcoholic strength by volume exceeding 0,5% vol.’
...The CN, established by Regulation No 2658/87, is based on the international Harmonised Commodity Description and Coding System (‘the HS’) drawn up by the Customs Cooperation Council, now the World Customs Organisation (‘the WCO’), adopted by the International Convention concluded in Brussels on 14 June 1983 and approved on behalf of the European Economic Community by Council Decision 87/369/EEC of 7 April 1987 concerning the conclusion of the International Convention on the Harmonised Commodity Description and Coding System and of the Protocol of Amendment thereto (OJ 1987 L 198, p. 1; ‘the HS Convention’). The CN reproduces the headings and subheadings of the HS to six digits, with only the seventh and eighth figures creating further subheadings which are specific to it.
...Under the terms of Article 12 of Regulation No 2658/87, the European Commission is required to adopt each year, by means of a regulation, a complete version of the CN together with the corresponding autonomous and conventional rates of duty of the Common Customs Tariff, as it results from measures adopted by the Council of the European Union or by the Commission.
....
‘Beer is an alcoholic beverage obtained by fermenting a liquor (wort) prepared from malted barley or wheat, water and (usually) hops. … The addition of hops imparts a bitter and aromatic flavour and improves the keeping qualities. …
...
 Paderborner Brauerei is a brewery. In 2002 it purchased a total of 99 847.33 litres, and on 6 and 23 June 2003 a total of 74 745.41 litres, of a so-called ‘malt beer base’ from Alko International BV in the Netherlands, which it used to produce a mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’.
... According to the information provided by the Finanzgericht (Finance Court) Düsseldorf, the ‘malt beer base’ is produced from brewed beer with an alcoholic strength by volume of approximately 14%, which is clarified and then subjected to ultrafiltration, by which the concentration of ingredients such as bitter substances and proteins is reduced. The ‘malt beer base’ also has an alcoholic strength by volume of 14%. It is a colourless, clear liquid which smells of alcohol and has a slightly bitter taste.
...
 In the present case, it is apparent from the HS explanatory notes relating to heading 2203 of the CN that beer must be considered to be an alcoholic beverage. The classification of a product as a ‘beverage’ within the meaning of the CN depends on whether it is a liquid and is intended for human consumption (Case 114/80 Dr Ritter [1981] ECR 895, paragraph 9).
However, according to the information provided by the referring court, the ‘malt beer base’ is not an end product intended for consumption but rather an intermediate product for use in the production of the mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’. Therefore, even though the ‘malt beer base’ is a liquid and is suitable for human consumption in the sense that it is drinkable, it is not, as an intermediate product, primarily intended for human consumption. In view of the fact that this product is not sold to consumers as an end product, it should not be considered to be an alcoholic beverage.
...
While it is true that the explanatory notes to the CN relating to heading 2208 exclude from that heading alcoholic beverages obtained from fermentation, it need only be noted, in this case, that this does not concern the ‘malt beer base’, in so far as it is an intermediate product, because, as has been indicated in paragraph 34 of the present judgment, it is not an alcoholic beverage.
....
In any event, the ‘malt beer base’ is not obtained purely and simply by fermentation but is thereafter subjected to ultrafiltration. As a result of this additional treatment, the product in question, which is produced from brewed beer, loses the objective properties and characteristics particular to beer. It does not look like beer and it also does not have the bitter taste specific to beer. According to the information provided by the referring court, the ‘malt beer base’ is a colourless, clear liquid which smells of alcohol and has a slightly bitter taste and an alcoholic strength by volume of 14%, which is used to produce a mixed drink marketed under the designation ‘Salitos Ice’. These objective properties and characteristics do not correspond to those of beer coming under heading 2203 of the CN but do, by contrast, correspond to those of ethyl alcohol under heading 2208 or are, in any event, akin to those properties and characteristics.
...Finally, with regard to the argument of Paderborner Brauerei that the HS explanatory note relating to heading 2208 states that ethyl alcohol has no aroma, whereas the ‘malt beer base’ smells of alcohol and has a slightly bitter taste, it must be observed at the outset that there is a degree of linguistic difference between the French and English versions, both official versions of the HS explanatory notes, in that regard.
However, neither of the two versions of that explanatory note requires that a product be completely devoid of taste or aroma in order for it to be classified as ethyl alcohol. In particular, according to both versions, ethyl alcohol is distinguishable from spirits, liqueurs and all other spirituous beverages coming under heading 2208 of the CN by reason of the presence in those products of distinctive flavouring substances or properties of taste (see, to this effect, Case 185/73 König [1974] ECR 607, paragraph 19).
Consequently, in contrast to those latter products, the taste and aroma of ethyl alcohol are neutral elements as regards the classification of a product under heading 2208 of the CN. The fact that the ‘malt beer base’ smells of alcohol and has a slightly bitter taste does not therefore prevent it from being classified under that heading.
In the light of all of the foregoing, the answer to the question referred is that Regulation No 2658/87 must be interpreted as meaning that a liquid described as a ‘malt beer base’, such as that in issue in the main proceedings, with an alcoholic strength by volume of 14% and obtained from brewed beer which has been clarified and then subjected to ultrafiltration, by which the concentration of ingredients such as bitter substances and proteins has been reduced, must be classified under heading 2208 of the CN.

In deze uitspraak wordt gewezen op een verschil in uitwerking in de Engelse en Franse versie van de verordening. G. Danilović 2010/2011 (blz. 17) wijst er ook op dat de Engelse, Franse en Duitse taalversies ruimer geredigeerd zijn dan de Nederlandse. Deze laatste lijkt namelijk te beperken tot
producten die gedistilleerde alcohol bevatten. De Engelse, Franse en Duitse taalversies omvatten daarentegen ook producten die ethylalcohol bevatten. Die ethylalcohol kan immers ook op andere wijze dan via distillatie zijn verkregen. Het voorgaande is van belang omdat de verschillende GN-posten een onderscheid beogen te maken tussen producten die allemaal tenminste hetzelfde molecuul
bevatten (ethanol of C2H5OH), waarbij niet te zijn hoe dit is ontstaan (vergisting, destillatie of ultrafiltratie). Met ultrafiltratie kan alcohol worden verkregen die niet van gedistilleerde
alcohol valt te onderscheiden. Dat merkte Paderborner dus ook.

G. Danilović 2010/2011 (blz. 21) had het dus goed begrepen:
Wat bier betreft, volgt uit het voorgaande dat in ieder geval wanneer bier aan een zodanige bewerking wordt onderworpen dat de geur en de smaak van het door deze bewerking verkregen product niet langer de aan bier eigen karakteristieken hebben, het verkregen product niet als bier kan worden aangemerkt. Hierdoor kan bij de vervaardiging van alcoholvrij bier, door de daarin aanwezige alcohol door middel van ultrafiltratie of omgekeerde osmose aan het “bier” in de zin van GN-post 22.03 te onttrekken, noch het alcoholvrije bier, noch de verkregen ethylalcohol als “bier” in de zin van laatstgenoemde GN-post worden aangemerkt. Omdat in de procedure waarin het Finanzgericht Düsseldorf zijn prejudiciële vraag stelde, volgens deze sprake is van een “kleurloze, heldere, naar alcohol ruikende, licht bitter smakende vloeistof”,45 kan de conclusie worden getrokken dat, de geur en de smaak van de “malt beer base” niet langer de aan bier eigen karakteristieken hebben. Bezien naar maatstaven van Nederlands nationaal recht kan deze “malt beer base” daardoor niet als bier worden aangemerkt. Als gevolg hiervan dient dit product in GN-post 22.08 te worden ingedeeld. Op grond van een en ander zou de door het Finanzgericht Düsseldorf prejudiciële vraag bevestigend moeten worden beantwoord (G. Danilović 2010/2011).

...het oordeel in de Siebrand procedure [Siebrand: het wezenlijke karakter van een drank nader bezien
, HR 21 maart 2008, zaak nr. 43038, LJN AZ4335] [bevestigt] dat de herkomst van de alcohol in een product bepalend kan zijn voor de indeling. Hierdoor kunnen twee dranken die dezelfde uiterlijke kenmerken hebben en dezelfde organoleptische eigenschappen hebben, voor de toepassing van de GN toch anders moeten worden ingedeeld, indien de alcohol van het een product uit distillatie is verkregen, terwijl die van andere product juist uit fermentatie afkomstig is  (G. Danilović 2010/2011, blz 23). 

Het accijnstarief (welke GN-code van toepassing is) is afhankelijk van de alcoholproductiemethode, en het gebruiksdoel. Dat is niet zomaar te zien aan de alcohol zelf. 

Bij dit laatste merkt (G. Danilović 2010/2011, blz 26), verwijzend naar HvJ EU 10 juli 1986, zaak nr. 222/85, Hela Lampe, Jur. 1986, blz. 2449 op dat: 'de bestemming van een goed geen inherente eigenschap is van dat goed en derhalve geen objectief criterium voor de tariefindeling op het tijdstip van de invoer, daar op dat tijdstip niet kan worden vastgesteld waarvoor het goed daadwerkelijk zal worden gebruikt.'

Het is dus nog niet zo eenvoudig en er is een heel juridische onderbouwing nodig voor de codering van de eindproducten van een brouwerij.

Ook bostel (brouwerijafval) heeft een code: 2303 30 00. Machines en toestellen voor brouwerijen vallen dan onder een GN-code: 8438 40 00. En wat de grondstoffen betreft:
1001 10 00, 1001 90 99 Kwaliteitstarwe
1003 00 10, 1003 00 90 Brouwgerst
1005 10 90, 1005 90 00 Maïs
1210 Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline:
1210 10 00 − hopbellen, niet fijngemaakt en niet gemalen, noch in pellets . . . . . . . . . . 5,8 —
1210 20 − hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline:
1210 20 10 − − hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, met lupuline verrijkt; lupuline . . 5,8 —
1210 20 90 − − andere ...
1302 13 00 Plantensappen en plantenextracten van hop
(http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2006:301:0001:0880:NL:PDF)

En aan dat alles hangt uiteindelijk een prijskaartje:

Tarievenoverzicht Accijns en Verbruiksbelasting
Per 1-4-2015
Bier
- mengsels van bier van GN-code 2203 en niet-alcoholhoudende dranken, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2% vol € 7,59 per hl
- andere, met een extractgehalte, uitgedrukt in gewichtspercenten plato van:
- - minder dan 7€ 7,59 per hl
- - 7 of meer doch minder dan 11:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd€ 26,35 per hl
- - - andere                                 € 28,49 per hl
- - 11 of meer doch minder dan 15:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd€ 35,11 per hl
- - - andere€ 37,96 per hl
- - 15 of meer:
- - - vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hl bier is vervaardigd€ 43,92 per hl
- - - andere                           € 47,48 per hl
...
Accijns (aantekeningen)
1) Onder extractgehalte in percenten plato wordt verstaan: het gehalte van in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen vermeerderd met het gehalte van na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
2) Voor de berekening van de accijns dient het volume van bier in geconcentreerde vorm te worden herleid naar het volume van voor gebruik gereed bier.
3) Herkomst van een zodanige accijnsgoederenplaats moet worden aangetoond.
4) Voor de berekening van de accijns wordt het volume van producten die bestaan uit een vloeistof waarin zich bestanddelen in vaste vorm bevinden, gesteld op het volume van het gehele product.
(http://gebruikstarief.douane.nl/lijsten-overzichten)

Dus resumerend:
Als ik werk gaat van mijn salaris belasting af, vervolgens komt het geld op mijn spaarrekening, waar op het eind van het jaar belasting over moet worden betaald. Als ik vervolgens iets koop met mijn geld betaal ik ook nog eens belasting. Bij een bier van 2,20 is er zo 45 cent aan belasting bij (zie PINT, 2013, Biernet). En als ik bovenstaande goed begrijp heeft de brouwer ook nog eens belasting en vergunningkosten betaald voor het mogen  brouwen van bier, voor de grondstoffen en uiteindelijk ook voor het eindproduct?  Bijzonder aan het hele systeem is dat er ondanks de accijnsverhoging, minder staatsinkomsten zijn (Biernet, 2014). Wat zal er komend jaar gaan gebeuren? Nog meer belastingen?

PRODUCTSCHAP DRANKEN BIERVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003

$
0
0
Verordening d.d. 13 november 2002 van het Productschap Dranken, houdende regels ter
zake van de aan de onder het Productschap Dranken op grond van artikel 3 lid 2 sub b van
het Instellingsbesluit Productschap Dranken ressorterende ondernemingen op te leggen
regels omtrent het product bier; Bierverordening Productschap Dranken 2003 (www.nederlandsebrouwers.nl/sites/nederlandsebrouwers.nl/files/downloads/bierverordening2003.pdf).

In dit document, waarvan ik niet direct de waarde kan inschatten, staan verschillende interessante dingen:

E.B.C.-kleurschaal: de schaal voor het bepalen van de kleur van bier, zoals deze is
vastgesteld door de Europese Brouwerij Conventie (European Brewery Convention)
gevestigd te Leiden/Zoeterwoude;
Ik wist dat de E.B.C. een Europees dingetje was, maar ik wist niet dat dat in Nederland was besloten...

Gew. procent: de uitdrukking voor het aanduiden van het extractgehalte van de stamwort
(uitgedrukt in grammen per 100 gram)
Logisch, maar stom dat ik het zo nog nooit bekeken had. Natuurlijk een % betekent 1 per 100, dus als je het in gewicht verwoord in grammen is dat ook 1 per 100...

In Artikel 2 van de verordening lees ik iets interessants:

Artikel 2.
1. Onder bier wordt verstaan, de drank verkregen na alcoholische gisting van wort, hoofdzakelijk bereidt uit zetmeel- en suikerhoudende grondstoffen, hop - eventueel in verwerkte vorm- en brouwwater, met dien verstande dat tenminste 60 % van de wort afkomstig is van gerste- en/ of tarwemout.
2. Voor de bereiding van bier mogen slechts worden gebruikt:
1 a. gerstemout en/of mout van tarwe;
b. andere dan de hiervoor onder 2, 1a genoemde zetmeelhoudende grondstoffen;
c. suikerhoudende grondstoffen;
d. hop en zijn onderscheidene verwerkte vormen;
e. brouwwater, zijnde voor menselijke consumptie bestemd water, dat voldoet aan de
daaraan gestelde eisen en dat in zijn minerale samenstelling en zuurgraad mag zijn
aangepast aan de specifieke eisen, die de brouwprocessen van de onderscheidene
biersoorten stellen;
f. gist;
g. vruchten of vruchtensappen en aroma's met dien verstande dat het gebruik van deze
ingrediënten, met inachtneming van het gestelde in artikel 7, lid 2, uitsluitend is
toegestaan voor de bereiding van andere bieren dan bieren van het type pilsener
bieren zoals bedoeld in artikel 3, lid 6.
2 Technologische hulpstoffen en additieven die ingevolge de Nederlandse wetgeving
voor de bereiding van bier mogen worden gebruikt met inachtneming van de in deze
wetgeving vastgestelde voorwaarden.
3. De benaming 'bier' mag uitsluitend worden gebezigd voor de in lid 1 bedoelde dranken.

Wat is de waarde van lid 3??? Ik mis een lid 4 waarin staat dat in bier enkel stoffen mogen zitten die in lid 2 zijn genoemd.

In artikel 3 gaan ze in op een aantal bierstijlen:

Artikel 3.
1. De aanduiding of benaming 'alcoholvrij bier' mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor
bier dat ten hoogste 0,1 volumeprocent alcohol bevat en een reëel extractgehalte heeft van
tenminste 2,2% Plato.
2. De aanduiding of benaming 'alcoholarm bier' mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor
bier dat meer dan 0,1 doch ten hoogste 1,2 volumeprocent alcohol bevat en een reëel
extractgehalte heeft van tenminste 2,2% Plato.
3. De aanduiding of benaming 'tafelbier' mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor bier dat
onder de categorie III als bedoeld in artikel 4 valt met dien verstande dat het extractgehalte
van de stamwort niet meer bedraagt dan 4% Plato.
4. De aanduiding of benaming 'light' mag uitsluitend worden gebezigd voor bier met een
verminderde energetische waarde. Light bier dient tenminste 33% minder energie op te
leveren dan het bier waaraan wordt gerefereerd.
5. De benaming of aanduiding 'oud bruin' of iedere benaming of aanduiding waarvan de
woorden 'oud bruin' een grondbestanddeel vormen, is uitsluitend toegestaan voor gezoete 
donkergekleurde bieren met een kleur boven nummer 40 van de E.B.C.-kleurschaal en
ressorterende onder de categorie II als bedoeld in artikel 4.
6. De benaming of aanduiding 'pils' of iedere andere benaming of aanduiding waarvan het
woord 'pils' een grondbestanddeel vormt, is uitsluitend toegestaan voor lichtgekleurde bieren
ressorterende onder de categorie I als bedoeld in artikel 4, met dien verstande dat het
extractgehalte van de stamwort niet meer bedraagt dan 13,5% Plato, en met een kleur
beneden nummer 30* van de E.B.C.-kleurschaal.
7. De benaming of aanduiding 'bok' dan wel 'bock' of iedere andere benaming waarvan 'bok'
dan wel 'bock' een grondbestanddeel vormt, is uitsluitend toegestaan voor bieren
ressorterende onder de categorie S als bedoeld in artikel 4.
8. a. De benaming of aanduiding 'Gueuze', 'Gueuze Lambic' of 'Lambic' mag uitsluitend
worden gebezigd voor zure bieren waarin spontane gisting deel uitmaakt van het
productieproces.
b. Onder zuur bier zoals bedoeld in vorengenoemd lid 8a wordt verstaan bier met een totale
zuurgraad van tenminste 30 milli-equivalenten NaOH per liter en een gehalte aan
vluchtige zuren van tenminste 2 milli-equivalenten NaOH per liter. In zure bieren van
spontane gisting moet tenminste 30 % van het totale gewicht van het verwerkte zetmeel
of de suikerhoudende grondstoffen uit tarwe bestaan.
9. De leden 1, 2 en 4 zijn uitsluitend van toepassing voor de in Nederland voor de Nederlandse
markt geproduceerde alcoholvrije en alcoholarme bieren en lightbieren. 

Lid 6 vind ik wel een vage toevoeging hebben: 'of iedere andere benaming of aanduiding waarvan het woord 'pils' een grondbestanddeel'. Welke benamingen bestaan al zoal met pils erin?   Ook bijzonder is dat leden 1, 2 en 4 uitsluitend op Nederland van toepassing zijn? Volgens mij is zo een verordening totaal niet relevant buiten de Nederlandse grenzen. Anders zouden buitenlandse verordeningen ook in Nederland van toepassing zijn toch?

Artikel 6 geeft de typische Nederlandse categorie-indeling: S, I, II en III:
Verwijzingskenmerk Extractgehalte van
van de categorie        de stamwort van
S                               15,5 of hoger
I                                11 tot 15,5
II                               7 tot 11
III                              1 tot 7

Ik weet nooit zo goed wat ik moet met die classificatie S, 1, 2 of 3? Zou de gemiddelde consument zo bier kiezen? Ik heb zin om vanavond eens een klasse S te drinken?

Voor het meten van extractgehalte zijn in bijlage 1 wat aanwijzingen gegeven.

Artikel 8 is ook weer zo geweldig:
Artikel 8.
Het is verboden dranken, als bedoeld in de Verordening, die niet voldoen aan het bepaalde in de
artikelen 2, 3, 5 en 7 in de handel te brengen of te doen brengen dan wel voor gebruik ter plaatse
van verkoop of voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop af te leveren of te doen afleveren. 

Dus het niet voldoen aan het juiste extractiegehalte van de categorie is niet verboden? Maar waarom zou je regels maken als je er niet aan hoeft te voldoen? Met andere woorden als er nu dus ook geen artikel is de stelt dat het verboden is om niet te voldoen aan artikel 8?

Artikel 10 vind ik ook wel typisch in relatie tot Artikel 3 lid 9...
Artikel 10.
De Verordening is niet van toepassing op bieren die in een andere lidstaat van de Europese Unie
of in een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische
Ruimte rechtmatig zijn bereid en in het verkeer gebracht
Dus het blijkt nu toch een Europees iets, maar het niet voldoen aan de artikelen in deze verordening is niet erg als het bier maar rechtmatig op de markt is gekomen?

Artikel 15 ten slotte is ook wel interessant:
De navolgende verordening wordt ingetrokken:
- Bierverordening 1997 

Op datum 13 november 2002 ondertekende wat mensen en : Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 10 april 2003 en door de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 19 februari 2003
nr. MEMW 02056632. 
Dus de Minister is er ook bij betrokken??

Over het meten van extractgehalte:

Bijlage I: Extract van de stamwort
1.1 Alcoholgehalte
Het bier wordt door meermalen overschenken en daarna door filtreren zoveel mogelijk
van koolzuur bevrijd.
Van 100 g van dit bier wordt tenminste 75 ml voorzichtig afgedestilleerd. Het destillaat
wordt met gedestilleerd water tot 100 g aangevuld.
Bepaal het soortelijk gewicht 10/10ΕC tot op een eenheid in het vijfde decimaal
nauwkeurig en zoek in tabel II het bijbehorende alcoholgehalte op in gewichtsprocenten
(g/100 g).
1.2 Extractgehalte
Het bij de destillatie verkregen residu wordt tot 100 g aangevuld met gedestilleerd water.
Van deze vloeistof wordt het soortelijk gewicht 20/20ΕC tot op een eenheid in het vijfde
decimaal nauwkeurig bepaald. In tabel I zoekt men het bijbehorend werkelijke
extractgehalte op in gewichtsprocenten (g/100 g).
1.3 Berekening van het extractgehalte van de stamwort.
Het extractgehalte van de stamwort (e) wordt berekend door middel van de formule:
      100 (2,0665 A+E)
e = -------------------------------
      100 + 1.0665 A
waarvan A het alcoholgehalte volgens 1.1 en E het extractgehalte volgens 1.2 voorstellen. 

De bijlagen waarnaar verwezen wordt zit ook in deze bijlage. Hele lijsten met cijfertjes...

Dan volgt een toelichting op de verordening.

Met deze Verordening worden regels op het gebied van het product bier van het Productschap
Dranken (hierna: het Productschap) vastgesteld.
Het Productschap is een publiekrechtelijk bedrijfsorgaan als bedoeld in de Wet op de
bedrijfsorganisatie (hierna: Wbo) ingesteld bij wet op 1 juli 2002. Het Productschap is ingesteld
als opvolger van het Produktschap voor Bier, het Bedrijfschap Frisdranken en Waters, het
Productschap voor Gedistilleerde Dranken en het Bedrijfschap voor de Detailhandel in
Alcoholhoudende Dranken, welke alle van rechtswege zijn opgehouden te bestaan op 1 juli
2002. De inhoud van deze Verordening is materieel gelijk aan de voormalige Bierverordening
van het Produktschap voor Bier, met dien verstande dat de onderdelen uit deze voormalige
verordening die betrekking hadden op de verpakking, materieel zijn opgenomen in de
Verpakkingsverordening van het Productschap. De Bierverordening 1997 is ter notificatie aan de
Europese Commissie voorgelegd (nummer 96/9/NL), derhalve kan notificatie thans achterwege
blijven 

Het blijkt dat het dus eigenlijk enkel een nieuwe verordening betreft omdat er een nieuwe organisatie is?

Aan de Bierverordening 1997 lag mede ten grondslag uitvoering te geven aan de Beschikking van
het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, ter vervanging van de Beschikking
M(87) 4 van 24 november 1987, betreffende de harmonisatie der wetgevingen inzake bier. Bij
deze beschikking is gevoegd het reglement betreffende de harmonisatie der wetgevingen inzake
bier. De bepalingen uit dit reglement zijn in de Bierverordening 1997 verwerkt. Teneinde in
overeenstemming te blijven met de eisen voortvloeiend uit deze beschikking zijn de onderhavige
bepalingen overgenomen in de Bierverordening van het Productschap Dranken.
Met deze implementatie van het Beneluxreglement wordt invulling gegeven aan de wens de
consument zo optimaal mogelijk te informeren en zekerheid te verschaffen over de
basiskenmerken van het product bier. Een tweede belangrijk doel van de verordening is het
veiligstellen van de eerlijkheid in de handel. 

Dus de verordening uit 1997 was al een herziening van een regeling uit 1987?

Vervolgens volgt een artikelgewijze toelichting:
De definitie van bier in artikel 2 lid 1 is ontleend aan het Beneluxreglement. In lid 2 zijn de
grondstoffen opgenomen, die bij de bereiding kunnen worden gebruikt. Dit betreft een limitatieve
opsomming. Teneinde te voorkomen dat marktontwikkelingen worden tegengehouden komt aan
het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid toe tot het verlenen van ontheffingen. Deze
ontheffingsmogelijkheid ziet met name toe op het gebruik van kruiden. Bij de totstandkoming
van de Bierverordening 1997 is de vraag besproken of de categorie kruiden ook deel zou kunnen
uitmaken van de limitatieve lijst van toegestane grondstoffen. Hiervan is destijds en ook nu weer
afgezien, omdat een dergelijke generieke gebruiksmogelijkheid de voedselveiligheid zou kunnen
schaden. In de bestuursvergadering is dan ook afgesproken dat het Dagelijks Bestuur geen
ontheffing kan geven zonder voorafgaande toets van het betrokken kruid door een erkend
onderzoeksinstituut. 
...
In het Beneluxreglement zijn een tweetal typische Belgische bieren opgenomen, te weten Gueuze
en tafelbier. In de onderhavige verordening zijn deze benamingen overgenomen en aangevuld
met enige typisch Nederlandse bieren. Aangetekend zij dat het gebruik van deze benamingen niet
verplicht is. Indien één van de in artikel 3 genoemde aanduidingen wordt gebruikt, dan dienen
deze bieren wel in overeenstemming te zijn met de aangegeven voorwaarden. 
(www.nederlandsebrouwers.nl/sites/nederlandsebrouwers.nl/files/downloads/bierverordening2003.pdf).

Nou dat is dus duidelijk, al denk ik niet dat ik zo eenvoudig mezelf kan aanleren dat bier volgens deze verordening betekent: ''drank verkregen na alcoholische gisting van wort, hoofdzakelijk bereidt uit zetmeel- en suikerhoudende grondstoffen, hop - eventueel in verwerkte vorm- en brouwwater, met dien verstande dat tenminste 60 % van de wort afkomstig is van gerste- en/ of tarwemout.'
Dus bier is drank die is vergist met zetmeel- en suikerhoudende stoffen en water, waarbij 60% gerst of tarwe moet zijn? Dus als je er 40% appels of peren of walnoot of gras of weet ik veel wat, het blijft bier?
En wat als we nu een Light Quadrupel op de markt brengen? Zou dat mogen? Die dan eigenlijk ene tripel blijkt te zijn? Artikel 3 noemt maar 8 stijlen, waarvan er 3 nogal erg op elkaar lijken

Activiteitenbesluit

$
0
0
Via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) kunt u:
checken of een vergunning of melding nodig is,
inzicht krijgen in milieuregels en maatregelen, en
online een melding Activiteitenbesluit indienen.
Voor wie is de AIM bedoeld?
De AIM is bedoeld voor milieurelevante activiteiten die een bedrijfsmatige omvang hebben. Er moet sprake zijn van een 'inrichting' zoals bedoeld in de Wet milieubeheer. Op de website van InfoMil staat meer uitleg over het begrip 'inrichting'. Weet u niet zeker of dit voor u geldt? Vraag dit dan na bij uw gemeente (www.aimonline.nl/).

Ik heb gecheckt welke regels gelden voor brouwerijen gelden.

Tot welke branche behoort uw bedrijf?
Brouwerijbranche staat niet in de rij, maar ik kies voor Horeca en Voedingsmiddelenindustrie. Maarja, wat voor horeca? Overige horeca? Vervolgens de vraag wat voor voedings- en genotmiddelenindustrie het betreft.
Productie van dranken blijkt het te zijn:  "Het gaat hier om bedrijven die dranken produceren, zoals bier, frisdranken, sappen, waters, gedistilleerde dranken en wijn."
Vervolgens komt een vraag of er meel en bloem wordt vervaardigt en of er ruwe cacao wordt opgeslagen? Wat heeft dat nu weer met de productie van dranken te maken? Vervolgens volgen nog meer onzinnige vragen.
Daarna volgt uitleg over IPPC.
Fabricage van levensmiddelen of voeder door bewerking en verwerking (behalve het uitsluitend verpakken) van al dan niet eerder bewerkte of onbewerkte plantaardige of dierlijke grondstoffen (uitgezonderd uitsluitend melk) is IPPC een capaciteit van 300 ton per dag eindproducten van uitsluitend plantaardige, of 600 ton per dag eindproducten indien de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is.

Is 300 ton per dag vergelijkbaar met 3.000 hectoliter?

Vervolgens volgen enkele lijstjes van zaken die er wel zullen zijn bij een brouwerij, zoals een stookinstallatie, koelinstallatie, airco en een acculader. Het type koudemiddel schijnt van belang te zijn. Bij stookinstallaties gaat het om de brandstof, zoals aardgas. En het aantal kW.

Vervolgens is er een vraag over opslag, waarbij wat uitleg staat:
Wanneer betreft het een bovengrondse opslagtank?
Een opslagtank voor vloeistoffen is een opslagvoorziening met een inhoud van ten minste 300 liter. Onder opslagtanks kunnen zowel stationaire als mobiele tanks worden beschouwd. Het betreft een bovengrondse opslagtank indien deze geheel boven de bodem is gelegen.

Bodembedreigende goederen
Zijn er in uw bedrijf goederen waaruit bodembedreigende stoffen kunnen lekken of uitlogen onverpakt aanwezig?
Voorbeelden van bodembedreigende goederen zijn: pulpafval

Ik denk dat bostel misschien beschouwd kan worden als pulpafval....

Zijn er in uw bedrijf stuifgevoelige goederen aanwezig?
Voorbeelden van stuifgevoelige goederen zijn:
meel, tapioca, peulvruchten, zaden, graan, veevoederpellets

Ik denk dat mout, maar zeker graan, onder de categorie stuifgevoelige goederen kunnen vallen.

Vervolgens komt een lastige vraag, maar er is uitleg bij:

Bereiden van voedingsmiddelen
Deze activiteit is van toepassing op alle werkzaamheden die verband houden met het bereiden van voedingsmiddelen met:
keukenapparatuur
grootkeukenapparatuur
bakkerij-ovens die uitsluitend chargegewijs worden beladen of continu-ovens van maximaal 400 kilowatt
Onder ‘het bereiden van voedingmiddelen’ vallen dus zowel kleinschalige als grootschalige activiteiten met voedingsmiddelen. Dit is de bereiding van voedingsmiddelen voor directe consumptie in kantines, de horeca en professionele keukens in instellingen (zorginstellingen, kantines in grote kantoorgebouwen), inclusief de bereiding voor consumptie op locatie (snackbars, afhaalrestaurants, en cateringbedrijven). De voorschriften zijn ook van toepassing op de bereiding van voedingsmiddelen bij slagerijen en kleine bakkerijen en het ambachtelijk bereiden van voedingsmiddelen.
De grotere bakkerijen die werken met continu-ovens vallen onder paragraaf 3.6.3: ‘Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken’.

Wat is keukenapparatuur?
Onder keukenapparatuur wordt verstaan: apparatuur die ook bij huishoudens wordt toegepast.

Wat is grootkeukenapparatuur?
De term ‘grootkeuken’ wordt gebruikt voor professionele keukens in de horeca en bij instellingen. De apparatuur die in professionele keukens wordt gebruikt, is een slag groter dan huishoudelijke apparatuur en hiervoor zijn gespecialiseerde leveranciers. Grootkeukenapparatuur komt zowel in elektrische als gasgestookte varianten voor. Het maximale vermogen van grootkeukenapparatuur is ongeveer 80 kilowatt. Zware grootkeukenapparaten zijn bijvoorbeeld pastakokers voor een mensa of instelling of de bakwand van een snackbar.

Deze activiteit is niet van toepassing op:
het slachten van dieren, uitsnijden van vlees of vis of bewerken van dierlijke bijproducten of
het industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken
Deze activiteit is van toepassing op het industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken voor menselijke consumptie. Het kan hier dan ook gaan om allerlei activiteiten met groente en fruit, vleeswaren, snacks, sauzen, kruiden enzovoort. Ook grote bakkerijen die produceren met continu-ovens (>400kW) vallen hier onder.
Deze activiteit is niet van toepassing op:
het ambachtelijk bereiden van voedingsmiddelen of dranken
het bereiden van voedingsmiddelen of dranken met:
keukenapparatuur
grootkeukenapparatuur
bakkerij-ovens die uitsluitend chargegewijs worden beladen of continu-ovens van maximaal 400 kilowatt
het slachten van dieren of het uitsnijden van vlees
de extractie van plantaardige olien of veredeling van vetten
de productie van zetmeel of suiker
de productie van pure alcohol

Is bierbrouwen nu het bereiden van voedingsmiddelen of het industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken? Ik denk industrieel vervaardigen van dranken, maar het zou ook ambachtelijk bereiden van voedingsmiddelen kunnen zijn. Bier is in ieder geval geen pure alcohol.

Na deze vraag komt nog een vraag of er textiel wordt gewassen (dat schijnt met PER te moeten). Daarna volgt een rijtje activiteiten met daartussen: "Bierbrouwerij"

Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
Indien er sprake is van een bierbrouwerij dan is daarvoor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig. Deze activiteit is namelijk genoemd in categorie D37.1 van onderdeel D van bijlage I bij het Besluit milieueffectrapportage. Het betreft de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
Het bevoegd gezag moet in dit geval beoordelen of een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag niet kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben, dan is er een omgevingsvergunning nodig. Beoordeelt het bevoegd gezag dat geen milieueffectrapport nodig is, dan valt deze activiteit onder het Activiteitenbesluit.
Meer informatie kunt u vinden op de website van InfoMil. [en op mijn blog]

Wat is de omgevingsvergunning beperkte milieutoets?
Voor een aantal activiteiten is voordat een bedrijf deze activiteiten kan starten, eerst een omgevingsvergunning beperkte milieutoets vereist. De activiteiten waar het om gaat zijn aangewezen in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voor enkele van de daar genoemde activiteiten geldt bovendien, dat ook voor een milieurelevante verandering van het bedrijf die verband houdt met de in het Bor genoemde activiteit, een omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig is.

De omgevingsvergunning beperkte milieutoets wordt voorbereid met de reguliere procedure. Het resultaat is dat het bevoegd gezag wel of niet instemt met het uitvoeren van die activiteit op een specifieke locatie. De omgevingsvergunning beperkte milieutoets bevat geen voorschriften, het is een ja- of nee-beschikking. Meer informatie kunt u vinden op de website van InfoMil.

Vervolgens komt een vraag of afvalwater wordt geloosd. En hoe zuurstofbindend het afvalwater is.

Is er sprake van lozen van zuurstofbindende stoffen in het vuilwaterriool met een jaargemiddelde vervuilingswaarde van 5.000 inwonersequivalenten of meer?
Zuurstofbindende stoffen zijn alle in afvalwater voorkomende organische en anorganische verontreinigingen die bij afbraak zuurstof aan het water onttrekken. Bij een lozing groter dan 5.000 inwoner equivalenten is het voor procesvoering van de RWZI nodig om informatie te verstrekken.

Ik heb geen idee, maar kies voor nee

Voedingsmiddelenindustrie - beschrijving invulling maatregelen geur
Bij het industriëel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken is de kans op geurhinder reëel. Daarom moet u bij de melding een beschrijving voegen hoe invulling wordt gegeven aan de eisen ten aanzien van de maximale geurbelasting ter plaatse van geurgevoelige objecten.

Eventueel aanvullend geuronderzoek
Het bevoegd gezag kan binnnen vier weken na ontvangst van de melding besluiten dat een rapport van een geuronderzoek nodig is. Zij kan dit doen als op basis van uw beschrijving het onvoldoende aannemelijk is dat (nieuwe) geurhinder wordt voorkomen. 
Uit het rapport van het geuronderzoek moet blijken dat aan de eisen uit het Activiteitenbesluit ten aanzien van deze geurbelasting wordt voldaan. Daarnaast moet het rapport een beschrijving geven van de voorzieningen die worden getroffen om de geuremissie te beperken.
In de voorschriften staat dat dit geuronderzoek moet voldoen aan de NeR. De NeR verwijst naar de NTA 9065 'meten en rekenen geur'. U kunt meer informatie vinden op de website van InfoMil.

Na afvalwater en geur komen vragen over geluid.

Deze bepaling is niet van toepassing op inrichtingen voor de openbare verkoop aan derden van vloeibare brandstof, mengsmering of aardgas voor het wegverkeer en inrichtingen waar uitsluitend of in hoofdzaak horeca-activiteiten plaatsvinden.

Horeca is dus vrijgesteld van een aspect, waarvan een brouwerij niet is vrijgesteld? Dat geeft dus een reden om geen zelfstandige brouwerij te beginnen, maar iets met horeca?

Het bevoegd gezag kan binnen 4 weken na ontvangst van de melding besluiten dat een rapport van een akoestisch onderzoek toch moet worden ingediend. Dit kan zij doen:
als het aannemelijk is dat de geluidsnormen overschreden zullen worden of;
als de inrichting op een gezoneerd industrieterrein is gelegen en het rapport nodig is voor zonebeheer.

Na geluid, volgt bodem:

Vanwege het opslaan en overslaan van bodembedreigende goederen dient binnen 3 maanden ná het oprichten van de inrichting een rapport met de resultaten van een onderzoek naar de bodemkwaliteit naar het bevoegd gezag toe te worden gestuurd.

Na bodem komt de OBM aan bod:

Een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) is nodig omdat u een of meer activiteiten hebt geselecteerd, waarvoor een aparte beoordeling van bepaalde milieuaspecten nodig is. Hieronder staat een overzicht.
OBM voor het aspect MeR-beoordeling
een bierbrouwerij
...
Een omgevingsvergunning beperkte milieutoets kunt u aanvragen via het Omgevingsloket online. Bij deze aanvraag moet u de melding in het kader van het Activiteitenbesluit voegen. U kunt het meldingsformulier via deze Activiteitenbesluit Internet Module invullen en verzenden. In het Omgevingsloket online kunt u het meldingsformulier ook als bijlage bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning beperkte milieutoets voegen.

Besluit MER heeft in de bijlage staan bij D 37:
D 37 van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage zegt:
D 37.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een bierbrouwerij.
In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 75 miljoen liter per jaar of meer (http://biervat.blogspot.nl/2015/02/obm-bierbrouwerijen-en-mouterijen.html).

75 miljoen liter/jaar is dus 750.000 hl/jaar, toch?
Dus 2.054 hl/dag op 365 dagen/jaar.

Een kleine brouwerij brouwt een paar keer per week met per keer ca. 6 hl.? Dus ca. 18 hl/week, wat bij een wekelijke activiteit neerkomt op 18*52 = 936 hl/jaar. Laten we dat afronden naar 1.000 hl/jaar. Is dat dan industrieel of ambachtelijk?

Wanneer is iets ambachtelijk?
Kleine schaal en zelf met de roerstok roeren?

De Keuringsdienst van Waarde had ook al eens aandacht voor de term ambachtelijk:

Op 27 april 2014 is een aflevering van het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde uitgezonden waarin is onderzocht wat het verschil is tussen ‘gewone’ fabriekschips en duurdere varianten, zoals ‘handgebakken’ en ‘ambachtelijke’ chips. In dat verband is uitgebreid aandacht besteed aan de chips van klaagster. In de uitzending is vermeld dat op de verpakking van de chips van klaagster is te lezen dat deze chips ‘op de boerderij’ worden gebakken en dat op de achterkant de naam staat van de persoon die de chips gebakken heeft.
Eerst voert de verslaggever een telefoongesprek met een medewerker van supermarktketen Marqt. De verslaggever stelt de vraag of ‘op de boerderij gebakken chips beter zij dan chips die zijn gebakken in een fabriek’. De medewerker van Marqt antwoordt hierop: “De Hoeksche Chips zijn in ieder geval op een ambachtelijke manier gebakken en ja, niet machinaal zoals een Lays Chips zeg maar. Het zijn echt ambachtelijk gebakken chips en als het goed is, staat op de zak zelfs de persoon die de chips gebakken heeft.”
Hierna worden beelden getoond van een bezoek aan de boerderij van klaagster, waarbij onder anderen de heer Scheele – aangeduid als ‘ambachtelijk chipsbakker’ – is geïnterviewd. Direct bij aankomst vraagt de verslaggever aan Scheele: “U weet hoe je handgebakken chips maakt.” Scheele antwoordt daarop: “Dat proberen we te maken ja, dat klopt.” De verslaggever vraagt: “Mag ik dat zien?” Waarop Scheele zegt: “Kom binnen.” Hierna worden verschillende machines in beeld gebracht en licht Scheele een aantal onderdelen van het productieproces toe. De verslaggever praat met Scheele ook over de vermelding van namen op de verpakking. Hij vraagt onder meer aan Scheele: “Maar het gebeurt allemaal met machines, toch?”. Scheele antwoordt hierop: “Jawel, maar je moet dat natuurlijk wel aanpakken. Als jij thuis zit te koken, dan zeg je toch ook ‘ik heb gekookt’, dan zeg je toch ook niet ‘die pan heeft het gedaan’. En jij hebt toch bepaald hoe lang je kookt en wat je erbij doet. Het blijft mensenwerk.” De verslaggever zegt vervolgens: “Dus jouw chips is met de hand ingesteld, dat is wel met de hand gebeurd.”  (www.rvdj.nl/2014/40)


Wie boodschappen doet, kan nauwelijks om de term 'ambachtelijk' heen. Maar wat betekent het eigenlijk? Dat hangt er vanaf in welke supermarkt u bent, en vaak zijn de producten niet zo ambachtelijk als de supermarkt u wil doen geloven.
Uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat consumenten zich ergeren aan het gebruik van de term ambachtelijk en dat zij er weinig vertrouwen in hebben dat ambachtelijke producten ook echt ambachtelijk zijn.
Voor het onderzoek keek de bond naar 'ambachtelijke producten' van verschillende supermarkten. Wat blijkt, is dat vooral de verpakking er traditioneel uitziet, maar aan de producten zelf is weinig ambachtelijk.
irecteur Bart Combée van de Consumentbond vindt dat er duidelijke richtlijnen moeten komen voor de term ambachtelijk. 'Nederland kan een voorbeeld nemen aan Ierland, daar heeft de toezichthouder onlangs voorgeschreven wanneer een fabrikant een product ambachtelijk mag noemen.'
De regels voor ambachtelijke producten in Ierland zijn als volgt:
Het product wordt in beperkte hoeveelheid gemaakt door vaklieden
De productiemethode is niet volledig mechanisch en gaat volgens traditionele methoden
De productie gebeurt op kleine schaal, op één locatie
Karakteristieke ingrediënten van de producten, worden lokaal geteeld of geproduceerd
Ruim tweederde van de respondenten van het onderzoek van de Consumentenbond ziet de term ambachtelijk als marketingbegrip. Het zou een misleidende term zijn en maakt producten onnodig duur (www.elsevier.nl/Nederland/achtergrond/2015/5/Ambachtelijke-chips-en-eierkoeken-wat-is-dat-1767086W/).

AH schrapt ‘ambachtelijk’ bij Excellent chips
Het schrappen van de term ‘ambachtelijk’ is een reactie op een onderzoek van de Consumentenbond in juni.
Volgens de Consumentenbond zien de AH-verpakkingen er traditioneel uit, maar zijn de producten zelf minder ambachtelijk. Zo bevatten de ambachtelijke zeezout & zwarte peper chips van Albert Heijn suiker, uipoeder, gistextract en aroma’s.
AH heeft actie ondernomen. ‘Ondanks dat de chips wel handgeschept zijn (tijdens het bakproces schept iemand de chips handmatig om – red.), merken we dat klanten de omschrijving ambachtelijk toch anders interpreteren’, laat Anoesjka Aspeslagh namens de marktleider weten. ‘Die verwarring willen we hiermee wegnemen.’
De Consumentenbond vergeleek ook producten van Aldi, Coop, Jumbo en Lidl die worden verkocht onder de noemer ambachtelijk. Uit dit onderzoek bleek volgens de bond dat ook bij die ketens verschillende producten niet op ambachtelijke wijze zijn bereid (www.distrifood.nl/assortiment/nieuws/2015/6/ah-schrapt-ambachtelijk-bij-excellent-chips-10191645, laatste update:26 jun 2015, www.nu.nl/eten-en-drinken/4076311/ah-verwijdert-woord-ambachtelijk-bij-chips.html).

Dus misschien is bierbrouwen wel eenvoudig ambachtelijk te noemen?

Bij navraag bij informatie (zie o.a. www.ondernemersplein.nl/ en www.antwoordvoorbedrijven.nl/) kwam naar voren dat ambachtelijk inhoudt als er standaard materialen worden gebruikt. Zodra er onderdelen op maat gemaakt worden, dus als iets in een catalogus staat en gewoon besteld kan worden? Verder staat er ook uitleg op die sites over milieu?:

Ieder bedrijf heeft te maken met milieuregels. Zo zijn er regels voor het geluidsniveau van uw bedrijf, voor de verwerking van afval en voor het gebruik en de opwekking van energie. Er zijn ook regels die moeten zorgen dat bodem, lucht en water niet vervuild raken. Soms zult u dus maatregelen moeten treffen om aan de regels te voldoen: zoals het leggen van een vloeistofdichte vloer, geluidsisolerende maatregelen toepassen of verschillende soorten afval gescheiden houden.
De meeste ondernemers belasten het milieu niet of weinig. Zij moeten zich houden aan de algemene milieuregels uit het Activiteitenbesluit. In welke categorie en aan welke regels u zich moet houden? Dat hangt af van uw bedrijfsactiviteiten. Gebruik de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) om dit uit te zoeken.

Dat van die AIM heb ik nu gedaan...

Waar moet u op letten?
Aan de volgende zaken zit vaak de nodige (milieu-)wetgeving verbonden:
Een bedrijf mag niet teveel geluid produceren. Als ondernemer moet u geluidshinder voorkomen.
Voor bedrijfsafval gelden speciale regels. Deze hebben te maken met het scheiden, inzamelen en registreren van afval.
Brengt u als producent of importeur verpakte producten en verpakkingen op de Nederlandse markt? Dan bent u verantwoordelijk voor het beheer van de verpakkingen tot en met de afvalfase.
(www.ondernemersplein.nl/ondernemen/huisvesting/uw-bedrijfsomgeving/info-en-advies/uw-bedrijf-en-het-milieu/)

Geur en bodem worden hier niet genoemd? Zouden die minder belangrijk zijn?

Uw bedrijf heeft te maken met milieuvoorschriften voor bijvoorbeeld geluid, energie, afvalstoffen, lucht en bodem. Op grond van het Activiteitenbesluit is uw bedrijf een type A-, B- of C-inrichting. Dat hangt af van uw bedrijfsactiviteiten.
Type A: Geen melding milieubeheer, geen omgevingsvergunning
Uw bedrijf belast het milieu niet of weinig (licht regime). U moet zich houden aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit. U hoeft geen melding milieubeheer te doen. U hoeft voor deze milieuactiviteiten ook geen omgevingsvergunning aan te vragen. Bedrijven van dit type zijn onder andere kantoren, banken, diverse zorginstellingen, huisartspraktijken en peuterspeelzalen.
Type B: Melding milieubeheer
Uw bedrijf belast het milieu aanzienlijk. U valt onder de regels van het Activiteitenbesluit, en u moet uw bedrijfsactiviteiten melden bij de gemeente. U moet dit doen voor het starten, wijzigen of uitbreiden van uw bedrijf. Bedrijven van dit type zijn onder andere bedrijven uit de metalektro, tandheelkundige laboratoria, zeefdrukkerijen en autoherstelbedrijven.
Meldings- en omgevingsvergunningplichtig
Vraagt u een omgevingsvergunning aan voor andere activiteiten (bijvoorbeeld bouwen) omdat daarvoor een vergunningplicht bestaat? En moet u daarnaast een melding milieubeheer doen? Dan moet u deze melding tegelijk met de aanvraag voor de omgevingsvergunning doen.
Type C: Omgevingsvergunning

Uw bedrijf belast het milieu op grote schaal. U hebt een omgevingsvergunning nodig. Deze vraagt u aan bij de gemeente of provincie. In uitzonderlijke gevallen doet u de aanvraag bij de minister van Infrastructuur en Milieu of de minister van Economische Zaken. Valt uw bedrijf onder de Richtlijn Industriële Emissies (de opvolger van de IPPC-richtlijn)? Dan hebt u ook een omgevingsvergunning nodig. (www.ondernemersplein.nl/regel/omgevingsvergunning-milieu/)

Nou daar word je niet echt wijzer van. Dus dan zou een blog als dit het wat helderder kunnen maken, maar eigenlijk is dit ook enkel maar copy-paste. Ik zou eigenlijk eens wat van die aanvragen van brouwerijen  zoals bij  mijn vorige blogbericht over dit onderwerp. Als je er een aantal naast elkaar zet is er misschien wel een lijn in te ontdekken?

RVS

$
0
0
RVS is bij (hobby)brouwers wel bekend:

Roestvaststaal wordt ook wel RVS of inox (Engelse benaming) genoemd en in de volksmond beter bekend als roestvrijstaal. Het is een veredeld metaal, corrosiebestendig en zeer sterk, en heeft in geborstelde vorm een exclusieve uitstraling. RVS soorten worden uitgedrukt met cijfers zoals 304 (gewoon) en 316 (zeewaterbestendig) (www.metaalwinkel.nl/rvs+roestvaststaal.kw).
Roestvast of roestvrij staal, ook rvs of inox genoemd, is een legering van hoofdzakelijk ijzer, chroom, nikkel en koolstof. Om van roestvast staal te kunnen spreken, is minimaal 11 tot 12% chroom en maximaal 1,2% koolstof nodig. Verder zijn in veel soorten roestvast staal ook de elementen molybdeen, titanium, mangaan, stikstof en silicium terug te vinden.
De benaming roestvrij is algemeen ingeburgerd maar wordt door metallurgen liever niet gebruikt. Zij spreken van een roestvast staal, RVS kan namelijk wel roesten.
De oxidehuid van een roestvast materiaal sluit het onderliggende materiaal goed af, waardoor in bepaalde gevallen geen verdere roestvorming zal plaatsvinden of deze roestvorming vertraagd wordt. In de praktijk zijn er twee gevallen waarbij RVS kan roesten: bij de aanwezigheid van chlorides of bij de verontreiniging van het materiaal door 'gewoon' staal dat wel roest. Dit roesten kan vermeden worden door een correct type RVS te kiezen (geen 304 bij aanwezigheid van halogenen) en het materiaal te behandelen waarbij alle mogelijke verontreinigingen worden verwijderd. Dit is het zogenaamde beitsen, waarbij langs chemische weg alle verontreinigingen worden opgelost en verwijderd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

Het eerste roestvaste staal werd op 13 augustus 1913 door Harry Brearley in het laboratorium Brown-Firth gegoten, nadat hem in 1912 gevraagd was onderzoek voor de wapenindustrie te doen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

Harry Brearley (1871 - 1948) wordt beschouwd als uitvinder van roestvast staal. Op 13 augustus 1913 werd het eerste roestvast staal gegoten in het laboratorium Brown-Firth (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

Harry Brearley (18 February 1871 – 14 July 1948) was an English metallurgist, usually credited with the invention of "rustless steel" (later to be called "stainless steel" in the anglophone world) (https://en.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

Zijn vader was smelter. Brearly ging op 12-jarige leeftijd werken bij een plaatselijke staalfabriek. Al snel werd hij assistent bij het chemisch laboratorium. Daarnaast studeerde hij in de avonduren. Al snel verwierf hij een grote expertise. In 1908 werd door twee grote staalfabrieken in Sheffield een gemeenschappelijk laboratorium opgericht: Brown Firth Research Laboratories, waarover Brearley de leiding kreeg. In 1912 kreeg dit laboratorium een onderzoekvraag in verband met de wapenindustrie. Het probleem was inwendige slijtage in de loop van vuurwapens en van kanonnen ten gevolge van hoge temperaturen bij het afvuren. Brearley kwam op het idee om chroom toe te voegen en ging de mengverhoudingen (Fe, C, Cr) systematisch onderzoeken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

In the troubled years immediately before World War I, arms manufacturing increased significantly in the UK, but practical problems were encountered due to erosion (excessive wear) of the internal surfaces of gun barrels. Brearley began to research new steels which could better resist the erosion caused by high temperatures (rather than corrosion, as is often mentioned in this regard). He began to examine the addition of chromium to steel, which was known to raise the material’s melting point, as compared to the standard carbon steels.
...
In order to undertake metallography to study the microstructure of the experimental alloys (the main factor responsible for a steel's mechanical properties) it was necessary to polish and etch the metallic samples produced. For a carbon steel, a dilute solution of nitric acid in alcohol is sufficient to produce the required etching, but Brearley found that the new chromium steels were very resistant to chemical attack (https://en.wikipedia.org/wiki/Harry_Brearley).

Roestvast staal wordt afhankelijk van zijn metallurgische structuur in verschillende families onderverdeeld, te weten de volgende:
Austenitische staaltypen (de 200- en 300-serie)
zijn staalsoorten met een austeniete kristallijne structuur waarvan het kristalrooster kubisch vlakgecentreerd is. Austenitische roestvaste staalsoorten beslaan ongeveer 70% van de totale rvs-productie. Dit staaltype heeft een maximum percentage van 0,15% koolstof, minimaal 16% chroom en genoeg nikkel of mangaan om de austenitische structuur bij alle temperaturen te behouden. De austenitische soorten zijn door hun kristalrooster nooit magnetisch en doordat er geen faseovergang plaatsvindt bij opwarming of afkoeling, zijn zij niet hardbaar door middel van een warmtebehandeling. Wel kunnen zij door koudvervorming worden gehard.
Austenitische chroom-nikkel-mangaanlegeringen (de 200-serie)
Type 201 is hardbaar door koudvervorming. Type 202 is een algemene veel gebruikte soort.
De meest veelvoorkomende austenitische rvs-soort is type 304, ook bekend als type 18/8 vanwege de aanwezigheid van 18% chroom en 8% nikkel. Een tweede veelvoorkomende rvs-soort uit de 300-serie is type 316, ook bekend als type 18/10 vanwege de aanwezigheid van 18% chroom en 10% nikkel. Type 316 heeft een betere corrosiebestendigheid dan type 304.
Ferritische staaltypen (400-serie)
Dit materiaal is geschikt voor toepassingen in een weinig agressief milieu. Ze zijn goed bewerkbaar maar hebben een lagere corrosiebestendigheid dan de 300-serie door de lagere percentages chroom en nikkel, de corrosiebestendigheid is daarentegen wel beter dan die van de martensitische staalsoorten. Ferritische staalsoorten zijn magnetisch en niet hardbaar door middel van een warmtebehandeling.
Martensitische staaltypen (400-serie)
Dit materiaal is goed te bewerken met een hoge hardheid en rekgrens, maar met verminderde corrosiebestendigheid. Martensitische rvs-soorten zijn altijd magnetisch en zijn goed te harden door middel van een warmtebehandeling. Deze rvs-soort wordt vaak gebruikt waar een hoge hardheid en sterkte, gecombineerd met een redelijke corrosiebestendigheid noodzakelijk is.
Een speciale vorm van het martensitische rvs-type is de precipitatie-hardende vorm. Dit type staal wordt gekenmerkt door een zeer goede corrosiebestendigheid, vergelijkbaar met de austenitische soorten, en een hardheid en rekgrens die boven die van de martensitische soorten ligt. Een veelvoorkomend voorbeeld van dit type rvs is 17-4PH, zo genoemd vanwege een percentage van 17% chroom en 4% nikkel. de 'PH' staat voor precipitation hardenable.
...
Industrieel gebruikt men veelal de Amerikaanse normalisatie:
AISI 304 (1.4301) bestaat uit 18% chroom en 8% nikkel. Deze legering is in zachtgegloeide toestand niet-magnetisch en niet hardbaar, in koudvervormde toestand zwak magnetisch. Minder gevoelig voor uitscheiding van chroomcarbiden tijdens lassen.
Een meer corrosiebestendige maar duurdere soort is AISI 316 (EN 1.4401) met 16% chroom en 10% nikkel en 2% molybdeen. Type 316 is beter bestand tegen zoutcorrosie en wordt veel toegepast in de scheikundige industrie.
316L (1.4404, "L" staat voor "low carbon") heeft een laag koolstofgehalte om een gemakkelijker lasbaar roestvast staal te verkrijgen, en de corrosiegevoeligheid na het lassen te beperken.
Een andere manier om dit staal lasbaarder te maken is door toevoeging van titaan aan de legering, hetgeen het type 316Ti (1.4571) oplevert. Deze oplossing is technisch vrijwel evenwaardig. Alleen wanneer men architecturale toepassingen beschouwt, moet men rekening houden met een "typisch" slijpbeeld van titaangelegeerde soorten.
De magnetische eigenschap van rvs wordt bepaald door de kristalstructuur, dus door de samenstelling van het soort rvs. Roestvaste staalsoorten met tussen 6 en 26% nikkel (de 300-reeks uit de AISI) zijn austenitisch en daarom niet-magnetisch in geleverde toestand. Ze zijn uitstekend vervormbaar (plooien, dieptrekken, strekken) en ook schokbestendig doorheen het temperatuursbereik van heel lage tot heel hoge temperaturen. Nikkel zorgt ervoor dat het staal in zijn austenitische toestand blijft tijdens het afkoelen. De overige elementen verhogen de corrosieweerstand en verwerkbaarheid van het staal. Bij sterke koudvervorming verandert de kristalstructuur echter, waardoor wel magnetische eigenschappen optreden bij austenitisch rvs. Martensitische, ferritische en duplex roestvaststaalsoorten zijn daarentegen magnetisch (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

Wanneer het chroom met zuurstof in aanraking komt, vormt het een onzichtbaar laagje chroom(III)oxide (ook genaamd: dichroomtrioxide) (Cr2O3), de oxidehuid. Dit laagje beschermt het onderliggende metaal tegen verdere roestvorming (oxidatie).
De hoeveelheid koolstof bepaalt de hardheid van het staal. Een staalsoort met veel koolstof is daardoor moeilijk bewerkbaar.
Roestvaste staalsoorten met tussen 6 en 26% nikkel (de 300-reeks uit de AISI) zijn austenitisch en niet-magnetisch in geleverde toestand. Ze zijn uitstekend vervormbaar (plooien, dieptrekken, strekken) en ook schokbestendig in het hele temperatuurbereik, van heel lage tot heel hoge temperaturen.
Vele Roestvaste staalsoorten zijn zeer gevoelig voor chloor. Stadswater, zwembadwater, natriumhypochloriet (NaOCl), waterstofchloride (HCl) en ijzer(III)chloride (Fe2Cl3) zijn zeer agressief op roestvast staal. Putcorrosie (Engels: pitting) is de corrosie waarbij zich putjes in het oppervlak vormen. Als bijvoorbeeld roestvast staal AISI 304 in contact komt met chloorhoudend water, van bijvoorbeeld drinkwater of zwembadwater, dan zal het chloor plaatselijk de beschermende laag chroomoxide aantasten. Er ontstaat dan het begin van een ondiep putje, waar zich weer meer chloorionen verzamelen, waardoor de aantasting bij voorkeur op die plaats doorgaat en het putje dieper wordt. Uiteindelijk ziet het materiaal er grotendeels gaaf uit, maar met een aantal putjes over het oppervlak. Typisch bij putcorrosie zijn de gaatjes juist naast een lasnaad. Roestvaste staalsoorten met het legeringselement molybdeen, zoals 316 en 316L, kunnen wel weerstaan aan chloor en hebben een goede weerstand tegen putcorrosie.
Door diverse bewerkingen die producten van roestvast staal ondergaan, kunnen aan de buitenzijde van het metaaloppervlak veranderingen ontstaan, waardoor het roestvaste karakter tijdelijk of blijvend wordt aangetast....Om dit euvel tegen te gaan, is er een methode ontwikkeld om het metaal te voorzien van een nieuwe passieve laag. Het is hierbij meestal gewenst de bewerkte producten eerst te ontvetten met een oplossing van natronloog (NaOH) en daarna te beitsen met een mengsel van salpeterzuur (HNO3) en waterstoffluoride (HF). Met het beitsen wordt een dunne laag van het metaaloppervlak en bestaande oxidehuid opgelost inclusief verontreinigingen. Doordat bij het beitsen ijzer sneller in oplossing gaat dan chroom, wordt de oxidehuid effectief verrijkt aan chroom. Het eigenlijke passiveren geschiedt door een behandeling in een bad met salpeterzuur, waarbij de oxidehuid wordt hersteld en de passieve toestand terugkeert. Door deze behandeling krijgt het onderliggende metaal zijn oorspronkelijke corrosiebescherming terug (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roestvast_staal).

RVS kan echter ook staan voor RvS:

De Raad van State (RvS) is in Nederland een adviesorgaan van de regering en de hoogste bestuursrechter van het land. De RvS is in 1531 opgericht door keizer Karel V en is een van de oudste regeringsorganen ter wereld (https://nl.wikipedia.org/wiki/Raad_van_State_(Nederland)).
De Raad van State heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1531. Begonnen als adviseur van de landvoogd heeft de Raad zich in bijna vijf eeuwen ontwikkeld tot bestuursrechter en wetgevingsadviseur. De Raad is niet meer weg te denken uit ons staatsbestel
....
Toen keizer Karel V op 1 oktober 1531 de Raad van State voor de Nederlanden instelde als Conseil d'Etat, sloot hij aan bij een lang bestaande traditie. Een middeleeuwse vorst besliste over de belangrijkste zaken van oorlog en vrede. Hij deed dat na overleg met de hoogste edellieden van het land, de connetabelen.
....
De landvoogdes riep de Raad niet erg vaak bijeen. Belangrijke leden als prins Willem van Oranje en de graaf van Egmond weigerden daarom na enige tijd nog langer aan de werkzaamheden van de Raad deel te nemen. Zij namen in 1567 ontslag. In datzelfde jaar, toen Alva landvoogd werd, leidde de Raad niet veel meer dan een papieren bestaan. Belangrijk was wel dat hij het gezag van de landsheer moest waarnemen als er geen landvoogd was en dat is in de geschiedenis enkele keren voor gekomen.
...
In 1795 hield de Raad van State op te bestaan. In 1805 werd hij heropgericht als adviesorgaan, maar bij de inlijving van Nederland bij Frankrijk, in 1810, verdween hij weer.... De Grondwet van 1814 bracht de gedecentraliseerde eenheidsstaat. ...De Grondwet herstelde de Raad van State in ere en bepaalde dat de koning alle 'daden van Souvereine waardigheid', zou plegen na advies van de Raad. Dit betekende dat in elk geval alle wetsontwerpen en alle belangrijke koninklijke besluiten de Raad moesten passeren. De Raad van State werd voorgezeten door de Koning zelf; de erfprins was lid van de Raad vanaf zijn achttiende  (www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state/geschiedenis.html).

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van Nederland. De werkwijze en taken van de Raad van State zijn vastgelegd in de Grondwet en in de Wet op de Raad van State. Koning Willem-Alexander is Voorzitter van de Raad van State. De dagelijkse leiding berust bij de vice-president, momenteel is dat mr. J.P.H. Donner (www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state/de-raad-van-state-in-het-kort.html).

De taken van de Raad van State zijn vastgelegd in artikel 73 - 75 van de Nederlandse Grondwet en in de Wet op de Raad van State. Zijn functie is tweeledig:
1. Uitbrengen van adviezen aan de Nederlandse regering over voorgestelde wetten en algemene maatregelen van bestuur (AMvB). De RvS kijkt hierbij vooral naar kwaliteit en uitvoerbaarheid van wetten en of de voorstellen wel in overeenstemming zijn met de grondwet, andere wetten en verdragen.
2. Rechtspreken over kwesties waarin burgers, asielzoekers en particuliere organisaties het niet eens zijn met beslissingen van de overheid, zoals verleende vergunningen. De RvS is de hoogste instantie die een uitspraak kan doen over een geschil tussen burger en overheid.
Wanneer er geen regent is aangewezen, is de RvS regent voor een mogelijk minderjarige of ongeboren koning. De RvS speelt ook een rol wanneer de koning niet in staat is te regeren en er geen regent is aangewezen (dit gebeurde in 1889) en wanneer de troon vacant is en er onzekerheid over de erfopvolging bestaat.
De Nederlandse Raad van State heeft twee afdelingen:
Afdeling advisering van de Raad van State (AARvS)
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland (https://nl.wikipedia.org/wiki/Raad_van_State_(Nederland)).

De Afdeling bestuursrechtspraak is verdeeld in drie juridische kamers, die zich buigen over de verschillende onderwerpen. Voorbeelden van onderwerpen waarover de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraken doet
Geschillen over bouwvergunningen
Handhavingsgeschillen
Het al dan niet toekennen van subsidies
Beslissingen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)
Bestemmingsplannen
Milieuzaken
(www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state/de-raad-van-state-in-het-kort.html)

Iedere woensdag staat vanaf 10.15 uur de volledige tekst van de uitspraken in hoofdzaken van de Afdeling bestuursrechtspraak op de site (www.raadvanstate.nl/).

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land. De Raad van State is een Hoog College van Staat. De Staten-Generaal, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman zijn dat bijvoorbeeld ook. Dit zijn bij de Grondwet geregelde instituten belast met een eigen taak, die zij onafhankelijk van de regering uitvoeren. De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag (www.raadvanstate.nl/over-de-raad-van-state.html).

De RvS is dus relevant voor (micro)brouwers om te weten wat wel en niet mag, volgens een bestemmingsplan, bouw- en milieuvergunning. Maar eerst is er nog de gemeente:

Het vervelende is dat een goede locatie voor een dergelijke horecagelegenheid annex brouwerij nooit te vinden is op een industrieterrein. Dit betekende tot voor kort altijd trammelant als het gaat over het verkrijgen van een milieuvergunning. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat overheidsinstanties bij bierbrouwerijen meteen denken aan grote brouwerijen met grote geurproblemen. Degenen die in de buurt van de Heinekenbrouwerij in Den Bosch wonen weten onmiddellijk wat ik bedoel. Uiteraard is de geuroverlast voor de omgeving gerelateerd aan de omvang van de brouwerij, maar omdat hierover weinig informatie bestaat spelen de gemeentelijke milieuambtenaren op zeker. Aan de paar brouwcafé's die Nederland kent zijn dan ook vrij strenge milieueisen gesteld, hoe klein de brouwerij ook is.
Dat een dergelijke wijze van benadering wel erg rigide is vond ook de Raad van State, het hoogste bestuursrechtelijke college van Nederland. Op 13 oktober 1998 deden de rechters mr. Leyten-Wijkerslooth, mr. Konijnbelt en mr. Korte-van Hemel een uitspraak over het beroep dat omwonenden had ingesteld tegen een besluit van de gemeente Heukelum. Bij dit besluit had de gemeente een vergunning verleend aan B.A. Kuipers-Weltevreden te Herwijnen (hierna door mij genoemd brouwerij 't Kuipertje) voor het oprichten en in werking hebben van een ambachtelijke bierbrouwerij annex proeflokaal, sectie D, no. 383, plaatselijk bekend Appeldijk 18 te Heukelum, zoals dat allemaal officieel heet.
Degenen die op bezoek zijn geweest bij 't Kuipertje weten dat de brouwerij buiten de bebouwde kom gevestigd is aan de rand van het terrein van een oude steenfabriek in een voormalig koetshuis. Er zijn wel woningen in de buurt en de dichtsbijgelegene bevindt zich op 10 meter van het bedrijf. De omwonenden vonden dat door de brouwerij de natuurwetenschappelijke waarden in de omgeving aangetast werden en ook waren ze bang dat ze geluidhinder van het bedrijf zouden ondervinden.
Het was de Raad van State gebleken dat het proeflokaal één dag per week is opengesteld voor publiek en verder vier à vijf dagen in de week op afspraak. Met het brouwen van bier is ongeveer anderhalve dag in de week gemoeid. Gemiddeld wordt er 375 liter bier per week gebrouwen. Dit bier wordt nagenoeg alleen binnen het proeflokaal gedronken, levering aan derden vindt nauwelijks plaats. Naar het oordeel van de Raad van State heeft onder deze omstandigheden het brouwen van bier een zodanig kleinschalig karakter dat het bedrijf in hoofdzaak is bestemd voor het tegen vergoeding schenken van bier.
Gelet daarop en gezien het feit dat de brouwerij aan alle voorwaarden van het Besluit horecabedrijven milieubeheer (hierna kortweg het Besluit genoemd) voldoet had volgens de Raad van State de gemeente Lingewaal ten onrechte een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend omdat deze niet nodig was! Voldoe je namelijk aan alle eisen van het Besluit dan kun je volstaan met een melding aan het gemeentebestuur. Zo'n melding moet dan wel met een speciaal formulier worden gedaan.
Door beroep in te stellen tegen de milieuvergunning kregen de omwonenden de kous op de kop. In plaats dat brouwerij 't Kuipertje aan meer eisen moet voldoen hoeft ze alleen te voldoen aan het Besluit. Dit betekent niet dat de brouwerij aan geen enkele milieueis moet voldoen. Zo mag de geluidbelasting ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten niet te hoog zijn. Als een horecabedrijf onder het Besluit valt kunnen er echter geen aanvullende nadere eisen gesteld worden op het gebied van natuurbescherming, geluid, geur en dergelijke.
Conclusie
Als je een eigen brouwerijtje wilt beginnen doe dat dan in combinatie met een proeflokaal. Als de brouwactiviteiten ondergeschikt zijn aan de horeca-activiteiten heb je geen milieuvergunning nodig maar kun je volstaan met een melding op grond van het Besluit horecabedrijven milieubeheer bij de gemeente.
Wanneer je een brouwerij start zonder proeflokaal is altijd een milieuvergunning vereist (www.hobbybrouwen.nl/artikel/jurispru.html).

Het Besluit horecabedrijven milieubeheer heet tegenwoordig Activiteitenbesluit. Naast dat besluit geldt ook de OBM, NeR en MER, zoals ik al eens aangaf op mijn blog.

Bierbrouwerijen worden in de regelgeving en richtlijnen niet gedifferentieerd. Er is geen onderscheid tussen een grote brouwerij, zoals Heineken, Grolsch of InBev en kleine brouwerijtjes in de achtergronddocumenten. De VNG, een vereniging van gemeenten heeft een overzicht gemaakt bedrijven en daar een staat een reguliere bierbrouwerij genoemd onder de SBI-code 1105 en wordt gewaardeerd als milieucategorie 4.2. De vraag is nu waar de grens ligt tussen een kleine en een grotere brouwerij. In de SBI-lijst wordt daar geen onderscheid in gemaakt. In verschillende gemeenten wordt een kleine ambachtelijke brouwerij mogelijk gemaakt met een specifieke aanduiding in het bestemmingsplan, hetzij als 'horeca met een specifieke vorm brouwerij' of als 'bedrijf met een specifieke vorm brouwerij'. Soms een brouwerij 'verstopt' en wordt een brouwerijproeflokaal beschouwd als onderdeel van een biermuseum waar na afloop van een rondleiding een biertje geproefd kan worden. Daardoor is niet altijd eenvoudig in overheidsplannen een brouwerij te vinden, terwijl er juist meer stadsbrouwerijen komen.

De Standaard Bedrijfsindeling (SBI) is een hiërarchische indeling van economische activiteiten. De SBI is gebaseerd op de indeling van de Europese Unie (Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté Européenne, afgekort : NACE) en op die van de Verenigde Naties (International Standard Industrial Classification of All Economic Activities, afgekort: ISIC). Het CBS gebruikt de SBI onder meer om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. Tot 2009 werd de SBI’93 gebruikt. In 2008 vond een ingrijpende revisie plaats van de internationale bedrijfsindelingen en daarmee ook van de daarop gebaseerde SBI. De SBI’93 maakte plaats voor de SBI 2008 die beter aansloot bij de economische realiteit.. Dit had uiteraard gevolgen voor statistieken en registers.
De SBI kent meerdere niveaus die aangegeven worden door vier of vijf cijfers. De eerste vier cijfers van de SBI-code zijn, op een enkele uitzonderingen na, gelijk aan de Europese NACE. Het 5e cijfer is een nadere Nederlandse verbijzondering. De eerste twee cijfers van de SBI en NACE stemmen overeen met de ISIC, van de Verenigde Naties. De samenhang tussen internationale standaardclassificaties en de SBI is aangegeven in een schema (www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/classificaties/overzicht/sbi/default.htm).

Aan de hand van de SBIcode en de VNGklasse worden bestemmingsplannen gemaakt. Als dat niet goed gaat kan de RvS daar uitspraken over doen, met betrekking tot brouwerijen:

Geen parkeer- en horecaproblemen bij Oijense brouwerij
23 oktober 2013
DEN HAAG/OIJEN/MACHAREN - Er zijn voldoende parkeerplaatsen bij de bierbrouwerij aan de Oijense Bovendijk in Oss, stelt de Raad van State in een uitspraak.
...
Ook hoeft buurman J. Boerakker uit Macharen niet te vrezen voor een zelfstandig cafe-restaurant naast de brouwerij. Immers, de bierbrouwerij haalt tweederde van de omzet uit het brouwen van gerstenat en eenderde uit de ondergeschikte horeca, aldus de Raad. Bovendien zijn de regels in het bestemmingsplan duidelijk, het cafe-restaurant mag alleen gekoppeld zijn aan de bierbrouwerij. Mocht die ooit verdwijnen dan zal ook het cafe-restaurant de deuren moeten sluiten.
Verder meent de Raad dat 32 parkeerplaatsen op het eigen bierbrouwerijterrein voldoende is. Daarbij gaat de Raad ervan uit dat de bezoekers gemiddeld met 5 mensen per twee auto's komen en niet allemaal alleen met 1 auto. Anders kan niemand van het bier proeven uiteraard. Kortom, alle bezwaren van Boerakker tegen de bierbrouwerij even verderop aan de dijk zijn van tafel.
(www.bd.nl/regio/oss-uden-veghel-e-o/oss/geen-parkeer-en-horecaproblemen-bij-oijense-brouwerij-1.4064180)

Uitspraak inzake bestemmingsplan "Bierbrouwerij - Oijen - 2012", Oss
23 Oktober 2013 10:50
201301370/1/R3.
Datum uitspraak: 23 oktober 2013
...
Ingevolge het bepaalde onder 4.1.2, onder a, wordt onder de functie "bierbrouwerij als hoofdfunctie met ondergeschikte horecafunctie" verstaan:
1. het brouwen van bier;
2. het geven van rondleidingen;
3. het houden van proeverijen;
4. het geven van biercursussen;
5. horeca, al dan niet voor passanten, met een oppervlakte van maximaal 113 m^2 die onlosmakelijk en als niet-zelfstandig onderdeel verbonden is met de bierbrouwerij.
Ingevolge het bepaalde onder b zijn de doelen in lid 4.1, onder 4.1.1, onder a tot en met h, vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van lid 4.1, onder 4.1.1, uitsluitend toegestaan mits de inrichting van de in deze bestemming begrepen gronden voldoet aan het inrichtingsplan dat als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regels.
5.4. Niet in geschil is dat de exploitatie van de bierbrouwerij met bijbehorende dagrecreatieve activiteiten, de horeca-activiteiten en de verblijfsrecreatieve activiteiten van invloed zullen zijn op de omgeving. In het akoestisch onderzoek van Ulehake Bouwfysica van 12 juli 2011, dat de raad als uitgangspunt heeft genomen bij zijn beoordeling van het woon- en leefklimaat voor de omgeving, is uitgegaan van streefwaarden die gelden voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk. In het akoestisch onderzoek zijn de activiteiten in de inrichting en op het terrein van de inrichting en de indirecte hinder door verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg betrokken. In dit onderzoek is ook het terrasgeluid meegenomen. Conclusie van dit akoestisch onderzoek is dat er aan de streefwaarden geldend voor een landelijk gebied met een lage geluiddruk wordt voldaan. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomsten van dit onderzoek niet juist zouden zijn en dat hij in onaanvaardbare mate geluidhinder vanwege de inrichting zal ondervinden. Hierbij neemt de Afdeling voorts in aanmerking dat tussen het plangebied en de woning van [appellant] een afstand bestaat van 200 meter. Voorts wordt in aanmerking genomen dat, anders dan [appellant] heeft gesteld, in de plantoelichting niet is aangegeven dat een geluidwal zal worden aangelegd. In het inrichtingsplan, dat onderdeel uitmaakt van het plan, is wel voorzien in een houtsingel aan de oostzijde van het plangebied. Het betoog faalt.
...De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: verklaart het beroep ongegrond (http://vacatures.roc.nl/default.php?fr=nieuws&nieuwsitem=38579).

Commanderie Ootmarsum van de baan
Geplaatst op 10 december 2014
OOTMARSUM - Het Commanderieplan in Ootmarsum gaat niet door. De Raad van State heeft het hele plan naar de prullenmand verwezen....Er komt dus geen woningbouw, geen brasserie, geen hotel en ook geen bierbrouwerij op de historische plek in Ootmarsum waar ooit de roemruchte Commanderie stond, het latere Huis Ootmarsum. De buurtbewoners hebben met de uitspraak van de Raad van State volledig hun zin gekregen. Want zij waren vanaf het begin fel gekant tegen de spectaculaire en ambitieuze plannen van de gemeente en enkele ondernemers. Zij vreesden overlast en aantasting van hun uitzicht. Zij bestreden bovendien de behoefte aan de grootschaligheid van de woningbouw (www.tubantia.nl/regio/dinkelland/commanderie-ootmarsum-van-de-baan-1.4666692).

Uitspraak 201311709/1/R6
Datum van uitspraak:woensdag 10 december 2014
Bij besluit van 5 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellanten sub 3] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante sub 1] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluit van 24 april 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum" (hierna: het wijzigingsbesluit) gewijzigd en opnieuw vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft De Commanderie Ootmarsum B.V. beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:...vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 24 april 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum".... vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 5 november 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum";
...
2. Het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum", dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld, biedt een juridisch-planologisch kader voor de herontwikkeling van het gebied van de Commanderie dat ligt ten zuiden van de kern van Ootmarsum. Daarbij is voorzien in woningbouw, een hotel, een brouwerij en uitbreiding van de parkeerplaats Stadsweide. Het plangebied wordt begrensd door onder meer De Brake, de Wildbaan, het Oldenzaals Voetpad en de Wildehof.
2.1. Met het wijzigingsbesluit heeft de raad beoogd om een aantal ondergeschikte wijzigingen door te voeren en tevens beoogd daarmee gedeeltelijk tegemoet te komen aan de bezwaren tegen het bestemmingsplan "Commanderie Ootmarsum" dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld door onder meer de gebruiksmogelijkheden van de voorziene brouwerij te beperken. De Afdeling merkt het wijzigingsbesluit aan als een besluit zoals bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb. Vaststaat dat [appellante sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellanten sub 3] belang hebben bij de beoordeling van het wijzigingsbesluit. Gelet hierop zijn de beroepen van [appellante sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellanten sub 3] ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb van rechtswege mede gericht tegen het wijzigingsbesluit.
...
Het beroep van De Commanderie Ootmarsum B.V.
4. Het beroep van De Commanderie Ootmarsum B.V. is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Horeca", voor zover daaraan niet tevens de aanduidingen "specifieke vorm van horeca - ambachtelijke bierbrouwerij" en "specifieke vorm van horeca - hotel" zijn toegekend. Zij betoogt dat daardoor op dit plandeel ten onrechte niet meer is voorzien in een bedrijfswoning.
4.1. Ingevolge artikel 7, lid 7.1, zijn de voor "Horeca" aangewezen gronden bestemd voor:
a. horecabedrijven categorie 1 en categorie 2, met dien verstande dat:
1. een logiesverstrekkend bedrijf c.q. hotel uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - hotel";
2. een ambachtelijke bierbrouwerij is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - ambachtelijke bierbrouwerij", met dien verstande dat:
- de ambachtelijke bierbrouwerij onderdeel uitmaakt van het horecagebouw;
- maximaal een brouwsel van maximaal tien hectoliter per dag mag worden geproduceerd;
- de maximale productie 2.600 hectoliter eindproduct per jaar mag bedragen;
...
5.3. In paragraaf 4.1.3 van de plantoelichting staat dat het wijzigingsbesluit voorziet in de bouw van 25 nieuwe woningen, een hotel, een ambachtelijke bierbrouwerij, een brasserie en ambachtelijke detailhandel. Het bestemmingsplan, dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld, voorzag eveneens in deze ontwikkelingen. Niet in geschil is dat het bestemmingsplan, dat is vastgesteld op 5 november 2013, derhalve voorzag in nieuwe stedelijke ontwikkelingen zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro, en dat in de plantoelichting van dat bestemmingsplan moet worden verantwoord dat aan de voorwaarden in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro, wordt voldaan. Nu de voorziene ontwikkelingen ten tijde van de vaststelling van het wijzigingsbesluit nog niet waren opgericht op grond van het bestemmingsplan dat bij besluit van 5 november 2013 is vastgesteld, en dat bestemmingsplan bovendien nog niet onherroepelijk is, dient ook in de plantoelichting bij het wijzigingsbesluit te worden verantwoord dat aan de voorwaarden van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro wordt voldaan.
5.4. Met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro is blijkens de Nota van toelichting (Stb. 2012, 388, p. 34, 49-51) beoogd zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren.
...
5.5. Ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte aan de oprichting van een hotel, een ambachtelijke bierbrouwerij, een brasserie en ambachtelijke detailhandel wordt in paragraaf 4.1.3 van de plantoelichting verwezen naar het rapport "Commanderieterrein Ootmarsum, onderzoek regionale marktbehoefte en effecten", van 7 april 2014, dat is opgesteld door ZKA Consultants & Planners en Verheijden Concepten B.V. (hierna: het behoefteonderzoek). [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen betogen terecht dat in het behoefteonderzoek niet inzichtelijk wordt gemaakt in hoeverre met de voorziene oprichting van een hotel, een ambachtelijke bierbrouwerij, een brasserie en ambachtelijke detailhandel wordt voorzien in een actuele regionale behoefte. Zo is bijvoorbeeld niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze rekening is gehouden met het bestaande regionale aanbod en de gevolgen van het plan voor de bestaande leegstand. Gelet op het voorgaande betogen [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen terecht dat in de plantoelichting niet inzichtelijk is gemaakt dat met de plandelen met de bestemming "Horeca" en "Detailhandel" wordt voorzien in een actuele regionale behoefte. Het betoog slaagt.
(www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=81916)

RvS vernietigd dus een bestemmingsplan met een bierbrouwerij omdat onvoldoende inzichtelijk is of er een  actuele regionale behoefte is... ach dat zal vast eenvoudig aan te tonen, of niet?
Bij nazoeken op internet kom ik er wel achter dat het niet eenvoudig is...

Datum : 24 februari 2015
Nr. : 2015-23
Naar aanleiding van de commissievergadering van 3 februari jl. en de daar gehouden
presentatie rondom het project Commanderie Ootmarsum heeft de fractie van D66
Dinkelland met in achtneming van artikel 39 van het “Reglement van orde voor de
vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Dinkelland 2010” een
aantal vragen gesteld.
...De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de regionale
behoefte ten aanzien van de bouw van de woningen en het hotel onvoldoende is onderzocht
en daarmee onvoldoende is onderbouwd.
... Bierbrouwerij geen regionale behoefte. Weth. Stokkelaar deed gisteravond 03-02-2015
voorkomen alsof er door de Raad van State over de bierbrouwerij geen opmerkingen zijn
gemaakt inzake de actuele regionale behoefte. Dit is wel het geval. RvS noemen het “horeca
en detailhandel” (hotel, ambachtelijke bierbrouwerij, brasserie, ambachtelijke detailhandel.)
Hoe ziet het College deze uitspraak en waarom noemt u deze uitspraak niet?”
Het is juist dat in de uitspraak ook de andere activiteiten worden genoemd. Daarnaast is het
zo dat tijdens de zitting op 8 mei 2014 bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State met name is ingegaan op het hotel. De toelichting in de commissievergadering van 3
februari 2015 houdt niet in dat we bij de ontwikkeling van brasserie, brouwerij en
detailhandel de ladder van duurzame verstedelijking niet hoeven te betrekken. Bij nieuwe
planvorming zal elk initiatief getoetst moeten worden aan de ladder van duurzame
verstedelijking.
“17. Terugtrekken bezwaar geur bierbrouwerij... Er is van een omwonende bekend dat zij geen bezwaar meer had n.a.v. het geurrapport dat Heupink heeft laten maken voor het herziende bestemmingsplan maar de overige buurtbewoners hebben het bezwaar op geurhinder niet ingetrokken...Voor de verdere ontwikkeling van het plan zullen we als gemeente opnieuw
een belangenafweging moeten maken over de inrichting van het plan. Bij deze
belangenafweging wordt onder andere meegenomen of een goed woon- en leefklimaat kan
worden gegarandeerd voor de omgeving. Bij de uiteindelijke beslissing of de bierbrouwerij
zich op deze locatie kan vestigen zal er een belangenafweging worden gemaakt op
verschillende onderdelen. Indien buurtbewoners het niet eens zijn met deze afweging
kunnen zij hierop reageren (www.bestuursweb.nl/stukken/4080/1/pdf.pdf).

Othmar blijft hopen op nieuwe bierbrouwerij
Hoewel de Raad van State een streep heeft gezet door het Commanderieproject, blijft Henk Heupink, de grondlegger van Othmar bier, hopen op de komst van een nieuwe bierbrouwerij.  De ondernemer  had plannen om in de Commanderiestraat een brouwerij met brasserie te bouw, maar nu het hele project niet doorgaat, kan Heupink dat plan vergeten (https://oost.deondernemer.nl/nieuws/bedrijvennieuws/3309/othmar-blijft-hopen-op-nieuwe-bierbrouwerij).

De RvS komt er niet altijd aan te pas:

Hegeman en gemeente Oldenzaal zijn eruit; zitting Raad van State van de baan
Er lijkt geen zitting bij Raad van State te komen tussen de gemeente Oldenzaal en de projectontwikkelaar Hegeman uit Nijverdal. Beide partijen zijn tot een overeenkomst gekomen inzake de verkoop van de Tuin van Soer. Het is de bedoeling dat de tuin wordt aangetrokken bij Stadsbrouwerij De Bombazijn die op deze plek moet verrijzen (www.debombazijn.nl/?p=666).

Stadsbrouwerij De Bombazijn: Ontwikkeling van een Stadsbrouwerij met als doel het herstel van de oude stadstuinen in Oldenzaal (www.debombazijn.nl/).

Naast bestemmingsplannen zijn er ook milieuvergunningen waar de RvS zich over uitlaat:

De Brand-bierbrouwerij in Wijlre mag 's avonds en 's nachts flessen en fusten van en naar de brouwerij blijven vervoeren. De Raad van State heeft beslist dat de gemeente Gulpen-Wittem daarvoor terecht een vergunning heeft gegeven.
L1 06 augustus 2008 (www.l1.nl/nieuws/brand-brouwerij-mag-ook-s-nachts-lossen)

Raad van State: Dwangsom Bierbrouwerij in strijd met beleidsprocedure
Raad van State, 14 april 2010
200905312/1/M1. Datum uitspraak: 14 april 2010
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op woensdag 14 april 2010 uitspraak gedaan over de dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem heeft opgelegd aan Brand Bierbrouwerij aan de Brouwerijstraat in Wijlre.
Het gemeentebestuur heeft dat gedaan omdat de bierbrouwerij in strijd met de milieuvergunning teveel verkeersgeluid in de avond en nacht veroorzaakt. Dit zou komen doordat de bierbrouwerij enkele biertransporten heeft verplaatst van de dag naar de avond en de nacht. De bierbrouwerij is het niet eens met de dwangsom en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het bedrijf vindt dat hij de geluidsvoorschriften niet overtreedt. Verder vindt hij dat het gemeentebestuur hem de kans had moeten geven om die maatregelen te treffen die nodig zijn om de vermeende overtreding te beëindigen.
...
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:...verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brand Bierbrouwerij B.V. gegrond;... vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem van 23 juni 2009, kenmerk U.09.03192 en kenmerk U.09.03193 (www.geluidnieuws.nl/2010/mei2010/wijlre.html).

Raad van State vernietigt vergunning voor uitbreiding brouwerij Dommelsch in Dommelen
DEN HAAG - De vergunning voor de uitbreiding van de bierbrouwerij van Dommelsch in Dommelen is vernietigd. Enkele inwoners van Dommelen hadden bezwaar aangetekend tegen de plannen om de productiecapaciteit te verdubbelen omdat zij vrezen voor extra geluidsoverlast. De Raad van State stelde hen dinsdag in het gelijk.
Volgens de Raad van State was de vergunning niet goed voorbereid waar het om geluidsoverlast gaat. B en W van Valkenswaard hadden de vergunning voor de uitbreiding in mei 2011 verleend (www.omroepbrabant.nl/?news/1920981183/Raad+van+State+vernietigt+vergunning+voor+uitbreiding+brouwerij+Dommelsch+in+Dommelen.aspx).

ECLI:NL:RVS:2015:1445
Datum uitspraak 06-05-2015
Zaaknummer 201407570/1/A4
Bij besluit van 22 juli 2014 heeft het college aan de naamloze vennootschap Inbev Nederland N.V. (hierna: Inbev) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een bierbrouwerij aan het Brouwerijplein 87 te Dommelen.
...
2. Bij het bestreden besluit is vergunning verleend voor het veranderen van de bierbrouwerij en het in werking hebben na die verandering van de gehele inrichting. De verandering houdt verband met een verhoging van de productiecapaciteit van maximaal 1.000.000 naar maximaal 2.000.000 hectoliter bier per jaar. Daartoe worden onder meer machines vervangen en het aantal productiedagen uitgebreid van zes naar zeven dagen per week.
Bij uitspraak van 17 april 2013, nr. 201107146/1/A4 (www.raadvanstate.nl), heeft de Afdeling het eerder door het college genomen besluit tot verlening van de gevraagde vergunning van 3 mei 2011 vernietigd.
...
Bij de uitspraak van 17 april 2013 is het besluit van 3 mei 2011 vernietigd, omdat het referentieniveau van het omgevingsgeluid, de bestaande rechten en de geluidbelasting door het verkeer van en naar de inrichting onjuist waren vastgesteld. Naar aanleiding daarvan heeft Inbev de aanvraag aangevuld met een door Witteveen en Bos uitgebracht rapport "Aanvullend akoestisch onderzoek Dommelsche bierbrouwerij" van 9 mei 2014. Voorts heeft De Roever Omgevingsadvies in opdracht van het college een aanvullend meet- en rekenonderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het rapport "Nader geluidmeetonderzoek t.b.v. revisievergunning INBEV Nederland BV, Brouwerijplein 87 te Valkenswaard" van 20 januari 2014.
...
8.4. Over de noodzaak van de activiteiten vermeldt het bestreden besluit dat de uitbreiding van de productiecapaciteit vooral is ingegeven door economische motieven en dat die uitbreiding nodig is om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen. Het betoog van [appellant] dat hiermee de noodzaak van de uitbreiding, mede gelet op de krimpende biermarkt in West-Europa, niet voldoende gemotiveerd is, slaagt niet. Het college mag er in het kader van de bestuurlijke afweging in beginsel van uitgaan dat een door de aanvrager gesteld bedrijfsbelang aanwezig is. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitbreiding uit een oogpunt van continuïteit van de bedrijfsvoering niet nodig is.
...
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:... verklaart het beroep ongegrond
(http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2015:1445).
(www.recht.nl/vakliteratuur/milieurecht/artikel/385434/raad-van-state-06-05-2015/)

De RvS vernietigt dus eerst een onvoldoende onderbouwde vergunning, maar laat het aangepaste besluit in stand...

De RvS bezoekt ook wel eens brouwerijen:

Donderdag 4 oktober 2012 deed afdeling I & A van de Raad van State een workshop bij De Koperen Kat bij wijze van afdelingsuitje (www.koperenkat.nl/afdelingsuitje-raad-van-state/).

Na al deze zaken kan ik ook een uitje gebruiken. Al dat juridisch geneuzel maken het er niet duidelijker op. Een brouwerij op zichzelf mag niet, maar als onderdeel van een horecagelegenheid wel? Ligt het aan mij of is een brouwerij MET horeca niet groter en milieubelastender dan een brouwerij op zich? 


Viewing all 1732 articles
Browse latest View live