Augustus is de oogstmaand bij uitstek. Momenteel is er volop fruit te plukken in de tuin en daarbuiten. Augustus is de maand van de pruimen, bramen, frambozen, rozenbottels, verschillende soorten bessen en de eerste appels en peren. Een iets minder gangbare zomervrucht die in zowel natuur als tuin te vinden is, is de blauwe bes. Afhankelijk van de cultivar zijn deze bessen tussen eind juni en half september rijp (www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=14980).
De oogst (zelfstandig naamwoord of het oogsten werkwoord) is het binnenhalen van landbouwproducten. Ook het binnengehaalde product zelf wordt oogst genoemd. Het woord wordt ook overdrachtelijk gebruikt....Zegt men dat de oogst mislukt is (een misoogst), dan bedoelt men dat er (door slecht weer) weinig of niets gegroeid is. Het is dus het gewas dat mislukt is, nog voordat de oogsttijd aanbrak.
Het woord is een verbastering van het woord augustus, omdat dit de maand is waarin wordt geoogst. De maand augustus wordt ook wel eens 'oogst' genoemd, of oogstmaand (https://nl.wikipedia.org/wiki/Oogst).
Augustusis de oogstmaand (https://nl.wikipedia.org/wiki/Oude_Nederlandse_maandnamen). Vanaf omstreeks 1935 was het in Nederlandse nationaalsocialistische kringen gebruik om specifieke NSB-maandnamen te hanteren. De klassieke benamingen januari, februari, etc. werden niet als 'oorspronkelijk-Nederlands' beschouwd. Op instigatie van F.E. Farwerck gebruikte de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) de volgende benamingen. Deze namen verwezen naar natuurverschijnselen of naar landbouwactiviteiten in de betreffende maand. Na afschaffing van de Franse Revolutionaire kalender was het onder Lodewijk Napoleon Bonaparte (Koning van Holland, 1806–1810) al verplicht geweest om deze oude Nederlandse namen voor de maanden te gebruiken. De NSB nam deze namen over — met uitzondering van wijnmaand voor oktober, hiervoor koos men zaaimaand (https://nl.wikipedia.org/wiki/NSB-maandnamen). Waarom geen biermaand?
Eind juli start de oogst met wintertarwe en wordt afgerond met de later oogstrijpe zomertarwe. Het oogsten van de tarwe gebeurt met twee maaidorsers om het gehele areaal op het ideale tijdstip te kunnen oogsten. De maaidorsers scheiden de korrels van het stro. Het stro wordt direct verhakselt en blijft achter op het land, de korrels worden naar de opslag getransporteerd. De tarwe wordt door derden opgeslagen en bewaard tot de verkoop.Na de oogst blijft de stoppel (achtergebleven gedeelte van de plant) en het verhakselde stro op het land achter. Op een groot deel van het stoppelland wordt compost uitgestrooid en een groenbemester gezaaid. Een groenbemester is een plant die ook zorgt voor een betere conditie van de bodem. Anders gezegd verhoogd een groenbemester het organische stof gehalte in de bodem. Dit levert een rijker bodemleven en een betere bewerkbaarheid van de grond. Een voorbeeld van een groenbemester is bladrammenas of mosterd (www.novifarm.nl/producten/tarwe/).
Gerst (Hordeum vulgare) is een graansoort. Ze stamt af van de wilde gerst (Hordeum spontaneum), die nog steeds in het Midden-Oosten voorkomt. Beide soorten zijn diploïd (2n = 14 chromosomen). Gerst behoort net als overige granen tarwe, haver, rogge, gierst en rijst tot de grassenfamilie. Ontkiemende gerst (mout) is een belangrijke grondstof voor bier en whisky (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerst).
De meeste gerst in Nederland wordt verbouwd als brouwgerst. Voldoet de gerst niet aan de kwaliteitseisen van brouwgerst, dan wordt de gerst als voergerst afgezet. De prijs voor voergerst ligt altijd onder die van brouwgerst. In goede jaren kan meer dan 60% van de Nederlandse zomergerstproduktie gebruikt worden als brouwgerst, terwijl dat in slechte jaren veel minder is. Door nieuwe rassen, een verbeterde teelttechniek en een intensievere teeltbegeleiding is het aandeel brouwgerst de laatste jaren gestegen en stabieler geworden. De mouterijen stellen hoge eisen aan de kwaliteit van de door hen te verwerken gerst (www.brouw-bier.nl/theorie/grondstoffen/granen/kwaliteitseisenbrouwgerst.aspx).
Stichting NIBEM is opgericht door drie participerende organisaties: Nederlandse Brouwers, de Sociëteit der Nederlandse Mouters en het Productschap Akkerbouw.
Verder heeft de Stichting leden en donateurs, allen bedrijven of particulieren die zich met de gerst-mout-bierketen verbonden voelen. Periode: 1956 - heden (www.nederlandsebrouwers.nl/nederlandse-brouwers/vertegenwoordigingen/stichting-nibem)
Ten behoeve van de begeleiding en beoordeling van het jaarlijkse kwaliteitsonderzoek naar Nederlandse brouwgerstrassen heeft Stichting NIBEM de Brouwgerst Advies Commissie (BAC) opgericht.
De BAC wil in wetenschappelijk en in technisch opzicht verbeteringen bevorderen van gerstrassen die voor het mouterij- en brouwerijbedrijf geschikt zijn. De BAC stimuleert het gebruik en de beschikbaarheid (veredeling en teelt) van deze gerstrassen. Ten slotte adviseert de BAC de Stichting NIBEM over de kwaliteit van brouwgerstrassen voor verwerking in de gerst-mout-bier industrie.
De BAC vergroot de kwaliteit van brouwgerst en de kennis hierover door:
Het formuleren en begeleiden van een collectief overeengekomen gerstrassen onderzoeksprogramma
Het beoordelen van potentiële brouwgerst rassen aan de hand van in het onderzoeksprogramma verkregen analyseresultaten
Het publiceren van bevindingen van het onderzoeksprogramma
Het uitwisselen van (industriële) ervaringen op het gebied van de verwerkingskwaliteit van brouwgerst(rassen) en de factoren die hier invloed op hebben
Het informeren van de Rassenlijst Commissie over de resultaten van de beoordeling van nieuwe (potentiële) brouwgerst rassen
Het informeren van het NIBEM-bestuur over de voortgang van het in opdracht van de BAC uitgevoerde werkprogramma
Het informeren van de leden van NIBEM over de verkregen resultaten
De BAC heeft voor deze werkzaamheden twee werkgroepen: de werkgroep Veredeling en de werkgroep Rassenbeoordeling. In deze werkgroepen nemen vertegenwoordigers van de gehele gerst-mout-bier keten deel. Het huidige gerstrassen onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd door het instituut VLB in Berlijn (www.nibem.nl/brouwgerst-advies-commissie-bac).
Stichting NIBEM is het Nederlands instituut voor brouwgerst, mout en bier. Het doel van de stichting is het in wetenschappelijk en technisch opzicht helpen verbeteren van alles dat in de ruimste zin samenhangt met de samenstelling van bier. Daarnaast biedt Stichting NIBEM een platform voor het uitwisselen van informatie in de gerst-, mout-, en bierketen
Omschrijving:
De hoofdactiviteit van het NIBEM is onder andere het (laten) uitvoeren van verschillende onderzoeken op het gebied van bier en haar grondstoffen. De resultaten van de uitgevoerde onderzoeken worden vrijgegeven aan alle donateurs en leden van de stichting. Ook worden deze regelmatig gepubliceerd door middel van persberichten.
Stichting NIBEM organiseert jaarlijks een Zomerexcursie en tweejaarlijks een Brouwersdag. Tijdens deze evenementen komt de hele bierketen bij elkaar om bijvoorbeeld proefvelden en brouwerijen te bezoeken en te netwerken.
Resultaat:
NIBEM brengt de gehele keten bij elkaar (van graan tot kraan), zodat alle issues die spelen in de keten met alle betrokkenen kunnen worden behandeld. Dit met het doel een hoge kwaliteit van het Nederlandse bier en één van haar belangrijkste ingrediënten (gerst) te waarborgen (www.nederlandsebrouwers.nl/nederlandse-brouwers/vertegenwoordigingen/stichting-nibem).
In NIBEM werkt de hele keten van veredelaar, teler, handelaar, mouter tot brouwer samen. Niemand heeft iets aan een gerst die goed groeit, wanneer je er alleen maar smakeloos bier van kunt brouwen. Sinds 2010 is Godfried Meijer voorzitter van NIBEM. “In het verleden richtte NIBEM zich hoofdzakelijk op het onderzoeken welke gerstrassen goed voldoen in onze klimaatzone. Dat is vooral
van belang voor de kleinere brouwerijen, die een sterke voorkeur hebben voor lokaal geteelde gerst. Grotere brouwerijen hebben zo’n grote behoefte aan brouwgerst, dat die ook in het buitenland gerst moeten kopen. Gelukkig heeft vrijwel ieder land een organisatie zoals NIBEM, zodat ook in het buitenland de gerst van uitstekende kwaliteit is.”
In proefveldjes laat NIBEM onderzoeken welke gerstrassen het best groeien onder de Nederlandse omstandigheden. De meest veelbelovende rassen worden het jaar erna opnieuw uitgezaaid, waarna er voldoende brouwgerst beschikbaar is om de eerste mout- en brouwproeven te doen. Pas als een gerst ruim voldoende scoort voor teler, mouter en brouwer wordt zij opgenomen op de rassenlijst. Die rassenlijst is een advies aan de teler welke soort gerst hij het best kan aanplanten. “Zo’n samenwerking is bijzonder zinvol”, legt Meijer uit. “Als verschillende schakels in de keten zijn we met elkaar in gesprek en komen zo tot de beste oplossing.”
Die kennisuitwisseling vindt plaats in werkgroepen en het bestuur. Maar er zijn ook bijeenkomsten die open staan voor breder publiek uit de keten. “Tijdens de zomerexcursie gaan we op veldbezoek bij een teler. We presenteren er de nieuwste inzichten rond brouwgerstteelt in Nederland. Eens per twee jaar organiseren we de Brouwersdagen waarbij ook grondstoffen op de agenda staat.”
Duurzame teelt
De voortschrijdende concentratie in de biersector maakte de vraag actueel of een nationaal instituut nog wel toekomst heeft. Meijer is daar duidelijk over. “Het is zonde om zo’n samenwerking op te heffen. Het is goed om regelmatig onderling te overleggen hoe de kwaliteit van de keten op een hoger plan gebracht kan worden.” Maar er was wel een strategische heroriëntatie nodig. Met
een focus op alleen de kwaliteit van de Nederlandse brouwgerst is de basis wat
smal. Sinds Meijer voorzitter is heeft hij daar een element aan toegevoegd.
Niet alleen de teelt van kwalitatief goede gerst is van belang, het moet ook duurzaam gebeuren. “Je ziet in de akkerbouw allerlei initiatieven ontstaan zoals Stichting Veldleeuwerik. Initiatieven die de duurzame landbouw stimuleren. Daarbij willen we geen regels opleggen, maar telers prikkelen ieder jaar iets duurzamer te werken, minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken, minder water en minder kunstmest. Het leidt tot betere landbouw en dat ook nog eens tegen lagere kosten. Binnen het bestuur van NIBEM overleggen we nu hoe we duurzaamheid in het werk van de Stichting het best vorm kunnen geven. Het is mooi te zien met hoeveel kennis en enthousiasme iedereen zich inzet om die transitie in goede banen te leiden. Ik verwacht dat we die strategie in de loop van 2012 rond zullen hebben.” (www.nederlandsebrouwers.nl/sites/nederlandsebrouwers.nl/files/downloads/
magazine_brouwers_2012.pdf)
Gerstrassenonderzoek van stichting NIBEM
Binnen NIBEM werken de brouwers samen met ketenpartners zoals mouters, telers en veredelaars aan de duurzame teelt van kwalitatief hoogwaardig Nederlands brouwgerst. Een van de belangrijkste projecten binnen NIBEM is het gerstrassenonderzoek, waar de nieuwe brouwgerstrassen onderzocht worden op kwaliteit bij de teelt onder de specifieke Nederlandse condities. In 2014 is besloten om het onderzoek zeker nog enkele jaren voort te zetten (www.nederlandsebrouwers.nl/publicaties/digitale-biernieuws/biernieuws-december-2014/duurzaam-bier-brouwen).
Sinds 1994 wordt opnieuw op grotere schaal brouwgerst geteeld in Limburg. Afnemer is de Gulpener Bierbrouwerij, die hiervan op duurzame wijze 15 verschillende soorten Limburgs bier maakt en verkoopt.
De telers zijn verenigd in de granencoöperatie Triligran, die wordt ondersteund vanuit CSV COVAS. Vanaf 2002 vindt alle brouwgerstteelt plaats onder Milieukeur...31 telers zorgen in 2013 voor ca. 400 ha brouwgerst (en biologische brouwgerst), die aan strenge kwaliteitseisen voldoet. De rassen zijn Calico en Tipple. Regelmatig worden op proefboerderij Wijnandsrade door Triligran en Gulpener nieuwe zomergerstrassen beproefd.
Spelt, tarwe en rogge
Voor een witbier als Korenwolf is ook tarwe, spelt en rogge nodig. Triligrantelers zorgen hier al jaren voor én onder Milieukeur. (www.bieten.nl/portaal/Teelten/Brouwgerst.aspx).
Opbrengstcapaciteit
Niet alleen de opbrengstcapaciteit, maar ook andere eigenschappen, zoals strostevigheid en ziekteresistentie spelen een rol bij de rassenkeuze. Mouters wensen alleen raszuivere partijen te ontvangen (www.brouw-bier.nl/theorie/grondstoffen/granen/kwaliteitseisenbrouwgerst.aspx):
Kiemkracht
De kiemkracht moet groot zijn, en het kiemingsproces moet snel en regelmatig verlopen (minstens 95% van de zaden gekiemd na drie dagen). Door de maaidorser goed af te stellen, en de gerst op de juiste wijze te drogen en te bewaren, kan verlies aan kiemkracht voorkomen worden.
Eiwitgehalte
Het eiwitgehalte van de korrel moet liggen tussen 9,5 % en 11,5 %. De optimale waarde bedraagt 10-11 %. Een te hoog eiwitgehalte gaat ten koste van het zetmeelgehalte en drukt het rendement. Bovendien kan een te veel aan eiwit problemen geven bij de filtratie. Ook een te laag eiwitgehalte geeft problemen bij de vermouting en kan een negatieve invloed hebben op de schuimstabiliteit van het bier.
Het eiwitgehalte wordt sterk beïnvloed door het groeiseizoen en door de teeltomstandigheden, maar er zijn ook duidelijke rasverschillen. In een gunstig jaar, met een gemiddeld eiwitgehalte van 10,5 %, zijn deze verschillen niet zo belangrijk; maar in een ongunstig jaar, met een gemiddeld eiwitgehalte van 11,5 %, kan dit wel van belang zijn. Deze rasverschillen zijn ook belangrijker in het noordoosten van het land (waar gemiddeld over verscheidene jaren het eiwitgehalte hoger is) dan in het zuidwesten. Bij de rassenkeuze kan met deze factoren rekening gehouden worden.
Sortering
Om een gelijkmatige kieming tijdens het eesten te krijgen, stelt de mouterij hoge eisen aan de homogeniteit, en daarmee aan de sortering van een partij brouwgerst. Het aandeel volgerst (korrels groter dan 2,5 mm) moet minimaal 90 % zijn, en het aandeel doorval (korrels kleiner dan 2,2 mm) mag niet groter zijn dan 2 %. De hoogte van het volgerstaandeel is mede bepalend voor de premie die er voor brouwgerst wordt betaald. De korrelgrootte wordt beïnvloed door groeiseizoen en teeltomstandigheden, maar is voor een belangrijk deel een raseigenschap. Dit betekent dat bij de rassenkeuze niet alleen rekening moet worden gehouden met de korrelopbrengst, maar ook met het volgerstaandeel.
[Om een gelijkmatige kieming tijdens het eesten te verkrijgen stelt de mouterij hoge eisen aan de homogeniteit, en daarmee aan de sortering van een partij brouwgerst. Het aandeel volgerst (gerstkorrels groter dan 2,5 mm) moet minimaal 90% zijn, en het aandeel doorval (korrels kleiner dan 2,2 mm) mag niet groter zijn dan 2%. De hoogte van het volgerstaandeel is mede bepalend voor de premie, die er voor brouwgerst wordt betaald. In de praktijk wordt alleen voor het volgerstaandeel van een partij gerst de brouwgerstpremie betaald.
De korrelgrootte is voor een belangrijk deel een raseigenschap en wordt sterk beïnvloed door de jaarlijkse (teelt)omstandigheden en vrijwel geen regionale verschillen geeft (www.bierwoordenboek.com/volgerstaandeel.ashx).Om een gelijkmatige kieming tijdens het eesten te verkrijgen stelt de mouterij hoge eisen aan de homogeniteit, en daarmee aan de sortering van een partij brouwgerst. Het aandeel volgerst (korrels groter dan 2,5 mm) moet minimaal 90% zijn, en het aandeel doorval (korrels kleiner dan 2,2 mm) mag niet groter zijn dan 2%. De hoogte van het volgerstaandeel is mede bepalend voor de premie die er voor brouwgerst wordt betaald. De korrelgrootte wordt beïnvloed door groeiseizoen en teeltomstandigheden, maar is voor een belangrijk deel een raseigenschap. Dit betekent dat bij de rassenkeuze niet alleen rekening moet worden gehouden met de korrelopbrengst, maar ook met het volgerstaandeel (www.kennisakker.nl/kenniscentrum/handleidingen/teelthandleiding-zomergerst-rassen).]
Gewicht
Het duizendkorrel-gewicht moet liggen tussen 35 en 45 gram, het vochtgehalte liefst niet hoger dan 14 %, en maximaal 16 % (daarboven wordt de ademhaling van de gerst te sterk, wat een temperatuurstijging en vervolgens dus een kettingreactie veroorzaakt. Dan mag de gerst niet meer in silo's worden opgeslagen). Het drogen van gerst kan door het doorblazen van lucht die kouder of warmer, maar in ieder geval relatief droger is. Belangrijk is de condities zó in te stellen, dat nooit condensatie op de gerst kan plaatsvinden [Het duizendkorrelgewicht is het gewicht dat 1000 korrels wegen. Deze factor wordt vooral toegepast in de landbouw, bij zaden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duizendkorrelgewicht).]
[Het duizendkorrelgewicht geeft een indicatie voor het gemiddelde gewicht van een zaad. Vaak is er een onderlinge spreiding in grootte van een zaad, bijvoorbeeld afhankelijk van de plaats in de aar of peul, maar ook kunnen de zaden van een bepaalde plant lichter of zwaarder zijn dan een plant van een iets ander ras, of van een plant die in andere omstandigheden (zonlicht, water) is gegroeid. Het duizendkorrelgewicht neemt af als het zaad droogt. Doordat in de regel de dichtheid van de zaden bekend is, kan uit het duizendkorrelgewicht het gemiddelde korrelvolume worden afgeleid. Het duizendkorrelgewicht heeft een functie in de handel, omdat voor bepaalde toepassingen een bepaald korrelgewicht gewenst is. Zo is bij het bereiden van bier een hoog duizendkorrelgewicht van gerst van minstens 45-50 gram (bij 16% vocht) gewenst. Bij het malen van tarwe zal graan met een hoog korrelgewicht relatief meer bloem en minder zemelen opleveren (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duizendkorrelgewicht).] (www.brouw-bier.nl/theorie/grondstoffen/granen/kwaliteitseisenbrouwgerst.aspx).
Brouwgerst is een graan dat speciaal wordt geteeld voor het brouwen van bier. Om de Nederlandse gersttelers te informeren over de acceptatie van de verschillende brouwgerstrassen, stelt NIBEM (Nederlands instituut voor brouwgerst, mout en bier) jaarlijks een waarderingslijst op voor nieuwe brouwgerstrassen in Nederland. De waarderingslijst dient als aanvulling op de Aanbevelende rassenlijst van zomergerst die jaarlijks wordt gepubliceerd door de
Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijsten (CSAR). [Het onderzoek aan rassen met het oog op de opname op de Aanbevelende rassenlijst sluit aan bij het rassenonderzoek dat wettelijk voorgeschreven. Voor dit wettelijk voorgeschreven onderzoek ligt de verantwoordelijkheid bij de Raad voor Plantenrassen (www.rassenlijst.info/onderzoek). Er worden twee nieuwe zomergerstrassen opgenomen op de Aanbevelende Rassenlijst voor 2016. Dit meldt de Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijsten (CSAR), waarin de Brancheorganisatie Akkerbouw, Plantum en LTO-Nederland samenwerken (www.rassenlijst.info/news/nieuwe-aanbevolen-rassen-van-zomergerst).]
(www.nibem.nl/nieuws/nibem-publiceert-waarderingslijst-brouwgerstrassen-2016).
Waarderingslijst NIBEM
Aan de hand van de waarderingslijst geeft de gezamenlijke mout- en brouwindustrie een advies richting de Nederlandse gersttelers over de beste brouwgerstrassen voor de verwerking in mout en bier. De Waarderingslijst van NIBEM voor het jaar 2016 ziet er als volgt uit:
Tipple, Concerto, Propino, Colombus en Wintmalt worden geaccepteerd door de hele industrie.
Sanette wordt beperkt geaccepteerd.
Quench wordt beperkt geaccepteerd. De teelt van Quench wordt niet aanbevolen wegens kafverlies tijdens het verwerkingsproces.
Brouwgerstonderzoek
Voordat een brouwgerst wordt geïntroduceerd voor commerciële doeleinden, wordt deze uitvoerig onderzocht. Mede in opdracht van NIBEM wordt, binnen het reguliere cultuur- en gebruikswaardenonderzoek, een landbouwkundige evaluatie en een kwaliteitsbeoordeling op laboratoriumschaal van de verschillende brouwgerstrassen uitgevoerd. De resultaten hiervan worden opgenomen in de Aanbevelende Rassenlijst van zomergerst van CSAR.
[De beslissingen over de aanbeveling van nieuwe rassen worden openbaar gemaakt door middel van persberichten. De Aanbevelende Rassenlijst voor landbouwgewassen wordt één maal per jaar in boekvorm uitgebracht. Dit gebeurt in de vorm van twee uitgaven: een boekje gericht op de veehouderij met daarin de rassen van voedergrassen en maïs en een boekje, gericht op de akkerbouw, waarin behalve de aardappel alle belangrijke akkerbouwgewassen aan bod komen. De boekjes kunnen besteld worden op de site van: boerderij (www.rassenlijst.info/rassenlijsten)]
Hoe komt de Waarderingslijst tot stand?
De Waarderingslijst van NIBEM geeft vervolgens aanvullende resultaten weer over de verwerkingskwaliteit van de gerstrassen in de mouterij en brouwerij. Nederlandse mouterijen en bierbrouwerijen stellen hiervoor hun eigen onderzoeksgegevens van de kwaliteit na verwerking op grote schaal beschikbaar van de gerstrassen van Nederlandse bodem.
In 2015 zijn partijen van de rassen Columbus en Sanette beproefd. Het gezamenlijke industriële oordeel van de Nederlandse mouterijen en bierbrouwerijen over deze rassen is beperkt positief.
De teelt van Columbus wordt beperkt aanbevolen. Verwerking wordt positief ervaren.
De teelt van Sanette wordt beperkt aanbevolen. Verwerking wordt positief ervaren.
Voor de rassen KWS Irina en Paustian – nieuw op de aanbevelende rassenlijst van CSAR- is nog geen eindoordeel beschikbaar. Deze rassen lijken na beproeving op kleine schaal brouwwaardig. Omdat met deze rassen nog geen ervaring is opgedaan in het industriële onderzoek, brengt NIBEM over deze rassen nog geen advies uit (www.nibem.nl/nieuws/nibem-publiceert-waarderingslijst-brouwgerstrassen-2016).
Brouwersdagen
Een maal per 2 jaar komen de donateurs van Stichting NIBEM bij elkaar tijdens de NIBEM Brouwersdag. Zijn zijn te gast bij één van de leden van Nederlandse Brouwers, die om de beurt als gastbedrijf fungeren.
De NIBEM Brouwersdag heeft elke keer een ander thema. Het thema is altijd een actueel onderwerp op het gebied van brouwprocessen en/of bier. Tijdens het ochtendprogramma geven verschillende sprekers door middel van interessante lezingen hun visie op het thema. Tijdens het middagprogramma wordt, naast een rondleiding door de brouwerij, op meer interactieve en informele wijze aandacht aan het thema besteed.
De dag wordt afgesloten met de Brouwersavond. Tijdens deze avond komen medewerkers van verschillende Nederlandse brouwerijen en andere partijen uit de bierketen samen. De Brouwersdag is traditioneel een informele bijeenkomst met entertainment, lekker eten en een goed glas bier.
De volgende brouwersdag staat gepland om plaats te vinden in november 2016 (www.nibem.nl/evenementen/brouwersdagen).
Na het oogsten wordt de oogst naar de mouterij gebracht waar het worden gemout (of is het vermout?)...
Vermout (Italiaans: vermut) is een versterkte wijn, op smaak gebracht met aromatische planten en kruiden. De drank ontstond in Frankrijk in de 18e eeuw en was geïnspireerd op een Duitse versterkte wijn met alsem (Artemisia absinthium), een plant die in het Duits Wermut heet (in het Middelnederlands wermoed). Alsem is een kruid dat gebruikt wordt bij de distillatie van absint. Andere kruiden - minimaal 50 soorten - die kunnen worden toegevoegd zijn tijm, kinine en vanille. In sommige gevallen kan men ook suikers of zuren toevoegen. Oorspronkelijk werden de verschillende kruiden gebruikt om de flauwe smaak van goedkope, doorgaans jongere wijnen te verbeteren.
Vermout wordt veel als aperitief en digestief genuttigd. Het alcoholpercentage ligt doorgaans rond de 15%, maar er zijn goedkopere varianten op de markt met lagere alcolholpercentages. In verband met de concurrentie wordt door de fabrikanten niet openbaar gemaakt welke kruiden gebruikt worden bij de bereiding....De meeste vermouts worden in Italië gemaakt. De grootste producenten bevinden zich in Turijn. Een ervan, Martini & Rossi, is zo bekend geworden dat voor veel mensen het woord martini zelfs synoniem is aan vermout. Buiten Italië maakt Noilly Prat in Marseillan de wereldberoemde Franse vermout en ook in Bulgarije wordt vermout geproduceerd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vermout).
Martini vermouth is een Italiaans vermoutmerk van de distilleerderij Martini & Rossi in Turijn. De distilleerderij is opgericht door Alessandro Martini, Luigi Rossi en Teofilo Sola. In 1863 heette het bedrijf Martini, Sola & Cia en in 1879 verkocht de Sola familie hun aandeel aan de overige partners. Het bedrijf kreeg vanaf toen de naam Martini & Rossi. Aan het eind van de 20e eeuw is Martini overgenomen door de rum-fabrikant Bacardi (https://nl.wikipedia.org/wiki/Martini_(vermout)).
Nooit geweten dat versterkte wijn een vermout is. Dan zal gemoute gerst wel gemout zijn geheten...