Jambe-de-Bois is een Belgisch bier. Het wordt gebrouwen in Brouwerij De Ranke te Wevelgem voor Brasserie de la Senne (“De Zenne Brouwerij”) te Brussel.
"Jambe-de-Bois" of "houten been" verwijst naar een Belgisch soldaat, Jean-Joseph Charlier. Hij vocht mee in het leger van Napoleon. Hij verloor daarbij een been en kreeg een houten been. In 1830 vocht hij als kanonnier tijdens de Belgische Revolutie mee tegen Nederland. Op het etiket van Jambe-de-Bois staat iemand met een houten been die op een kanon zit tijdens een gevecht. Het etiket vermeldde oorspronkelijk: "Geen Nederlander werd gewond bij het maken van dit bier!" Anno 2014 staat dit er niet meer op. Het onderschrift van de biernaam luidt: "Belgian Revolution Triple".
Jambe-de-Bois is een koperblonde tripel met een alcoholpercentage van 8%. Volgens het etiket heeft een stamwortgehalte van 18,30° Plato, wat een verwijzing is naar het jaartal 1830 (https://nl.wikipedia.org/wiki/Jambe-de-Bois).
"Jambe-de-Bois" of "houten been" verwijst naar een Belgisch soldaat, Jean-Joseph Charlier. Hij vocht mee in het leger van Napoleon. Hij verloor daarbij een been en kreeg een houten been. In 1830 vocht hij als kanonnier tijdens de Belgische Revolutie mee tegen Nederland (https://nl.wikipedia.org/wiki/Jambe-de-Bois).
Jean-Joseph Charlier dit Jambe de Bois ou encore Charlier Jambe de Bois, né le 4 avril 1794 à Liège où il meurt le 30 mars 1886 (à 91 ans), est surtout connu pour son action décisive lors des combats de septembre 1830 autour du parc de Bruxelles pendant la révolution belge.
Jean-Joseph Charlier répond directement à l'appel à l’insurrection du 2 septembre 1830 de Charles Rogier. Il se joint à la troupe de 250 Liégeois qui part, le 4 septembre2, prêter main-forte aux insurgés bruxellois après avoir été à l'origine de l'enlèvement de deux canons — Marie-Louise et Willem — abandonnés par l'armée néerlandaise à la caserne des Écoliersnote 4 en Outremeuse. La colonne des Liégeois parvient à Bruxelles le 7 septembre et s'empare des armes entreposées dans l'hôtel de ville. Le 12, Jean-Joseph, treize de ses camarades, Marie-Louise et Willem sont incorporés dans l'artillerie des révolutionnaires.
Le 23 septembre, les troupes néerlandaises entrent péniblement dans Bruxelles par la rue de Flandre et sont définitivement arrêtées dans le parc de Bruxelles par la barricade installée entre la place de Lorraine et le parc. C'est sur cette barricade que Jean-Joseph et Willem ont pris position. Bien que n'étant pas artilleur, son rôle dans la future victoire est prépondérant ; déplaçant Willem à plusieurs reprises, il tire tantôt vers le parc, tantôt vers la place de Lorraine par laquelle les Néerlandais tentent de prendre la barricade à revers. Les combats durent du 23 à la nuit du 26 septembre pendant laquelle l'armée néerlandaise, profitant de l'obscurité évacue le parc et la ville laissant derrière elle 520 morts, 830 blessés et 450 prisonniers.
Rentré à Liège, il est nommé, par décret du Gouvernement provisoire capitaine d'artillerie en retraite en décembre 1830.
Bien qu'à la retraite, il aide le lieutenant général Daisne à établir la défense de Liège dans le secteur du plateau d'Ans lors de la campagne des Dix-Jours de 1831.
Son action décisive lors des journées de septembre inspire un chansonnier dont l'histoire n'a pas retenu le nom :
Il partit ce matin de Liège
à cheval sur un canon.
Partout la foule qui l'assiège
lui dit : bonhomme où vas-tu donc ?
Je vais chasser à la canaille
et vaincre ou mourir pour nos droits.
Tant qu'il y aura de la mitraille
on verra la jambe de bois.
(inconnu, La Jambe de Bois)
(https://fr.wikipedia.org/wiki/Jean-Joseph_Charlier).
De Belgische Revolutie, Belgische opstand of Belgische omwenteling is de burgerlijke revolutie in 1830 tegen koning Willem I die tot de onafhankelijkheid van België heeft geleid. De Belgische situatie was in die zin bijzonder dat de toenmalige grootmachten Frankrijk, de Duitse staten en het Verenigd Koninkrijk een bufferzone wilden creëren en België recent hadden toegewezen aan Nederland. Het Nederlandse bestuur was dus opgelegd, zonder de inspraak van de bevolking zelf.
De crisis in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden stond niet op zichzelf. In heel Europa ontstond een weerstand tegen de autoritaire restauratieregimes van na het Congres van Wenen in 1815. Na de Julirevolutie van 1830 in Frankrijk kwamen ook de Polen in opstand tegen de Russen, de Italianen tegen de Oostenrijkers en de Ieren tegen de Engelsen (de Tithe War van 1831 tot 1836).
Willem I had, zoals alle Europese regimes van na 1815, een autoritaire regeerstijl. Zo voortvarend als hij de economie stimuleerde, zo conservatief was zijn politiek. De economie stimuleerde hij met maatregelen als de oprichting van de Generale Maatschappij, die aan de wieg stond van de indrukwekkende industriële revolutie in België en de oprichting van de eerste Nederlandstalige universiteit te Gent.
Zijn conservatieve politiek bleek onder meer uit de zware ondervertegenwoordiging van Zuid-Nederlanders in het bestuur en legerleiding, hoewel ze een groter deel van de bevolking en het leger uitmaakten. De taaldwang ten aanzien van het Nederlands als voertaal zorgde voor de nodige weerstand in het Zuiden, waar niet alleen Wallonië Franssprekend was, maar ook de adel en de bourgeoisie in Vlaanderen. De katholieken, die de meerderheid van de bevolking uitmaakten, eisten vrijheid van onderwijs en godsdienst en de nieuw-liberalen hadden bezwaren tegen de repressieve regeerstijl van Willem I. Bovendien waren de kerkelijke leiders eveneens Franstalig georiënteerd. Dit leidde tot het unionisme en toen dit samengaan, geleid door jonge en besliste intellectuelen, aan kracht won, werd de afscheiding een ernstig alternatief (https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische_Revolutie).
De Verenigde Provinciën in het Noorden en de Koninklijke of Spaanse Nederlanden, later Oostenrijkse Nederlanden of ook nog Zuidelijke Nederlanden in het Zuiden hadden sinds 1579 elk hun eigen ontwikkeling doorgemaakt. Vanaf 1810 hadden beide deel uitgemaakt van het Franse Keizerrijk onder Napoleon Bonaparte, totdat vanaf 1813 de Franse troepen zich terug begonnen te trekken.
Bij de Belgen had een streven naar autonomie vrijwel volledig ontbroken, wat niet betekende dat er veel animo was voor een vereniging met het Noorden. Ook aansluiting bij Frankrijk was weinig populair, terwijl Oostenrijk de oude erflanden niet terug wilde. Het was de internationale druk en het streven van Willem I die leidden tot de vereniging van Noord en Zuid.
Nog vóór de veldslag in Waterloo in 1815 had Groot-Brittannië, dat de eigen veiligheid gewaarborgd wist door een machtsevenwicht op het Europese vasteland, de andere grootmachten Oostenrijk, Pruisen en Rusland ervan kunnen overtuigen de Nederlanden weer samen te voegen om aldus een dam op te werpen tegen Frankrijk en de Duitse Bond. Op 9 maart 1814, in het Verdrag van Chaumont, besloten de geallieerde mogendheden niet alleen om samen verder te strijden tot de totale nederlaag van Napoleon. Ook werd bepaald dat Nederland een onafhankelijke staat zou worden, met een verder uit te breiden grondgebied. Vervolgens werd met de Acht Artikelen van Londen besloten tot de vereniging van Noord- en Zuid-Nederland. Dit werd bevestigd op het Congres van Wenen (september 1814 - juni 1815). Op 16 maart 1815 stelde Willem I zichzelf aan tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Royaume Uni des Pays-Bas of Royaume Uni des Belgiques). In het Zuiden was er aanvankelijk sprake van aarzeling, maar de honderd dagen van Napoleon trok de Belgen over de streep om zich aan te sluiten bij het Verenigd Koninkrijk.
...
In 1829 verhevigde de oppositie van de zijde van de Zuid-Nederlandse parlementsleden binnen de Staten-Generaal. Het vooral Franstalige deel van de burgerij uitte haar ongenoegen door het organiseren van 'patriottische banketten' en het sturen naar Den Haag van door velen ondertekende 'petities' nam hand over hand toe. Het strafrechtelijk beteugelen van de oppositie maakte alleen maar dat 'martelaars' (zoals Louis de Potter) nationale bekendheid kregen en in sommige kringen tot het heldendom werden verheven.
Een opvoering van de opera De Stomme van Portici (La Muette de Portici) van Daniel Auber op 25 augustus 1830 in Brussel was de aanleiding tot georganiseerde rellen van Fransgezinde separatisten, gevolgd door volksrumoer, dat door de burgerij met een inderhaast gevormde Burgerwacht in bedwang werd gehouden.
Het Voorlopig Bewind van de Zuidelijke Nederlanden riep op 4 oktober 1830 de onafhankelijkheid uit. Het regeringsleger reageerde op de kleine troepenmacht die de nieuwe Belgen in Brussel verzamelden, maar was niet voorbereid op een guerrillaoorlog in de nog middeleeuwse straten van de steden. Na gevechten her en der geraakte het grotendeels vooral Franstalige leger in ontbinding en werd het bijna geheel uit de zuidelijke provincies verdreven, als het al niet overliep naar de Belgische zijde. Een Nationaal Congres werd verkozen, een staatsvorm - de constitutionele monarchie - werd gekozen, een naar de normen van de tijd liberale Grondwet werd uitgevaardigd en een koning werd gekozen die aan de mogendheden vertrouwen kon geven (https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische_Revolutie) (http://slideplayer.nl/slide/2890249/).
De burgerij, die vaststelde dat de wettelijke overheden de situatie niet aankonden en die zich bedreigd voelde, richtte in verschillende steden een burgerwacht op, die spoedig de orde herstelde. Gesterkt door dit gezag, nam het college van notabelen, dat in het Brusselse stadhuis bijeenkwam, het initiatief in handen. Op 28 augustus stuurde het een afvaardiging naar Willem I om het ontslag van minister Van Maanen te vragen en een spoedbijeenkomst van de Staten-Generaal om de grieven te bespreken.
Ook hing het college de Brabants-Henegouwse driekleur (Brabantse Omwenteling, 1789) uit. Deze vlag was op 26 augustus ontworpen door de advocaat Lucien Jottrand, redacteur van Le Courrier des Pays-Bas, en de journalist Edouard Ducpétiaux. Hiermee wilden ze reageren tegen de Franse vlaggen die op sommige plaatsen hingen, omdat ze vreesden voor een Franse interventie. Een winkelierster, mevrouw Marie Abts-Ermens, maakte enkele exemplaren naar dit ontwerp. De eerste hing aan het stadhuis van Brussel; met de tweede liep Theodore Van Hulst, werknemer van het Ministerie van Oorlog, door de straten.
Het weifelende en onhandige optreden van Willem I en zijn zonen leidde in september 1830 tot een definitieve breuk. Enerzijds had Willem I wel al in juni 1830 de onbeperkte taalvrijheid weer ingevoerd en het Filosofische College voor priesters afgeschaft. Anderzijds liet hij noch persvrijheid, noch een staatshervorming toe. Hij stuurde zijn zoon, kroonprins Willem, naar Brussel, terwijl zijn andere zoon, prins Frederik, die opperbevelhebber was van het koninklijke leger, in en rond Vilvoorde klaarstond met een legertje van 6000 man. Dit optreden werd vergeleken met dat van een bezetter.
De troepen bleven vooralsnog in Vilvoorde en prins Willem ging onder bescherming van de Brusselse burgerwacht de stad binnen. Deze laatste stelde op 3 september voor dat de prins bij zijn vader voor een bestuurlijke scheiding van België en Nederland onder de Oranjedynastie zou pleiten. Willem I weifelde echter en liet enkele weken verlopen. Pas op 29 september besloten de Staten-Generaal tot scheiding, maar toen hadden de opstandelingen deze eis al laten vallen.
In Holland zorgden de onlusten in het Zuiden voor een nieuwe sympathie voor de koning en was er grote aanhang voor een stevig optreden tegen het 'muitzieke Belgenrot'. Dit accentueerde de tegenstelling tussen noord en zuid waardoor de opstand een nationalistisch karakter kreeg (Terwijl de Franse burgerlijke revolutie vooral liberaal getint was, stonden de revoluties in Griekenland, Polen en Italië van 1829 tot 1831 eerder in het teken van het nationalisme, geïnspireerd door de Romantiek die toen opgang maakte. Deze stroming verdedigde de gedachte dat elk volk, verbonden door historische feiten een entiteit vormt en dus recht op een eigen natie en zelfbestuur heeft.
De Belgische Omwenteling zou, zoals vele revoluties, gestuwd worden door een economische crisis. De werkloosheid onder de handarbeiders door de beginnende mechanisatie en de gestegen voedselprijzen door de mislukte oogst van 1829 zouden als vruchtbare voedingsbodem dienen om een massa proletariërs op straat te krijgen. Zij zouden de kastanjes uit het vuur halen voor enkele jonge, ambitieuze politici.).
De opstootjes in Brussel werden gewelddadiger, vooral nadat er begin september gewapende versterking uit Luik gekomen was. Spontaan werden vrijkorpsen opgericht, die geleid werden door verkozen of door zichzelf benoemde leiders. Op 23 september trok het regeringsleger, onder aanvoering van prins Frederik met een leger van 12.000 man Brussel binnen. De burgerwacht kon de volkswoede op dit leger afwentelen en doen omslaan in een nationale opstand. ...Toen het regeringsleger (waarvan 2/3 Zuid-Nederlanders) na vier dagen strijd, met honderden doden en gewonden aan beide zijden, in de nacht van 26 op 27 september opbrak, begon de scheiding pas goed. Tijdens deze gevechten in het park van Brussel kwam een revolutionaire regering tot stand: het Voorlopig Bewind. Op 4 oktober riep deze de onafhankelijkheid van België uit.
....
De Belgische omwenteling was een van de vele conflicten die tussen 1830 en 1832 het conservatieve systeem van 1815 bedreigden dat in Europa een machtsevenwicht moest brengen en de revolutionaire gedachte in moest dammen. De ligging van de jonge staat was dusdanig dat deze een verstorende invloed had op de bestaande verhoudingen. Een nieuwe Europese oorlog lag daardoor binnen de mogelijkheden en het zou jaren duren voordat de grootmachten België zouden accepteren als vaststaand feit. Omdat Willem I ervan uitging dat België een Europese oorlog niet als zelfstandige staat zou overleven, bleef hij vasthouden aan zijn volhardingspolitiek (https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische_Revolutie).
Het Verdrag van Londen van 19 april 1839, ook bekend als het Verdrag der XXIV artikelen, betekende de definitieve internationale erkenning van de Belgische onafhankelijkheid.
In 1831 had het nieuwe België een tamelijk gunstig verdrag kunnen afsluiten met de Mogendheden, bekend als het Verdrag der XVIII artikelen. Het werd na veel discussie door het Nationaal Congres aanvaard en weinige dagen later had Leopold I de grondwettelijke eed als koning afgelegd.
Daarop heropende Willem I de vijandelijkheden. Van 2 tot 12 augustus 1831 vond de Tiendaagse Veldtocht plaats, die de kwetsbaarheid van het nieuwe koninkrijk onderstreepte. Als gevolg hiervan werden nieuwe onderhandelingen opgelegd door de Mogendheden, die heel wat minder gunstig waren voor België. Dit werd het Verdrag der XXIV artikelen dat, opnieuw na heftige debatten, einde 1831 door het Belgisch parlement werd aanvaard. De Mogendheden (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Oostenrijk, Pruisen en Rusland) betuigden hun akkoord. Alleen Willem I verwierp het, met als gevolg dat de status quo behouden bleef en België in het feitelijk bezit bleef van geheel Limburg (met uitzondering van Maastricht - zie Blokkade van Maastricht) en geheel Luxemburg.
Op 14 maart 1838 liet Willem I aan de Conferentie in Londen weten dat hij zich nu toch bij het verdrag neerlegde. Hij had niet meer de illusie dat hij België nog zou kunnen herwinnen en hij kreeg in Nederland grote kritiek over de hoge kosten die het onderhouden van een leger-op-oorlogsvoet met zich meebracht. Leopold I en de Belgische regering probeerden nog de betwiste gebieden af te kopen, maar de Mogendheden bleven onwrikbaar. Na woelige, zelfs dramatische debatten in de Kamer, volgde op 19 maart 1839 de stemming: 59 Kamerleden stemden voor aanvaarding en 42 voor verwerping van de XXIV artikelen.
Op 19 april 1839 volgde de ondertekening in Londen: Maastricht met Oost-Limburg en Oost-Luxemburg kwamen niet bij België.
Andere gevolgen van het Verdrag waren:
België was nu internationaal erkend en werd ook door Nederland erkend.
...
België moest het oostelijk deel van Limburg weer afstaan aan Nederland; het kreeg het statuut van hertogdom binnen de Duitse Bond.
België kreeg het recht op de IJzeren Rijn, een spoorverbinding door het pas in het leven geroepen Nederlands-Limburg.
België moest neutraal blijven (artikel 7).
België verkreeg het Franstalige westelijk deel van Luxemburg; het oostelijk deel bleef als groothertogdom via regerende leden van het huis Oranje in een personele unie verbonden met Nederland. ... in personele unie met het Koninkrijk der Nederlanden onder koning-groothertog Willem I (en vervolgens Willem II en Willem III). Deze regeling werd later vastgelegd in het Verdrag van Londen (1867), bekend als het 'Tweede Verdrag van Londen' naar analogie van het verdrag van 1839. De personele unie eindigde met de dood van koning-groothertog Willem III op 23 november 1890, omdat hij geen mannelijke nazaten bezat. Het Groothertogdom vererfde in de mannelijke lijn.
Groot-Brittannië en Pruisen garandeerden de neutraliteit en veiligheid van België.
Inwoners van België en Nederland kregen de vrije keuze tot welke nationaliteit zij wensten te behoren.
Nederland wilde niet dat België zeggenschap kreeg over de Westerschelde en behield Zeeuws-Vlaanderen.
Nederland moest wel de toegang tot de haven van Antwerpen via de Westerschelde garanderen en het onderhoud ervan toestaan.
Een voor België nogal ongunstige verdeling van de staatsschuld moest er worden bijgenomen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_van_Londen_(1839)).
Toen de Duitsers op 4 augustus 1914 België binnenvielen en daarmee zijn neutraliteit schonden, hielden de Britten vast aan hun garantie en verklaarden zij conform de casus foederis het Duitse Keizerrijk de oorlog. Hierna begon de Eerste Wereldoorlog.
De Britse ambassadeur had de Duitse kanselier Theobald von Bethmann Hollweg meegedeeld dat het Verenigd Koninkrijk Duitsland de oorlog zou verklaren bij een schending van de neutraliteit van België. De kanselier riep dat hij niet kon geloven dat Groot-Brittannië de oorlog zou verklaren vanwege un chiffon de papier (...een vod papier).
Voor de Britten telden andere argumenten zwaar: Duitsland mocht met zijn groeiende marine de zeehavens van België niet in bezit krijgen. Op 2 augustus 1914 had keizer Wilhelm II generaal Helmuth von Moltke tevergeefs gevraagd om van de invasie van België af te zien om Groot-Brittannië buiten de oorlog te houden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_van_Londen_(1839)).
Dus zou de eerste wereldoorlog te herleiden zijn tot een opera?
De Stomme van Portici (La Muette de Portici) is een opera in vijf bedrijven gecomponeerd door de Franse toondichter Daniel François Esprit Auber (1782-1871) op een libretto van August Eugène Scribe (1791-1861), dat weer op een tekst van Germain Delavigne berust. Het stuk werd voor het eerst in 1828 opgevoerd in de Opéra in Parijs.
De Stomme van Portici was in de negentiende eeuw bijzonder populair maar verdween later van het repertoire. Dat het werk nog steeds een zekere bekendheid geniet, is grotendeels te danken aan het feit dat een opvoering ervan op 25 augustus 1830 in de Muntschouwburg te Brussel de gemoederen van de toeschouwers zo sterk in beweging bracht, dat er anti-Hollandse rellen uitbraken die tot de Belgische Revolutie zouden leiden. De opera-uitvoering werd nota bene gegeven ter viering van de 58e verjaardag van koning Willem I.
Het moment waarop tijdens de uitvoering in 1830 de vlam in de pan sloeg, was toen er een aria werd gezongen op de volgende tekst:
"Amour sacré de la patrie,
Rends-nous l’audace et la fierté;
A mon pays je dois la vie.
Il me devra sa liberté."
Vertaling:
Heilige liefde voor het vaderland,
Geef ons de moed en trots;
Aan mijn land dank ik mijn leven.
Het zal aan mij zijn vrijheid te danken hebben.
De Stomme van Portici is om nog een reden van belang: deze opera wordt wel gezien als de eerste echte Grand opéra, een operagenre in Parijs dat vooral populair zou worden dankzij Giacomo Meyerbeer.
Een bijzonderheid aan de opera is verder dat de hoofdfiguur stom is en dus gedurende de hele opera geen noot zingt. In plaats daarvan danst zij en maakt veel gebaren met haar armen
(https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Stomme_van_Portici).
Jambe-de-Bois
Alcoholpercentage8%
Stamwortgehalte18,3° Plato
Graangerst
OorsprongWevelgem
BrouwerBrouwerij De Ranke voor Brasserie de la Senne
Typetripel
Kleurkoperblond
Smaakhoppig, bloemig en fruitig aroma met toetsen van banaan, moutige en vooral bittere smaak met grassige hopbittere nasmaak (https://nl.wikipedia.org/wiki/Jambe-de-Bois).
Licht koperkleurig blond, Jambe-de-Bois is een vol en krachtig bier. De neus doet denken aan rijpe banaan en een subtiele mix van oude variëteiten van aromatische hop.
In de mond de mout domineert, ondersteund door een lange en fijne bitterheid. 8% alcohol (http://brasseriedelasenne.be/?portfolio=jambe-de-bois&lang=nl).
De Brasserie de la Senne of De Zennebrouwerij is een Belgische brouwerij in het Brusselse Sint-Jans-Molenbeek. De brouwerij is het initiatief van Bernard Leboucq en Yvan De Baets. Leboucq begon in 2003 de Sint-Pietersbrouwerij in de voormalige geuzestekerij Moriau in Sint-Pieters-Leeuw. Hier ging hij verder met het kleinschalige brouwen van Zinnebir, gecreëerd naar aanleiding van de Zinneke Parade. De Baets werkte bij Brouwerij De Ranke in Dottenijs. De twee besloten in 2006 samen een brouwerij te beginnen, de Zennebrouwerij. Aangezien het gebouw in Sint-Pieters-Leeuw niet langer beschikbaar was, werd als "voorlopige" oplossing voor de productie uitgeweken naar Brouwerij De Ranke, waar ze de installaties afhuurden en zelf brouwden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Brasserie_de_la_Senne).
Brouwerij De Ranke is een Belgische brouwerij te Dottenijs in de provincie Henegouwen.
De brouwerij werd door Nino Bacelle in 1994 gesticht als bierfirma onder de naam Brouwerij Nino Bacelle. Er werd oorspronkelijk maar één bier uitgebracht, Guldenberg, genoemd naar de voormalige Guldenbergabdij in Wevelgem, waar in het verleden ooit bier zou gebrouwen zijn. Er werd gebrouwen bij Brouwerij Deca te Woesten en in het eerste jaar werd er al 9000 liter Guldenberg gebrouwen. In het midden van de jaren negentig leerde Nino Guido Devos kennen en in 1996 besluiten ze samen een bvba te stichten en kreeg de brouwerij zijn huidige naam. Er werden daarna zeven bijkomende bieren gecreëerd. In 2005 werd een volledig nieuwe brouwerij opgestart te Dottenijs (https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij_De_Ranke).
Brouwerij Deca is een Belgische brouwerij gelegen in de West-Vlaamse plaats Woesten, deelgemeente van Vleteren en is actief sinds 1850. In de brouwerij worden ook de bieren van De Struise Brouwers gebrouwen. Hiervoor wordt de brouwerij aan hen verhuurd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij_Deca).
De Struise Brouwers ('t Oud Schooltje) is een Belgische brouwerij uit Oostvleteren, opgericht door Carlo Grootaert, Peter Braem, Philippe Driessens en Urbain Coutteau. Ze zijn rond 2001 gestart met brouwen. Ze hebben een eigen brouwerij in Oostvleteren maar brouwen zelf hun bieren, ook bij brouwerij Deca te Woesten. Officieel heet het bedrijf VDACO BVBA.
De Struise Brouwers maakten vrij snel naam, aanvankelijk vooral bij Scandinavische en Amerikaanse bierkenners. Daarna verwierven ze ruimere bekendheid in eigen land. Op de website Ratebeer, waar bierdrinkers uit de hele wereld aan biersoorten cijfers toekennnen, voerden ze in 2008 de ranglijst van beste brouwers ter wereld aan.
Volgens de strikte definitie van het woord waren De Struise Brouwers tot 2010 geen brouwerij maar een bierfirma. In tegenstelling tot de meeste andere bierfirma's, die het brouwen overlaten aan iemand anders in een andere brouwerij, maken De Struise Brouwers gebruik van een brouwerij om daar zelf hun eigen bieren te brouwen.
De Struise Brouwers hebben in een oud schoolgebouw in Oostvleteren sinds 2010 een eigen brouwerij met proeflokaal. De grotere hoeveelheden worden nog altijd bij brouwerij Deca gebrouwen.
De bieren van deze brouwerij mogen sinds 2012 het logo "Belgische Hop-Houblon Belge–Belgian Hops" dragen. Dit kwaliteitslabel werd in september 2011 gelanceerd en wordt enkel toegekend aan bieren die gebrouwen worden met minimum 50% Belgische hop (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Struise_Brouwers).
Net zoals Nederland heeft België dus veel brouwerijen. Dankzij Nederland is België na de val van Napoleon niet bij Frankrijk gevoegd (zie http://slideplayer.nl/slide/2890249/; 42/250). Al had Frankrijk zelf wel gezorgd voor het Koninkrijk Holland:
Maar goed, nu als Nederlander eens dit bier proberen....
Op het etiket staat: "No dutch people have been harmed in the making of this label"
Het bier doet mij denken aan Duvel van Moortgat en de Angel van Delhaize. Het bier heeft een zuurgistige nasmaak. Beetje bitter, maar wel lekker, vooral omdat een zoete nasmaak ontbreekt. Al blijft de lichtbittere smaak wel heel lang hangen...
‘Jambe-de-bois’ of ‘houten been’ verwijst naar een Belgisch soldaat,
Jean-Joseph Charlier, die deelnam aan de veldslagen met Napoleon.
Hij verliest een been en leeft na de slag van Waterloo
van een klein pensioen met vrouw en 3 kinderen.
In 1830 laat hij zich in Luik inlijven bij een legertje dat Brusselse opstandelingen
in de septemberdagen van 1830 ter hulp komt.
Tijdens deze opstand bedient hij een achtergelaten Hollands kanon.
Het etiket van Jambe-de-Bois vermeldt gelukkig:
“Geen Nederlander werd gewond bij het maken van dit bier!”
(Bron : Blog : Hier stroomt het bier : http://hierstroomthetbier.be/)
In tegenstelling tot hun andere bieren die allemaal laag in alcohol % zijn is deze
Tripel met zijn 8% het zwaarste bier in hun gamma.
Jambe-de-Bois – 8,0% Alc.Vol.
Brasserie de la Senne (De Zenne brouwerij) – Brussel (http://blog.seniorennet.be/bierblog/archief.php?ID=1120658)
Goudkleurig wazig biertje
Met rotsachtig wit schuim
Moutig en fruitige neus
De eerste smaak is bitter
Heel droog (eigen aan de bieren van de Zennebrouwerij)
Met een lekkere fruitigheid
Bloemig en grassig
Soms hard maar dan volgt er
een warme alcohol toets
die een ander smaak sensatie te weeg brengt.
Tikkeltje zuivel
Een mooi evenwicht
De afdronk is droog
met een bittere nasmaak
Een heerlijk eigentijds bier.
Bitterheid 49 EBU
(http://blog.seniorennet.be/bierblog/archief.php?ID=1120658)
Mooi degustatiebiertje (ooit nog bij De Ranke gebrouwen) gedronken in 'Kroegske' (Vijfwegenstraat 35) Emelgem (Izegem). Jambe-de-Bois is een koperkleurige tripel (8%) met een stamwortgehalte van 18,30 Plato, een verwijzing naar het jaartal 1830. 'Jambe-de-bois' of 'houten been' verwijst naar een Belgische soldaat, Jean-Joseph Charlier. Hij vocht mee in het leger van Napoleon en verloor daarbij een been. In 1830 was hij kanonnier tijdens onze Nationale Revolutie. Op het etiket dus iemand met een houten been zittend op een kanon met de mededeling: Geen Nederlander werd gewond bij het maken van dit bier!
PROEFKOTJE:Amberkleurig met mooie witte schuimkraag. Fris doordringend, fruitig hoparoma Zacht, vol maar complex mondgevoel met een aangename alcoholwarmte. De smaak is fruitig (sinaasappelzeste) met wat kruidige (peper) moutbitterheid. De afdronk is behaaglijk droog hopbitter en dus een heerlijke doordrinker en terrasbier.
Brasseroe de la Senne, Gentsesteenweg 565, Brussel - Tel: 02/465 07 51 - mail: info@brasseriedelasenne.be - web: http://www.brasseriedelasenne.be
(http://bloggen.be/bierdinges/archief.php?ID=2559873)
Beschrijving: Ambachtelijk blond bier van hoge gisting (tripel) met natuurlijke hergisting op fles, niet gecentrifugeerd, niet gepasteuriseerd, ongefilterd.
Ingrediënten: Water, gerstemout, hop, gist, suiker (tijdens het koken).
Geproefd: Vrij neutrale neus, lichte hoppigheid. Krachtige bittersmaak door gebruikte hop en (vooral?) gist, met lange nasmaak. Niet voor doetjes! ;-)
Weetje: De naam en de man met houten been op het etiket verwijzen naar Jean-Joseph Charlier, een Belgische soldaat in het leger van Napoleon, die in de strijd zijn been verloor en het sindsdien met een houten been moest doen. Hij vocht in 1830 tijdens de Belgische Revolutie als kanonnier tegen Nederland. Op het etiket staat: ‘Geen Nederlander werd gewond bij het maken van dit bier’ (https://lambikstoemper.wordpress.com/2012/03/06/jambe-de-bois/).