Strong Beer, by Robert Graves (1895 – 1985)
“What do you think
The bravest drink
Under the sky?”
“Strong beer,” said I.
“There’s a place for everything,
Everything, anything,
There’s a place for everything
Where it ought to be:
For a chicken, the hen’s wing;
For poison, the bee’s sting;
For almond-blossom, Spring;
A beerhouse for me.”
“There’s a prize for every one
Every one, any one,
There’s a prize for every one,
Whoever he may be:
Crags for the mountaineer,
Flags for the Fusilier,
For English poets, beer!
Strong beer for me!”
“Tell us, now, how and when
We may find the bravest men?”
“A sure test, an easy test:
Those that drink beer are the best,
Brown beer strongly brewed,
English drink and English food.”
Oh, never choose as Gideon chose
By the cold well, but rather those
Who look on beer when it is brown,
Smack their lips and gulp it down.
Leave the lads who tamely drink
With Gideon by the water brink,
But search the benches of the Plough,
The Tun, the Sun, the Spotted Cow,
For jolly rascal lads who pray,
Pewter in hand, at close of day,
“Teach me to live that I may fear
The grave as little as my beer.”
(http://brookstonbeerbulletin.com/beer-poetry/#graves, www.bartleby.com/120/30.html,www.poemhunter.com/poem/strong-beer/, http://ww1lit.nsms.ox.ac.uk/ww1lit/collections/item/3455)
Robert von Ranke Graves was born in Wimbledon, London. His father was Irish and his mother German (the von Ranke name was to cause suspicion among some of his fellow soldiers that he was a German spy). He volunteered for active service at the outbreak of the First World War, aged 19, and went on to serve as a Captain in the Royal Welch Fusiliers, alongside Siegfried Sassoon, his closest friend during the war years. He was badly wounded at the Somme, and reported dead on his 21st birthday, though recovered enough to return to the front a few months later. He suffered from shell shock, or neurasthenia, for many years after the war and continued to be haunted by traumatic memories of the war until old age. Goodbye To All That (1929) is the most compelling and enduring contemporary prose account of the First World War. From 1929 he spent most of his life in Spain, and became one of the leading literary figures of the age. He was Professor of Poetry at Oxford University in the 1960s. His novels include I, Claudius, King Jesus and The Golden Fleece, and his writings on myth include The White Goddess and The Greek Myths (www.warpoets.org/poets/robert-graves-1895-1985/) (http://hellopoetry.com/robert-graves/).
Robert von Ranke Graves (Wimbledon (Londen), 24 juli 1895 — Deià op Mallorca, 7 december 1985) was een Engels dichter en schrijver. In zijn lange leven was hij goed voor 140 werken. Hij was de zoon van Alfred Perceval Graves, een Engels-Ierse schrijver. Graves beschouwde zich eerst en vooral als dichter. Ook zijn broer Charles Patrick Graves was schrijver.
...
Graves won een beurs voor het St John's College, Oxford. Direct bij het uitbreken van de oorlog in augustus 1914 kwam Graves onder de wapenen. Met zijn eerste dichtbundel Over the Brazier (1916) verwierf hij faam als een van de eerste dichters van realistische oorlogsgedichten. Zelf had hij in later jaren weinig waardering voor dit werk. Bij de Slag aan de Somme (1916) werd hij zeer ernstig gewond; hij stond zelfs even als overleden gemeld. Na een langzaam herstel bracht hij verder de oorlog door in Engeland.
Zijn beste vriend en mede-officier was Siegfried Sassoon, die zich publiekelijk tegen de oorlog wou uitspreken. Om berechting voor de krijgsraad te voorkomen bepleitte Graves met succes, dat zijn vriend aan shellshock leed. Deze episode is onderwerp van de roman van Pat Barker: Regeneration. Graves geeft een intense weergave van deze vriendschap in Fairies and Fusiliers (1917), (wat in het Nederlands staat voor: Nichten en Musketiers). Sassoon had aanmerkingen op de seksuele implicaties van de titel.
Wel leerde Graves via Sassoon de misschien meest prominente dichter van oorlogspoëzie, Wilfred Owen kennen....In 1927 publiceerde hij Lawrence and the Arabs, een commercieel succesvolle biografie van T. E. Lawrence. Uit deze periode stamt het ook in het Nederlands vertaalde dagboek over zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog (Dat hebben we gehad ) Good-bye to All That (1927). Ook dit boek was een succes, maar het kostte hem zijn vriendschap met Sassoon. In 1934 had hij zijn grootste commerciële succes met een op klassieke bronnen gebaseerde meeslepende biografie van de Romeinse keizer, I, Claudius, met zijn vervolg Claudius the God (1935).
Graves en Riding gingen bij het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog van Mallorca naar New Hope, Pennsylvania. Hun relatie (door Graves zelf beschreven in zijn dagboek: 1927-1940, The Years with Laura) was stof voor andere schrijvers, bijvoorbeeld voor Miranda Seymour's romanThe Summer of '39 (1998).
Graves keerde terug naar Engeland en begon een relatie met Beryl Hodge, toen nog getrouwd met Alan Hodge, met wie Graves samenwerkte in The Long Week-End (1941) en The Reader Over Your Shoulder (1943; in bewerkte vorm gepubliceerd in 1947 als The Use and Abuse of the English Language).
In 1946 vestigden Graves en zijn nieuwe vrouw Beryl zich opnieuw in Deyá, Mallorca. Datzelfde jaar verscheen de historische roman King Jesus. The White Goddess (1948) was een van zijn meest omstreden boeken.
Voorts schreef hij Seven Days in New Crete(1949) (sciencefiction) en The Nazarene Gospel Restored (1953). In 1955 publiceerde hij The Greek Myths, een boek dat al decennia de Engelstalige markt van boeken over mythen domineert.
In 1961 werd hij hoogleraar in de poëzie in Oxford. Er bestaat nog een briefwisseling met Spike Milligan (Dear Robert, Dear Spike) en een bundel korte verhalen. Graves overleed op 90 jarige leeftijd, in 1985 na een lange ziekte gepaard gaande met een mentale achteruitgang. Hij werd begraven bij zijn vrouw Beryl op Mallorca.
Graves was een groot en meeslepend verteller. Maar waar hij zonder terughoudendheid aan zijn visie wetenschappelijke aspiraties toekent, wordt zijn bijdrage kritisch bekeken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Graves).