Quantcast
Channel: Rollende Bierton
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692

Bierbrouwerij nabij Nieuwpoort -epiloog- "garnalenkroketjes"

$
0
0
Na mijn bericht over Nieuwpoort als proloog, nu een inhoudelijk bericht, na mijn bezoek.

We gingen België in via Sint Anna ter Muiden.


Er is in België geen consensus rond het gebruik van de term Vlaamse Kust in plaats van Belgische Kust. Zeker Franstalige Belgen verkiezen te refereren aan La Côte Belge. Maar het is ook niet duidelijk welke naamgeving geprefereerd wordt door de Vlaamse bevolking. De kuststreek is een onderdeel van het Vlaamse Gewest. Het Vlaams Gewest loopt evenwel slechts tot de zogenaamde "basislijn", de laagwaterlijn van de kust. In die context zou men kunnen stellen dat de gebouwen (behalve staketsels) op de Vlaamse Kust staan, maar dat een zwemmer zich buiten die kust in de Belgische (en niet Vlaamse) territoriale wateren van de Noordzee bevindt.
Toerisme-Vlaanderen is reeds in 1999 consequent de Vlaamse Kust aan het promoten, maar het is vooral Minister Geert Bourgeois (N-VA), sinds 2004 Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme die datzelfde jaar het doorgedreven gebruik van de term Vlaamse kust ook in het buitenland oplegt aan de Vlaamse overheid en haar agentschappen. In de praktijk worden beide termen door elkaar gebruikt.
Daarnaast kan het begrip "Vlaamse kust" ook slaan op een strook die meer omvat dan enkel de Belgische kust, maar ook de Frans-Vlaamse en Zeeuws-Vlaamse kust. Met de Belgische kust wordt dan expliciet enkel het Belgische deel van deze Vlaamse kust bedoeld (https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische_Kust).

Het strand van De Panne (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Panne)

De Belgische Kust of Kuststreek is de landstreek waarmee België (en meer bepaald het Vlaamse gedeelte van België) grenst aan de Noordzee. De lengte bedraagt ongeveer 67 kilometer en omvat een tot 500 meter breed zandstrand met de tot 2,5 kilometer brede duinengordel erachter.
In het noorden vormt Het Zwin de grens met Nederland. Ten noorden daarvan gaat de kust over in de kust van Zeeuws-Vlaanderen. In het zuiden gaat de kustlijn over in de Franse Opaalkust, die in Frans-Vlaanderen, in het Franse Duinkerke, en oostelijk ervan, ook wel de Franse "Côte Flamande" (Vlaamse kust) wordt genoemd. Achter de kuststrook, meer landinwaarts, liggen De Polders. Deze polders en de kust vormen samen Maritiem Vlaanderen.
De Belgische kust heeft een negatieve connotatie vanwege haar sterk verstedelijkte kuststrook. In de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw werd zowat de hele kust volgebouwd met appartementsgebouwen die thans een lange muur vormen. Hierdoor ging heel wat natuur (waaronder duingebieden) verloren. Langsheen de kust komen zandstranden voor. De Belgische kust vormt één der belangrijkste toeristische regio's van het land, en telt verscheidene badplaatsen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische_Kust).

En die connotatie klopt, als we langs de kust rijden is er hele stukken niets te zien dan flats. Alsof ze aan de Vlaamse kust Torremolinos hebben willen nabouwen...

Het thema van dit bericht is niet volgebouwde flatkust, maar 'garnalenkroketjes', want in elke eetgelegenheid waar we kwamen kon je die dingen krijgen, maar om de een of andere reden kwam het er nooit van.

De eerste plaats die we aandeden was Knokke-Heist.


Knokke-Heist is een gemeente in West-Vlaanderen en een van de bekendste badplaatsen van België. Het is gelegen aan de grens met Nederland. De zee vormt de noordgrens en ten oosten ligt het Provinciaal Natuurpark Zwin als een buffer met de kust van Zeeuws-Vlaanderen (Nederland). Aan de zuidkant van Knokke-Heist ligt Damme en ten westen ligt de zeehaven van Brugge....Knokke was op het einde van de 19de eeuw nog een verloren dorpje. De ontwikkeling van polderdorp tot badplaats steunde op 3 pijlers: in 1887 de eerste verkaveling door een consortium projectontwikkelaars ‘avant la lettre’, de oprichting in 1909 van een vastgoedgroep ‘Compagnie Het Zoute’ en in 1922 de opstart van de uitbreiding ‘Albertstrand’. In 1971 kwam de fusie van een aantal deelgemeenten tot stand nl. het huidige Knokke-Heist (https://nl.wikipedia.org/wiki/Knokke-Heist). In deze mondaine badplaats vind je de meest luxe stranden, winkels en casino’s. Vooral onder de Belgische ‘madammekes’ is het een veel bezochte kustplaats. Hier drinkt men Champagne op of aan het strand al dan niet onder het genot van een heerlijke maaltijd (www.top10bezienswaardigheden.nl/belgie/vlaamsekust.htm).

Na de Eerste Wereldoorlog werd vlak voor de kust op een zandbank een grote hoeveelheid munitie gestort. Dit munitiestort is het grootste van België....Het Zwin is een grensoverschrijdend natuurreservaat van 150 ha. Het is een schorrengebied en een broedplaats voor zeldzame vogels, beheerd door de Provincie West-Vlaanderen in samenwerking met de Stichting Het Zeeuwse Landschap. In Heist, tegen de havendam van Zeebrugge, ligt het natuurreservaat Baai van Heist (https://nl.wikipedia.org/wiki/Knokke-Heist).

Zeebrugge is een dorp en badplaats, gelegen aan de Belgische kust in de Brugse deelgemeente Lissewege. Bij dit dorp ligt de tweede grootste haven van België (na de haven van Antwerpen) en één van de belangrijkste en modernste in Europa. Hier bevindt zich tevens Marinebasis Zeebrugge, de belangrijkste marinebasis van België....Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond in Zeebrugge een belangrijke slag plaats: Saint George's Day (genoemd naar de feestdag waarop ze plaatsvond). Hij wordt nog jaarlijks herdacht en er bevinden zich dan ook talrijke oorlogsmonumenten en herdenkingstekens....In 1987 kwam Zeebrugge in het nieuws toen de Herald of Free Enterprise er vlak buiten de haven kapseisde (https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeebrugge). Het schip was eigendom van rederij Townsend Thoresen die in januari 1987 gekocht was door P&O Ferries; de werknaam Townsend Thoresen werd een week na de ramp afgeschaft. De Pride of Free Enterprise (heet nu Sherbatskiy) en de Spirit of Free Enterprise (heet nu Anthi Marina) zijn zusterschepen....Om 19.05 uur, net na vertrek om zeven uur 's avonds, kapseisde het schip op ongeveer 6 kilometer voor de Belgische kust. Er was op dat moment tachtig man personeel aan boord en het schip vervoerde ongeveer 600 passagiers, 81 personenauto's, 3 bussen en 47 vrachtwagens.
Als oorzaak van de ramp wordt een combinatie van technische en organisatorische fouten gezien. Op technisch vlak heeft het ontwerp van het schip en het ontbreken van waarschuwingssystemen bijgedragen tot de ramp. Op het organisatorische vlak waren dit een gebrekkige communicatie tussen de hogere kaders en de medewerkers aan boord en de haast om op schematijd te varen. De haast bleek uit het openlaten van de boegdeur, het te snel varen en het niet leeg zijn van de ballasttanks. Tot slot werd alcoholgebruik tijdens actieve dienst door officieren als een mede-oorzaak aangemerkt.
De deuren werden soms open gelaten bij het wegvaren en pas later gesloten, dat had als reden dat dan de autodekken konden schoonwaaien omdat de uitlaatgassen tijdens het laden niet voldoende werden afgevoerd door de gebrekkig werkende oude ventilatie systemen.
Het roll-on-roll-offscheepstype lag daarvoor al onder vuur, vanwege de grote autodekken die over de volle lengte en breedte doorliepen om snel te kunnen laden. Zodra een dergelijk schip water maakt, zorgt het vrije vloeistofoppervlak voor een snelle afname van de stabiliteit en een zeer snel kapseizen. Het zou echter tot na de ramp met de Estonia duren voordat de IMO de SOLAS aanpaste met onder andere meer eisen aan de lekstabiliteit van roroschepen. Zo worden oudere veerboten vanaf eind jaren 90 voorzien van drijvers langs de zijkanten van de romp om de stabiliteit te verbeteren...De gebrekkige communicatie werd na onderzoek aangewezen als een hoofdreden waarom de boegdeur niet gesloten werd en dit vervolgens niet werd gesignaleerd. (Tijdens het onderzoek bleek dat voor de hogere kaders het actief toezicht houden op de veiligheid aan boord geen onderdeel was van hun takenpakket.) Door de open boegdeur kon er water vrij naar binnenstromen. Dat er daadwerkelijk water naar binnen stroomde, kwam door de hoge boeggolf, die veroorzaakt werd doordat er sneller werd gevaren dan normaal vanwege de vertraging die het schip bij vertrek had. Daar kwam nog bij dat het schip lager in het water lag dan normaal, omdat de ballasttanks die gebruikt werden tijdens het inladen nog niet helemaal leeggepompt waren. Het gebruik van deze tanks op zich was een uitzonderlijke procedure. De Herald of Free Enterprise voer normaal gesproken niet op deze route, en de laadbrug bleek, bij hoog water, niet hoog genoeg om het bovendek van het schip te bereiken. Door zeewater in de tanks te pompen kwam het schip lager in het water te liggen. Er bestonden plannen om de Herald of Free Enterprise technisch aan te passen zodat deze procedure niet meer nodig zou zijn.
Door al deze factoren samen spoelde de boeggolf in het autodek en kapseisde dit schip van 80.000 ton in 90 seconden.
Het rampenplan werd afgekondigd door de toenmalige gouverneur van West-Vlaanderen, Olivier Vanneste, en mede door het snelle en efficiënte handelen van de Belgische hulpdiensten, waaronder duikers van het leger en de Civiele Bescherming, maar ook de goede medische hulpverlening door het Belgische Rode Kruis, is het aantal doden beperkt gebleven tot 193. Ook dankzij een aantal garnalenvissers, die als eersten op de plaats van de ramp waren en het optreden van enkele bemanningsleden maakten de evacuatie snel en doeltreffend waardoor levens gered zijn.
Doordat er nog geen GSM was, en de gewone telefoonlijnen al snel overbelast waren, werd voor de communicatie een beroep gedaan op de radioamateurs van Brugge. Zeer snel na de ramp hadden zij een noodnet opgebouwd dat ervoor zorgde dat de communicatie voor de hulpdiensten vlekkeloos kon verlopen. Er werd ook voor het eerst gebruikgemaakt van een computer om passagierslijsten te maken. Het programma dat daarvoor gebruikt werd, werd ter plaatse geschreven door één van de amateurs (https://nl.wikipedia.org/wiki/Herald_of_Free_Enterprise_(schip,_1980)).

Blankenberge is een plaats en stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. ...Blankenberge is een van de belangrijkste badplaatsen aan de Belgische kust wat het aantal toeristen en hotelreserveringen betreft. De hele zomer is het erg druk in de kuststad. ...Samen met Oostende is het tijdens deze periode de populairste kustbestemming.
Blankenberge ontwikkelde zich onder de impuls van het Engelse toerisme tot een badplaats in de 19de eeuw. De eerste badcabines verschenen in 1838 op het strand. Kort daarna werd een houten zeedijk aangelegd en verschenen de eerste hotels (https://nl.wikipedia.org/wiki/Blankenberge). Het lijkt alsof de toerist centraal staat in deze populaire badplaats. In de zomermaanden worden er zelfs toeristentreinen ingezet om de toeloop te verwerken. Het brede strand en de mooi pier trekken veel toeristen en dagjes mensen aan (www.top10bezienswaardigheden.nl/belgie/vlaamsekust.htm).

In Brugge is een biermuseum:


Ik ben er niet geweest, maar heb bij de lokale VVV een foldertje meegepakt:



Als je zoals ons de Vlaamse kust afgaat, dan kom je overal bierreclame tegen.




Wat me opviel was de reclame van Bavik van Brouwerij de Brabandere, De brouwer heeft niet zoals Amstel, Heineken of Carlsberg een gelijknamig pils. Hun pils heet Bavik, zoals hun brouwerij vroeger ook heette.



Hotel Marion ~ Café Botteltje
Louisastraat 19 8400 Oostende
(www.hotelmarion.be/)
Een gezellig bruin café, met een grote selectie van Belgische bieren en jenevers, waar u eveneens heerlijk kunt dineren (www.hotelmarion.be/cafe-botteltje/). Het café is ook eens bezocht door Tournée Générale: Ray Cokes en Jean Blaute ontmoeten elkaar in Café Botteltje. En dit natuurlijk met een heerlijk biertje! De ideale start van Tournée Générale in 2011 (www.facebook.com/cafebotteltje/videos/vb.115701945161463/1039541366110845/?type=2&theater).  “Naast de eindeloze bierkaart, kwalitatieve keuken, gezellig” (www.tripadvisor.nl/Restaurant_Review-g188672-d742227-Reviews-Cafe_Botteltje-Ostend_West_Flanders_Province.html). Wij hadden overigens net ergens anders al gegeten. Daar zag ik garnalenkroketjes op de kaart, maar wie denkt er aan kroketten?

VVV Oostende had aandacht voor de eerste wereldoorlog:



Oostende is een stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen, die ongeveer centraal langs de Belgische kust ligt. De stad is een belangrijk toeristisch en economisch centrum
In 814 schonk Sire Gobrecht van Steeland het toenmalig nietig dorpje aan de abdij van Sint-Bertinus in Sint-Omaars. Omstreeks het jaar 1000 begon de Noordzee gedurende ongeveer 70 jaar op onze kust de zogenaamde Duinkerke III A-transgressie. Het langwerpig eiland Testerep werd bij deze gelegenheid regelmatig overspoeld. In de 11e eeuw werd de Testerepvliet tussen het eiland en het vasteland ingepolderd, waardoor stad niet meer op een eiland lag en zich kon ontwikkelen. In 1267 kende Margaretha van Constantinopel stadsrechten toe aan Oostende, maar de stad had evenwel geen muren, vestingen of bolwerken. ...Stormen en overstromingen dwongen Oostende te verhuizen. In 1372 werd de stad versterkt met palissades, maar voortdurende zware stormen en overstromingen verzwolgen uiteindelijk een gedeelte van de stad. Er werd een nieuwe meer zuidelijk gelegen stad opgetrokken. In 1445 gaf Filips de Goede Oostende zijn toestemming om een haven aan te leggen. In 1447 werd de stad opnieuw overstroomd, met als gevolg dat de stad opnieuw voor een groot gedeelte verplaatst werd, verder van de zee af.
In juli 1489 werd Oostende geplunderd en in brand gestoken door aanhangers van de Duitse koning Maximiliaan I van Oostenrijk, aangevoerd door Daniël van Praet, kapitein van Nieuwpoort. Dat leidde de reeks oorlogen in de Nederlanden in. Zo werd Oostende in 1548 veroverd door de Engelsen en de Hollanders. In 1572 werd uiteindelijk een verdediging rond de stad opgeworpen met de toestemming en medewerking van de Hertog van Alva.
Na de Slag bij Nieuwpoort trok het leger van de Prins van Oranje zich terug op Oostende. De Oostendenaren gaven vrije toegang tot hun haven aan protestanten uit Engeland en Noord-Ierland. Zo werd Oostende het laatste protestantse bolwerk in de katholieke Spaanse Nederlanden. Als reactie daarop volgde het drie jaar durende Beleg van Oostende. De Staatse verdedigers trokken zich ten slotte terug. Door het beleg was Oostende totaal verwoest. De Noorderdijk was doorgestoken waardoor de polders onder water liepen en een grote getijdengeul ontstond, nu de huidige havengeul van Oostende.
...Tussen 1792 en 1815 stond de verdere uitbouw van de Oostendse haven op een laag pitje, onder meer vanwege het beleid van Napoleon Bonaparte. ...Ook tijdens het bewind (1815-1830) van koning Willem I der Nederlanden was vergroting van de haven niet mogelijk. De prioriteiten van de regering lagen elders en het koninkrijk bezat met Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen al voldoende grote havens. Pas in 1830, onder impuls van de Belgische koning Leopold I, kon de Oostendse zeehaven verder uitgroeien. De twee wereldoorlogen luidden het einde in van Oostende als belle époquestad. De Duitsers plaatsten afweergeschutbatterijen langs het Fort Napoleon en in de duinen langs het duinenkerkje Onze-Lieve-Vrouw ter Duinenkerk, waarvan de toren half verwoest werd. In de Eerste Wereldoorlog was Oostende een basis voor Duitse duikboten vanuit Brugge. De Britten probeerden Oostende tweemaal te blokkeren met een blokkade, de eerste op 23 april 1918 en de tweede op 9 mei 1918. De promenade werd zo goed als volledig verwoest in 1940-45 door de bommenregen van de Geallieerden op de Atlantikwall, de haven en de spoorwegen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Oostende).

De heerlijke kust van Oostende heeft prachtige stranden te bieden en een mooie boulevard. Maar er is meer te doen. Bezoek bijvoorbeeld het prachtige Fort van Napoleon of wandel langs de Atlantikwall met daarlangs overblijfselen van onder andere kanonnen en bunkers. Qua musea heb je meerdere mogelijkheden. Zo is er het indrukwekkende Mu.Zee met zijn hedendaagse kunst of kun je in de haven het oude zeilschip ‘de Mercator’ bezoeken (www.top10bezienswaardigheden.nl/belgie/vlaamsekust.htm).

Dat is ook zo toen we langs de kustweg reden zagen we delen van de Atlantikwall...

Op het Domein Raversijde in (Oostende) is een groot deel van de Atlantikwall uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Hier is nu het Openluchtmuseum Atlantikwall, met daarin nog origineel ingerichte bunkers. Het hoofdkwartier van de Atlantikwall van de Franse grens tot Walcheren lag in het Park Den Brandt in Antwerpen. De bunkers zijn nog redelijk intact en een van de hoofdbunkers kan bezocht worden.
...
De Atlantikwall (Nederlands: Atlantische wal) was een meer dan 5000 kilometer lange verdedigingslinie, die nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog in de bezette gebieden heeft aangelegd ter voorkoming van een geallieerde invasie.
De Atlantikwall liep van Noorwegen, via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk tot aan de grens met Spanje. De verdedigingslinie, die overigens nooit geheel werd voltooid, bestond uit bunkers, kanonnen en mijnenvelden.
De Atlantikwall was geen aaneengesloten muur van verdedigingswerken zoals de naam suggereert. De verdedigingswerken waren geconcentreerd op strategische punten als riviermondingen, ...In eerste opzet zouden er 15 000 zware bunkers worden aangelegd, die op 1 mei 1943 voltooid zouden moeten zijn. Spoedig bleek dat het aanvankelijke doel niet haalbaar was. Door gebrek aan brandstof en bouwmaterialen waren er op die datum slechts 6000 bunkers voltooid.
Er werd daarna meer nadruk gelegd op de verdediging van de kusthavens. Van de beoogde 399 bunkers langs de Belgische kust werden er uiteindelijk ongeveer 80 gebouwd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Atlantikwall).


De steden en dorpjes van de Vlaamse kust staan vol met prachtige gebouwen...


Brasserie Krone in Nieuwpoort was een gezellig en kunstzinnig vertoeven. We hadden er een afzakkertje. Ik dronk er een Papalou-iets bier. Dat moet ik nog eens nazoeken, wat het was. Volgens mij was het een typisch Vlaams bier, al was het zwart-rode etiket van een layout die Amerikaans aandeed. Het was donker toen ik de foto's maakte:



Een typisch iets is dat elk Belgisch bier, een eigen glas heeft. Ik zal dit bier later nog eens uitdiepen.

Als we in de hotelkamer aankomen, zetten we de TV aan en waarempel, daar is een bierbrouwerij op TV:


De zender RTBF heeft aandacht voor Biere La Loufoque.
La Loufoque, la nouvelle bière louviéroise à découvrir (www.lanouvellegazette.be/1371721/article/2015-09-09/la-loufoque-la-nouvelle-biere-louvieroise-a-decouvrir).

Ik heb niet enkel bier op TV, maar ook op de tafel:


Typisch Bels bier is het bruine tafelbier van Piedboef. Het was een eerste bier voor de tweede dag. Lekker zo vlak voor het ontbijt om half negen, een glas bruin tafelbier.


Een leuk aardigheidje in de supermarkt was het F.C. de Kampioenenbier van F.C. de Kampioenen. Dit een verfrissend, maar behoorlijk zoet pilsje....

Een dagschotel!

De app voor de flesjes moet ik nog opzoeken en de ervaring daarmee zal ik in een later bericht uitwerken...

Wat me opviel in de Delhaize supermarkt is het grote aanbod aan bier, zowel de mainstream bieren (al viel op dat er geen groot aanbod Heineken was) als het streekbier. Ook was er Delhaizebier met een lelijk en totaal onleesbaar etiket:



Okee, op de foto is het beter leesbaar...

Later ga ik nog langs een speciaalzaakje met streekproducten:


Ik heb een stuk of 20 bieren gekocht, voer voor volgende berichten.

's Avonds uit eten zie ik op de kaart het detailniveau. Niet enkel een uitgebreid assortiment, maar ook gedetailleerde informatie over inhoud, prijs en land van herkomst. Helaas heb ik hierbij vergeten om een foto te maken van het segment 'Trappist' waar ook abijbieren en Kasteelbier tussen stond !?


Ik bestelde er een Orval, een jonge Orval:


Het bier was net anderhalve maand gebotteld. De smaak was stevig, met een licht zuurtje. Ik at er een 'scampi's-in-curry' bij, wat volgens mij geen goedbier-spijs-combinatie was, maar ach. Ik had eerder die dag een Brugs tarwe bier voor bij een gerecht met garnalenkroketjes (maar de keuken was al dicht, dus het werd een tosti, dat heet er een croque monsieur).

Na het eten gingen we naar een lokaal café. Men keek er voetbal: KV Mechelen tegen KV Kortrijk, die eindigde in 0-2. Even daarvoor zagen we Leuven -Oostende, met een monsteruitslag van 4-1. Met goals die deden denken aan een herhaling vanwege de korte tussentijden: de goals waren om '27 en '29, en '55, '59 en'61 en tenslotte '90 (www.flashscore.nl/wedstrijd/zVYpJtS6/#samenvatting-wedstrijd). De doelpunten deden mij duizelen. Of was het het drukke café of de Rodenbach waar aan zat? Dit rode bier smaakte fris zuur en licht. Hierna wilde ik een Kerstbier proberen, maar die was niet meer op tap (logisch eigenlijk...). Toen koos ik de Duvel Tripel Hop 2016 HBC. Dit bier smaakt opvallend bitter. Het bier heeft een totaal andere smaak dan die tripelhops van voorgaande jaren. Dit is echt bitter, met een bittere afdronk. De meneer naast me informeert naar de smaak en ik kan beamen dat het beter smaakt dan vorig jaar.

Zo'n horecazaak loopt best goed, alhoewel... er staan best wat zaken leeg. Dus bieden brouwerijen deze lokale etablissementen aan:

Brouwerij De Brabandere beschikt vandaag over een indrukwekkend patrimonium van eigen horecazaken. Van een oergezellig café, dat het centrum is van het dorpsleven, tot een trendy brasserie in het bruisende stadscentrum, overal kan u heerlijke Bavik en Petrus bieren drinken, geserveerd volgens de regels van de kunst (www.brouwerijdebrabandere.be/nl/horeca).

Middelkerke is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen....Naast Middelkerke zelf behoren tot de gemeente ook de dorpen Leffinge, Lombardsijde, Mannekensvere, Schore, Sint-Pieters-Kapelle, Slijpe, Westende en Wilskerke. Middelkerke zelf, Lombardsijde en Westende liggen aan de kust, Leffinge, Mannekensvere, Schore, Sint-Pieters-Kapelle, Slijpe en Wilskerke zijn typische Vlaamse polderdorpjes. Slijpe en Leffinge zijn qua oppervlakte de grootste dorpen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Middelkerke). Het grootste strand van België is hier te vinden. Naast het vertier op het strand is er voldoende te beleven en te zien. Breng bijvoorbeeld een bezoek aan de ‘Dronkenput’. Hier wilde men een waterput creëren als watervoorziening voor de grote toestroom van toeristen. Al snel ging deze waterbak schuin hangen onder het gewicht. Hierdoor heb je het gevoel scheef te staan naast deze waterbak, wat een vreemd gewaarwording is. Er is ook een museum te bezoeken die geheel gewijd is aan een dagje aan zee. Zo zie je een reeks badkleding waarvan enkele hilarische exemplaren zijn. Of bekijk de verschillende architectuur en hoe deze veranderd is door de tijd. Het Kunsthistories museum is te vinden aan de Joseph Casselaan in Middelkerke (www.top10bezienswaardigheden.nl/belgie/vlaamsekust.htm).

Oostduinkerke is een dorp aan Belgische Kust (meer bepaald de Westkust) en een deelgemeente van de gemeente Koksijde....In 1135, toen de gemeente nog Dunacapella heette werd ze voor het eerst een zelfstandige parochie. De naam evolueert later naar Dunckercka. Pas in 1246 wordt gewag gemaakt van de naam "Ostdunckercka". Dit om het onderscheid te maken met Duinkerke in Frankrijk. Op de Ferrariskaarten uit 1777 kunnen we zien hoe het dorp Ostdunkercke er toen uitzag. ...In het dorp ligt het Nationaal Visserijmuseum. Het geeft de geschiedenis weer van de Oostduinkerkse vissers, die bekend waren voor hun durf en vaardigheid tot bij de Duinkerkse visserijbazen, die hen kwamen ronselen voor de IJslandvaart. Het geeft eveneens een historisch overzicht van de Vlaamse kust- en zeevisserij aan de hand van maquettes van vissersboten (van AD 800 tot heden) (https://nl.wikipedia.org/wiki/Oostduinkerke). Waar andere badplaatsen bekend staan om hun vertier, is het in deze badplaats om zijn natuur. De Oostduinkerkse duinen hebben hier de overhand. Aan dit fraaie strand wordt nog altijd op een zeer ouderwetse manier garnalen gevangen, namelijk te paard. Het paard trekt hierbij een sleepnet achter zich aan in de branding. In het dorp zijn een aantal musea te vinden, waaronder het Nationaal Visserij Museum. Ook is er het Heemkundig museum Florishof te bezoeken, waar je een prima beeld krijg over het leven anno 1900 (www.top10bezienswaardigheden.nl/belgie/vlaamsekust.htm).

Koksijde is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen, gelegen aan de Belgische Westkust. Op de Ferrariskaarten uit 1777 is Koksijde te zien als het piepkleine dorpje Cauxyde. Er was helemaal geen sprake van enige bebouwing in de duinen, enkel in het 'dorpscentrum'. Daar waren de kerk en ongeveer 10 boerderijen de enige gebouwen.
De duinenabdij: genaamd Abdijmuseum Ten Duinen 1138 met de resten van de abdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen van de cisterciënzers. Het abdijmuseum geeft er een historisch overzicht van het leven van de Cisterciënzer monniken, van 1107 tot de dood van de laatste "Duinheer" in 1833. Het geeft ook het religieus en cultureel belang weer dat deze abdij in de loop der tijden had op de omgeving. Koksijde en de deelgemeenten staan bekend omwille van de ligging tenmidden van de duinen. De Hoge Blekker, sinds 1999 een natuurreservaat, met daarin het hoogste duin (33m) aan de Belgische kust (https://nl.wikipedia.org/wiki/Koksijde).  De Hoge Blekker, het duin dat zijn naam gaf aan het domein, is de hoogste duinrug (33 m) aan de Vlaamse kust. Blekker of Blinkaart is de volkse benaming voor onbegroeide duinheuvel die het zonlicht weerkaatst (blekken of blinken).
Aan de oorsprong van de Hoge Blekker en het aansluitende duinmassief liggen paraboolduinen die zich tussen de 16e en 19e eeuw vormden. Karakteristiek voor deze duinen is de hoefijzervorm waarvan de armen de overheersende windrichting aangeven. De hoge paraboolduinen worden van elkaar gescheiden door laaggelegen pannen. Veel van die pannen werden omstreeks het midden van de 19e eeuw in cultuur gebracht. Op de duinakkertjes verbouwde men kleinschalig onder meer rogge, haver en aardappelen. Voor het bemesten van de schrale bodem gebruikte men zeevette, een mengsel van visafval en beer. Om de akkers tegen overbestuiving te beschermen werden de stuivende flanken van de duinen volgens een dambordpatroon beplant met rijen takkenbussels.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoge_Blekker).

Sint-Idesbald is een Belgisch abdijbier.
Het bier wordt gebrouwen in Brouwerij Huyghe, te Melle. De abdijbieren worden tot 1994 gebrouwen bij brouwerij Damy te Olsene. In februari 1994 komt deze brouwerij in handen van brouwerij Huyghe, die de drie bieren verder brouwt. Als laatste komt in 2004 Sint-Idesbald Rousse er bij. De volledige naam van het bier luidt Sint-Idesbald Réserve Ten Duinen, maar het wordt ook uitgebracht met een licht gewijzigd etiket met de benaming Ten Duinen Réserve Sint-Idesbald. De naam verwijst naar de Abdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen te Koksijde en naar Sint-Idesbald, de derde abt van de Duinenabdij rond 1155. Dit bier draagt het label Erkend Belgisch Abdijbier (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Idesbald_(bier)).

De volgende dag waren we in Veurne. Ook daar wordt flink aan de eerste wereldoorlog gememoreerd:


Daar op de markt, een van de mooiste pleinen van Vlaanderen, wilde ik wel een garnalenkroketje proberen, maar we besloten enkel snel wat te drinken, omdat we niet zeker wisten of de wagen een parkeerkaart nodig had. Het café bood een selectie streekbier uit Veurne. Ik nam de Boeteling.


De Boeteling (6,6%) wordt op tafel geplaatst met een glas van Kwaremont (6,6%). Dat doet me twijfelen, want zou het een etiketbier zijn? Dat zoeken we nog eens op... Het bier deed me wel denken aan Kwaremont, die ik al eens ophad. Dit bier associeert zichzelf sterk met wielrennen (zie www.zwav-nieuws.be/?p=910 en http://hetiskoers.nl/kwaremont-koerse-kaffees/).

Later dronk ik nog een Kwaremont (6,6%) en die smaakt toch net wat anders. Nou, dat zoeken we nog eens uit. Terwijl ik de Kwaremont dronk klonk op TV de koers van wielerklassieker Kuurne-Bruxelles-Kuurne 2016, waarin de Oude Kwaremont wordt beklommen.

Van Avermaet wint eerste grote koers van het seizoen...Greg van Avermaet heeft zaterdag de Omloop het Nieuwsblad gewonnen, de traditionele opening van het Europese wielerseizoen. De 30-jarige Belg was in de sprint de snelste van een kopgroep van vijf. Achter de coureur van BMC legden wereldkampioen Peter Sagan en de eveneens Belgische Tiesj Benoot beslag op plaats twee en drie (www.nrc.nl/nieuws/2016/02/27/van-avermaet-wint-eerste-grote-wielerkoers-van-het-seizoen).

Veurne (Frans: Furnes) is een stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Veurne is een typische provinciestad en, ondanks het in verhouding lage aantal inwoners, een regionaal centrum voor de Westkust en Westhoek, samen met steden als Ieper, Poperinge en Diksmuide.
Het gebied, waar de stad nu is opgetrokken, was vroeger een zoutwinningsgebied.
Al in de 9de eeuw was Veurne een vestingstad, die in de 14de eeuw werd omwald. In de 17e eeuw vernieuwde Vauban de versterkingen. Zodoende werd Veurne één van de versterkte steden in het Barrièretractaat van 1715. Al deze versterkingen werden door keizer Jozef II in 1783 ontmanteld, nadat hij eenzijdig het barrièretractaat opgezegd had.
De deels gotische gebouwen staan rond de Grote Markt en dateren uit de 13e eeuw, toen de lakenhandel Veurne, zoals zovele andere Vlaamse steden, rijkdom bracht. De 17de-eeuwse gebouwen in regionale renaissancestijl werden opgetrokken in de Spaanse periode. Op 17 juli 1831 mocht Veurne als eerste Belgische stad de toekomstige vorst, Koning Leopold I, verwelkomen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was in de stad het hoofdkwartier van het Belgisch leger gevestigd.
...
Veurne heeft een jaarlijkse Boeteprocessie, bestaande uit groepen die het lijden van Jezus Christus uitbeelden, en penitenten of boetelingen. De processie trekt elk jaar op de laatste zondag van juli door de stad.
Veurne is gekend voor zijn potjesvlees (met de drie K's: kalf, konijn, kip), witte worst, babelutten en kletskoppen. Boerenpaté uit Veurne is door de Europese Unie erkend als gegarandeerde traditionele specialiteit (https://nl.wikipedia.org/wiki/Veurne).

Een bekende uit Veurne is Karel Cogge.
Karel Lodewijk Cogge (Veurne, 31 januari 1855 – 15 juni 1922) was een opzichter van de Noordwatering van Veurne (NWV).
In de eerste maanden van de Eerste Wereldoorlog trekt het Belgische leger bij de Slag om de IJzer, onder druk van de Duitsers, terug tot achter de IJzer. In de tweede helft van de maand oktober 1914 wordt duidelijk dat de Belgische troepen hun posities achter de IJzer moeilijk kunnen blijven verdedigen. Bovendien waren de Fransen van plan om zelf bij Duinkerke stukken land onder water te zetten, waardoor de Belgische troepen riskeren ingesloten te geraken. De militaire staf zoekt dan ook middelen om de Duitse troepen een halt toe te roepen. Dat leidt in de nacht van 21 op 22 oktober, met de hulp van Hendrik Geeraert, tot het onder water zetten van de Sint-Jorispolder, maar het resultaat is te beperkt om de Duitse troepen tegen te houden.
Op zondag 25 oktober 1914 wordt Karel Cogge ondervraagd door de Belgische stafofficier Prudent Nuyten over de mogelijkheden om de streek tussen de verhoogde spoorwegberm Diksmuide-Nieuwpoort en de linkeroever van de IJzer onder water te zetten. Als gevolg van deze gesprekken gaat Cogge met kapitein-commandant van de genie Victor Jamotte op verkenning langs de spoorwegberm, want deze moet op tal van plaatsen gedicht worden teneinde het water van de inundatie tegen te houden. Een tweede probleem om dit gebied onder water te zetten is het feit dat de stuw die opengezet moet worden bijna onder de neus van de Duitse troepen ligt. Daarom wordt eerst geopteerd om water te laten binnenlopen via het Kattesas, een ander sas wat indirect ook op de Beverdijkvaart is aangesloten. Gedurende twee opeenvolgende nachten (26 op 27 en 27 op 28 oktober) gaat Karel Cogge met reservekapitein Robert Thys van de genie mee naar het Kattesas (ook bekend als Spaanse sluis; ook vaak omschreven als "sas van de Oude Veurnevaart") in Nieuwpoort (zie Ganzepoot in Nieuwpoort) om dit te openen. Het water kan inderdaad de grote Beverdijkvaart inlopen, maar het debiet via deze omweg is te klein om het gebied volledig onder water te zetten.
Na advies van ingenieur Bourgoignie wordt beslist om toch Karel Cogge's originele plan uit te voeren: De overlaat van de Noordvaart wordt telkens bij vloed 's nachts opengezet. De uitvoering van dit plan gebeurt weer met medewerking van Hendrik Geeraert, want de bewuste overlaat bevindt zich aan de Ganzepoot waar eerder al de Sint-Jorispolder mee onder water werd gezet. En dit plan werkt wel: na 4 nachten staat 15 km fontlinie onder water. De eenheid van kapitein-commandant Robert Thys zal de rest van de oorlog deze situatie in stand weten te houden, waardoor de Duitse troepen 4 jaar geen wezelijke vooruitgang konden boeken op dit front.
Voor zijn bijdrage aan de inundatie kreeg Karel Cogge op 4 november 1914 door koning Albert I het ridderkruis van de Leopoldsorde opgespeld. Hem werd ook tweehonderd Belgische frank beloofd. Het leger keerde hem op 4 juli 1916 het tienvoudige uit (tweeduizend Belgische Frank was in die tijd ongeveer de jaarwedde voor een onderwijzer).
Pas na de oorlog leerden Karel Cogge en Hendrik Geeraert elkaar kennen. Op 30 oktober 1920 werden ze samen door de “Ligue du Souvenir” in de Parkschouwburg te Brussel gehuldigd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_Cogge). Deze heren worden gehuldigd op Belgische wijze met hun eigen bier:




Hendrik Geeraert (Nieuwpoort, 15 juli 1863 – Brugge, 17 januari 1925) is een Belgische volksheld, in het interbellum de verpersoonlijking van het burgerverzet tegen de Duitse invaller. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Hendrik Geeraert bij de Belgische soldaten achter de IJzer beroemd als de Nieuwpoortse schipper die in oktober 1914 'de sluizen in Nieuwpoort opende en alzo het Duitse leger een halt toeriep'....Half oktober 1914 kwam Geeraert in contact met het Belgisch geniedetachement de Sapeurs-Mariniers dat de sluizen in Nieuwpoort bewaakte. Om het bedreigde bruggenhoofd van Lombardsijde te beschermen beval het opperbevel op 21 oktober de polder van Nieuwendamme onder water te zetten. Hierbij werden de genisten geholpen door Geeraert.
Dit was een tijdelijke verademing en op 25 oktober werd beslist de ganse streek tussen Nieuwpoort en Diksmuide te inunderen. De eerste poging (het "Plan B" voorgesteld door Karel Cogge - het "Plan A" van Cogge stuitte oorspronkelijk op veto van de legerleiding) gaf niet de verwachte resultaten. Op 29 oktober besloot het opperbevel toch het "Plan A" van Cogge uit te voeren: de overlaat van de Noordvaart in de Ganzepoot in Nieuwpoort te openen. Hierbij leverde Geeraert zijn assistentie. Na dit succes bleef de 51-jarige de ganse oorlog bij de compagnie die de sluizen bediende.
Op het einde van de oorlog wordt hij ziek. Op zijn sterfbed werd hij op 25 december 1924 benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde. Hij wordt ook “Legendarisch figuur van het Veldleger 1914-1918” genoemd, een (niet officiële) titel die ook voor Koning Albert wordt gebruikt. Verder had hij nog medailles en zeven frontstrepen. Hij overleed in het Sint Julius Godshuis (Broeders van Liefde) in de Bouveriestraat in Brugge op 17 januari 1925 (https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_Geeraert)

We bezochten ook nog Lissewege:


 Lissewege is opgenomen in de lijst van de 50 mooiste dorpen van Vlaanderen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Lissewege). Op een steenworp van de Vlaamse kust en op 12 km van het historische Brugge ligt Lissewege, ook wel het witte dorp genoemd. De huisjes in het oude dorpscentrum zijn sinds eeuwen wit geschilderd. De imposante 13de eeuwse kerk O.-L.-Vrouw bezoeking torent hoog boven de polders en is op zich al een reden om het dorp te bezoeken (www.lissewege.be/).  Ik bestelde er garnalenkroketjes, maar helaas was de keuken 'juist dicht'. Gelukkig hadden ze wel appeltaart: 'huisgemaakte appeltaart, geen toeristentroep'. Het was in D'n artist in  Lissewege. Een aanrader!

Overigens is daar tegenover het monumentale treinstation dit gebouw:


In het dorp zagen we Brouwerij St. Joseph. Dat zocht ik nog even na...


Lissewege (Belgium)
Brouwerij St-Joseph
Fàbrica de cervesa Sant-Josep
Brasserie Sint-Joseph
Brewery Saint-Joseph
(https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Lissewege_f%C3%A0brica_de_cervesa_St-Joseph.jpg)

Frans Dekempe tapte er zijn laatste pintjes op zondag 28 december 2008...et café "Sint Joseph die ophoud te bestaan na 110 jaar café-geschiedenis! Het gebouw dateert van 1895 en was destijds een brouwerij met café die gesticht was door Louis D'hondt. Daarna werd het vele jaren
uitgebaat door Emiel Van Pamel en Rachel Dekeyser...In het voorjaar van 1985 vestigde "Frans Dekempe" zich samen met "Annie" zich er. Het toenmalig praatcafé werd er omgetoverd tot danscafé (http://zinderdreve.buurtwijzer.be/Lisseweegsehandelaarscafsrestaurantsenhotels/Lisseweegsecafs/CafSintJoseph),

de oude brouwerij met voormalig café in het hart van Lissewege renoveren en omvormen tot een eigentijds woning. De voorgevel werd gerenoveerd aan de hand van oude documenten en er werd een zeer eigentijds ontwerp gemaakt voor de achtergevel, waarbij het concept van de uitbouw verwijst naar de oude koperen ketels uit de voormalige brouwerij (www.bruynbroeck.be/nl/renovatieverbouwing/verbouwing-pd--lissewege-brugge).


Dit is dus, ondanks de voorgevel, geen brouwerij.

Een andere voormalige brouwerij is Spaniënhof:

Spaniënhof.  Het ontstaan van dit complex gaat terug tot de 16e eeuw wanneer het een herberg was die gebruikt werd door pelgrims die op weg waren naar Santiago de Compostella.  Het is een herberg gebleven tot op de dag van vandaag maar gedurende haar bestaan is ze ook een brouwerij geweest.  Het geheel bestaat uit een huis, een herberg, de voormalige brouwerij (met mouttoren) en stallingen.
Adres: Walram Romboudtstraat 6 (www.xplorengo.com/ned/europa/Belgie/west-vlaanderen/lissewege/monumenten.htm) Walram Romboudtstraat nummer 6. Zogenaamd "SPANIENHOF". Complex bestaande uit een woonhuis, een herberg, een voormalige brouwerij en stallingen gesitueerd op een omvangrijk perceel in de dorpskern van Lissewege. Ook gekend onder de naam "De Drie Koningen", reeds in 1567 vermeld. In 1774 wordt melding gemaakt van een "huys zijnde herberghe en brouwerye genaemt de drije Coninghen (1774)". Van 1835 tot de jaren 1960 achterliggende gebouwen in gebruik als brouwerij. In 1874, 1909 en 1945 uitbreiding van de brouwerijgebouwen. Volgens het kadaster wordt ca. 1900 het volume aan de straatzijde verhoogd. In de Eerste Wereldoorlog dient de herberg als mess voor de Duitse officieren (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/79828).

De mouttoren staat in het verlengde van laatst genoemde vleugel. Witgekalkte gevels en een tentvormig pannendak. Interieur. Stookplaats met centraal rookkanaal, een eerste vloer met troggewelfjes waarop de gerst gekiemd werd, en een tweede netvloer. Stallingen. Langgerekte vleugel aan de noordoostzijde met stapelruimte, graanschuren, paardenstallen en wagenhuis is opgetrokken in gele baksteen onder zadeldak (Vlaamse pannen) (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/79828).



De Panne is een badplaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen...De Panne is de meest westelijke plaats van België en de meest zuidelijke badplaats aan de Belgische Kust....De naam is afkomstig van het woord duinpan. Een pan of panne is een komvormige diepte in de duinen. In het gebied van Adinkerke was al bewoning aanwezig in de 5e eeuw voor Christus en ook in de Romeinse en Frankische tijd woonden er mensen die aan landbouw, veeteelt en visserij deden. De naam van het dorp Adinkerke vindt men vanaf de 12e eeuw terug.
De Panne ontstond echter pas rond 1782, tijdens Oostenrijks bewind. Keizer Jozef II wilde de kustvisserij stimuleren, hierdoor werd door vooraanstaande burgers uit Veurne een nederzetting opgericht dat men Sint-Jozefsdorp noemde, later Kerckepanne. Het was gelegen tussen de duinen en de zee. Het kleine gehuchtje werd in 1789 een parochie van Adinkerke en werd administratief in 1799 bij de gemeente Adinkerke gevoegd. In de duinen van dit gehucht zette Leopold I, de eerste Koning der Belgen voet op Belgische bodem (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Panne).
Tegenwoordig wordt deze badplaats wat vaker bezocht in combinatie met het vlakbij gelegen pretpark ‘Plopsaland’. Het is dan ook een ideale combinatie, gezien de afstand. Er is zelfs een tramverbinding gelegd om het nog makkelijker te maken. Daarnaast heb je in de Panne het prachtige natuurreservaat De Westhoek. Het park telt een kleine 340 hectare met daarin het Calmeynbos, Krakeelduinen, Oosthoekduinen, een prachtig strand en het natuureducatiecentrum De Nachtegaal (www.top10bezienswaardigheden.nl/belgie/vlaamsekust.htm).

De Panne is omringd door het strand en prachtige natuurgebieden, een uniek decor voor de mooiste wandelingen, kort of lang. Ga op stap in het uitgestrekte Westhoekreservaat, de waardevolle fossiele duinen van Cabour of in de Oosthoekduinen.
Het 340 ha grote Westhoekreservaat is het oudste Vlaams natuurreservaat (opgericht in 1957). Zeereep-, loop- en paraboolduinen, duinpannen, grijze en blonde duinen, duingraslanden en kalkmoerassen getuigen van een levendig landschap. Het gebied is ook befaamd om zijn archeologische resten van uit de IJzertijd tot de Vroege Middeleeuwen (http://toerisme.depanne.be/product/844/natuurreservaten). De Westhoek is een natuurreservaat in de Belgische kustgemeente De Panne, in de streek De Westhoek. Het gebied is eigendom van het Vlaams Gewest en wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos dat deel uitmaakt van het Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie.
Het reservaat ligt ingesloten tussen de Noordzee in het noorden, de Franse/Belgische grens in het westen, de N386 (Duinhoekstraat) in het zuiden en in het oosten tenslotte het Calmeynbos en de bebouwing van De Panne.
Het reservaat s... maakt deel uit van het grootste aaneengesloten duingebied van de Vlaamse kust. Het vormt samen met de Krakeelduinen, het Calmeynbos, de Oosthoekduinen en de Fransen duinen van Le Perroquet ... een uitzonderlijk natuurgebied. De Westhoek (vaak verward met de gelijknamige regio in zuidelijk West-Vlaanderen) is al sinds 1935 als landschap beschermd en heeft sinds 1957, samen met de Hoge Venen, het statuut van staatsnatuurreservaat. Het is daarom het oudste Vlaams staatsnatuurreservaat....Het natuurreservaat De Westhoek vormt het meest gaaf gebleven zeeduinlandschap van de Vlaamse kust. Men kan er het dynamische proces van duinvorming in de verschillende stadia van ontwikkeling waarnemen. Dit resulteert in duinlandschappen met een zeer uiteenlopende ouderdom, vorm en begroeiing. Min of meer evenwijdig met de kustlijn kunnen van noord naar zuid volgende zones worden onderscheiden: het strand, de voorduinen, de noordelijke pannengordel, het centraal stuifduin (de Romeinse vlakte), de zuidelijke pannengordel en ten slotte de binnenduinen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Natuurreservaat_De_Westhoek).

Na deze rondreis langs de Belgische kust heb ik wel een paar biertjes verzameld:



Daar gaan we komende weken over bloggen...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692