Ik kan het niet laten om een bericht over Nieuwpoort te plaatsen om 16:00....
Ik zocht op de vraag of er bierbrouwerijen nabij het Belgische Nieuwpoort zijn.
Brouwerij de Blauwe IJsbeer is gevestigd in Nieuwpoort(Z-H). De oude brouwers traditie in dit schitterende, oude vestiging stadje proberen wij in stand te houden. Op dit moment brouwen wij nog niet in eigen ketels. We hopen dit in de toekomst wel te realiseren!
Wij zijn een speciaalbierbrouwerij met als eerste bier de Weijsbeer!! Inmiddels brouwen we ook de Schotse IJsbeer, Mooi Weer IJsbeer, Gouwe Ouwe IJsbeer, Weijsbeer Bock en als nieuwe verrassing Klapschaats IJsbeer. Regelmatig komt u ons tegen op een bierfestival, een streekmarkt of een proeverij in een horecabedrijf (www.brouwerijdeblauweijsbeer.nl/wie-zijn-wij/).
Nieuwpoort is een vestingstad in de Nederlandse gemeente Molenwaard, provincie Zuid-Holland. Het Latijnse portus staat voor haven. Nieuwpoort was naast Schoonhoven een nieuwe haven aan de Lek.
De stad kreeg al in 1283 stadsrechten. Vanwege de positie op de grens van Holland en Sticht Utrecht kreeg het veel strijd te verduren. Al in 1402 belegerden de troepen van Jan van Arkel de stad. De oorlog tegen Lodewijk XIV, in de jaren zeventig van de 17e eeuw, was de reden om de stad op te nemen in de Oude Hollandse Waterlinie en voor de aanleg van vestingwerken volgens het verbeterde oud-Nederlands vestingstelsel. Tientallen panden werden hiervoor gesloopt. In 1697 werd het stadhuis gebouwd, over de inundatiesluis heen, die daarmee was beschermd tegen mogelijk verzet van ontevreden boeren als hun land onder water zou worden gezet. In 1795 veroverden de Franse troepen, onder leiding van Daendels en Pichegru Nederland, en verloor de vesting zijn functie. Tijdens de watersnood van 1809 en de stormvloed van 1820 boden de vestingwallen bescherming tegen het hoge water. Tijdens de vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw raakten diverse gebouwen in verval. In 1973 werd gestart met restauraties die in 1998 waren voltooid (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Zuid-Holland)).
Goed om weten, maar mij ging het dus om de Belgische Nieuwpoort. De twee steden hebben overigens een Partnerstad-overeenkomst (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Zuid-Holland)).
Nieuwpoort (Frans: Nieuport) is een stad en badplaats aan de Belgische Kust. Nieuwpoort zelf bestaat eigenlijk uit twee delen, Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad. Daarnaast behoren tot de gemeente ook de dorpjes Sint-Joris en Ramskapelle.
In Nieuwpoort mondt de rivier de IJzer via de Ganzepoot (zie Bezienswaardigheden) uit in de Noordzee.
Isera Portus, de eerste naam voor Nieuwpoort dook in 1150 in geschriften op. Later sprak men van Neo Portus en Novum Oppidum. Novus Portus (Nieuwpoort) is de benaming die het ten slotte haalde.De kuststreek onderging in de loop der eeuwen de invloed van de drie Duinkerkse transgressies die het landschap drastisch veranderden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
De Duinkerke-transgressies hebben te maken met de kustlijn
(zie www.ijpelaan.nl/Archief/Kennemerland/Kenn-Transgressie.html#tran en https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).)
De Duinkerke-transgressies waren, net als de Afzettingen van Duinkerke, onderdeel van een achterhaalde visie over de lithostratigrafie van het Noordzeekustgebied, met name in Nederland en België. Ze gaven grootschalige schommelingen in de kustlijn tijdens de Romeinse tijd en de vroege Middeleeuwen aan. De transgressies waren genoemd naar de Franse kustplaats Duinkerke, die door de transgressies overstroomd raakte. De theorie is vervangen door het kustinbraakmodel (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).
Van een transgressie is sprake als de kustlijn over een grotere afstand verder landinwaarts verschuift (de zee dus het land overstroomt). Tussen periodes van transgressie waren er ook periodes waarbij de kustlijn weer terug zeewaarts verschoof, een periode van regressie.
Een transgressie wordt ook wel een relatieve zeespiegelstijging (en een regressie een relatieve zeespiegeldaling) genoemd. Strikt genomen is dit niet juist. De termen trans- en regressie zijn gedefinieerd op basis van beweging van de kustlijn. Relatieve zeespiegelveranderingen worden gedaan op basis van een ijkpunt (bijvoorbeeld het Normaal Amsterdams Peil). Ten opzichte van het ijkpunt kan er een zeespiegelstijging plaatsvinden en toch hoeft de kustlijn dan niet landinwaarts te bewegen. Door problemen met de datering van de verschillende sedimentpakketten langs de Zeeuwse en Vlaamse kusten zijn er alternatieve modellen opgesteld (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).
Bij een permanente overstroming ten gevolge van een structurele zeespiegelstijging spreekt men van een transgressie; het omgekeerde effect heet een regressie. Het gaat daarbij om een relatieve niveauverandering. Ook bodemdaling resp. stijging kan dus de oorzaak zijn, of zelfs vorming of afbraak van een bodemlaag (veengroei resp. -erosie) (www.brucop.com/millennium/nederlands/duinkerke2/).
Waarom vertrokken de Romeinen in 276 ? Wegens de voortdurende invallen van de Germanen (het begin van de „volksverhuizing”), beweren de traditionele historici. Merkwaardigerwijs zijn er archeologisch nergens overtuigende sporen van oorlog of vernietiging te vinden. Recente archeologische publicaties over Valkenburg, Voorburg, Nijmegen, Utrecht en Zeeland spreken dan ook allemaal over een vreedzaam vertrek van de Romeinse garnizoenen in de periode 270-280.
Een erg dappere archeoloog waagt het wel eens terloops iets te zeggen over klimatologische veranderingen: het werd de Romeinen te nat onder de voeten. En, inderdaad, de eerste dijken in ons land dateren uit de 10e eeuw. En wat zou er nu gebeuren als we alle dijken ineens wegdenken ?
Die periode van de 3e tot de 7e eeuw valt globaal samen met een „ramp”, die bekend staat onder de naam Duinkerke II-transgressie. Een transgressie is een geleidelijke stijging van het zeeniveau (relatief ten opzichte van het land) met een permanente overstroming ten gevolge.
De transgressies zijn zeer omstreden. De traditionele historici ontkennen ze eenvoudig. De geologen – zelden geraadpleegd door de historici – hebben de transgressies „uitgevonden”, maar ook in die kringen is lang niet iedereen het erover eens (www.brucop.com/millennium/nederlands/duinkerke2/).
Tegenwoordig worden de Duinkerke transgressies ter discussie gesteld, niet de transgressies op zich, die zijn er onmiskenbaar geweest, maar meer de naam ervan. De transgressies hebben zich niet beperkt tot alleen de omgeving van Noord-Frankrijk, maar zijn ook vastgesteld in Engeland, Noord-Duitsland en Denemarken. Men heeft de term Duinkerke-transgressie vervangen door die van 'kustinbraakmodel'. Het gaat daarbij met name om de ouderdom van de transgressiefasen die op verschillende plaatsen niet gelijk voorkwamen. Men stapt dus niet af van de overstromingen op zich, maar meer van de idee dat die zich overal gelijktijdig zouden hebben voorgedaan. Maar zolang water van hoog naar laag stroomt, geven ook die nieuwe opvattingen geen uitsluitsel over de voorkomende problemen. Bovendien zijn de nieuwe dateringen gedaan met de C14-methode en zoals iedereen wel weet kleven daar nogal wat bezwaren aan, zeker in zout water (www.noviomagus.info/marais.htm).
In de jaren vijftig trok men, onder andere door onderzoek van Bakker in 1954, de conclusie dat de kustbarrière en kustvlakte vooral gevormd werd door de relatieve zeespiegelbeweging. In het Atlanticum vond een snelle zeespiegelstijging plaats en werd een dik pakket afzettingen gevormd, waartussen vaak veenlagen voorkwamen.
Hageman kwam in 1969 met een model waarin de klastische afzettingen, oude blauwe zeeklei, aangeduid als Afzettingen van Calais, min of meer gelijktijdig hadden plaatsgevonden. Dateringen vonden plaats aan de hand van het veen dat tussen de afzettingen was gevormd. De weinige dateringen die gedaan werden leken het model te bevestigen. ... veel dateringen [bleken] niet [te] klop[p]en met het bestaande model, waardoor men genoodzaakt was extra subfasen in te bouwen (zogenaamd 'verfijnd'). Bovendien werd duidelijk dat de drie Duinkerkefasen in Noord-Nederland niet even oud waren als die van West-Nederland....Bij meer dateringen bleken de gaten tussen de groepen opgevuld te worden en verdwenen dus ook de verschillende fasen. Er bleek een meer geleidelijke ontwikkeling te zijn geweest. Een gevolg van de nieuwere inzichten is ook dat veel paleogeografische kaarten niet meer kloppen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).
Filips van de Elzas verleende de nederzetting een stichtingskeure die haar rechten en verplichtingen op sociaal, economisch, financieel en politiek vlak vastlegde. Nieuwpoort behoort hiermee tot de reeks van de havensteden die door de Vlaamse graven Diederik van de Elzas en Filips van de Elzas ter bevordering van het economische leven langs de Noordzeekust gesticht werden. Andere steden die tot deze reeks behoren zijn Grevelingen, Mardijk, Duinkerke, Damme en Biervliet. In de 13e en 14e eeuw kreeg Nieuwpoort te maken met plunderaars uit Frankrijk (1213 en 1299) en Gent (1383).
In 1489 vielen Bruggelingen, Fransen en Gentenaars de stad aan. Jan Turpin, toenmalig burgemeester van de stad, riep de hulp in van de Nieuwpoortse vrouwen die volgens een plaatselijk kroniekschrijver soo cloeckelijkcke vochten als Amazones. Als dank voor de overwinning maakten de Nieuwpoortenaars wellicht hun eerste reus (toen nog Stadreus of simpelweg Reus genoemd). Eeuwen later, bij het bouwen van een nieuwe reus in 1926, greep de plaatselijke reuzengilde terug naar deze strijd en bouwde de reus 'Jan Turpin' (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
Nieuwpoort is vooral bekend door de Slag bij Nieuwpoort in 1600 tussen de Republiek en de Spaanse legers. In de 17e en 18e eeuw kregen de inwoners vijf keer met de Fransen te maken (1647, 1658, 1745, 1793 en 1794). In 1717 kwam Peter de Grote op bezoek. In de late 17e eeuw en eerste helft van de 18e eeuw was de stad een van de vestingsteden die deel uitmaakten van de Nederlandse vestingbarrière in de Zuidelijke Nederlanden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
De Slag bij Nieuwpoort was een veldslag op 2 juli 1600 tijdens de Tachtigjarige Oorlog tussen het Staatse en het reguliere Zuid-Nederlandse ('Spaanse') leger.
Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje, was door de Staten-Generaal van de Nederlanden naar Vlaanderen gestuurd om de stad Duinkerke in te nemen. De kaapvaart vanuit deze stad bracht veel schade toe aan de handelsvloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Onverwacht kwam een groot Spaans leger onder leiding van aartshertog Albrecht van Oostenrijk richting Vlaanderen, wat leidde tot een veldslag nabij Nieuwpoort. De tocht naar Duinkerke werd uiteindelijk afgeblazen, zodat het doel niet bereikt werd. De slag is mede vanwege het gemakkelijk te onthouden jaartal een van de bekendste gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was in 1568 in opstand gekomen tegen Spanje en had vanuit de gewesten Holland en Zeeland het grondgebied waar zij de soevereiniteit over had, uitgebreid. Dit gebeurde met name tijdens de Tien Jaren, toen alle nog Spaansgezinde steden boven de Rijn in handen waren gekomen van de Republiek. In 1598 had Spanje vrede gesloten met Frankrijk (Vrede van Vervins), waardoor Spanje zich meer kon richten op de strijd in de Nederlanden. De tweede bondgenoot van de Republiek die de Triple Alliantie in 1596 had ondertekend, was Engeland. Engeland vocht de gevechten met Spanje voornamelijk op zee uit, maar de partijen waren in onderhandeling over vrede. Vrede tussen Engeland en Spanje zou kunnen betekenen dat de Republiek alleen kwam te staan in de strijd tegen Spanje (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort).
De Spaanse koning Filips II had op 6 mei 1598, kort voor zijn dood op 13 september 1598, als bruidsschat de Nederlanden overgedragen aan zijn dochter Isabella van Spanje. Zij huwde op 18 april 1599 haar achterneef Albrecht van Oostenrijk, de zesde zoon van keizer Maximiliaan II, die in 1596 aangesteld was als landvoogd der Nederlanden. Met het afstaan van de Nederlanden, vastgelegd in de Akte van Afstand, hoopte Spanje de rust in de Nederlanden terug te laten keren. Uit de mond van Filips II was al eens opgetekend dat hij het belangrijker vond dat het katholieke geloof in de Nederlanden gehandhaafd bleef, dan dat ze onderdeel uitmaakten van het Spaanse rijk. Toch was er hoop dat de Nederlanden met een nieuwe landvoogd tot inkeer zouden komen en uiteindelijk in de schoot van Spanje zouden terugkeren. Spanje behield na de overdracht van de Nederlanden aan Isabella nog wel de bevoegdheid om een nieuwe landvoogd aan te stellen, zodat Spanje alleen op papier afstand deed. In de akte waren daarnaast voorwaarden gesteld waarin bepaald werd dat de Nederlanden weer onder een Spaanse vorst zouden komen te vallen als het echtpaar kinderloos kwam te overlijden. Ook mochten eventuele kinderen alleen met toestemming van de Spaanse koning trouwen en moesten eventuele dochters met een prins van de Spaans-Habsburgse tak trouwen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort).
Duinkerke was de belangrijkste stad aan de kust van de Nederlanden die nog in handen was van de Spanjaarden. Door Alexander Farnese was het belangrijkste deel van de Spaanse vloot dat actief was rondom de Nederlanden in 1585 verplaatst naar Duinkerke. In deze haven konden reders zich vestigen die een kaperbrief hadden bemachtigd van de Hoge Admiraliteitsraad die gezeteld was in Brussel. Nieuwpoort was een kleinere havenplaats aan de kust waarvandaan ook kaapvaart plaatsvond. De stad lag aan de Noordzee bij de monding van de IJzer. De kaapvaart die plaatsvond vanuit Duinkerke en Nieuwpoort bracht scheepvaart en visserij van de Republiek grote schade toe. Daarom werd in 1587 besloten de Duinkerker kapers en de kapers uit Nieuwpoort als zeerovers te behandelen. Daarnaast werd de Vlaamse kust, met de havens, geblokkeerd door een bijna permanent aanwezig vlooteskader. Desondanks konden regelmatig kapers de blokkade omzeilen en schade toebrengen aan de scheepvaart van de Republiek. De blokkade van Duinkerke speelde een rol tijdens de mislukte tocht van de Spaanse Armada in 1588, waarbij Alexander Farnese Spaanse troepen in Duinkerke wilde laten inschepen om ze over te laten zetten naar Engeland voor een invasie. Door de hoge kosten van de blokkade en de scheepsverliezen door de kapingen bleven Duinkerke en in mindere mate Nieuwpoort, een doorn in het oog van de Republiek.....De belangrijkste reden om Duinkerke aan te vallen was dus om de handelsvaart en de visserij tegen de kaapvaart te beschermen. Ook moest het de Franse koning Hendrik IV ertoe aanzetten om de strijd tegen Spanje weer op te pakken. De aanval zou immers plaatsvinden in een gebied waar hij ook belang bij had. Spanje zou daardoor weer op meer dan één front strijd moeten gaan leveren. Tevens werd verwacht dat Maurits bij zijn opmars steun van de Vlaamse bevolking zou krijgen in verband met de overlast die men al lange tijd ondervond van muitende Spaanse soldaten. Een laatste argument was dat Duinkerke na verovering aan Engeland overgedragen kon worden. De schuld van de Republiek bij Engeland, die ontstaan was door het afsluiten van leningen om belegeringen te financieren, zou zo afgelost kunnen worden en Engeland zou de controle krijgen over Het Kanaal. De Staten van Holland konden voor deze veldtocht de Staten van Zeeland bereid vinden, maar Maurits en zijn neef Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, stadhouder van Friesland, hadden de nodige twijfels. Het Staatse leger zou in geval van een belegering van Duinkerke ver in vijandelijk gebied een actie uitvoeren terwijl diverse Spaansgezinde steden, zoals Gent en Brugge, in de rug lagen. Omsingeling van het leger zou het einde van de Republiek kunnen betekenen, omdat het land dan open lag voor de vijand. Een belegering van Duinkerke zou ook betekenen dat andere vijandelijke steden in de Nederlanden die dichter bij Holland lagen, zoals 's-Hertogenbosch, Grave en Venlo, niet aangevallen konden worden omdat de Staten-Generaal niet voldoende geld konden opbrengen voor een tweede veldleger. Als dienaar van de Staten-Generaal moest Maurits zich echter schikken naar de wil van de politiek en hij begon met het maken en uitvoeren van plannen voor een belegering van Nieuwpoort en Duinkerke.
...In Vlissingen werd een leger bijeen gebracht van 13.000 man voetvolk en 3000 cavaleristen. Ook werden 1300 schepen verzameld....De manschappen werden samen met 37 stukken geschut overgezet naar Philippine, een schans die voor de landing van de hoofdmacht werd ingenomen door een kleine legereenheid onder aanvoering van Ernst Casimir van Nassau-Dietz, waarna het Staatse leger via Brugge richting Oostende trok. Oostende was als één van de weinige steden in Vlaanderen in handen van de Republiek. Er bleken te weinig paarden beschikbaar te zijn om de vele wagens met levensmiddelen, gereedschappen en geschut mee te nemen. De door de Staten-Generaal verwachte steun van de Vlamingen bleef uit.... Op 1 juli bereikten ze bij Nieuwpoort de IJzer, die overgestoken werd zodat de stad omsingeld kon worden....[Het] Spaanse leger [van] Don Velasco ...voegde [zich] bij de ... strijdmacht van Albrecht van Oostenrijk. Albrecht kon het leger deels betalen doordat zijn vrouw Isabella van Spanje voor dit doel haar sieraden had verkocht. Het gezamenlijke leger, bestaande uit soldaten uit Spanje, Italië, Ierland en Wallonië, trok op 29 juni 1600 richting Brugge om de confrontatie met het Staatse leger aan te gaan (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort) (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).
Maurits had voor de veldslag 9400 man voetvolk en 2500 man ruiterij tot zijn beschikking. Albrecht beschikte over twee tercio's voetvolk (6000 tot 7000 man ) en 1200 man ruiterij. Het aantal kanonnen van het Staatse leger was slechts zes, van het Spaanse leger acht. .... Beide legers worden als zeer ervaren en gedisciplineerd omschreven, maar het Staatse leger had een grotere wendbaarheid ...
....
Het Staatse leger werd verrast door de snelle opmars van de Spanjaarden, mede doordat het geen berichten had gekregen van de verkenners. Die snelheid was onder meer mogelijk omdat het Spaanse leger gebruik maakte van de wegen die de Staatsen begaanbaar hadden gemaakt en die in goede staat waren achtergelaten.....De confrontatie bij zonsopgang op 2 juli 1600 was echter van korte duur. Na nauwelijks een half uur sloegen de Staatsen op de vlucht toen ze de overmacht aan Spaanse troepen zagen. De Schotten vluchtten in de richting van de nabije Noordzee waar zij, 800 man in totaal, werden gedood door hun achtervolgers. Ernst Casimir kon met de overblijvende Zeeuwen ternauwernood een onderkomen vinden in Oostende. De slachting van de Schotten was geheel volgens het bevel van Albrecht van Oostenrijk, hij had zich namelijk ten doel gesteld het Staatse leger geheel te vernietigen en Maurits en zijn jongere halfbroer Frederik Hendrik als gevangenen naar Spanje mee te nemen....De eerste schermutselingen ontstonden in de middag met een kleine eenheid van de Spaanse cavalerie die vooruit was gestuurd. Een deel ervan werd overmeesterd, de rest teruggeslagen. De Spaanse hoofdmacht rukte nu op, zowel door de duinen als over de vlakte achter de duinen. Door de strategische opstelling van de Staatse troepen moesten de Spanjaarden tegen de zon en de wind in vechten....Op het strand werd aan het begin van de slag amper gevochten, omdat de vloed het strand bijna geheel had ingenomen. Dit werd gezien als een voordeel voor de Spanjaarden, omdat de Staatse cavalerie sterker werd geacht en er door de vloed minder ruimte was om deze cavalerie in te zetten. Maurits liet nu vanwege het oprukken van het Spaanse leger ook de bij Nieuwpoort achtergebleven troepen naar het slagveld sturen....De Spanjaarden rukten ondanks de cavalerieaanvallen toch steeds verder op, waardoor zij het punt naderden vanwaar Maurits de slag overzag en leidde. Verder hadden de Spanjaarden ook al twee kanonnen veroverd. ...Spaanse troepen [waren] deels uit elkaar geslagen waren waardoor ze minder gegroepeerd ten aanval gingen, en dus minder effectief waren. De artillerie die zij bij zich hadden was evenmin erg effectief, omdat deze wegzakte in het mulle zand. De Staatse kanonnen waren daarentegen op houten bokken gezet....De slag duurde nu al enkele uren en de troepen aan beide zijden raakten uitgeput. Albrecht wilde nog één grote aanval uitvoeren en hoopte zo een beslissing te forceren. Maurits besloot de laatste reserves van de cavalerie in te zetten die hij achter de hand had gehouden; drie vendels onder leiding van Godevaart van Balen. De Spanjaarden hadden de meeste reserves al ingezet en werden verrast door de aanwezigheid van nieuwe, frisse troepen aan Staatse zijde. De Spaanse cavalerie trok zich daarop snel terug, Albrecht spoorde hen echter aan om weer het gevecht aan te gaan. Tijdens het voorgaan van zijn troepen raakte hij gewond toen een speer van een Duitse soldaat hem aan het hoofd raakte [de Aartshertog [raakte] licht gewond aan het oor (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).]. De wond was dusdanig dat hij het slagveld moest verlaten. De Spaanse troepen zagen dit als teken van terugtrekking en gingen massaal op de vlucht. Het Staatse leger zette een korte achtervolging in, maar de invallende duisternis bood de Spanjaarden de gewenste dekking. Uiteindelijk verloren de Spanjaarden ruim 3000 man gedurende de slag en tijdens de terugtocht, terwijl het Staatse leger 1700 doden te betreuren had. De beslissing van de slag was in het voordeel uitgevallen van Maurits (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort) (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).
Albrecht was vanuit Brugge naar Gent getrokken, waar hij zijn vrouw, Isabella van Spanje, sprak. Deze zette hem aan om de strijd opnieuw op te pakken. Albrecht ging terug naar Brugge om de soldaten die de slag overleefd hadden te verzamelen, om zo een nieuw leger te vormen. Don Velasco was ook in Brugge aanwezig met een deel van het leger dat daar tijdens de slag achter was gehouden. Hij kreeg de taak om de steden en forten rondom Nieuwpoort te versterken. Albrecht deed de Republiek een aanbod tot vrede, in Bergen op Zoom werd daar over onderhandeld. Onder meer door godsdienstkwesties kwam er geen akkoord
'Nieuwpoort' was een van de weinige veldslagen in de Tachtigjarige Oorlog, die te land gekenmerkt werd door belegeringen van forten en steden. Bijzonder is ook dat de infanterie de belangrijkste gevechtseenheden leverde, in plaats van de cavalerie. De tocht in Vlaanderen werd in de Republiek als mislukt beschouwd, ondanks deze gewonnen veldslag. Er was geen gebied veroverd, de Duinkerker kapers bleven ongemoeid en er waren flinke verliezen aan manschappen geleden. De Republiek waagde zich nooit meer aan zo'n opmars door Vlaanderen. Het jaar erna werd door de Spaanse koning de Italiaanse bevelhebber Ambrogio Spinola naar de Nederlanden gestuurd om de strijd aan te gaan met de opstandelingen. Spinola sloeg onder meer het beleg om Oostende, dat uitliep op de langdurigste en kostbaarste krachtmeting van de hele Tachtigjarige Oorlog en eindigde met het verlies van dit laatste bolwerk van de Republiek in de Zuidelijke Nederlanden.
Het prestige van Maurits als veldheer groeide door de slag verder, vanwege zijn beheerste terugtrekking over het strand met zijn mobiele artillerie en doordat hij op het juiste moment teruggeslagen had. De roem die Maurits vergaarde gaf hem de mogelijkheid om Van Oldenbarnevelt in een kwaad daglicht te zetten. Maurits was vanaf het begin tegen een tocht naar Duinkerke geweest, maar was er toch door de Staten-Generaal onder leiding van Van Oldenbarneveldt heen gestuurd. Nu de doelstellingen van de tocht niet bereikt waren, kon Maurits wijzen op alle bezwaren die hij vooraf kenbaar gemaakt had. Hij zag zichzelf als degene die de Republiek van de ondergang had gered bij de Slag van Nieuwpoort. De vertrouwenscrisis tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt zou nooit meer volledig goed komen en uiteindelijk mede aanleiding zijn voor de veroordeling en terechtstelling van de laatste in 1619 (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort) (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).
Op de Ferrariskaarten uit de jaren 1770 is Nieuwpoort te zien als Nieuport. Het was een klein stadje, volledig omringd door een stadsmuur en een grote slotgracht. Het stratenpatroon was ordelijk opgebouwd uit rechthoekige blokken. In de noordwestelijke en zuidoostelijke hoek van de stad bevonden zich boomgaarden. Bijna achter alle rijhuizen waren er moestuinen, in het westen was er een houten windmolen, en de kerk was helemaal in het zuiden. Plaats voor uitbreiding was er niet meer binnen de muren, deze werden dan ook niet veel jaren later afgebroken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB))
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de Slag om de IJzer raakte Nieuwpoort zwaar beschadigd. Het was een steunpunt voor de verdediging van het Belgisch leger dat zich kon handhaven na de inundatie van een gebied gelegen tussen de IJzer en de spoorwegbedding van de spoorweglijn Nieuwpoort-Diksmuide.
Een detachement van de Belgische genie, geholpen door schipper Hendrik Geeraert, opende in de nacht van 29 op 30 oktober 1914 de uitlaatsluizen van Veurne-Ambacht (ook genoemd Overlaat van de Noordvaart) en zette zo het terrein ten zuidwesten van de IJzer onder water.
Een eerste poging tot inunderen, op 26 oktober aan de kleine, Spaanse sluis op de Oude Veurnevaart (ook Oud-Veurnesas of Kattesas genoemd), onder leiding van geniekapitein Robert Thys en met de hulp van Karel Cogge, had niet de verhoopte resultaten opgeleverd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
Na de Tweede Wereldoorlog werden de haven en het kusttoerisme te Nieuwpoort verder uitgebreid. Om dit te realiseren nam de stad in 1949 uitbreiding langs de IJzermonding via annexaties van gebieden ten koste van Lombardsijde, Westende en Ramskapelle. In het westen werd Nieuwpoort-Bad, dat volledig op het grondgebied van de gemeente Oostduinkerke lag, aangehecht. Het grondgebied van de stad verviervoudigde meteen in oppervlakte...In 1971 werden de gemeenten Ramskapelle en Sint-Joris volledig bij Nieuwpoort aangehecht samen met een gebiedsdeel van Westende (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
En toen weer terug naar het heden en de vraag of er bierbrouwerijen in de buurt zijn.
Anno 2013 zijn er in ieder geval geen brouwerijen in gemeente Nieuwpoort (volgens www.kennisplatformeconomie.be/downloads/WestVlaanderenWerkt/2014-02/WVLW_2014_02_Tabletversie_VeelLevenInDeWest-VlaamseBrouwerij.pdf). Dus dan kijken we maar even in de omgeving van deze kustplaats:
Op circa 10 km van Nieuwpoort is De Panne gelegen en volgens deze site www.belgische-bieren.be/brouwerij/vdaco-de-struise-brouwers is daar VDACO (De Struise Brouwers) gevestigd op Landbouwersstraat 18. De Struise Brouwers staan o.a. bekend om hun Pannepot.
Struise Pannepot
Brewed by De Struise Brouwers
Style: Belgian Strong Ale - Top 50
Oostvleteren, Belgium
COMMERCIAL DESCRIPTION
In the early 1900s, the village of De Panne, close to the French border, was famous for two things -- the ‘Pannepots,’ or fishing boats, that could be seen along the coast, and the unique dark ale enjoyed by the local fishermen. Our Old Fisherman’s Ale is a tribute to these hardy sailors and their rich, flavorful brew. Unfiltered. Unpasteurized (www.ratebeer.com/beer/struise-pannepot/37835/).
Pannepot is een reeks van Belgische bieren van hoge gisting. De naam verwijst naar de vissersboten van De Panne, begin jaren 1900 en naar de donkere ale die door de vissers gedronken werd.
Het bier wordt sinds 2005 gebrouwen in Brouwerij Deca te Woesten door De Struise Brouwers (https://nl.wikipedia.org/wiki/Pannepot).
Deze ‘Old Fisherman’s Ale’, genoemd naar de vissersboten waarop stoere zeebonken hun leven waagden voor brood op de plank, zit ergens tussen een Belgian strong dark ale en een stout in. Het giet een mooi donkerbruin met een romige kraag. Elke slok laat complexe smaken los van gebrand koffiebitter en de diepe zoetheid van karamel. Door zijn donkere complexiteit leent dit bier zich perfect tot het rijpen op vaten, en dat hebben we dan ook gedaan. We hebben de Pannepot onder meer op bourbon en calvados gelegd, dus proef hem gauw! (https://struise.com/bieren-beers/pannepot-10-abv-bdsa/)
De Struise brouwers komen dus niet uit De Panne, maar Oostvleteren:
Enkele mannen uit Vleteren werden in 2008 verkozen tot de beste brouwers van de wereld. Sinds 2009 kun je hun heerlijke bieren komen proeven in 't Oud Schooltje te Oostvleteren. Maar liefst 30 bieren van het vat. ...Brouwerij "Het Oud Schooltje"
Kasteelstraat 50
8640 Oostvleteren
(https://struise.com/) Ze brouwen diverse bieren, waaronder:
Black Albert, Black Damnation (I-IIX), Black Jack en Blekken Pot, maar ook Château Thibaut
Coulissenbier, Cuvée Delphine, D'Armoe, Dangerous Blonde en Danko Power IPA, naast Tsjeeses,
Tsjeeses reserva BBA Vintage 2012 en Tsjeeses reserva PBA Vintage 2012 en van Aardmonnik, Aardnon en Abdijbier Beaulieu, via De Lanterfanter en Eernegems Kasseileggersbier, tot aan Vleteren Bruin, Vleteren Dark Old Strong Ale, Vleteren Super 8,Vrouwentong, Watou de Bollaard Spacenight, Westoek, Westoek XX, Wet'(s) Huis, Wijde Wereld, Xenophon's Wine, XXX Reserva 2014 BBA Rye Quad en Ypres Oud Bruin.
Op circa 15 km van Nieuwpoort is Verstraete Adam gevestigd te Diksmuide.
Brouwerij Verstrate
Grote Dijk 13,8600 Diksmuide (www.infobel.com/nl/belgium/verstraete_adam/diksmuide/BE100643792-051505105/businessdetails.aspx, http://papegaei.be/). Deze brouwt Papegaei (zie ratebeer). Papegaei is een Belgisch bier van hoge gisting.
Het bier wordt sinds 2009 gebrouwen in Brouwerij Deca te Woesten door Adam Verstraete van bierfirma Brouwerij Verstraete uit Diksmuide. Het is een blond bier met een alcoholpercentage van 8% met hergisting in fles, ongefilterd, niet gepasteuriseerd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Papegaei).
Papegaei is een blond bier met een alcohol volume van 8%. Het bier is licht drinkbaar en heeft een rijk boeket van hoparoma’s. Papegaei wordt bereid met verse hopbellen, d.w.z. de hopbellen worden gedroogd maar zijn niet verwerkt tot extract of pellets en behouden dus hun natuurlijke vorm (en smaak!). Het beslag (mout) van Papegaei bestaat uit gerstemout, tarwemout en haver.
Papegaei is een bier van hoge gisting en met nagisting in de fles. Het bier is niet gefilterd en niet gepasteuriseerd.
Papegaei wordt gebrouwen en gebotteld door Adam Verstraete in de installaties van brouwerij Deca te Woesten (http://papegaei.be/).
De Papegaei-shop is te vinden langs de Grote Dijk in Diksmuide. De shop is open elke zondag van 11.00u tot 18.00u en op afspraak. Bij mooi weer is er een terras waar U zich laveloos kunt drinken of gewoon rustig kunt drinken. Bij slecht weer is er een kleine degustatieruimte waar U gewoon rustig kunt drinken (http://papegaei.be/).
Op ca. 30 km van Nieuwpoort ligt Ichtegem. Deze plaats is bij bekend vanwege (door Google) brouwerij Strubbe.
Brouwerij Strubbe
Markt 1 8480 Ichtegem
(www.brouwerij-strubbe.be/). Of is het Keerweg 1 te Bredene (zie www.infobel.com/nl/belgium/brouwerij_strubbe_gcv/bredene/BE100532878-051588116/businessdetails.aspx). Ze brouwen diverse bieren, waaronder:
Dus, als ik straks in Nieuwpoort ben zal ik daar eens naar uitkijken. Naar al die bijzondere Belgische bieren...
Ik zocht op de vraag of er bierbrouwerijen nabij het Belgische Nieuwpoort zijn.
Brouwerij de Blauwe IJsbeer is gevestigd in Nieuwpoort(Z-H). De oude brouwers traditie in dit schitterende, oude vestiging stadje proberen wij in stand te houden. Op dit moment brouwen wij nog niet in eigen ketels. We hopen dit in de toekomst wel te realiseren!
Wij zijn een speciaalbierbrouwerij met als eerste bier de Weijsbeer!! Inmiddels brouwen we ook de Schotse IJsbeer, Mooi Weer IJsbeer, Gouwe Ouwe IJsbeer, Weijsbeer Bock en als nieuwe verrassing Klapschaats IJsbeer. Regelmatig komt u ons tegen op een bierfestival, een streekmarkt of een proeverij in een horecabedrijf (www.brouwerijdeblauweijsbeer.nl/wie-zijn-wij/).
Nieuwpoort is een vestingstad in de Nederlandse gemeente Molenwaard, provincie Zuid-Holland. Het Latijnse portus staat voor haven. Nieuwpoort was naast Schoonhoven een nieuwe haven aan de Lek.
De stad kreeg al in 1283 stadsrechten. Vanwege de positie op de grens van Holland en Sticht Utrecht kreeg het veel strijd te verduren. Al in 1402 belegerden de troepen van Jan van Arkel de stad. De oorlog tegen Lodewijk XIV, in de jaren zeventig van de 17e eeuw, was de reden om de stad op te nemen in de Oude Hollandse Waterlinie en voor de aanleg van vestingwerken volgens het verbeterde oud-Nederlands vestingstelsel. Tientallen panden werden hiervoor gesloopt. In 1697 werd het stadhuis gebouwd, over de inundatiesluis heen, die daarmee was beschermd tegen mogelijk verzet van ontevreden boeren als hun land onder water zou worden gezet. In 1795 veroverden de Franse troepen, onder leiding van Daendels en Pichegru Nederland, en verloor de vesting zijn functie. Tijdens de watersnood van 1809 en de stormvloed van 1820 boden de vestingwallen bescherming tegen het hoge water. Tijdens de vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw raakten diverse gebouwen in verval. In 1973 werd gestart met restauraties die in 1998 waren voltooid (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Zuid-Holland)).
Goed om weten, maar mij ging het dus om de Belgische Nieuwpoort. De twee steden hebben overigens een Partnerstad-overeenkomst (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Zuid-Holland)).
Nieuwpoort (Frans: Nieuport) is een stad en badplaats aan de Belgische Kust. Nieuwpoort zelf bestaat eigenlijk uit twee delen, Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad. Daarnaast behoren tot de gemeente ook de dorpjes Sint-Joris en Ramskapelle.
In Nieuwpoort mondt de rivier de IJzer via de Ganzepoot (zie Bezienswaardigheden) uit in de Noordzee.
Isera Portus, de eerste naam voor Nieuwpoort dook in 1150 in geschriften op. Later sprak men van Neo Portus en Novum Oppidum. Novus Portus (Nieuwpoort) is de benaming die het ten slotte haalde.De kuststreek onderging in de loop der eeuwen de invloed van de drie Duinkerkse transgressies die het landschap drastisch veranderden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
De Duinkerke-transgressies hebben te maken met de kustlijn
(zie www.ijpelaan.nl/Archief/Kennemerland/Kenn-Transgressie.html#tran en https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).)
De Duinkerke-transgressies waren, net als de Afzettingen van Duinkerke, onderdeel van een achterhaalde visie over de lithostratigrafie van het Noordzeekustgebied, met name in Nederland en België. Ze gaven grootschalige schommelingen in de kustlijn tijdens de Romeinse tijd en de vroege Middeleeuwen aan. De transgressies waren genoemd naar de Franse kustplaats Duinkerke, die door de transgressies overstroomd raakte. De theorie is vervangen door het kustinbraakmodel (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).
Van een transgressie is sprake als de kustlijn over een grotere afstand verder landinwaarts verschuift (de zee dus het land overstroomt). Tussen periodes van transgressie waren er ook periodes waarbij de kustlijn weer terug zeewaarts verschoof, een periode van regressie.
Een transgressie wordt ook wel een relatieve zeespiegelstijging (en een regressie een relatieve zeespiegeldaling) genoemd. Strikt genomen is dit niet juist. De termen trans- en regressie zijn gedefinieerd op basis van beweging van de kustlijn. Relatieve zeespiegelveranderingen worden gedaan op basis van een ijkpunt (bijvoorbeeld het Normaal Amsterdams Peil). Ten opzichte van het ijkpunt kan er een zeespiegelstijging plaatsvinden en toch hoeft de kustlijn dan niet landinwaarts te bewegen. Door problemen met de datering van de verschillende sedimentpakketten langs de Zeeuwse en Vlaamse kusten zijn er alternatieve modellen opgesteld (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).
Bij een permanente overstroming ten gevolge van een structurele zeespiegelstijging spreekt men van een transgressie; het omgekeerde effect heet een regressie. Het gaat daarbij om een relatieve niveauverandering. Ook bodemdaling resp. stijging kan dus de oorzaak zijn, of zelfs vorming of afbraak van een bodemlaag (veengroei resp. -erosie) (www.brucop.com/millennium/nederlands/duinkerke2/).
Waarom vertrokken de Romeinen in 276 ? Wegens de voortdurende invallen van de Germanen (het begin van de „volksverhuizing”), beweren de traditionele historici. Merkwaardigerwijs zijn er archeologisch nergens overtuigende sporen van oorlog of vernietiging te vinden. Recente archeologische publicaties over Valkenburg, Voorburg, Nijmegen, Utrecht en Zeeland spreken dan ook allemaal over een vreedzaam vertrek van de Romeinse garnizoenen in de periode 270-280.
Een erg dappere archeoloog waagt het wel eens terloops iets te zeggen over klimatologische veranderingen: het werd de Romeinen te nat onder de voeten. En, inderdaad, de eerste dijken in ons land dateren uit de 10e eeuw. En wat zou er nu gebeuren als we alle dijken ineens wegdenken ?
Die periode van de 3e tot de 7e eeuw valt globaal samen met een „ramp”, die bekend staat onder de naam Duinkerke II-transgressie. Een transgressie is een geleidelijke stijging van het zeeniveau (relatief ten opzichte van het land) met een permanente overstroming ten gevolge.
De transgressies zijn zeer omstreden. De traditionele historici ontkennen ze eenvoudig. De geologen – zelden geraadpleegd door de historici – hebben de transgressies „uitgevonden”, maar ook in die kringen is lang niet iedereen het erover eens (www.brucop.com/millennium/nederlands/duinkerke2/).
Tegenwoordig worden de Duinkerke transgressies ter discussie gesteld, niet de transgressies op zich, die zijn er onmiskenbaar geweest, maar meer de naam ervan. De transgressies hebben zich niet beperkt tot alleen de omgeving van Noord-Frankrijk, maar zijn ook vastgesteld in Engeland, Noord-Duitsland en Denemarken. Men heeft de term Duinkerke-transgressie vervangen door die van 'kustinbraakmodel'. Het gaat daarbij met name om de ouderdom van de transgressiefasen die op verschillende plaatsen niet gelijk voorkwamen. Men stapt dus niet af van de overstromingen op zich, maar meer van de idee dat die zich overal gelijktijdig zouden hebben voorgedaan. Maar zolang water van hoog naar laag stroomt, geven ook die nieuwe opvattingen geen uitsluitsel over de voorkomende problemen. Bovendien zijn de nieuwe dateringen gedaan met de C14-methode en zoals iedereen wel weet kleven daar nogal wat bezwaren aan, zeker in zout water (www.noviomagus.info/marais.htm).
In de jaren vijftig trok men, onder andere door onderzoek van Bakker in 1954, de conclusie dat de kustbarrière en kustvlakte vooral gevormd werd door de relatieve zeespiegelbeweging. In het Atlanticum vond een snelle zeespiegelstijging plaats en werd een dik pakket afzettingen gevormd, waartussen vaak veenlagen voorkwamen.
Hageman kwam in 1969 met een model waarin de klastische afzettingen, oude blauwe zeeklei, aangeduid als Afzettingen van Calais, min of meer gelijktijdig hadden plaatsgevonden. Dateringen vonden plaats aan de hand van het veen dat tussen de afzettingen was gevormd. De weinige dateringen die gedaan werden leken het model te bevestigen. ... veel dateringen [bleken] niet [te] klop[p]en met het bestaande model, waardoor men genoodzaakt was extra subfasen in te bouwen (zogenaamd 'verfijnd'). Bovendien werd duidelijk dat de drie Duinkerkefasen in Noord-Nederland niet even oud waren als die van West-Nederland....Bij meer dateringen bleken de gaten tussen de groepen opgevuld te worden en verdwenen dus ook de verschillende fasen. Er bleek een meer geleidelijke ontwikkeling te zijn geweest. Een gevolg van de nieuwere inzichten is ook dat veel paleogeografische kaarten niet meer kloppen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Duinkerke-transgressies).
Filips van de Elzas verleende de nederzetting een stichtingskeure die haar rechten en verplichtingen op sociaal, economisch, financieel en politiek vlak vastlegde. Nieuwpoort behoort hiermee tot de reeks van de havensteden die door de Vlaamse graven Diederik van de Elzas en Filips van de Elzas ter bevordering van het economische leven langs de Noordzeekust gesticht werden. Andere steden die tot deze reeks behoren zijn Grevelingen, Mardijk, Duinkerke, Damme en Biervliet. In de 13e en 14e eeuw kreeg Nieuwpoort te maken met plunderaars uit Frankrijk (1213 en 1299) en Gent (1383).
In 1489 vielen Bruggelingen, Fransen en Gentenaars de stad aan. Jan Turpin, toenmalig burgemeester van de stad, riep de hulp in van de Nieuwpoortse vrouwen die volgens een plaatselijk kroniekschrijver soo cloeckelijkcke vochten als Amazones. Als dank voor de overwinning maakten de Nieuwpoortenaars wellicht hun eerste reus (toen nog Stadreus of simpelweg Reus genoemd). Eeuwen later, bij het bouwen van een nieuwe reus in 1926, greep de plaatselijke reuzengilde terug naar deze strijd en bouwde de reus 'Jan Turpin' (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
Nieuwpoort is vooral bekend door de Slag bij Nieuwpoort in 1600 tussen de Republiek en de Spaanse legers. In de 17e en 18e eeuw kregen de inwoners vijf keer met de Fransen te maken (1647, 1658, 1745, 1793 en 1794). In 1717 kwam Peter de Grote op bezoek. In de late 17e eeuw en eerste helft van de 18e eeuw was de stad een van de vestingsteden die deel uitmaakten van de Nederlandse vestingbarrière in de Zuidelijke Nederlanden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
De Slag bij Nieuwpoort was een veldslag op 2 juli 1600 tijdens de Tachtigjarige Oorlog tussen het Staatse en het reguliere Zuid-Nederlandse ('Spaanse') leger.
Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje, was door de Staten-Generaal van de Nederlanden naar Vlaanderen gestuurd om de stad Duinkerke in te nemen. De kaapvaart vanuit deze stad bracht veel schade toe aan de handelsvloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Onverwacht kwam een groot Spaans leger onder leiding van aartshertog Albrecht van Oostenrijk richting Vlaanderen, wat leidde tot een veldslag nabij Nieuwpoort. De tocht naar Duinkerke werd uiteindelijk afgeblazen, zodat het doel niet bereikt werd. De slag is mede vanwege het gemakkelijk te onthouden jaartal een van de bekendste gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was in 1568 in opstand gekomen tegen Spanje en had vanuit de gewesten Holland en Zeeland het grondgebied waar zij de soevereiniteit over had, uitgebreid. Dit gebeurde met name tijdens de Tien Jaren, toen alle nog Spaansgezinde steden boven de Rijn in handen waren gekomen van de Republiek. In 1598 had Spanje vrede gesloten met Frankrijk (Vrede van Vervins), waardoor Spanje zich meer kon richten op de strijd in de Nederlanden. De tweede bondgenoot van de Republiek die de Triple Alliantie in 1596 had ondertekend, was Engeland. Engeland vocht de gevechten met Spanje voornamelijk op zee uit, maar de partijen waren in onderhandeling over vrede. Vrede tussen Engeland en Spanje zou kunnen betekenen dat de Republiek alleen kwam te staan in de strijd tegen Spanje (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort).
De Spaanse koning Filips II had op 6 mei 1598, kort voor zijn dood op 13 september 1598, als bruidsschat de Nederlanden overgedragen aan zijn dochter Isabella van Spanje. Zij huwde op 18 april 1599 haar achterneef Albrecht van Oostenrijk, de zesde zoon van keizer Maximiliaan II, die in 1596 aangesteld was als landvoogd der Nederlanden. Met het afstaan van de Nederlanden, vastgelegd in de Akte van Afstand, hoopte Spanje de rust in de Nederlanden terug te laten keren. Uit de mond van Filips II was al eens opgetekend dat hij het belangrijker vond dat het katholieke geloof in de Nederlanden gehandhaafd bleef, dan dat ze onderdeel uitmaakten van het Spaanse rijk. Toch was er hoop dat de Nederlanden met een nieuwe landvoogd tot inkeer zouden komen en uiteindelijk in de schoot van Spanje zouden terugkeren. Spanje behield na de overdracht van de Nederlanden aan Isabella nog wel de bevoegdheid om een nieuwe landvoogd aan te stellen, zodat Spanje alleen op papier afstand deed. In de akte waren daarnaast voorwaarden gesteld waarin bepaald werd dat de Nederlanden weer onder een Spaanse vorst zouden komen te vallen als het echtpaar kinderloos kwam te overlijden. Ook mochten eventuele kinderen alleen met toestemming van de Spaanse koning trouwen en moesten eventuele dochters met een prins van de Spaans-Habsburgse tak trouwen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort).
Duinkerke was de belangrijkste stad aan de kust van de Nederlanden die nog in handen was van de Spanjaarden. Door Alexander Farnese was het belangrijkste deel van de Spaanse vloot dat actief was rondom de Nederlanden in 1585 verplaatst naar Duinkerke. In deze haven konden reders zich vestigen die een kaperbrief hadden bemachtigd van de Hoge Admiraliteitsraad die gezeteld was in Brussel. Nieuwpoort was een kleinere havenplaats aan de kust waarvandaan ook kaapvaart plaatsvond. De stad lag aan de Noordzee bij de monding van de IJzer. De kaapvaart die plaatsvond vanuit Duinkerke en Nieuwpoort bracht scheepvaart en visserij van de Republiek grote schade toe. Daarom werd in 1587 besloten de Duinkerker kapers en de kapers uit Nieuwpoort als zeerovers te behandelen. Daarnaast werd de Vlaamse kust, met de havens, geblokkeerd door een bijna permanent aanwezig vlooteskader. Desondanks konden regelmatig kapers de blokkade omzeilen en schade toebrengen aan de scheepvaart van de Republiek. De blokkade van Duinkerke speelde een rol tijdens de mislukte tocht van de Spaanse Armada in 1588, waarbij Alexander Farnese Spaanse troepen in Duinkerke wilde laten inschepen om ze over te laten zetten naar Engeland voor een invasie. Door de hoge kosten van de blokkade en de scheepsverliezen door de kapingen bleven Duinkerke en in mindere mate Nieuwpoort, een doorn in het oog van de Republiek.....De belangrijkste reden om Duinkerke aan te vallen was dus om de handelsvaart en de visserij tegen de kaapvaart te beschermen. Ook moest het de Franse koning Hendrik IV ertoe aanzetten om de strijd tegen Spanje weer op te pakken. De aanval zou immers plaatsvinden in een gebied waar hij ook belang bij had. Spanje zou daardoor weer op meer dan één front strijd moeten gaan leveren. Tevens werd verwacht dat Maurits bij zijn opmars steun van de Vlaamse bevolking zou krijgen in verband met de overlast die men al lange tijd ondervond van muitende Spaanse soldaten. Een laatste argument was dat Duinkerke na verovering aan Engeland overgedragen kon worden. De schuld van de Republiek bij Engeland, die ontstaan was door het afsluiten van leningen om belegeringen te financieren, zou zo afgelost kunnen worden en Engeland zou de controle krijgen over Het Kanaal. De Staten van Holland konden voor deze veldtocht de Staten van Zeeland bereid vinden, maar Maurits en zijn neef Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, stadhouder van Friesland, hadden de nodige twijfels. Het Staatse leger zou in geval van een belegering van Duinkerke ver in vijandelijk gebied een actie uitvoeren terwijl diverse Spaansgezinde steden, zoals Gent en Brugge, in de rug lagen. Omsingeling van het leger zou het einde van de Republiek kunnen betekenen, omdat het land dan open lag voor de vijand. Een belegering van Duinkerke zou ook betekenen dat andere vijandelijke steden in de Nederlanden die dichter bij Holland lagen, zoals 's-Hertogenbosch, Grave en Venlo, niet aangevallen konden worden omdat de Staten-Generaal niet voldoende geld konden opbrengen voor een tweede veldleger. Als dienaar van de Staten-Generaal moest Maurits zich echter schikken naar de wil van de politiek en hij begon met het maken en uitvoeren van plannen voor een belegering van Nieuwpoort en Duinkerke.
...In Vlissingen werd een leger bijeen gebracht van 13.000 man voetvolk en 3000 cavaleristen. Ook werden 1300 schepen verzameld....De manschappen werden samen met 37 stukken geschut overgezet naar Philippine, een schans die voor de landing van de hoofdmacht werd ingenomen door een kleine legereenheid onder aanvoering van Ernst Casimir van Nassau-Dietz, waarna het Staatse leger via Brugge richting Oostende trok. Oostende was als één van de weinige steden in Vlaanderen in handen van de Republiek. Er bleken te weinig paarden beschikbaar te zijn om de vele wagens met levensmiddelen, gereedschappen en geschut mee te nemen. De door de Staten-Generaal verwachte steun van de Vlamingen bleef uit.... Op 1 juli bereikten ze bij Nieuwpoort de IJzer, die overgestoken werd zodat de stad omsingeld kon worden....[Het] Spaanse leger [van] Don Velasco ...voegde [zich] bij de ... strijdmacht van Albrecht van Oostenrijk. Albrecht kon het leger deels betalen doordat zijn vrouw Isabella van Spanje voor dit doel haar sieraden had verkocht. Het gezamenlijke leger, bestaande uit soldaten uit Spanje, Italië, Ierland en Wallonië, trok op 29 juni 1600 richting Brugge om de confrontatie met het Staatse leger aan te gaan (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort) (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).
Maurits had voor de veldslag 9400 man voetvolk en 2500 man ruiterij tot zijn beschikking. Albrecht beschikte over twee tercio's voetvolk (6000 tot 7000 man ) en 1200 man ruiterij. Het aantal kanonnen van het Staatse leger was slechts zes, van het Spaanse leger acht. .... Beide legers worden als zeer ervaren en gedisciplineerd omschreven, maar het Staatse leger had een grotere wendbaarheid ...
....
Het Staatse leger werd verrast door de snelle opmars van de Spanjaarden, mede doordat het geen berichten had gekregen van de verkenners. Die snelheid was onder meer mogelijk omdat het Spaanse leger gebruik maakte van de wegen die de Staatsen begaanbaar hadden gemaakt en die in goede staat waren achtergelaten.....De confrontatie bij zonsopgang op 2 juli 1600 was echter van korte duur. Na nauwelijks een half uur sloegen de Staatsen op de vlucht toen ze de overmacht aan Spaanse troepen zagen. De Schotten vluchtten in de richting van de nabije Noordzee waar zij, 800 man in totaal, werden gedood door hun achtervolgers. Ernst Casimir kon met de overblijvende Zeeuwen ternauwernood een onderkomen vinden in Oostende. De slachting van de Schotten was geheel volgens het bevel van Albrecht van Oostenrijk, hij had zich namelijk ten doel gesteld het Staatse leger geheel te vernietigen en Maurits en zijn jongere halfbroer Frederik Hendrik als gevangenen naar Spanje mee te nemen....De eerste schermutselingen ontstonden in de middag met een kleine eenheid van de Spaanse cavalerie die vooruit was gestuurd. Een deel ervan werd overmeesterd, de rest teruggeslagen. De Spaanse hoofdmacht rukte nu op, zowel door de duinen als over de vlakte achter de duinen. Door de strategische opstelling van de Staatse troepen moesten de Spanjaarden tegen de zon en de wind in vechten....Op het strand werd aan het begin van de slag amper gevochten, omdat de vloed het strand bijna geheel had ingenomen. Dit werd gezien als een voordeel voor de Spanjaarden, omdat de Staatse cavalerie sterker werd geacht en er door de vloed minder ruimte was om deze cavalerie in te zetten. Maurits liet nu vanwege het oprukken van het Spaanse leger ook de bij Nieuwpoort achtergebleven troepen naar het slagveld sturen....De Spanjaarden rukten ondanks de cavalerieaanvallen toch steeds verder op, waardoor zij het punt naderden vanwaar Maurits de slag overzag en leidde. Verder hadden de Spanjaarden ook al twee kanonnen veroverd. ...Spaanse troepen [waren] deels uit elkaar geslagen waren waardoor ze minder gegroepeerd ten aanval gingen, en dus minder effectief waren. De artillerie die zij bij zich hadden was evenmin erg effectief, omdat deze wegzakte in het mulle zand. De Staatse kanonnen waren daarentegen op houten bokken gezet....De slag duurde nu al enkele uren en de troepen aan beide zijden raakten uitgeput. Albrecht wilde nog één grote aanval uitvoeren en hoopte zo een beslissing te forceren. Maurits besloot de laatste reserves van de cavalerie in te zetten die hij achter de hand had gehouden; drie vendels onder leiding van Godevaart van Balen. De Spanjaarden hadden de meeste reserves al ingezet en werden verrast door de aanwezigheid van nieuwe, frisse troepen aan Staatse zijde. De Spaanse cavalerie trok zich daarop snel terug, Albrecht spoorde hen echter aan om weer het gevecht aan te gaan. Tijdens het voorgaan van zijn troepen raakte hij gewond toen een speer van een Duitse soldaat hem aan het hoofd raakte [de Aartshertog [raakte] licht gewond aan het oor (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).]. De wond was dusdanig dat hij het slagveld moest verlaten. De Spaanse troepen zagen dit als teken van terugtrekking en gingen massaal op de vlucht. Het Staatse leger zette een korte achtervolging in, maar de invallende duisternis bood de Spanjaarden de gewenste dekking. Uiteindelijk verloren de Spanjaarden ruim 3000 man gedurende de slag en tijdens de terugtocht, terwijl het Staatse leger 1700 doden te betreuren had. De beslissing van de slag was in het voordeel uitgevallen van Maurits (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort) (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).
Albrecht was vanuit Brugge naar Gent getrokken, waar hij zijn vrouw, Isabella van Spanje, sprak. Deze zette hem aan om de strijd opnieuw op te pakken. Albrecht ging terug naar Brugge om de soldaten die de slag overleefd hadden te verzamelen, om zo een nieuw leger te vormen. Don Velasco was ook in Brugge aanwezig met een deel van het leger dat daar tijdens de slag achter was gehouden. Hij kreeg de taak om de steden en forten rondom Nieuwpoort te versterken. Albrecht deed de Republiek een aanbod tot vrede, in Bergen op Zoom werd daar over onderhandeld. Onder meer door godsdienstkwesties kwam er geen akkoord
'Nieuwpoort' was een van de weinige veldslagen in de Tachtigjarige Oorlog, die te land gekenmerkt werd door belegeringen van forten en steden. Bijzonder is ook dat de infanterie de belangrijkste gevechtseenheden leverde, in plaats van de cavalerie. De tocht in Vlaanderen werd in de Republiek als mislukt beschouwd, ondanks deze gewonnen veldslag. Er was geen gebied veroverd, de Duinkerker kapers bleven ongemoeid en er waren flinke verliezen aan manschappen geleden. De Republiek waagde zich nooit meer aan zo'n opmars door Vlaanderen. Het jaar erna werd door de Spaanse koning de Italiaanse bevelhebber Ambrogio Spinola naar de Nederlanden gestuurd om de strijd aan te gaan met de opstandelingen. Spinola sloeg onder meer het beleg om Oostende, dat uitliep op de langdurigste en kostbaarste krachtmeting van de hele Tachtigjarige Oorlog en eindigde met het verlies van dit laatste bolwerk van de Republiek in de Zuidelijke Nederlanden.
Het prestige van Maurits als veldheer groeide door de slag verder, vanwege zijn beheerste terugtrekking over het strand met zijn mobiele artillerie en doordat hij op het juiste moment teruggeslagen had. De roem die Maurits vergaarde gaf hem de mogelijkheid om Van Oldenbarnevelt in een kwaad daglicht te zetten. Maurits was vanaf het begin tegen een tocht naar Duinkerke geweest, maar was er toch door de Staten-Generaal onder leiding van Van Oldenbarneveldt heen gestuurd. Nu de doelstellingen van de tocht niet bereikt waren, kon Maurits wijzen op alle bezwaren die hij vooraf kenbaar gemaakt had. Hij zag zichzelf als degene die de Republiek van de ondergang had gered bij de Slag van Nieuwpoort. De vertrouwenscrisis tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt zou nooit meer volledig goed komen en uiteindelijk mede aanleiding zijn voor de veroordeling en terechtstelling van de laatste in 1619 (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nieuwpoort) (www.nieuwpoort-digitaal.be/Geschiedenis/1600.asp).
Op de Ferrariskaarten uit de jaren 1770 is Nieuwpoort te zien als Nieuport. Het was een klein stadje, volledig omringd door een stadsmuur en een grote slotgracht. Het stratenpatroon was ordelijk opgebouwd uit rechthoekige blokken. In de noordwestelijke en zuidoostelijke hoek van de stad bevonden zich boomgaarden. Bijna achter alle rijhuizen waren er moestuinen, in het westen was er een houten windmolen, en de kerk was helemaal in het zuiden. Plaats voor uitbreiding was er niet meer binnen de muren, deze werden dan ook niet veel jaren later afgebroken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB))
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de Slag om de IJzer raakte Nieuwpoort zwaar beschadigd. Het was een steunpunt voor de verdediging van het Belgisch leger dat zich kon handhaven na de inundatie van een gebied gelegen tussen de IJzer en de spoorwegbedding van de spoorweglijn Nieuwpoort-Diksmuide.
Een detachement van de Belgische genie, geholpen door schipper Hendrik Geeraert, opende in de nacht van 29 op 30 oktober 1914 de uitlaatsluizen van Veurne-Ambacht (ook genoemd Overlaat van de Noordvaart) en zette zo het terrein ten zuidwesten van de IJzer onder water.
Een eerste poging tot inunderen, op 26 oktober aan de kleine, Spaanse sluis op de Oude Veurnevaart (ook Oud-Veurnesas of Kattesas genoemd), onder leiding van geniekapitein Robert Thys en met de hulp van Karel Cogge, had niet de verhoopte resultaten opgeleverd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
Na de Tweede Wereldoorlog werden de haven en het kusttoerisme te Nieuwpoort verder uitgebreid. Om dit te realiseren nam de stad in 1949 uitbreiding langs de IJzermonding via annexaties van gebieden ten koste van Lombardsijde, Westende en Ramskapelle. In het westen werd Nieuwpoort-Bad, dat volledig op het grondgebied van de gemeente Oostduinkerke lag, aangehecht. Het grondgebied van de stad verviervoudigde meteen in oppervlakte...In 1971 werden de gemeenten Ramskapelle en Sint-Joris volledig bij Nieuwpoort aangehecht samen met een gebiedsdeel van Westende (https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwpoort_(Belgi%C3%AB)).
En toen weer terug naar het heden en de vraag of er bierbrouwerijen in de buurt zijn.
Anno 2013 zijn er in ieder geval geen brouwerijen in gemeente Nieuwpoort (volgens www.kennisplatformeconomie.be/downloads/WestVlaanderenWerkt/2014-02/WVLW_2014_02_Tabletversie_VeelLevenInDeWest-VlaamseBrouwerij.pdf). Dus dan kijken we maar even in de omgeving van deze kustplaats:
Op circa 10 km van Nieuwpoort is De Panne gelegen en volgens deze site www.belgische-bieren.be/brouwerij/vdaco-de-struise-brouwers is daar VDACO (De Struise Brouwers) gevestigd op Landbouwersstraat 18. De Struise Brouwers staan o.a. bekend om hun Pannepot.
Struise Pannepot
Brewed by De Struise Brouwers
Style: Belgian Strong Ale - Top 50
Oostvleteren, Belgium
COMMERCIAL DESCRIPTION
In the early 1900s, the village of De Panne, close to the French border, was famous for two things -- the ‘Pannepots,’ or fishing boats, that could be seen along the coast, and the unique dark ale enjoyed by the local fishermen. Our Old Fisherman’s Ale is a tribute to these hardy sailors and their rich, flavorful brew. Unfiltered. Unpasteurized (www.ratebeer.com/beer/struise-pannepot/37835/).
Pannepot is een reeks van Belgische bieren van hoge gisting. De naam verwijst naar de vissersboten van De Panne, begin jaren 1900 en naar de donkere ale die door de vissers gedronken werd.
Het bier wordt sinds 2005 gebrouwen in Brouwerij Deca te Woesten door De Struise Brouwers (https://nl.wikipedia.org/wiki/Pannepot).
Deze ‘Old Fisherman’s Ale’, genoemd naar de vissersboten waarop stoere zeebonken hun leven waagden voor brood op de plank, zit ergens tussen een Belgian strong dark ale en een stout in. Het giet een mooi donkerbruin met een romige kraag. Elke slok laat complexe smaken los van gebrand koffiebitter en de diepe zoetheid van karamel. Door zijn donkere complexiteit leent dit bier zich perfect tot het rijpen op vaten, en dat hebben we dan ook gedaan. We hebben de Pannepot onder meer op bourbon en calvados gelegd, dus proef hem gauw! (https://struise.com/bieren-beers/pannepot-10-abv-bdsa/)
De Struise brouwers komen dus niet uit De Panne, maar Oostvleteren:
Enkele mannen uit Vleteren werden in 2008 verkozen tot de beste brouwers van de wereld. Sinds 2009 kun je hun heerlijke bieren komen proeven in 't Oud Schooltje te Oostvleteren. Maar liefst 30 bieren van het vat. ...Brouwerij "Het Oud Schooltje"
Kasteelstraat 50
8640 Oostvleteren
(https://struise.com/) Ze brouwen diverse bieren, waaronder:
Black Albert, Black Damnation (I-IIX), Black Jack en Blekken Pot, maar ook Château Thibaut
Coulissenbier, Cuvée Delphine, D'Armoe, Dangerous Blonde en Danko Power IPA, naast Tsjeeses,
Tsjeeses reserva BBA Vintage 2012 en Tsjeeses reserva PBA Vintage 2012 en van Aardmonnik, Aardnon en Abdijbier Beaulieu, via De Lanterfanter en Eernegems Kasseileggersbier, tot aan Vleteren Bruin, Vleteren Dark Old Strong Ale, Vleteren Super 8,Vrouwentong, Watou de Bollaard Spacenight, Westoek, Westoek XX, Wet'(s) Huis, Wijde Wereld, Xenophon's Wine, XXX Reserva 2014 BBA Rye Quad en Ypres Oud Bruin.
Brouwerij Verstrate
Grote Dijk 13,8600 Diksmuide (www.infobel.com/nl/belgium/verstraete_adam/diksmuide/BE100643792-051505105/businessdetails.aspx, http://papegaei.be/). Deze brouwt Papegaei (zie ratebeer). Papegaei is een Belgisch bier van hoge gisting.
Het bier wordt sinds 2009 gebrouwen in Brouwerij Deca te Woesten door Adam Verstraete van bierfirma Brouwerij Verstraete uit Diksmuide. Het is een blond bier met een alcoholpercentage van 8% met hergisting in fles, ongefilterd, niet gepasteuriseerd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Papegaei).
Papegaei is een blond bier met een alcohol volume van 8%. Het bier is licht drinkbaar en heeft een rijk boeket van hoparoma’s. Papegaei wordt bereid met verse hopbellen, d.w.z. de hopbellen worden gedroogd maar zijn niet verwerkt tot extract of pellets en behouden dus hun natuurlijke vorm (en smaak!). Het beslag (mout) van Papegaei bestaat uit gerstemout, tarwemout en haver.
Papegaei is een bier van hoge gisting en met nagisting in de fles. Het bier is niet gefilterd en niet gepasteuriseerd.
Papegaei wordt gebrouwen en gebotteld door Adam Verstraete in de installaties van brouwerij Deca te Woesten (http://papegaei.be/).
De Papegaei-shop is te vinden langs de Grote Dijk in Diksmuide. De shop is open elke zondag van 11.00u tot 18.00u en op afspraak. Bij mooi weer is er een terras waar U zich laveloos kunt drinken of gewoon rustig kunt drinken. Bij slecht weer is er een kleine degustatieruimte waar U gewoon rustig kunt drinken (http://papegaei.be/).
Op ca. 30 km van Nieuwpoort ligt Ichtegem. Deze plaats is bij bekend vanwege (door Google) brouwerij Strubbe.
Brouwerij Strubbe
Markt 1 8480 Ichtegem
(www.brouwerij-strubbe.be/). Of is het Keerweg 1 te Bredene (zie www.infobel.com/nl/belgium/brouwerij_strubbe_gcv/bredene/BE100532878-051588116/businessdetails.aspx). Ze brouwen diverse bieren, waaronder: