De Hopmannen zijn twee vrienden die net iets te fanatiek van bier houden. [Ze] organiseren bierproeverijen bij Berlijn Café in Tilburg (http://heyevent.com/venue/249981561834647) (www.hopmannen.nl/).
De Hopman 1 is het eerste bier uit een reeks waarmee de Hopmannen samen met veelbelovende Nederlandse brouwers eenmalige experimenten uitbrengen. Deze uber Hopfenweisse is een extra gehopte variant op Oldskool`s Mosaic Hopfenweisse fruitig en fris maar behoorlijk bitter en heftiger van smaak. De Hopmannen Tilburg [hebben] Gebrouwen en gebotteld bij stadsbrouwerij de Hemel in Nijmegen (www.tdrinkswebwinkel.nl/nl/product/hopman-1-uber-hopfen-weisse/). Het bier smaakt goed. Koolzuur en moutsmaak zijn mooi in balans en wordt subtiel opgevolgd door een lekkere hopbitterheid. De kleur is duidelijk donker-oranje, wat een beetje A-typisch is voor een IPA, maar het is dan ook een Hopfenweisse, met extra hop een über Hopfen Weizen dus...
De Hopmannen uit Tilburg organiseren al geruime tijd proeverijen bij enkele horecavoorzieningen in Tilburg. Vaak staan Nederlandse speciaalbieren bij als thema centraal. Onlangs werd er een tasting georganiseerd met daarbij de bieren van Oldskool Brewery uit Eindhoven. Dit klikte zo goed, dat ze samen met Dennis, de brouwer van Oldskool een Hopmannen bier hebben gemaakt. Een Uber Hopfen Weisse. De bedoeling is dat dit concept verder zal ontwikkelen met steeds een andere brouwerij.
De Hopman Een is eigenlijk de Oldskool Mosaic Hopfen Weisse met een extra hopkick. Dit experiment levert een frisse tarwe IPA op maar met extra fruitigheid en bitterheid door de extra toegevoegde Mosaic hop. Het is daarom meer een IPA dan een echte Weisse. Zeker gezien de 8,5% is het een stevige jongen en niet te verwarren met de lichte Weisse bieren uit Duitsland.
De hopbitterheid is ook zeer duidelijk aanwezig is het bier, deze extra kick vind ik wel enorm prettig. Zelf ben ik niet zo’n liefhebber van tarwebieren, maar deze is wel aan mij besteed. Vooral de fruitigheid komt goed tot zijn recht. De mosaic-hop werkt perfect met de tarwe in het bier.
Het bier heeft troebel oranje kleur me een stevige schuimkraag die mooi aan de wand van het glas blijft kleven. Duidelijk een goed gebrouwen bier.
Dat Oldskool mooie bieren maakte was al bekend maar dit is een ontzettend leuke samenwerking. Hopelijk wordt hier nog een batch van gebrouwen, dit soort bieren zien we niet zoveel en is een verademing tussen al die matige IPA’s die er op dit moment uitkomen (http://biernetwerk.nl/recensie-de-hopmannen-een/).
Mijn beoordeling verbleekt een beetje bij die van Nils Masselink op het Biernetwerk.
De naam van het bier dan nog even, de één is logisch aangezien het hun eerste bier is, maar wat zijn de hopmannen?
Een hopman (meervoud: hoplieden) was de rang van een militair die aan het hoofd stond van een vendel of compagnie. De titel is een verbastering van het Duitse Hauptmann, letterlijk hoofdman, een purisme voor kapitein. De term kwam samen met Duitse huursoldaten de Nederlanden in. Begin twintigste eeuw werd de term opgepikt om er een scoutingleider mee aan te duiden.
Een hopman bij scouting staat aan het hoofd van de speltak "jongverkenners", de jongensafdeling tussen de 11 en 14 jaar, en is daarmee het equivalent van de akela, de benaming voor de scoutingleider van een jongensafdeling tussen de 7 en de 10 jaar. De hopman wordt in zijn activiteiten gesteund door achtereenvolgens: vaandrigs en troepleiders. Aan het einde van de 20e eeuw is de naam "hopman" binnen de Nederlandse tak van scouting in onbruik geraakt. Aan het begin van de 21e eeuw wordt de titel "hopman" nog maar bij een enkele scoutinggroep officieel gebruikt, sommigen gebruiken het officieus, maar bij de meeste verenigingen wordt het niet gebruikt (http://nl.wikipedia.org/wiki/Hopman_(rang)), http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M026622, http://nl.scoutwiki.org/Hopman). Bekend voorbeeld is Hopman Breedhorst.
Als ik het scoutinglogo zie, zie ik de overeenkomsten met die van de Hopmannen:
De naam en het logo verwijzen naar scouting, maar heeft scouting meer met bier te maken?
"The actual meaning to be read from the fleur-de-lis is that it points in the right direction (and upward) turning neither to the left nor the right, since these can lead backwards again.
"The stars on the two side arms may also be read to mean that the way is blocked and wrong, though they actually stand for the two eyes of the Wolf Cub having been opened before he became a scout, when he gained his first class badge of two stars.
"Furthermore, the three points of the fleur-de-lis remind the Scout of the three points of the Scout's Promise."(http://scoutguidehistoricalsociety.com/badges.htm)
Als je zoekt op scouting en bier dan vind je ook het een en ander:
Op Scoutnet en de Activiteitenbank wordt uitleg gegeven hoe bier te brouwen en bij http://beerandbrewing.com/VKm9gisAAF-R_rap/article/beer-pairings-for-girl-scout-cookies vind je: Beer Pairings for Girl Scout CookiesTo celebrate the Girl Scouts of the USA, here is a collection of editors' picks for cookie-and-beer pairings...zoals:
- Dino Smores is a stout from Off Color Brewing;
- Big Lushious from Founders Brewing Company;
- 17 Mint Chocolate Stout from Perennial Artisan Ales;
- Speedway Stout from Alesmith Brewing Company;
- etc...
De scouts Parsival uit de Katelijnse wijk Pasbrug hebben wel een heel originele manier gevonden om hun dertigjarig bestaan luister bij te zetten. Tijdens hun jaarlijkse opendeurweekend stelden ze vrienden en sympathisanten hun eigen brouwsel voor.
Scouting staat al van oudsher voor creativiteit, maar met hun eigen bier van hoge gisting tappen de scouts Parsival wel uit een heel opvallend vaatje.
"Dat we bier met onze eigen naam erop hebben, is eigenlijk te danken aan een gelukkige samenloop van omstandigheden", legt groepsleider Niko Geens uit.
"Op fietstocht maakten enkele oud-scouts tijdens een drankpauze in de Itegemse microbrouwerij Achilles kennis met een nieuw brouwsel. Voor het maken van een van zijn bieren had de brouwer zich van samenstelling vergist, zodat hij een totaal nieuw drankje had geproduceerd. Onze oud-leden lieten zich dat bier evenwel goed smaken. Omdat het bier een nieuwe samenstelling was en het hen zo goed beviel, stelden ze de brouwer voor om het brouwsel Parsival te dopen."
Naar aanleiding van hun opendeurweekend en de geplande festiviteiten rond het dertigjarig bestaan, schonken de scouts voor het eerst hun Parsival, een amberkleurig bier met een alcoholgehalte van 8 procent. Bezoekers kregen zo al een voorsmaakje voor de eigenlijke viering, die in het voorjaar van 2003 op het programma staat (www.parsival.be/default.php?id=include&file=nieuws/20021014-gva.php).
Microbrouwerij Achilles is een Belgische bierfirma en voormalige microbrouwerij te Itegem in de provincie Antwerpen. De microbrouwerij werd in 1999 opgericht door hobbybrouwer Achilles Van Moer. De eerste drie jaar brouwde Achilles circa 10 hl per maand. Na uitbreiding bedroeg de brouwcapaciteit 100 hl. De brouwinstallatie werd in 2010 overgenomen door Brouwerij Lupus uit Aarschot, die voorheen zelf hun Wolf brouwden bij Achilles. De brouwerij werd een bierfirma, die haar bieren laat brouwen bij De Proefbrouwerij te Hijfte. Naar schatting 20% van de bieren worden geëxporteerd naar Amerika, Italië, Nederland en Engeland (http://nl.wikipedia.org/wiki/Microbrouwerij_Achilles, www.biernet.nl/bier/brouwerijen/belgie/antwerpen/itegem/achilles). Microbrouwerij ”Achilles” is ontstaan uit de passie van liefde voor het speciaal-bier.
Na 7 jaar proeven doen en na proefpendels van verschillende origine, is de stimulans gekomen om in 1999 een "microbrouwerij" op te starten. De eerste 3 jaar brouwde Achilles +/- 10 hl per maand. Na uitbreiding bedraagt de brouwcapaciteit nu 5 tot 100 hl. De bieren zijn verzameld onder de merknaam "Serafijn". Het zijn bieren van hoge gisting, hergist op de fles. De Serafijnbieren worden momenteel gebrouwen in Lochristi. De brouwinstallatie werd ondertussen volledig overgenomen door brouwerij Lupus uit Aarschot.
De naam "Serafijn":Ze worden beschreven als een groep van engelen als eerste in de hierarchie. Ze staan dicht bij God en de mens. Ze zijn boodschappers tussen God en mens. Ze staan voor het goede, voor het sociaal-welzijn.Ze staan voor zuiverheid voor al wat leeft in het hart van ieder van ons.
Let wel : "zij laten niet met zichzelf sollen" Zij worden meestal samen genoemd met de cherubijnen. Zij worden wel eens afgebeeld met muziekinstrumenten, zoals citers, klaroenen, harpen... want zij zijn de muzikanten van de hemel.Het zijn ook zij die zeggen: "Geniet van het leven met een gezond gebrouwen glas bier. Maar : met mate!" (www.serafijn-bier.be/v1/?p=microbrouwerij&sub=brouwerij) Ze brouwen o.a. Serafijnbier, waaronder:
- Heksemiebier (6,2% vol)
- Celtic Angel (6,2% vol)
- Serafijn Blond (6,2% vol)
- Serafijn Kerstlicht (7% vol)
- Serafijn Donker (8% vol)
- Liter van Pallieter (8% vol)
- Serafijn Grand Cru (9% vol)
De brouwerij is bezocht door Michael Jackson in 2005 (www.serafijn-bier.be/v1/?p=microbrouwerij&sub=fotogalerij&id=2).
Overigens is scouting in de UK ook op negatieve wijze in associatie gekomen met bier en uitspattingen (zie www.dailymail.co.uk/news/article-1199191/Beer-cross-dressing-racy-dating-games-Scouts-trip-What-Baden-Powell-say.html). De vraag die volgt is wat Baden-Powell er van zou zeggen...
Bij Scouting komt de afkorting BP en de naam Baden-Powell vaak naar voren.
Op 24 januari 1908 richt de Britse luitenant-generaal Robert Baden-Powell de scouting op. De geschiedenis van de scouting begint eigenlijk al in 1907. Robert Baden-Powell ontwikkelt dan een nieuw jeugdspel, gebaseerd op zijn verkenners-ervaringen in het Britse leger. Als bevelvoerend officier ontdekt hij dat veel van zijn nieuwe manschappen niet zo ontwikkeld zijn als hij wenst. Hij schrijft hierover:
“Onze manschappen kwamen tot ons als knapen die juist de school verlaten hebben, goed onderlegd in lezen, schrijven en rekenen, maar zonder mannelijkheid, zelfvertrouwen en vindingrijkheid.”
Tijdens een kamp op Brownsea Island worden zijn ideeën en methodes in augustus 1907 voor het eerst getest. Dit wordt daarom ook wel gezien als het echte begin van de zogenaamde Boy Scout-beweging. Baden-Powell publiceert hierna het boek Scouting for Boys. Het zogenaamde ‘scouting’ is een groot succes en waait ook over naar Nederland. De verschillende verenigingen van padvinders, padvindsters, verkenners en gidsen fuseren hier in 1973 tot één geheel: Scouting Nederland (http://vandaagindegeschiedenis.nl/24-januari/, http://historiek.net/padvinders-jan-van-der-steen/8870/).
Het begon allemaal op 22 februari 1857. Ergens in London werd er een klein jongetje geboren met de naam Robert Stephenson Smyth Baden-Powell.
Na zijn schooltijd slaagde hij in examens voor het leger en begon te bouwen aan een militaire carrière. Naast zijn militaire activiteiten was hij ook nog bezig met talloze andere initiatieven. Hij was enorm gefascineerd door de natuur, ook toneel en tekeningen maken boeide hem.
Na zijn schooltijd slaagde hij in examens voor het leger en begon te bouwen aan een militaire carrière. In 1884 werd Robert naar Zuid-Afrika , een toen Britse kolonie, gestuurd waar even later de boerenoorlog uitbrak. Tijdens deze oorlog werd Baden-Powell razend populair in Engeland. Door de uitgestrektheid van het front en het maar niet komen opdagen van nieuwe troepen, vreesde men ginds dat men een tekort aan manschappen ging krijgen.
Uiteindelijk besloot Baden-Powell, tijdens het beleg van Mafeking, verkenners-taken en seindiensten door jonge kerels te laten uitvoeren, kwestie om zijn manschappen optimaal in de strijd te kunnen gooien. Het werd een succes en hierdoor kwam Baden-Powell op het idee dat jongens tot veel bekwaam zijn als hen het nodige vertrouwen en verantwoordelijkheid geschonken werd (http://st-aloysiusscouts.be/wordpress/geschiedenis/).
The Siege of Mafeking was the most famous British action in the Second Boer War. It took place at the town of Mahikeng (called Mafeking by the British) in South Africa over a period of 217 days, from October 1899 to May 1900, and turned Robert Baden-Powell, who went on to found the Scouting Movement, into a national hero. The Relief of Mafeking (the lifting of the siege) was a decisive victory for the British and a crushing defeat for the Boers (http://en.wikipedia.org/wiki/Siege_of_Mafeking).
These are wars of many names. For the British they were the Boer Wars, for the Boers, the Wars of Independence. Many Afrikaaners today refer to them as the Anglo-Boer Wars to denote the official warring parties.
The first Boer War of 1880-1881 has also been named the Transvaal Rebellion, as the Boers of the Transvaal revolted against the British annexation of 1877. Most scholars prefer to call the war of 1899-1902 the South African War, thereby acknowledging that all South Africans, white and black, were affected by the war and that many were participants (www.bbc.co.uk/history/british/victorians/boer_wars_01.shtml).
Between 1835 and 1845, about 15,000 Voortrekkers (people of Dutch extract) moved out of the (British) Cape Colony across the Gariep (Orange) River into the interior of South Africa. Their 'Great Trek' was a rejection of the British philanthropic policy with its equalisation of black and white at the Cape, and of the political marginalisation they experienced on the eastern Cape frontier.
They established two independent republics - the Transvaal and the Orange Free State - as recognised by Great Britain at the Sand River (1852) and Bloemfontein (1854) Conventions.
The republicans acquired the name 'Boers', the Dutch and Afrikaans word for farmers. Like the African societies within their borders, the stock farming Boers enjoyed a pre-capitalist, near-subsistence economy. Only gradually effective state administrations emerged (www.bbc.co.uk/history/british/victorians/boer_wars_01.shtml).
Mafeking was a remote outpost of the Empire in southern Africa, a small, defenceless, tin-roofed town that found itself on the front line of the Boer War in 1899. Within days of the conflict breaking out it was surrounded by the enemy. They’d come expecting a walkover.
The Boers were led by General Cronje, a veteran hard case known as the “old fox”. He had seven thousand troops in his command and an impressive battery of heavy artillery. Colonel Baden-Powell was in charge at Mafeking. He had just two thousand men, most untrained part-timers, plus an ancient cannon that had previously been used as a gatepost. On the face of it, Mafeking didn’t have a hope (http://greatbritishnutters.blogspot.nl/2008/09/robert-baden-powell-boys-own-adventurer.html).
On October 13 nearly 7,000 burghers, with six guns, under P. Cronje, sat down before it. He expected to have little difficulty in recovering it. Appearances were encouraging; the town was open and defenceless, and he was probably aware that it was held by a weak garrison. Why the British should have occupied such an out-of-the-way place as part of their plan of campaign, he could not understand, but there it was, inviting attack.
Of the half-hearted measures taken by the War and Colonial Offices in 1899, when a war with the Transvaal seemed to be more probable every day, one of the most intelligent was the commissioning of R. Baden-Powell, who had formerly served in Bechuanaland and had recently commanded the 5th Dragoon Guards, to "organize the defence of the Bechuanaland and Rhodesia frontiers." It would neither involve a great expenditure of money, nor be likely to wound the susceptibilities of the Transvaalers, who might be provoked by more vigorous and minatory measures: and thus little harm would be done if after all it were found to be an unnecessary precaution.
...
When P. Cronje appeared before Mafeking, Baden-Powell had a force of less than 1,200 men, none of whom were regular soldiers and less than half of whom were efficiently armed, with which to sustain the siege of an open town by 7,000 Boers. He had also four small field guns of obsolete pattern, to which were added later on a home-made howitzer and an ancient man-of-war's smoothbore, which had left the foundry during the Napoleonic wars (www.angloboerwar.com/books/44-anon-handbook-of-the-boer-war/1013-anon-chapter-x-baden-powell-and-the-siege-of-mafeking).
The siege of Mafeking lasted seven months from October 1899, when the little town was surrounded by a Boer force of some 5,000 men ... The British garrison commanded by Colonel Robert Baden-Powell (B-P for short) numbered about 2,000 officers and men. Also in the town were some 7,500 black Africans, some of whom were refugees from the surrounding country. One of the reasons why the siege was bound to be in the news was the presence in the beleaguered town of journalists from four London papers – The Times, Morning Post, Daily Chronicle and Pall Mall Gazette. Their dispatches were slipped through the Boer lines by native runners who carried them to a telegraph office fifty miles away. To conserve supplies for his fighting men, B-P made many attempts to get the useless mouths among the native Africans to leave the town – without much success since they had to run the gauntlet of the besiegers and most of those who made the attempt were either shot or flogged and sent back. The modern allegation that he deliberately starved the Africans to feed the whites and force the blacks out, however, has been vigorously challenged (www.historytoday.com/richard-cavendish/relief-mafeking). From January 1900 food stocks in Mafeking fell low. Baden-Powell remedied this difficulty by withholding rations from the sizeable Baralong town in the south west corner of Mafeking (www.britishbattles.com/great-boer-war/mafeking.htm). As Hitchens writes, Baden-Powell was a peculiar character: "He was a racist and an imperialist and a monarchist, all right, but most of the time to a temperate degree. ... He had charm and courage, and a knack with the young, and he could draw excellent freehand illustrations." (www.theatlantic.com/national/archive/
From their camouflaged positions, the Boers scored impressive victories at Stormberg, Magersfontein and Colenso in mid-December 1899 (called 'Black Week' in Britain), and Spioenkop in January 1900....he resistance of about 20,000 Boer bitter-enders was to continue for almost two more years, in what is known as the guerrilla phase of the war.
Lord Herbert Kitchener, who succeeded Lord Roberts, the British commander in chief, in November 1900, adopted a three-fold strategy to end the war. Firstly, he continued Roberts’ 'scorched earth' policy, in which the republics were deliberately and systematically devastated to deprive the guerrillas of food and shelter.
Some towns and thousands of farmsteads were burnt or ravaged. This onslaught on Boer survival was backed up by the destruction of food supplies. Herds of livestock were wiped out and crops were burnt.
Secondly, Roberts’ 'concentration camp' system was expanded, wherein civilians were confined in camps, especially women and children whose houses had been burned. In Kitchener’s view this meant that burghers on commando would no longer be able to obtain food from women on the farms, and would, moreover, surrender in order to reunite their families.
Black people, too, were gathered in concentration camps, partly to deprive the commandos of yet another means of getting to food producers, and to obtain black labour for the gold mines that had been re-opened by mid-1901.
The British were not the first in the modern age to use the concentration camp system. The Spanish General Valeriano 'Butcher Weyler had enforced a similar system on a far larger scale to crush a rebellion in Cuba in 1896, leaving more than 100,000 dead. The United States authorities had also established concentration camps to suppress the insurrection in the Philippines early in 1899.
In South Africa, the bad administration of the camps led to poor quality of food, unhygienic conditions and inadequate medical arrangements. Consequently civilians suffered terribly. Eventually 28,000 Boer women and children and at least 20,000 black people died in the camps.
(The term concentration camp has also been highly emotive since the advent of Nazi Germany’s death and labour camps. However, it is worth noting that there is very little similarity between the Nazi camps and the concentration camps established by the British army in the second Boer War. The latter were not set up with the express intention of exterminating a section of the human race, but to deprive the Boer commandos of supplies and to induce the burghers to surrender. Things went horribly wrong because of the poor administration of the camps by the British and their callous lack of care.) (www.bbc.co.uk/history/british/victorians/boer_wars_01.shtml, zie ook www.whale.to/b/british_con.html, www.whale.to/b/british6.html)
When the siege of Mafeking began, the British regiment was outgunned, outnumbered, and cut off from the outside world by an army of more than 6000 Boer soldiers. But Baden-Powell was in charge of the defense, and he was an expert at the "Game of Bluff" (www.scouting.org.za/seeds/bluff.html).
Despite the long odds, BP was convinced that Mafeking had a (slim) chance if it kept its collective chin up and stood united. ...A dummy fort with dummy soldiers and fake guns had been built to draw fire away from real targets. Hundreds of fake mines – boxes filled with sand – had been laid with great ceremony to discourage an all-out Boer charge (http://greatbritishnutters.blogspot.nl/2008/09/robert-baden-powell-boys-own-adventurer.html).
During the day, BP would stand atop a wooden lookout platform above his headquarters, surveying the town’s defences like Admiral Nelson. At night, he’d crawl into no-man’s land on his belly to spy on enemy positions, amazing his men when he came wriggling back towards Mafeking’s trenches at dawn. He never seemed to sleep and he never stopped humming and whistling. He acted like he was invincible.
It was all an act of course. There were times when Baden-Powell’s heart must have been in his boots. He knew better than anyone that if the Boers were bold enough to try an all-out attack they’d crush Mafeking. And the alternative was equally dire: a grim, drawn-out siege. How long could his isolated garrison hold out under the baking African sun before disease, shells and starvation overwhelmed them? (http://greatbritishnutters.blogspot.nl/2008/09/robert-baden-powell-boys-own-adventurer.html)
Soon B-P ran out of barbed wire to protect his soldiers' trenches. But he noticed that from a distance, all he could see was soldiers crawling under some invisible obstacle - he could not actually see the wire. So he told them to continue putting up posts and stringing imaginary wire between them. Then they would pretned to crawl under the new `obstacles' they had erected... The enemy had no way of telling that there was no wire in place (http://greatbritishnutters.blogspot.nl/2008/09/robert-baden-powell-boys-own-adventurer.html).
Baden-Powell conducted the defence of the town with great energy and resource, leading the Boers to believe there was a larger garrison than was the case. In November 1899 Baden-Powell launched a series of raids on the Boers lines that caused him some casualties but made the Boers wary of the garrison (www.britishbattles.com/great-boer-war/mafeking.htm).
In the town when the siege began was a traveller who made acetylene lamps. Baden-Powell and Sergeant Moffatt put him to work in creating a searchlight: by soldering together two biscuit tins, and inserting an acetylene burner with a rubber tube supplying the gas. This was attached to a sharpened pole which could be stuck into the ground.
The first night the searchlight was put into use. First it was shone over the Boer outposts on one side of the town, then rushed over and shone on the other side... before long, the boers were convinced that an attack at night was hopeless because the whole town was surrounded by searchlights...
Unfortunately the searchlight did not last long: the supply of carbide was soon destroyed, either in a fire caused by a Boer shell, or by flooding after a rainstorm
...
The same bluff was also used with the town's small supply of guns. B-P built gun emplacements around the town, and his soldiers would fire a gun from one of them, then rush it to another and fire it again. To the boers it appeared that there were dozens of guns protecting the town.
But Mafeking soon added to its own limited heavy artillery: an ancient cannon was found being used as a gatepost. The gun was soon mounted and put into active service. It was named `Lord Nelson', and fired a ten-pound cannon ball. ....Strangely enough, `Lord Nelson' had the initials B.P. & Co. stamped on it. It had been cast in the foundry of Bailey & Pegg in 1770.
Another gun soon came into action: home-made in Mafeking, in a furnace made of a cistern lined with bricks. The gun was made of a 4-inch steel furnace pipe strengthened by rails bent into rings. The chassis came from an old threshing machine. Spherical shells were made by melting down scrap metal. The gun could fire an 8kg projectile almost 4000 metres.
The gun was named `The Wolf' in honour of Baden-Powell: Impeesa, the Wolf that never sleeps. (http://greatbritishnutters.blogspot.nl/2008/09/robert-baden-powell-boys-own-adventurer.html).
`with my sketch book in had, I would ask innocently whther he had seen such-and-such a butterfly in the neighbourhood, as I was anxious to catch one. Ninety-nine out of a hundred did not know one butterfly from another - any more than I did - so one was on fairly safe ground in that way, and they thourroughly sympathised with the mad Englishman who was hunting insects.'
Baden-Powell, quoted by Hillcourt in Baden Powell: the two lives of a hero
What the officers did not notice was that Baden-Powell's sketches of butterfly wings included maps of their own forts and defences.. (www.scouting.org.za/seeds/bluff.html).
In the first week of May both Baden-Powell and the besiegers received word that a far more powerful British flying column of 1,100 men under Colonel B.T. Mahon, mainly South African irregular cavalry with field artillery, had left Kimberley on its way to Mafeking. In the early morning hours of May 12th the Boers mounted a last attempt to take the town, led by a dashing young officer named Sarel Eloff, who was a grandson of President Kruger. Eloff and his force broke in, but were held and after Eloff had shot some of his own men for running away, he surrendered. He was taken to B-P, who characteristically invited him to supper (www.historytoday.com/richard-cavendish/relief-mafeking).
On 16 May an advance patrol of eight riders reached Mafeking to be greeted by a nonchalant passer-by. “Oh yes, I heard you were knocking about,” was his only comment. But by the time the main relief force marched in the following morning, such battle-hardened stoicism had evaporated. Gaunt faces stared at the rescuers “as though they were angels”, wrote a journalist who arrived that day. “One man tried to speak; then he swore; then he buried his face in his arms and sobbed.”
The siege was over. The game was won. The people of Mafeking had gone two hundred and seventeen days not out against the enemy’s fast bowlers. And the victory was largely down to one remarkable man – their gutsy, unflappable and always cheery team captain, Colonel RSS Baden-Powell (http://greatbritishnutters.blogspot.nl/2008/09/robert-baden-powell-boys-own-adventurer.html).
In Engeland begonnen veel jongens “scout” te spelen, al had scouting toen meer een militaire betekenis, waar later afstand van gedaan zou worden. Gesterkt door die onbedoelde populariteit, poogde Baden-Powell zijn scoutssysteem wat meer systematiek en pedagogische diepgang te geven. Baden-Powell vond de welkome inspiratie bij Smith’s “Boys Brigade”. Het doel van deze jeugdbeweging was de vooruitgang van het kristelijke koninkrijk bij de jeugd en het ontwikkelen van discipline en zelfrespect. Verder vond Baden-Powell inspiratie bij de “Woodcraft Indians” , waaraan hij het verkennersspel ontleende. Een typisch voorbeeld is misschien de totemisatie, die hij haalde bij de Noord-Amerikaanse indianen en Afrikaanse volkeren (http://st-aloysiusscouts.be/wordpress/geschiedenis/).
Baden Powell begon in 1907 met het schrijven van het boekje Scouting for Boys. Hij wilde de theorieën die hij had opgesteld in zijn boek echter in de praktijk testen en vertrok op 31 juli 1907 met een groepje jongens naar Brownsea Island. Er werd gekampeerd, iets wat eerst alleen werd gedaan door militairen en landlopers, spoorgezocht, gekookt en er werden kampvuurtjes gestookt. Het bleek een succes en in 1908 werd het boekje uitgegeven. Baden Powell en zijn vrouw en zus werden de leiders van scouting in Engeland. Zonder dat hij het zelf door had, had hij dus de aanzet gegeven tot een jeugdbeweging, die het succes werd waar hij nu nog steeds om bekend staat (www.isgeschiedenis.nl/nieuws/robert-baden-powell-en-de-geschiedenis-van-scouting/).
...
Het hakenkruis (de swastika) werd eeuwenlang gebruikt als teken voor voorspoed en geluk. Het is het heiligste symbool uit het hindoeïsme en wordt veel gebruikt in het Boeddhisme. De Engels-Indische schrijver Rudyard Kipling gebruikte het symbool veelvuldig op de randen van zijn boeken. In de beginjaren van scouting werd het daarom ook door de scoutingbeweging gebruikt: het was bijvoorbeeld als symbool van dankbaarheid te vinden in het dankbaarheidsinsigne. Toen de nazi's in de jaren dertig opkwamen en de swastika als kenmerk van hun beweging gingen gebruiken kreeg Scouting steeds meer protesten tegen dit teken. Maar Baden-Powell was gepikeerd dat de Nazi's dit mooie teken misbruikten en bleef het eigenwijs gebruiken tot 1935. Toen werd hem duidelijk gemaakt dat dit echt niet meer kon. Het belangrijkste verschil tussen de swastika die de Nazi's gebruikten en die onder andere Scouting gebruikte is dat de swastika die de Nazi's gebruikten op zijn punt stond, "vooruit leunde" en de swastika die onder andere Scouting gebruikte vlak op een zijde stond.
Baden-Powell zag wel iets in Hitler en Mussolini
Dat is zo, maar vóór de Tweede Wereldoorlog, en hij was in goed gezelschap van bijvoorbeeld Winston Churchill en Gandhi (wat Mussolini betreft). Beide dictators hadden stabiliteit gebracht hun landen en het communisme voorkomen, dat toen erg gevreesd werd. In Engeland was het regeringspolitiek om op goede voet met Hitler te blijven. Daarbij waren de dictators op hun beurt waarschijnlijk ook beinvloed door Baden-Powell. In Mein Kampf staan passages over jeugdopvoeding, die zo uit Scouting for Boys konden komen. Baden-Powell stond nooit sympathiek tegenover Nazi-ideeën. Maar hij had een positieve instelling tegen iedereen, vriend of vijand, waardoor hij dus de ware aard van Hitler later ontdekte dan anderen.
Baden-Powell wilde de Hitler-jugend onderdeel maken van Scouting
Scouting was een spel dat ook door andere jeugdbewegingen gebruikt kon worden en veel landen hadden hun eigen jeugdbewegingen. Baden-Powell probeerde altijd contact te houden met al die richtingen, zo ook met de Hitlerjugend. Daarbij vond hij dat de jeugd niet gestraft mocht worden voor de fouten van hun ouders. De Duitse scouting-achtige verenigingen waren internationaal al niet erkend als Scouting en bij de Hitlerjugend was dat ook niet de bedoeling. Na de beruchte Kristalnacht in 1938, waarin overal in Duitsland Joodse eigendommen werden aangevallen en waar ook de Hitlerjugend aan meedeed, was het contact wat Baden-Powell betreft definitief over. Het omgekeerde is overigens wél waar, althans in Nederland. De Hitlerjugend (voor jongens) en de Bund Deutscher Mãdel (voor meisjes) wilden de Scoutingbeweging maar wát graag inlijven in de eigen organisatie. Iets waar scouting zelf absoluut niet op zat te wachten (http://nl.scoutwiki.org/Reputatie_van_Baden-Powell, zie ook http://vorige.nrc.nl/buitenland/article2499397.ece/
Hitlerjugend_vierde_vakantie_bij_Britten, www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20100308_141, www.scoutingforum.nl/pop_printer_friendly.asp?TOPIC_ID=5626, www.telegraph.co.uk/news/uknews/
7393323/Lord-Baden-Powell-invited-to-meet-Hitler-MI5-files-show.html).
De Wereldjamboree van 1937 was de vijfde keer dat de Wereldjamboree gehouden werd en vond in het Nederlandse Vogelenzang plaats. Het terrein groeide uit tot een Jamboreestad met 28750 verkenners en leiders uit 54 landen (alleen jongens, geen welpen). Voor de Nederlandse scouting was dit een enorme opsteker....Op deze Jamboree nam Lord Baden-Powell afscheid van Scouting, tijdens de sluiting met weer een typisch Scouting-spectakel (http://nl.scoutwiki.org/Wereldjamboree_1937).
Al schijnt er een relletje te zijn geweest om een bieradvertentie in een Jamboree-folder (volgens http://parlevl0.home.xs4all.nl/publicaties/jamboree37.pdf).
Wereldjamboree van 1937 in Vogelenzang. Bijna 28.000 padvinders uit tientallen landen namen er aan deel, waarvan ruim 9.000 Nederlandse jongens. Honderdduizenden geïnteresseerden (waaronder tot twee keer toe de koningin) kwamen op bezoek in Vogelenzang. De Jamboree van 1937, de vierjaarlijkse internationale bijeenkomst van padvinders was met recht een nationale gebeurtenis en iedereen kende het lied In negentien drie zeven. Jongeren van alle rangen en standen, blank en zwart en behept met het ideaal van oprichter Lord Baden Powell streefden tien dagen lang naar verbroedering en wereldvrede (www.npogeschiedenis.nl/ovt/afleveringen/2007/Ovt-22-04-2007/Het-Spoor-Terug-Wereldvrede-in-korte-broek-Deel-1.html).
Lord Baden-Powell stond bekend in zijn tijd als voorvechter van verbroedering tussen verschillende nationaliteiten. Het moet dan ook verschrikkelijk voor hem zijn geweest dat er misbruik werd gemaakt van zijn gedachtegoed door nationaal-socialistische jeugdorganisaties als de Hitler Jugend en de Jeugdstorm. Alhoewel Baden-Powell altijd de scheiding tussen Scouting en leger benadrukte, benadrukte hij ook dat je loyaal moest zijn aan ‘King and country’. Helaas is Baden-Powell in deze periode overleden, op 8 januari 1941. Soldaten en Scouts, blank en gekleurd, droegen hem naar zijn graf (http://nl.scoutwiki.org/Scouting_in_de_Tweede_Wereldoorlog).
Het is een wat bizar verhaal... met veel inventiviteit en gruwel. Zou het scoutinggebeuren zijn bedoeld om te verbroederen? In dat geval past bier er goed bij. Samen een pintje pakken, verbroederd...