Quantcast
Channel: Rollende Bierton
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692

Mycotoxine

$
0
0
Bepaalde schimmels maken schimmelgifstoffen (mycotoxines) aan. Deze kunnen in grote hoeveelheden schadelijk zijn voor je gezondheid. Daarom is van verschillende schimmelgifstoffen vastgelegd hoeveel je er van mag binnenkrijgen....Schimmelgifstoffen (mycotoxines) zijn natuurlijke gifstoffen. Het zijn afvalproducten van bodemschimmels. Deze komen van nature wereldwijd voor op granen, noten en andere gewassen. De schimmel kan op de plant, ook nog na de oogst, schimmelgifstoffen produceren....Verschillende soorten bodemschimmels kunnen gifstoffen aanmaken. Schimmels van de soort Fusarium produceren voornamelijk gifstoffen tijdens de groei van het gewas. Tijdens de opslag van geoogste gewassen zijn Aspergillus-schimmels en Penicillium-schimmels de oorzaak van het ontstaan van gifstoffen.
...
Er is nog weinig bekend over de giftige werking van de meeste schimmelgifstoffen. Van sommige schimmelgifstoffen is het wel duidelijk dat ze zeer giftig zijn. Als je in één keer een te grote hoeveelheid van een schimmelgifstof binnenkrijgt, dan krijg je een acute voedselvergiftiging. Als je regelmatig voedsel met schimmelgifstoffen eet, kan schade aan lever en nieren optreden en op den duur kan kanker ontstaan (www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/schimmelgifstoffen.aspx).

Mycotoxines zijn stofwisselingsproducten van schimmels, die schadelijk kunnen zijn bijinname door de mens (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349). Een mycotoxine (van het Gk. μύκης (mykes) "fungus") is een gif (toxine) geproduceerd door een organisme van de schimmelfamilie, zoals paddenstoelen, draadvormige schimmels en gist (http://nl.wikipedia.org/wiki/Mycotoxine).

De groep mycotoxinen bevat een grote hoeveelheid van nature voorkomende stofwisselingsproducten van schimmels, met sterk uiteenlopende chemische structuren. Na consumptie van voedingsmiddelen
die met deze stoffen besmet zijn kunnen diverse mycotoxicosen (ziekten veroorzaakt door mycotoxinen) optreden. Zowel acute vergiftigingsverschijnselen als chronische effecten zijn mogelijk. Enkele mycotoxinen zijn zelfs kankerverwekkend of worden ervan verdacht kankerverwekkend te zijn (Chemische Feitelijkheden). Overigens staat dit artikel ook op www.yumpu.com/nl/document/view/36200088/natuurlijke-toxinen-in-voedingsmiddelen-mycotoxinen-chemische-.


Pas in het begin van de jaren zestig werden de aflatoxinen ontdekt en kwam het onderzoek naar mycotoxinen op gang  (Chemische Feitelijkheden).

In de jaren zeventig kwam GC (gaschromatografie) om mycotoxinen op te sporen in steekmonsters, later volgde TLC en HPLC (www.authorstream.com/Presentation/nareshmehta507-1597458-toxin-citrinin/).

Mycotoxinen, vooral geproduceerd door schimmels van de genera Aspergillus, Penicillium en Fusarium, bleken in veel gangbare voedingsmiddelen en grondstoffen van voedingsmiddelen voor te kunnen komen.
Wetenschappelijk gezien wordt relatief veel aandacht besteed aan de (vermoedelijk) carcinogene aflatoxinen, ochratoxine A, fumonisinen en aan mycotoxinen die andere toxische effecten hebben, zoals trichothecenen, zearalenon, patuline en ergotoxinen (Chemische Feitelijkheden).

Soorten:
Aflatoxine B1, B2, G1 en G2: Besmet met aflatoxine zijn meestal landbouwproducten, zoals maïs, oliehoudende zaden en noten, pistache, pinda, specerijen, amandel en paranoten uit tropische en subtropische landen, vanwege het feit dat de schimmel Aspergillus het best gedijt in temperaturen tussen de 25 en 40 graden. Daarbij is Aflatoxin B1 het meest giftig, en een potentieel carcinogeen, en wordt het geassocieerd met leverkanker. In combinatie met hepatitis B infectie komt leverkanker veel vaker voor. Aangezien in tropische landen dit virus meer voorkomt, in combinatie met een veel hogere contaminatie van aflatoxinen in tropische landen vormt dit vooral een tropisch (Afrikaans) probleem.
Ochratoxine A wordt geproduceerd door Penicillium verrucosum in gematigde klimaatzones en Aspergillus soorten in warmere en vochtige gebieden. Aspergillus ochraceus wordt in een groot aantal grondstoffen zoals graan en graanproducten, fruit gebrande koffie wijn druivensap en een scala aan dranken en specerijen als verontreiniging aangetroffen. Aspergillus carbonarius wordt het meest aangetroffen in klimplantvruchten en gedroogde klimplantproducten uit het Mediterrane gebied. Het veroorzaakt nierschade en is een potentieel carcinogeen. Per 2006 is maximaal een wekelijkse inname (TWI)van 120 ng/kg lichaamsgewicht toegestaan. (EU)
Moederkoren-alkaloïdenn of Ergot-alkaloïden (Claviceps purpurea) Vooral rogge bevat moederkoren. Dit zijn donkergekleurde korrels die voor een deel ergo alkaloïden bevatten zoals ergotamine, ergocristine en ergocryptine. Dit is het ouds bekende mycotoxine. Pieter Breugel heeft in de 17e eeuw al een schilderij hierover gemaakt (hangt in het Louvre, Parijs).

Ergot of Rye is a plant disease that is caused by the fungus Claviceps purpurea. The so-called ergot that replaces the grain of the rye is a dark, purplish sclerotium...Although the ergot is far different in appearance than the true grain, its occurrence was so common that it was thought to be part of the rye plant, until the 1850's, when the true nature of the ergot was understood. Although the common name indicates that this fungus is a disease of rye, it also can infect several other grains, with rye being the most common host for this species. It is the ergot stage of the fungus that contains a storehouse of various compounds that have been useful as pharmaceutical drugs as well as mycotoxins that can be fatal when consumed (www.botany.hawaii.edu/faculty/wong/BOT135/LECT12.HTM).


Mogelijk dat mycotoxinen ook een rol speelden bij de pest (zie www.botany.hawaii.edu/faculty/wong/BOT135/LECT12.HTM).

Fusariumtoxine wordt geproduceerd door verschillende soorten van het genus Fusarium en komt voor op granen zoals tarwe en maïs. Ze bevat een reeks van mycotoxinen inclusief de fumonisinen,(TDI 0,2 μg/kg lichaamsgewicht) (B1 en B2), dat het zenuwstelsel van paarden aantast en kanker veroorzaakt in knaagdieren, de trichothecenen, inclusief deoxynivalenol (DON), Nivalenol,(TDI 2 μg/kg lichaamsgewicht) en zearalenone (ZEA, maximale toegestane dagelijkse inname (TDI) 1 μg/kg lichaamsgewicht (juni 2000 EU)), welke zeer stabiel zijn en niet door verhitting geneutraliseerd kunnen worden. De trichothecenen zijn chronisch toxisch en veroorzaken gewichtsafname, braken, diarree en mogelijk sterfte.
Fusarinezuren (FA)
Patuline is geassocieerd met een reeks van schimmelsoorten en wordt gevonden in beschimmelde appels. Het wordt geneutraliseerd door fermentatie en komt daardoor niet voor in alcoholische dranken. Het kan carcinogeen zijn en uit dierproeven is gebleken dat patuline het immuunsysteem en zenuwstelsel aantast. Per 2000 is een maximaal toegestane dagelijkse inname (PMTDI) van 0,4 μg/kg lichaamsgewicht toegestaan. (EU) Dit komt neer op 25 μg/kg appelproduct, en voor kindervoeding geldt een norm van 10 μg/kg.
Alternaria-toxines, zoals alternariol (AOH), alternariolmonomethylether (AME), altenuen en tenuazonzuren
Strikt genomen is ook ethanol (ethylalcohol), dat door anaerobe metabolisering van suiker door gisten (in het bijzonder Saccharomyces cerevisiae) ontstaat, een mycotoxine (http://nl.wikipedia.org/wiki/Mycotoxine).

De meeste schimmels zijn aeroob (ze gebruiken zuurstof), en komen bijna overal voor in zeer kleine hoeveelheden vanwege hun sporen. Zodra de juiste luchtvochtigheid en temperatuur daarvoor de gelegenheid biedt begint de proliferatie van de schimmels door het consumeren van organisch materiaal waardoor het mycotoxine niveau stijgt. De gifstoffen zijn alkaloïden, secundaire plantenstoffen, enzymen of proteïnen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Mycotoxine).

Mycotoxinen komen in de voedselketen door een schimmelinfectie van landbouwproducten of door het eten van giftige paddenstoelen. Zelfs als het product niet door mensen geconsumeerd wordt blijft het schadelijk voor de gezondheid omdat het waarschijnlijk als veevoeder wordt gebruikt. Mycotoxinen zijn uiterst resistent in de spijsvertering en blijven daardoor in de voedselketen van vlees en zuivelproducten. Temperatuurbehandelingen zoals verhitten en bevriezen hebben geen invloed op het mycotoxine-gehalte.
De FAO schat dat circa 25% van alle voedselproducten in de wereld mycotoxinen bevatten. In de Europese Unie zijn de wettelijke niveaus van een aantal mycotoxinen in voedsel en dierenvoeding vastgesteld door een aantal Europese richtlijnen en Commissie-verordeningen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Mycotoxine).


Producerende schimmelMycotoxineLevensmiddelenMogelijke toxische effecten op de mensMax norm
(μg/kg
Fusarium sporotrichioides
Fusarium poae
T-2 toxinemaïs granen graanproducten
haver haverproducten
dermatoxisch
HT-2 toxinegranen graanproducten haver
haverproducten
Fusarium graminearumDeoxynivalenol (DON) of vomitoxinetarwe maïsneurotoxisch
Fusarium tricinctumTrichothecenenmaïs pinda rijstneurotoxisch
Fusarium moniliformeFumonisine B1 en andere fumonisinensorghum maïsnefrotoxisch respiratorische aandoeningen
neurotoxisch mogelijk carcinogeen
Aspergillus flavus
Aspergillus parasiticus
Aflatoxine B1 B2 G1 G2pinda maïs kruiden pepers oliehoudende zadencarcinogeen hepatotoxisch mutageen teratogeen
Fusarium graminearumZearalenonemaïs granengenitotoxisch mutageen
Penicillium citrinumCitrininegerst maïs rijst en walnotennefrotoxisch mutageen mogelijk carcinogeen
Aflatoxine M1melkzuivelproducten eieren (Carry-over)carcinogeen hepatotoxisch mutageen teratogeen
Claviceps purpurea (moederkoren)Ergotalkaloïdenroggeneurotoxisch
Penicillium islandicumLuteoskyrinerijst sorghumhepatotoxisch carcinogeen mutageen
Aspergillus ochraceus
Penicillium verrucosum
Ochratoxine Agranen koffie vlees gedroogde druiven
rozijnen (Carry over)
nefrotoxisch teratogeen
Penicillium aurantiogriseum
Penicillium fennelliae
Penicillinezuurbonen maïsneurotoxisch
Aspergillus versicolorSterigmatocystinemaïs tarwekoffiedermatoxisch teratogeen mogelijk carcinogeen
Penicillium expansum en andere
Penicillium species
Patulineappelen, andere vruchten bonen tarweneurotoxischgenotoxisch mogelijk carcinogeen mutageen
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Mycotoxine).


Sommige mycotoxinen of schimmelgifstoffen zijn mogelijk kankerverwekkend, van andere is zeker dat ze kankerverwekkend zijn. Aflatoxine B1 en ochratoxine A zijn kankerverwekkend; DON is niet kankerverwekkend, maar grote hoeveelheden vertragen bij proefdieren de groei en tasten hun weerstand en vruchtbaarheid aan (www.nvwa.nl/onderwerpen/chemische-samenstellingen-verontreinigingen/dossier/mycotoxinen1/risico-s).

Van aflatoxine, ochratoxine A, deoxynivalenol (DON), fumonisinen, zearalenon, patuline,T-2/HT-2 en de ergot alkaloïden zijn aparte documenten beschikbaar.Maximum gehalten voor deze mycotoxines zijn wegens gebrek aan voldoendemeetgegevens nog niet door de EU vastgesteld (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

De normen voor de maximale hoeveelheid van mycotoxinen zijn uitgedrukt in microgrammen per kilo product. Een microgram is eenmiljoenste gram. De normen voor de mycotoxinen verschillen per afzonderlijke stof. 
Als voorbeeld geldt voor de volgende producten:
2 microgram aflatoxine B1 per kilo noten, zoals pinda’s, amandelen of pistachenoten;
3 microgram ochratoxine A per kilo van graan gemaakte producten;
10 microgram ochratoxine A per kilo rozijnen;
500 microgram DON per kilo van graan gemaakte producten.

In de Warenwet is in artikel 12, eerstelid, van het warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen de volgendebepaling opgenomen: “Schimmeltoxines en bacteriële toxines in hoeveelheden dieschadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid, moeten afwezig zijn in eet- ofdrinkwaren en grondstoffen.” Die regulering komt overeen met het EU uitgangspuntomtrent de preventie en de beperking van fusarium-toxines in granen en graanproducten. Zolang EU normvoorstellen of wetgeving ontbreken wordt deze nationale wetgeving bij zware besmettingen gehanteerd.Net zoals bij andere mycotoxines komen ze zeer ongelijkmatig verspreid in grondstoffenvoor, wat monstername en dus detectie bemoeilijkt (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).
Alternaria-toxines worden gevormd door Alternaria schimmels. Ze kunnen voorkomen op tarwe, sorghum en gerst, maar zijn ook gevonden in zonnebloempitten, raapzaad, tomaat, appel, citrusvruchten, olijven en wortelen. Alternaria alternata is de meest voorkomende schimmelsoort in groenten en fruit (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Aardappelknollen aangetast door Alternaria.

De laatste jaren komt Alternaria in aardappel meer voor. In 2004 waren er vooral problemen in het Zuidwesten van Nederland. Ook werden hier verschillende partijen waargenomen met knolaantasting. Voor 2004 was knolaantasting door Alternaria in Nederland uiterst zeldzaam. Omdat Alternaria zelden problemen veroorzaakte, is er weinig onderzoek uitgevoerd naar de schimmel (www.kennisakker.nl/kenniscentrum/document/beheersing-van-alternaria-aardappel).

Alternaria cucumerina

Alternria cucumerina is most common on melons and watermelons, although it can affect most cucurbit crops. It is prevalent in regions with abundant rainfall and high temperatures. In the picture above, A. cucumerina is probably secondary to Fusarium infection and occurs as a dark-green to black mold....A. cucumerina can survive for up to two years in diseased plant debris. The source of the disease is considered to be dormant mycelium in cucurbit fields and airborne conidia. Conidia spread by wind and rain splash produce secondary cycles of infection whenever conditions are favorable for disease development. Disease severity increases with periods of leaf wetness. (http://ag.umass.edu/fact-sheets/cucurbits-alternaria-leaf-spot).


Beauvericine en enniatinen kunnen door diverse schimmels van het geslacht Fusarium worden gevormd. Ze komen net als de andere fusarium-toxinen het meest in granen voor. Beauvericine
komt meer voor in maïs. Van beide soorten verbindingen zijn weinig data in de literatuur bekend. De laatste jaren komen er steeds meer beschikbaar doordat de meeste laboratoria tegenwoordig gebruik
maken van de LC-MS/MS techniek om mycotoxines te meten (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349). 

Citrinine wordt gevormd door verschillende schimmels van het geslacht Penicilium, zoals P. citrinum, waaraan het zijn naam dankt. Maar het wordt ook gevormd door sommige Aspergillus spp., bv. door Aspergillus Niger, en ook door Monascus purpurus. Het kan worden gevonden in appels en tarwe bij opslag. In gefermenteerde rijst is tot tientallen microgrammen per kilo product gerapporteerd. Het is schadelijk voor nieren en lever. Maximumgehalten voor dit mycotoxine zijn wegens gebrek aan voldoende meetgegevens nog niet door de EU vastgesteld (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Diacetoxyscirpenol kan door diverse schimmels van het geslacht Fusarium worden gevormd.
Het komt net als andere fusarium-toxinen het meest in granen voor.
Van deze verbinding zijn weinig data in de literatuur bekend. De laatste jaren komen er steeds meer beschikbaar doordat de meeste laboratoria tegenwoordig gebruik maken van de LC-MS/MS techniek om mycotoxines te meten (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Moniliformine kan door diverse schimmels van het geslacht Fusarium worden gevormd. Het komt net als andere fusarium-toxines het meest in granen voor. Van moniliformine zijn in de literatuur meer gegevens te vinden dan voor beauvericine en enniatinen, vooral omdat het toxischer geacht wordt dan laatstgenoemde mycotoxines. Gehalten tot 425 mg/kg zijn gerapporteerd in zichtbaar beschimmelde maïs (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

...nivalenol [behoort] tot de fusarium-toxines. Schimmels van het geslacht Fusarium komen in het bijzonder voor op granen, tarwe, maïs, rogge, gerst en haver. De weersomstandigheden tijdens de groei, en vooral tijdens de bloei, hebben een grote invloed op het mycotoxinegehalte (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Phomopsinen worden geproduceerd door de schimmel Diaporthe toxica, die eerder Phomopsis leptostromiformis werd genoemd, vandaar de naam voor het toxine. Ze komen voornamelijk voor in lupine, waarbij geïnfecteerde stoppels de voornaamste oorzaak zijn voor blootstelling aan dieren. Lupine komt voor als lupinemeel in levensmiddelen en als zaden in diervoeder...Data over contaminatie van phomopsine in lupine zijn schaars, evenals die voor het
consumptiepatroon (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Sterigmatocystine wordt ook geproduceerd door schimmels van het geslacht Aspergillus. In de natuur kan het als tussenproduct een bouwsteen zijn voor de vorming van aflatoxine B1. Het werd ontdekt in de schimmel op de korst van harde kaas. Uit verder onderzoek bleek de concentratie van de buitenkant van de kaas naar binnen toe, snel af te nemen.
Dit toxine is eveneens kankerverwekkend gebleken in proefdieren, zij het in mindere mate dan aflatoxine B1. Lever en nieren zijn de mogelijke doelorganen. De schadelijke verschijnselen zijn vergelijkbaar met die van aflatoxine, alleen is voor het optreden van een effect een veel grotere hoeveelheid nodig. In 2013 heeft de EFSA een wetenschappelijke studie over dit mycotoxine uitgebracht waarin alle beschikbare informatie is samengevat. Geconcludeerd werd dat er te weinig gegevens beschikbaar waren om de schadelijkheid voor mens en dier te kunnen vaststellen.
(www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Sterigmatocystine wordt onder andere door Aspergillus versicolor en Aspergillus nidulans gevormd. Dit toxine is eveneens kankerverwekkend in proefdieren, zij het in mindere mate dan aflatoxine B1.
De stof komt, voor zover bekend, in Nederland alleen voor op harde kazen, die tijdens de fabricage of rijping gekoloniseerd worden door Aspergillus versicolor. Klinisch relevante hoeveelheden sterigmatocystine worden echter alleen aangetroffen bij sterke schimmelkolonisatie als gevolg van slecht onderhoud van rijpende kazen. Uit nader onderzoek bleek bovendien dat de concentratie van het toxine vanaf de buitenkant van de kaas naar binnen toe snel afneemt en dat na ongeveer 0,5 cm geen sterigmatocystine meer kan worden gedetecteerd (Chemische Feitelijkheden, april 1999).

Van aflatoxine, ochratoxine A, deoxynivalenol (DON), fumonisinen, zearalenon, patuline,
T-2/HT-2 en de ergot alkaloïden zijn aparte documenten beschikbaar (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29349).

Aflatoxine is een natuurlijke gifstof. Specifieker gezegd is het een schimmelgifstof. De schimmelsoorten Aspergillus flavus en Aspergillus parasiticus maken aflatoxine aan. De schimmel kan groeien tijdens warme en vochtige opslag van grondstoffen. Dit kan vooral in tropische landen een probleem zijn.
....
Aflatoxine kent veel verschillende varianten. Aflatoxine B1, B2, G1 en G2 zijn het meest giftig. Aflatoxine kan voorkomen in beschimmelde noten, granen, peulvruchten, kruiden en gedroogd fruit, maar ook in producten die hiervan gemaakt zijn zoals pindakaas, brood, bier en veevoer.
....
Aflatoxine B1 wordt in de lever omgezet in aflatoxine M1. Wanneer koeien met aflatoxine B1 besmet veevoer eten, kan aflatoxine M1 in melk en melkproducten voorkomen.
....
Aflatoxine is giftig. Aflatoxine B1 is volgens het International Agency for Research on Cancer (IARC) bovendien kankerverwekkend voor de mens. Aflatoxine M1 is even giftig als aflatoxine B1, maar minder kankerverwekkend. Het IARC noemt aflatoxine M1 mogelijk kankerverwekkend voor de mens (www.werkenveiligheid.nl/rie/wet-en-regelgeving/arbokennis-over-mycotoxines-schiet-tekort).


Aflatoxinen van de schimmels Aspergillus flavus en Aspergillus parasiticus worden aangetroffen in oliehoudende zaden, zoals noten, in granen, met name in maïs en in bepaalde subtropische vruchten,
zoals vijgen. Zij worden vooral gevormd in producten die na de oogst niet voldoende gedroogd zijn en/of bij relatief hoge temperaturen opgeslagen worden.
...
Aflatoxinen zijn in relatief grote hoeveelheden (1 gram of meer) onmiddellijk dodelijk. In 1975 stierven in India honderd mensen aan een aflatoxinevergiftiging. Aangezien opslag en vervoer sindsdien verbeterd zijn komen acute aflatoxinevergiftigingen niet of nauwelijks meer voor (Chemische Feitelijkheden, april 1999).


Aflatoxinen behoren tot de mycotoxinen. Dit zijn stofwisselingsproducten van bepaalde schimmels (Aspergillus flavus) die zeer schadelijk kunnen zijn bij inname door de mens. De aflatoxinen B1, B2, G1 en G2 komen voor in noten, gedroogde vruchten, graan, maïs, rijst, specerijen, zaden en pitten. Aflatoxine M1 kan, via het veevoer, in melk(producten) voorkomen. Als veevoer is besmet met aflatoxine B1 wordt dat door de koe in aflatoxine M1 omgezet. Bij die omzetting treedt een vermindering met een factor 100 op t.o.v. de oorspronkelijke hoeveelheid aflatoxine B1.
Aflatoxinen zijn thermisch stabiel, zodat ze ook bij verhitting gedurende de verwerking van
grondstoffen, niet afbreken. Ze komen zeer verspreid in grondstoffen voor, wat het nemen
van representatieve monsters en de analyse bemoeilijkt.
Wat betreft aflatoxinen concludeerde het Wetenschappelijk Committee voor de menselijke
Voeding van de EU in zijn advies van 23 september 1994, dat aflatoxinen genotoxische
carcinogenen zijn...
Op basis van dit gegeven is het noodzakelijk om zowel het totaalgehalte aan aflatoxinen (de som van de aflatoxinen B1, B2, G1 en G2) als het gehalte aan aflatoxine B1 apart in levensmiddelen te beperken. De maximumgehalten zijn daarom op het laagste niveau vastgesteld dat redelijkerwijs haalbaar is. Deze wijze van benadering wordt het ALARA (As Low As Reasonable Achievable) principe genoemd....
(www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29345).


Deoxynivalenol (DON) is een stofwisselingsproduct van schimmels, dat schadelijk kan zijn bij inname door de mens. Het behoort tot de Fusarium toxinen, naar de schimmel die de stof produceert. Deze groep van mycotoxines wordt ook wel trichothecenen genoemd. Deze chemische stoffen worden hoofdzakelijk gevormd tijdens de teelt op het veld. Vooral wanneer tijdens de bloei de luchtvochtigheid en temperatuur hoog (rond 30ºC) zijn.
Inname van deze stof kan leiden tot verminderde groei. Chronische blootstelling, via consumptie van brood en andere graanhoudende producten, kan het immuunsysteem nadelig beïnvloeden. Braken is een acuut effect na consumptie van zeer grote hoeveelheden DON.
...
Fusarium schimmels komen in het bijzonder voor op granen, tarwe, maïs, rogge, gerst en haver. De weersomstandigheden tijdens de groei, en met name tijdens de bloei, hebben een grote invloed op het toxinegehalte. De overdracht vanuit dieren in vlees, melk en eieren is verwaarloosbaar.
...
DON wordt niet afgebroken tijdens de gebruikelijke productie processen. Wel is het zo dat bij het malen van tarwe er minder in het meel terecht komt. Anderzijds betekent dit, dat er in zemelen meer DON verwacht kan worden. Bij natte vermaling treedt vermindering van het gehalte op doordat DON goed in water oplost. Bij de productie van bier neemt het DON gehalte af bij het inweken, maar tijdens het mouten van gerst, een proces wat enige dagen duurt in een vochtige omgeving bij hogere temperatuur, kan het DON gehalte toenemen. Hierdoor zal het uiteindelijk grotendeels gelijk blijven aan het gehalte van de grondstoffen, want DON is bestand tegen het mouten en brouwproces.
...
Wat betreft DON concludeerde het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke Voeding van de EU (het Scientific Committee on Food, nu aanwezig als Contaminant panel van de EFSA) in zijn advies van 2 december 1999, dat er onvoldoende reden is om aan te nemen dat het carcinogeen is voor de mens.... De toelaatbare dagelijkse inname (TDI) werd vastgesteld op 1 microgram per kilogram lichaamsgewicht. Dit standpunt werd op 26 februari 2002 bevestigd in een advies over trichothecenen (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29398).

DON is produced by Fusarium graminearum (amongst others) and can be found in products made with wheat, barley and corn.  DON has been dubbed the “most commonly encountered” mycotoxin.  This is likely due to our diets (wheat and corn are staple crops in many cultures and are used in many food products) and much of the wheat we grow is rather susceptible to F. graminearum ...DON is a mycotoxin that is harmful to both plants and animals (any eukaryotic cell, for that matter).  DON binds to ribosomes, preventing cells from translating genes to proteins (remember, Bio 101: DNA –> mRNA –> amino acids/proteins).  Without essential proteins, cells are unable to carryout basic function and die (e.g. bleached, dead tissue on wheat heads).
DON is also known as “vomitoxin”.  This gives you a pretty specific idea about what sort of symptoms we observe in humans and animals suffering from DON poisoning. (http://katelynwillyerd.com/tag/deoxynivalenol/) (zie ook http://ohioline.osu.edu/ac-fact/pdf/0052.pdf).

Mycotoxine DON in maïs-grain 2012

Zie ook Gibberella (http://extension.entm.purdue.edu/pestcrop/2014/issue21/index.htmlwww.agweb.com/article/managing_rotten_corn_an_overview_of_ear_rots/). Aspergillus ear rot is caused by the fungus Aspergillus flavus, and is one of the most concerning ear rots due to its associated mycotoxin, aflatoxin. ...Diplodia ear rot is caused by the fungus Stenocarpella maydis, and is very common in cornfields across the Corn Belt. This fungus survives in residue and infects plants approximately two weeks after pollination. ....Fusarium ear rot is primarily caused by the fungus Fusarium verticilliodes. This fungus infects corn after pollination, and often overlaps with Aspergillus ear rot since infection is favored by warmer temperatures. Fusarium-infected ears may have white fungal growth on the cob, or symptoms may appear as discolored kernels scattered throughout a cob or associated with insect feeding. ...Gibberella ear rot, caused by the fungus Gibberella zeae, is common during cool, rainy years. The fungus infects during early silking and pollination, and is favored by cooler temperatures than the previously described ear rots. This fungus produces a fungal mat on the ear, similar to Diplodia ear rot, but often with a pink or reddish color to the mold. Gibberella zeae produces the mycotoxin deoxynivalenol (DON), commonly referred to as vomitoxin (hwww.agweb.com/article/managing_rotten_corn_an_overview_of_ear_rots/).

Ergot alkaloïden zijn bekender onder de naam ‘moederkorenalkaloïden’ of kortweg ‘moederkoren’. Ze zijn schadelijk bij inname door de mens. Ze worden gevormd door de schimmel Claviceps purpurea, die groeit in de aren van grassen en granen, vooral in rogge. Omdat ze ontstaan vanuit
schimmelvorming is het gangbaar ze te rekenen tot de mycotoxines. De schadelijkheid van moederkoren wordt veroorzaakt doordat de door de schimmel aangetaste korenaren (zie foto) ergot alkaloïden bevatten....Er zijn binnen de EU nog geen maximumgehalten voor ergot alkaloïden in levensmiddelen vastgesteld wegens gebrek aan voldoende meetgegevens.
(www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=2206102).

Ergotism is the effect of long term ergot poisoning, traditionally due to the ingestion of the alkaloids produced by the Claviceps purpurea fungus that infects rye and other cereals, and more recently by the action of a number of ergoline-based drugs. It is also known as ergotoxicosis, ergot poisoning and Saint Anthony's Fire. Ergot poisoning is a proposed explanation of bewitchment (http://en.wikipedia.org/wiki/Ergotism). During the Middle Ages, tens of thousands of people in Europe were afflicted with ergotism, a malady characterized by gangrenous extremities, convulsions, madness and death. They ate rye bread infested with ergot fungus containing several peptide alkaloids of the ergotamine group (including ergotamine, ergosine and ergocristine) that affect blood vessels. Since they are potent vasoconstrictors, these alkaloids can cause gangrene if ingested in sufficient dosages. Known as "St. Anthony's Fire," ergotism was a dreaded disease in Europe. Between 990 and 1129, more than 50,000 people died of this disease in France. The disease became so devastating that in 1093 in southern France the people formed an order to take care of the afflicted, and they chose St. Anthony as their patron saint. One of the symptons of the disease was an intense burning sensation, hence the name St. Anthony's Fire. It wasn't until 1597 (500 years after the first epidemic of ergotism) that physicians finally associated this horrendous disease with the ergot on rye (http://waynesword.palomar.edu/ww0703.htm).

Painting by Matthias Grünewald of a patient suffering from advanced ergotism 
from approximately 1512–16 AD (http://en.wikipedia.org/wiki/Ergotism)

Moederkoornalkaloïden worden gevormd door Claviceps purpurea. Deze schimmel groeit als parasiet in de aren van gras en graan en vormt als overwinteringsstadium een korrel, de zogenaamde ergot of moederkoorn. Deze korrels, die na het dorsen tussen de graankorrels terecht kunnen komen (vooral rogge en tarwe), bevatten derivaten van lyserginezuur, vooral ergotamine, ergometrine en ergocristine.
Zware vergiftigingen met ergot-alkaloïden (alleen bij hoge concentraties) uiten zich door bloedvaatvernauwingen, gevolgd door afsterven van weefseldelen en door neurologische afwijkingen, waaronder spierkrampen, verlammingen en psychische stoornissen. Deze toxische effecten zijn bekend als de ziekte ergotisme, die in de Middeleeuwen voor het eerst geconstateerd werd. Ook in deze eeuw kwamen in India en Ethiopië nog uitbraken van ergotisme voor (Chemische Feitelijkheden, april 1999).

It is possible that ergot infected grasses produced in the first agricultural settlements of Mesopotamia around 9000 BC, but ergot is thought to have first been mentioned around 600 BC by the Assyrians .... The Roman historian Lucretius (98-55 BC) referred to ergotism as ‘Ignis sacer’, meaning Holy Fire, which was the name given to ergotism during the Middle Ages, and it was during these times that ergotism occurred frequently.
...
The word ergot is actually derived from an old French word argot, meaning the cock’s spur. The violet or black sclerotia formed by ergot consist of a mass of hyphae, and may be two to ten times the length of a normal kernel. When bread was prepared from grain contaminated by the black spurs, epidemics of ergotism occurred. Poor people mainly ate rye bread, especially during famines, when even the spurs were collected because of hunger. The first mention of gangrenous ergotism was in Germany in 857 AD, and the first epidemic of convulsive ergotism occurred in 945 in Paris. These are the two distinct types of ergotism, with the gangrenous type seen mostly in France and the convulsive one in Germany. The name Holy Fire or St. Anthony’s Fire given to ergot epidemics during the Middle Ages referred to the burning sensation in the limbs experienced by sufferers (www.davidmoore.org.uk/Sec04_03.htm).

Fumonisinen zijn stofwisselingsproducten van schimmels, die schadelijk kunnen zijn bij inname door de mens. Ze behoren tot de fusarium-toxines, zo genoemd naar de schimmelsoorten (Fusarium) die de stof produceren. Schimmels van het geslacht Fusarium komen voor op granen en vooral ook op maïs....De toelaatbare dagelijkse inname (TDI) werd vastgesteld op 0,2 microgram per kilogram lichaamsgewicht. Dit standpunt werd op 4 april 2003 bevestigd in een advies waarin meerdere fumonisinen waren opgenomen (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29401).

Fumonisinen worden voornamelijk geproduceerd door Fusarium moniliforme. Deze groep mycotoxinen is pas in de jaren tachtig ontdekt en veroorzaakt vooral problemen bij maïs (Chemische Feitelijkheden, april 1999). 

Ochratoxine (http://bulletin.ipm.illinois.edu/photos/penicillium_ear_rot.jpg)

Ochratoxines zijn mycotoxines. Het zijn stofwisselingsproducten van schimmels, die
schadelijk kunnen zijn bij inname door de mens. Ze worden gevormd door schimmels van
de geslachten Penicillium and Aspergillus. Deze chemische stoffen worden hoofdzakelijk
gevormd tijdens opslag van grondstoffen. Omstandigheden die deze vorming bevorderen
zijn hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid. Inname van deze stoffen kan chronische
of acute toxiciteit en carcinogeniteit tot gevolg hebben.
....
Wat betreft schadelijkheid concludeerde het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke Voeding van de EU in zijn advies van 23 september 1994, dat Ochratoxine A niertoxisch is.... Bovendien beïnvloedt ochratoxine A het immuunsysteem en is het schadelijk voor het zenuwstelsel. ...een toelaatbare wekelijkse inname (TWI) van 120 ng/kg lichaamsgewicht afgeleid. De wetgeving is in 2012 uitgebreid met verordening EG 594/2012, wat als amendement M11 is opgenomen in de geconsolideerde versie van de EG 1881/2006. Daarmee zijn voor verschillende producten limieten van 0,5 tot 80 microgram per kilo opgenomen (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29424).


Ochratoxin A is a toxic and potentially carcinogenic fungal toxin found in a variety of food commodities....The family of ochratoxins consists of three members, A, B, and C which differ slightly from each other in chemical structures. These differences, however, have marked effects on their respective toxic potentials. Ochratoxin A is the most abundant and hence the most commonly detected member but is also the most toxic of the three (www.cfs.gov.hk/english/programme/programme_rafs/programme_rafs_fc_01_02_och.html)

Ochratoxine A is het meest voorkomende ochratoxine; het kan zowel door Aspergillus ochraeus als Penicillium verricosum worden gevormd. Het is aangetroffen in diverse voedingsmiddelen van plantaardige afkomst (vooral granen en graanproducten, bier, koffie, wijn en druivensap), maar aangezien het ochratoxine A, dat via veevoer opgenomen wordt, relatief langzaam uitgescheiden wordt, kan het ook in dierlijke weefsels, vooral bij varkens en pluimvee, voorkomen....Er is nog niet voldoende onderzoek verricht om het gezondheidsrisico van ochratoxine A goed in kaart te brengen (Chemische Feitelijkheden, april 1999).

Ochratoxin A is found mainly in cereal and cereal products. This group of commodities has been reported to be the main contributors to ochratoxin A exposure in exposure assessments carried out by the European Commission...Besides cereals and cereal products, ochratoxin A is also found in a range of other food commodities, including coffee, cocoa, wine, beer, pulses, spices, dried fruits, grape juice, pig kidney and other meat and meat products of non-ruminant animals exposed to feedstuffs contaminated with this mycotoxin. Ruminant animals such as cows and sheep are generally resistant to the effects of ochratoxin A due to hydrolysis to the non-toxic metabolites by protozoa in the stomachs before absorption into the blood....Aspergillus ochraceus is the best known species of ochratoxin –producing Aspergillus. It grows at moderate temperatures and at a high water activity and is a significant source of ochratoxin A in cereals. It infects coffee beans usually during sun-drying causing contamination in green coffee.
Aspergillus carbonarius is highly resistant to sunlight and survives sun-drying because of its black spores and therefore grows at high temperatures. It is associated with maturing fruits and is the source of ochratoxin A in grapes, dried vine fruits, and wine and is also another source of ochratoxin A in coffee.
Another closely related species, Aspergillus niger, is another minor source of ochratoxin A production in infected coffee beans and dried vine fruits. (www.cfs.gov.hk/english/programme/programme_rafs/programme_rafs_fc_01_02_och.html)


Patuline wordt voornamelijk gevormd door Penicillium expansum en Penicillium patulum. Het komt voor in groenten en fruit (Chemische Feitelijkheden, april 1999).


Patuline is een stofwisselingsproduct van bepaalde soorten Penicillium, Aspergillus en Byssochlamys. Het wordt door die schimmels gevormd bij temperaturen tussen 5 en 25 ºC, een hoog vochtgehalte en een relatief lage pH van 3 - 5, voornamelijk in appels en appelproducten. Het kan echter ook voorkomen in andere vruchten, bv. vijgen en in granen.
...
Fermentatieprocessen, zoals de bereiding van wijn uit druiven, zijn wel van invloed op het gehalte aan patuline. Patuline breekt dan volledig af. Dat geldt ook voor de productie van cider. In de gevallen dat het daarin werd aangetroffen was er sprake van een toevoeging van verontreinigd appelsap na de vergisting (http://www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29426).  

Trichothecenen zijn een grote groep chemisch verwante verbindingen, die voornamelijk door Fusarium schimmels geproduceerd worden...De schimmels komen vooral in gematigde streken op granen voor, met name als de granen in de herfst en de winter op het veld blijven staan. T-2 toxine, deoxynivalenol (ook wel vomitoxine genoemd, omdat braken een van de vroegste vergiftigingsverschijnselen is) en nivalenol zijn zeer wijdverspreid (Chemische Feitelijkheden, april 1999).

T-2 en HT-2 zijn stofwisselingsproducten van schimmels van het geslacht Fusarium, die schadelijk kunnen zijn bij inname door de mens. Ze behoren tot de fusarium-toxines, genoemd naar de schimmels die de stoffen kunnen produceren. Deze groep mycotoxines wordt ook wel trichothecenen genoemd. Ze worden hoofdzakelijk gevormd tijdens de teelt van granen op het veld, wanneer tijdens de bloei de (lucht)vochtigheid hoog is. Vorming ervan kan ook optreden bij lagere temperaturen. Vooral haver is vatbaar voor contaminatie met deze mycotoxines. De inname van deze stoffen kan leiden tot verminderde groei. Chronische blootstelling, via consumptie van brood en andere graanhoudende producten, kan het immuunsysteem nadelig beïnvloeden.
...
Net zoals DON behoren T-2 en HT-2 tot de fusarium-toxines. Fusarium species komen in het bijzonder voor op de granen, tarwe, maïs, rogge, gerst en haver. De weersomstandigheden tijdens de groei, en vooral tijdens de bloei van de granen, hebben een grote invloed op het gehalte fusarium-toxine.
...
De toelaatbare dagelijkse inname (TDI) voor de som van T-2 en HT-2 werd vastgesteld op 0,06 microgram per kilogram lichaamsgewicht. Deze waarde werd in een herziene versie in 2011 door de EFSA verhoogd tot 0,10 microgram per kilogram lichaamsgewicht (8). Reden om een waarde te bepalen voor de som van deze 2 stoffen ligt in het feit dat T-2 in het lichaam snel omgezet wordt in HT-2, terwijl de schadelijke effecten vergelijkbaar zijn (www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=2206103).

ik denk bij T-2 eerder aan de film:


Terminator 2: Judgment Day (T2) is een Amerikaanse sciencefictionfilm uit 1991, geregisseerd door James Cameron. Het is een vervolg op The Terminator uit 1984 en heeft zelf ook een vervolg: Terminator 3: Rise of the Machines uit 2003 (http://nl.wikipedia.org/wiki/Terminator_2:_Judgment_Day).

T-800 (Terminator 2: Judgment Day) The Cyberdyne Systems Model 101 Series 800 Version 2.4 Infiltration-Combat Unit was sent from the future to arrive in Acton, California on June 8, 1995. Its mission was to protect young John Connor, which it successfully completed. He is the main protagonist of Terminator 2: Judgment Day (http://terminator.wikia.com/wiki/T-800_(Terminator_2:_Judgment_Day)).

The T-1000, also known as a Series 1000 Terminator, is a fictional shapeshifting robot assassin and the primary antagonist in Terminator 2: Judgment Day, as well as a minor antagonist in Terminator 2: 3-D Battle Across Time. A similar T-1000 Terminator appears in the 2007/08 FOX television series, Terminator: The Sarah Connor Chronicles, where it is referred to as a "T-1001" (http://en.wikipedia.org/wiki/T-1000).

Het gaat nu echter niet over futuristische robots uit de toekomst, maar om bijna onzichtbare gifstoffen in ons eten...



Zearalenon is een stofwisselingsproduct van schimmels, wat schadelijk kan zijn bij inname door de mens. Het behoort tot de fusarium-toxines, naar de schimmelsoorten (Fusarium spp.) die de stof produceren. Deze schimmels groeien bij een hoge luchtvochtigheid en temperaturen van 3 tot 30ºC. Dit mycotoxine wordt hoofdzakelijk gevormd tijdens de teelt op het veld, met name in maïs. Chronische blootstelling, via consumptie van met name maïshoudende producten, kan het immuunsysteem nadelig beïnvloeden.
...
Fusarium species komen voor op granen, tarwe, rogge, gerst, haver, rijst, sorghum en in het bijzonder op maïs. In het geval van maïs groeien de schimmels op de kolf, maar het mycotoxine komt in de korrels terecht. 
Goede landbouwpraktijken kunnen de risicofactoren tot een minimum terugbrengen, waardoor de besmetting door Fusarium tot op zekere hoogte kan worden voorkomen. Aanbevelingen van de Europese Commissie uit 2006 bevatten informatie over preventie en vermindering van verontreinigingen met deze mycotoxines (trichothecenen, zearalenon en fumonisinen) in granen en graanproducten.... Het geeft aan dat al het mogelijke moet worden gedaan om de aanwezigheid van deze toxines in granen en graanproducten verder terug te dringen.
Zearalenon is zeer stabiel en wordt niet afgebroken door het malen en bewaren van graan
en meel. Daarbij is het bestand tegen verhitting. Bij nat malen van graan treedt ophoping in
gluten op, terwijl in het zetmeel een veel lagere hoeveelheid terecht komt.
...een toelaatbare dagelijkse inname (TDI) vast van 1 microgram per kilogram lichaamsgewicht. 
(www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=29454)

Dit toxine is verwant aan het anabolicum zeranol en komt, vaak samen met deoxynivalenol, in diverse granen voor. Het wordt gevormd door onder andere Fusarium roseum en Fusarium graminearum. Zearalenon heeft oestrogene eigenschappen, vooral varkens zijn er gevoelig voor. In Nederland zijn in bepaalde veevoedergrondstoffen concentraties tot 500 µg/kg aangetroffen. Er zijn geen aanwijzingen voor overdracht van betekenis naar dierlijke producten (vlees, melk), en op dit moment is er geen normstelling voor zearalenon in Nederland (Chemische Feitelijkheden, april 1999).

Voor bier zijn er normen voor mycotoxinen opgenomen in de kadercode uit 2011 voor het mout- en brouwproces (blz. 15) en voor het eindproduct bier (blz. 16).

Nu lijkt een hobbyblog als dit niet echt de juiste plek voor al de ze data (informatie kun je het al bijna niet meer noemen; het lijkt meer op ruwe data), maar het blijkt dat Arbokennis over mycotoxines tekort schiet.

Mycotoxinen veroorzaken ernstige problemen in voeding omdat kleine dosissen al een risico inhouden voor de volksgezondheid. Zo heeft recent het FAVV 53.000 ton met aflatoxine gecontamineerde maïs geblokkeerd zodat de norm van 0,05 part pro billion voor aflatoxines in latere melk niet overschreden kan worden. Aflatoxine is afkomstig van Aspergillus schimmels maar ook andere schimmels zoals Fusarium zijn produceerders van risicomycotoxinen in graan(producten). De toelaatbare dagelijkse innamedosis van de belangrijke Fusarium-toxinen ligt tussen <0 b="" en="" g="" kg="" lichaamsgewicht.="">Voor enkele van deze toxinen kan de consumptie van 1 liter bier per dag overeen komen met de volledige toegelaten innamedosis per dag0>
. Daarbij komt nog dat “gemaskeerde” vormen van de mycotoxinen voorkomen die leiden tot een onderschatting van de effectieve hoeveelheid mycotoxinen in levensmiddelen. In bier zijn de mycotoxinen en hun gemaskeerde vormen een risico voor zowel de voedselveiligheid als de volksgezondheid. In het fermenterend wort zijn de mycotoxinen bovendien toxisch voor de gist. Dit kan de oorzaak zijn van een onvolledige fermentatie met economische verliezen tot gevolg. De grootste uitdaging voor mouterijen en brouwerijen vandaag is dan ook mout en bier produceren met een zo laag mogelijk gehalte aan mycotoxinen en hun gemaskeerde vormen (http://expertise.hogent.be//nl/projects/impact-van-processing-van-graan-tot-diverse-bieren-op-gemaskeerde-fusarium-mycotoxinen(a388dd69-c2af-441d-9416-874e47ba7fd8).html).

Overigens zou het ook Amerikaans traangas kunnen zijn of honing/pollen (http://en.wikipedia.org/wiki/Yellow_rain)

Het lijkt allemaal erg ver van het bed van een hobbybrouwer en ook alsof het niet aan de orde is in onze goed georganiseerde moderne Westerse maatschappij, maar:
De goede maïsoogst [van 2014] wordt ....gekenmerkt door verhoogde gehaltes aan mycotoxines.
....De uitstekende groeicyclus van maïs heeft ervoor gezorgd dat er in 2014 uitzonderlijke opbrengsten werden behaald. Maar in vergelijking met de voorgaande jaren tonen de analyseresultaten hogere contaminaties van DON en ZEA aan, wat de sector toeschrijft aan het vochtige en warme weer tijdens de bloeiperiode. Ook al werden er geen overschrijdingen van de indicatieve richtwaarden vastgesteld op niveau van voedermiddelen, roept de sector op tot voorzichtigheid (http://melkveebedrijf.be/opgelet-voor-verhoogde-mycotoxinegehaltes-in-mais/). Tegelijk is te lezen: ...[uit] doelgerichte monitoring ...naar de aanwezigheid van mycotoxinen in granen onmiddellijk na de oogst. Blijkt dat het mycotoxinegehalte in de graanoogst ook in 2014 laag ligt (http://melkveebedrijf.be/mycotoxinegehalte-graanoogst-opnieuw-laag/).

Uit de resultaten blijkt dat in 117 van de 246 stalen minstens één mycotoxine werd teruggevonden (boven de detectielimiet) en gekwantificeerd, wat overeenkomt met 48 procent van de geanalyseerde stalen. Voor deoxynivalenol (DON) bedroeg de hoogste waarde 3.280 ppb (voedertarwe), terwijl de richtwaarde op 8.000 ppb werd vastgelegd. 94 procent van de stalen lag beneden de detectielimiet voor zearalenon (ZEA). Voor Aflatoxine B1, Fumonisine B1 en B2 liggen de waarden steeds onder de detectielimiet en dit geldt eveneens voor 91 procent van de resultaten bij ochratoxine A (OTA). Voor de som van T-2 en HT-2 bedraagt de maximale waarde 604 ppb (haver met afkomst België), terwijl de indicatieve waarde voor graanproducten voor diervoeders en mengvoeders 500 ppb bedraagt met als uitzondering 1.000 ppb voor haver (http://melkveebedrijf.be/mycotoxinegehalte-graanoogst-opnieuw-laag/).

Ook in 2013 was er aandacht voor mycotoxinen in bier: Hidden mycotoxins in beer, malt and cereal products: Take an example: barley is used for beer brewing. During the brewing process, the mycotoxin content apparently decreases because the masked poison is not detected by the analysis. Nevertheless, the masked mycotoxin still has a toxic effect because it becomes unmasked again in the intestinal tract; that is, it is released. This is what BAM’s cooperation partner, the Austrian Department for Agrobiotechnology IFA-Tulln, has found. The body can then absorb it in the unmasked form. "The poison is still there, it just looks different", is how BAM food chemist Maul explains the problem with masked mycotoxins (www.bam.de/en/aktuell/presse/pressemitteilungen/pm_2013/pm02_2013.htm). Zie Germination induces the glucosylation of the Fusarium mycotoxin deoxynivalenol in various grains (Ronald Maula, Christian Müllerb, Stephanie Rießa, Matthias Kocha, Frank-Jürgen Methnerb, Nehls Irenea, Food Chemistry Volume 131, Issue 1, 1 March 2012, Pages 274–279): In food, the mycotoxin deoxynivalenol (DON) often occurs in conjunction with its 3-β-d-glucopyranoside (D3G). The transformation of DON to D3G through glucosylation is catalysed by plant enzymes, however, the exact circumstances are not well understood. In order to investigate the role of enzymatic glucosylation in germinating grains, DON treated kernels were steeped and germinated under laboratory conditions. Furthermore, the effect of malting on the DON content of the contaminated barley was investigated. In all cases, DON and its derivatives were quantified by HPLC-MS/MS before, during and after the experiments. Amongst the six tested cereals; wheat, rye, barley, spelt, and millet transformed DON to D3G during germination whilst the oats were inactive. For wheat, barley, and spelt the initial DON content was reduced by 50%, with the loss being almost entirely accounted for by D3G formation. As D3G might be cleaved during digestion, the elevated D3G concentration may obscure the toxicologically relevant DON content in processed food and beer. The germination process has a major influence on the “masking” of DON, leading to high quantities of D3G that may be missed in common mycotoxin analyses (www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0308814611012295).

Mycotoxins, from the Greek "mukes" referring to fungi or slime molds and toxin from the Latin "toxicum" referencing a poison for arrows, have earned their reputation for being potentially deleterious to the health and well being of a consuming organism, whether it be animal or human. Unfortunately, mycotoxins are a ubiquitous factor in the natural life cycle of food producing plants. As such, control of the potential impact of mycotoxins on food safety relies heavily upon accurate analysis and surveys followed by commodity segregation and restricted use or decontamination through processing (Mycotoxins and Food Safety: [proceedings of the American Chemical Society ... (Jonathan W. DeVries, Mary W. Trucksess, Lauren S. Jackson, Springer Science & Business Media, 31 mrt. 2002 - 295 pagina's). Op  blz 218 gaat het boek in op fusarium in gerst in relatie tot bier. Fusarium Head Blight (FHB) of scab, trichothecenes mycotoxinen zoals: deoxynivalenol (DON oftewel vomitoxin), nivalenol (NIV), T-2, HT-2, diacetoxyscirpenol (DAS) en zearalenone (ZEN). Deze kunnen worden aangetroffen in een gehalte aan ppm's in bier.

Determination of aflatoxins in beer (J AOAC Int. 1997 Nov-Dec;80(6):1229-34.): Aflatoxins B1, B2, G1, and G2 were determined at parts-per-trillion levels in beer by immunoaffinity column cleanup and reversed-phase liquid chromatography (LC) with fluorescence detection after trifluoroacetic acid derivatization. Silanized vials were necessary for the evaporation step in order to obtain good recoveries of aflatoxins from spiked beer samples. Recoveries averaged 90-104%, 94%, 84-87%, and 89% for aflatoxins B1, B2, G1, and G2, respectively, at levels of 9.7-133 ng B1, 46 ng B2, 35-140 ng G1, and 41 ng G2/L. Detection limits were 19-20 ng/L for aflatoxins B1 and G1 and 15-16 ng/L for aflatoxins B2 and G2 (signal-to-noise ratio = 3:1) obtained by using an excitation wavelength of 360 nm; at 340 nm these detection limits were lowered to about 2 ng/L. Analysis of 24 beer samples, the majority from the United States and Mexico, showed natural contamination of one sample of Mexican beer at 49 ng B1/L when determined at 360 nm excitation, but reanalysis of 23 of the samples using 340 nm excitation indicated that an additional 4 Mexican samples and one Brazilian sample contained aflatoxin B1 at low levels (< 10 ng/L).

Survey of aflatoxins in beer sold in Canada (Food Addit Contam. 2005 Dec;22(12):1252-7.): Between March 1998 and March 2002, 304 samples of domestic (Canadian) and imported beers from 36 countries were picked up for the determination of aflatoxins B1, B2, G1 and G2. Twelve samples were positive with aflatoxins greater than the limit of quantitation (LOQ) (aflatoxin B1, 4.4 ng l(-1); aflatoxin B2, 3.4 ng l(-1); aflatoxin G1, 11.2 ng l(-1); and aflatoxin G2, 6.2 ng l(-1)). Five samples from Mexico, two samples from Spain and one from Portugal contained aflatoxin B1. Four samples from India contained aflatoxins B1 and B2.

Mycotoxins are frequent contaminants of grains, and breweries need, therefore, to pay close attention to the risk of contamination in beer made from such grains as barley and corn. The fate of 14 types of mycotoxin (aflatoxins, fumonisins, ochratoxin A, patulin, trichothecenes, and zearalenone) during beer brewing was investigated in Biosci Biotechnol Biochem. 2013;77(7):1410-5. Epub 2013 Jul 7.
Fate of mycotoxins during beer brewing and fermentation Inoue T1, Nagatomi Y, Uyama A, Mochizuki N. (www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23832360,
www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1271/bbb.130027). Zie ook Analysis of multiple mycotoxins in beer employing (ultra)-high-resolution mass spectrometry (2010).

Malt artificially spiked with each mycotoxin was put through the mashing, filtration, boiling and fermentation processes involved in brewing. After brewing, the levels of aflatoxins, ochratoxin A, patulin, and zearalenone were found to have decreased to less than 20% of their initial concentration. They had been adsorbed mainly to the spent grain and removed from the unhopped wort. Additionally, as zearalenone was known, patulin was metabolized to the less toxic compound during the fermentation process. The risk of carry-over to beer was therefore reduced for half of the mycotoxins studied (www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23832360,
www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1271/bbb.130027).

Along with food safety issues due to mycotoxins, the effects of Fusarium infections on malt and beer quality can be disastrous. While some of the Fusarium head blight mycotoxins, such as DON, present in infected barley may be lost during steeping, the Fusarium mold is still capable of growth and mycotoxin production during steeping, germination and kilning. Therefore, detoxification of grain before malting may not be practical unless further growth of the mold is also prevented. Methods for reducing the amount of mold growth during malting are needed. Physical, chemical and biological methods exist for inhibiting mold growth in grain. Irradiation is a promising means for preventing Fusarium growth during malting, but its effects on malt quality and mycotoxin production in surviving mold need to be evaluated in more detail. Chemical treatments such as ozonation, which do not leave chemical residues in beer, also appear to be promising. Although biological control methods may be desirable, the effects of these inhibitors on malt and beer quality require further investigation (Mycotoxins and fermentation--beer production.
Wolf-Hall CE1, Schwarz PB. Adv Exp Med Biol. 2002;504:217-26,  www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11922090).

Het blijkt dat er wel eens mycotoxinen, overgedragen vanuit graan, rijst of mais in commercieel bier is aangetroffen (zie Biosci Biotechnol Biochem. 2013;77(7):1410-5. Epub 2013 Jul 7.
Fate of mycotoxins during beer brewing and fermentation Inoue T1, Nagatomi Y, Uyama A, Mochizuki N. (www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23832360,
www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1271/bbb.130027).

"In a survey of six studies on mycotoxin contamination in beers worldwide (the studies covered 327 commercial beers from the United States, Canada, and Europe), DON was typically absent from the beers analyzed, suggesting that either FHB was not present at all in the malt or that the malting industry was effective in its screening for the disease. The highest level of DON reported was ... in a German wheat beer..." (http://www.homebrewtalk.com/f36/what-facts-mycotoxins-386459/)



Hoogleraar agrarisch recht Willem Bruil staat bekend om zijn scherpe analyses.
Door het gebruik van Servische mais is aflatoxine in melk terecht gekomen. Wat mij opviel was dat deze kankerverwekkende stof best in de melk mag zitten, alleen niet te veel. .... In melk mag nog veel meer zitten: lood, dioxinen en pcb's, jodium, restanten van bestrijdingsmiddelen en antibiotica en weet ik wat niet allemaal.
Natuurlijk zijn daar maximum gehaltes, zogeheten mrl's, voor vastgesteld. Wij vallen daarom niet onmiddellijk dood neer na het drinken van een glas melk. Maar toch: het zit erin.
Mij bekruipt wel eens de gedachte dat wij zo langzamerhand veel te veel weten. En we blijven de onderzoeken maar verfijnen en uitbreiden en dus ook de hygiënecodes, monsterprotocollen, regelgeving. We komen dus nog steeds meer te weten en er zullen dus ook steeds vaker voedselschandalen voorkomen. Vroeger zat er ook allemaal rotzooi in ons voedsel, maar we wisten het niet....Voedsel is dus eigenlijk niet zo gezond. Maar als we er dan toch een keer aan dood gaan, dan maar zo lekker mogelijk. Laat al dat onderzoek zich eens daarop richten: wat is lekker?
Ik ben zelf al met de eerste research begonnen. Op grond daarvan heb ik besloten om de melk te laten staan. Niet zo lekker. Ik drink liever bier. En dan Duits bier, 'gebraut nach dem Deutschen Reinheitsgebot'. Dat klinkt buitengewoon vertrouwwekkend, vooral als het door Duitsers wordt gebezigd. Misschien mag er in bier ook wel aflatoxine, lood, jodium of dioxine zitten. Ik heb dat niet onderzocht. Ik wil het niet weten (www.boerderij.nl/Home/Blogs/2013/3/Aflatoxine-1194296W/).

Sorry meneer Bruil, maar nu heb ik het toch uitgezocht....Misschien vanavond er eentje te veel op drinken, om het weer te vergeten?

It's important to remember that one of the reasons we have beer today (one of the oldest beverages in existence) is because it was made to be drunk in places where drinking the WATER was deadly....By boiling the wort, adding hops (which is an antiseptic), changing the ph, and pitching yeast, you killed of any microorganism that good be harmful.....in fact the third runnings of the brewing process was fermented at an extremely low gravit 1-2% ABV, and it was called "table beer" or "Kid's Beer" this is the stuff that people drank with meals...it was their water replacement, like Iced tea or soda pop...because again the fermentation process insured thatit was safer than the water (www.homebrewtalk.com/f14/dangers-homebrewing-124653/).

Can you get a PATHOGEN from beer. No. NO *NO* Did I make that clear? You have a ZERO chance of pathogens in beer, wine, distilled beverages. PERIOD!
Pathogens are described as organisms that are harmful and potentially life threatening to humans. These are some 1400+ known species overall encompasing viruses, bacteria, fungi, protozoa, and helminths. Of that group, we are only interested in those that can be foodborne. Quite simply, if it can't survive in food, it isn't in beer. That knocks out all but bacteria and fungi. Viruses need very specific circumstances to be passed around... like on the lip of a glass or bottle, not the beer in it. **Ahhh...CHOOO!**
Pathogens as a rule are very fastidious beasts. Meaning that they want very specific temperatures, acidity, nutrients and other conditions to thrive.
Bacteria that *could* live in wort, cannot survive even a little bit of fermentation. There are several reasons for this. One is in the 'magic' of hops. It is the isomerized alpha acids that provide a preservative effect to the beer, which happens to inhibit pathogens! Good deal for fresh wort!
Another reason is the drop in pH from fermentation. Next, yeast emit their own enzymes and byproducts, all in an effort to make the environment hostile to other creatures. The major one is alcohol, of course, but their enzymes will break down less vigorous organisms and they become sources of trace nutrition. Now the latter is very minor compared to the effect of alcohol, but it exists! Most of the time these enzymes work on the wort, not organisms until late in the process. Good deal for beer! ...uh, wine too.
Oh, Botulism specifically... did you know that this is an anaerobic pathogen? It's toxin is one of the few that is broken down by boiling. Did you know tht it is strongly inhibited by isomerized alpha acids, even in water? Since fresh wort has a healthy amount of oxygen in it, the beastie cannot even get started, then once the O2 is used up, it doesn't have a chance against the hops or the yeast.
All that is left are a handful of acid producing bacteria that'll ruin a batch of beer. Overall, there are less than 200 organisms that can survive in beer and lend flavor effects. None of these for very long, or very often. Lambic being the sole exception, and if pathogens *could* survive, that'd be the style where you find 'em ((www.homebrewtalk.com/f14/dangers-homebrewing-124653/).).


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692