Factor 4 is een boek dat ik op school heb gehad: Factor Four: Doubling Wealth, Halving Resource Use - A Report to the Club of Rome (Ernst U.von Weizsacker 1998) (zie Amazon)
The theme of the book is getting more for less, with the assertion, with copious examples, that the knowledge, technologies and in many cases commercial experience exist to double outcomes while halving resource use across a very wide range of economic activity. Further, these gains are often available very inexpensively and have the potential to yield large increases in profitability as well as in useful outcomes. The report gives examples and then goes on to discuss how to bring about useful change.
A major theme is that the conventional wisdom of both engineering and economics currently work against achieving material and energy productivity, but do not need to do so. There is an underlying theme of the need to change economic incentives and measures within the market system, which goes back at least to Hawken's 1993 The Ecology of Commerce.
The thrust of the book is to demonstrate:
* that, for historical and other reasons the capitalist world is extremely wasteful of resources, particularly materials, energy and transport (effectively another manifestation of energy use), despite the fact that technologies and good examples exist which can lead to dramatic reductions.
(zie Amazon)
Factor Four: Doubling Wealth, Halving Resource Use is a report from the Club of Rome, written by Ernst von Weizsacker, Amory Lovins and Hunter Lovins, that looks at how future growth can be made sustainable through resource efficiency.
The book argues that since the industrial revolution, progress has involved increasing labour productivity and used yet more resources. It sets out a way that progress can continue by extracting at least four times as much wealth from the resource we use. The authors describe the process laid out as doing more with less, and a way of boosting sustainability.
The Club of Rome published the Limits to Growth in the 1970s, demonstrating the environmental impact of human activity and the potential consequences. Following on from this, Factor Four sets out a solution. It contains examples of how we can use efficiency while profiting with a wealth of examples, from food and water to transport and energy.
Following this path, the book argues the rewards of such productivity can also create more equality, because the benefits would be shared. The depth of research that went into producing the book is evident, with some surprising statistics, and the focus on solutions, rather than problems, makes for a rare optimistic perspective (http://blueandgreentomorrow.com/features/book-review-factor-four-club-of-rome-1998/).
Factor 4
The goal of being twice as productive with half the resources (materials and energy), leading to a factor 4 improvement in efficiency. Alternatively, practices which are just as productive with 1/4 of the resources or 4 times as effective with the same resources also count.
The concept was introduced in the 1998 book, Factor 4, written by L. Hunter Lovins and Amory Lovins of the Rocky Mountain Institute, and Ernst von Weizsäcker, founder of the Wuppertal Institute for Climate, Environment & Energy. The book explains how relatively easy it is for businesses to achieve these results with existing technologies. It has many examples of real-world projects that save money and reduce pollution simultaneously. Another way of phrasing the Factor 4 efficiency gain is that it reduces energy and materials usage by 75%.
While Factor Four is a common term representing a minimum four-fold increase, Factor Ten–ten times as much productivity from the same inputs (ranging to the same productivity with 1/10th the resources)–represents an even greater challenge. Factor Ten equates to a 90% decrease in resource usage (www.sustainabilitydictionary.com/factor-4/).
Factor 4 is ook een IPA van VandeStreek van 3,8% met de slogan:
smeer je in met Factor 4 Zomerse IPA.
Het bier open ik en ik ruik direct de hop. Mmmm, lekker. Als het flesje wat open staat schuimt het schuim er langzaam met een hoopje boven de hals uit. Als ik mijn glas bijna leeg heb landt er een vlieg in, zo'n dikke bromvlieg... Ook die vindt het blijkbaar lekker, want hij dobbert nu in het bodempje bier...
Het bier smaakt duidelijk dennenpine-hoppig. Met een warme schuimkraag in de mond. Het bier is niet zo hoppig als Nieuw-Zeelandse bieren die ik wel eens heb geproefd, Het is daarmee vergeleken wat mild en tam. Het bier is wel mooi in balans en duidelijk feller dan menig Nederlandse IPA, en dat voor 3,8%. Wie zegt dat een IPA zwaar moet zijn? Deze lichtgewicht toont aan dat met de helft minder grondstoffen je een dubbele opbrengst kan verkrijgen. Echt een factor 4!
Smeer je in met Factor 4!
Geplaatst op 2 augustus 2014 door Sander
In Nederland schijnt de zon nooit echt heel fel en voor harde werkers die toch al veel buiten zijn is factor 4 dan ook genoeg. Factor 4 is ons eerste zomerbier, een echte Session IPA. Met slechts 3,8% Alcohol (ah vandaar die 4 in de naam) een krachtige 60 IBU hopbitterheid én een overdosis aroma en koudhop een knaller om naar uit te kijken na een dag hard werken of tijdens een lange zit op een terras. De hoppen komen uit Nieuw Zeeland (Pacific Gem) en Amerika (Cascade, Amarillo) en zorgen voor een frisse, fruitige citrusachtige aromatische frisheid. Get it while it is fresh want op=op! (www.vandestreek-bier.nl/smeer-je-met-factor-4/)
Een nieuwe aanwinst in het Nederlands brouwlandschap is Brouwerij vandeStreek bier uit Utrecht. De twee broers Sander en Ronald van de Streek begonnen begin 2013 met professioneel brouwen en presenteerde hun eerste bieren tijdens het Utrechts Bierbrouwers Festival (http://bier.blog.nl/biernieuws/2013/05/20/nieuwe-utrechtse-brouwerij-vandestreek-bier).
VandeStreek Bier
Categorie: Brouwerijhuurder
Groep : Onafhankelijk
Opgericht: 2013
Jaarproduktie: 40 hl.
Eigenaar/directeur: Ronald en Sander van de Streek
Brouwmeester: Ronald en Sander van de Streek
Sander (1983) en Ronald van de Streek (1986) zijn twee enthousiaste broers uit Utrecht, die genieten van lekker bier. Sinds 2010 brouwden zij op kleine schaal. Sinds 2013 laten ze nu de rest van Nederland (en de wereld) kennis maken met hun bieren. Ze willen van bierdrinkers bierliefhebbers maken. Hun eerste bier was een fris hoppig tarwebier met de naam Broeders.
De brouwerij maakte aanvankelijk gebruik van de brouwfaciliteiten van Brouwerij De Leckere in De Meern en Brouwerij Sint Servattumus in Schijndel, maar de broers zijn voornemens om een eigen brouwinstallatie in gebruik te gaan nemen.
(www.cambrinus.nl/cambrinus/brouwerij/actieve-brouwerijen/vandestreek-bier.html)
De achtergrond van deze brouwerij ligt in de thuisbrouwerswereld. Al enkele jaren hebben de broers geëxperimenteerd en verschillende bierstijlen gebrouwen. Van pils, een weizen tot een Stout en IPA. Het zelfgebrouwen bier werd vervolgens verkocht waardoor zo via crowdfunding een startkapitaal bij elkaar werd verzameld (http://bier.blog.nl/biernieuws/2013/05/20/nieuwe-utrechtse-brouwerij-vandestreek-bier).
14 september 2014 - Lichttroebele zomers gele kleur met een frisse smaak. Hoppig, bitter, fris, die goed uitgesmeerd is over de 3,8%. Alle kenmerken van de IPA zijn aanwezig, maar zoals gezegd wel in een lichte factor. Van dit beer zal je niet gaan stuiteren door overdadig hop gebruik, maar zak je rustig weg in je strandstoel en vraag je jezelf af wat het ideale zomerbier is; belgisch witbier, duitse weizen of dan een lichte IPA? Ik ga voor het laatste. Proost! (www.znhr.nl/factor-4-ipa.html)
Dit bier is een bier van het biertype India Pale Ale (American) en wordt zoals hierboven beschreven op de markt gebracht door Van De Streek. Het bier wordt gebrouwen met/op de brouwinstallaties van Brouwerij de Leckere. Het bier heeft een alcoholpercentage van 3.8 % vol. en de advies inschenktemperatuur voor dit bier wordt niet genoemd op het etiket. Het bier komt uit een fles met kroonkurk en eenmaal uitgeschonken in het glas bevat het geen bezinksel in het glas. De kleur is tweeschijn geel en het bezit een citrusachtig, dennenachtig en grasachtig schuimkraag, die stabiel en ongelijkmatig is verdeelt en lang blijft hangen in het glas. Tevens is het schuim niet wand klevend. Na het inschenken is er in het glas veel koolzuuractiviteit te zien en bij het proeven komt er in de mond een prikkelend gevoel naar voren. Bij het openen van de fles valt gelijk de citrusachtige geur op. De andere geur die ook waarneembaar is, is een lichte moutachtige geur. De smaak van het bier is zoet en het bier heeft een hoppigbitter. De nasmaak heeft een citrusachtige boventoon en verder komt er een dennenachtig en grasachtig gevoel naar voren in de mond (Proefnotitie 29-09-2014 www.mjchermans.nl/bieren/bier.asp?name=7068).
Het bier verwijst duidelijk naar zonnebrandcrème met factor 4:
Zonnebrandmiddelen zijn speciaal gemaakt om zonnebrand te voorkomen. Ze bevatten UV-filters, waardoor minder UV-straling de huid bereikt. Een middel dat alle UV-straling filtert, bestaat echter niet.
Zelfs zonnebrandmiddelen die uiterst doeltreffend zijn en tegen zowel UV-A(Aging)-straling als UV-B(Burning)-straling beschermen, kunnen geen volledige bescherming bieden. Een zonnebrandmiddel moet dan ook gezien worden als een aanvullende maatregel, naast het dragen van beschermende kleding en het opzoeken van de schaduw tussen 12.00-15.000 uur.
De beschermingsfactor van een zonnebrandmiddel wordt aangegeven met SPF (Sun Protection Factor). De SPF moet zorgvuldig worden gekozen en is afhankelijk van je huidtype.
Iemand met een bleke huid, blond haar en blauwe ogen zal sneller in de zon verbranden dan iemand met een getinte huid en bruine ogen. Per SPF kun je met een normale huid 20 minuten veilig zonnen. Een SPF 12 is dus goed voor twaalf keer 20 minuten zonnen.
Het is overigens een fabeltje dat een hogere factor het bruin worden vertraagt. Een crème met een hogere factor voorkomt roodheid en verbranding, maar gaat het bruin worden niet tegen.
...
Naast het kiezen voor het juiste product, is er een belangrijke regel bij het zonnen: smeer royaal en regelmatig. Spring niet te zuinig met zonnebrandcrème om. Om de bescherming te krijgen die de zonnebrandcrème belooft te geven, moet de crème vrij dik op de huid worden aangebracht. Zuinig smeren geeft een veel lagere beschermingsfactor dan op de verpakking vermeld staat.
Precieze richtlijnen over hoeveelheden toe te passen crème zijn niet te geven, maar een 'hand vol' voor elke insmeerbeurt van de gehele huid is niet overdreven. Ook is het zaak de huid regelmatig opnieuw in te smeren.
Tien gouden regels voor het zonnen
In 1995 hebben vooraanstaande Nederlandse huidspecialisten en wetenschappers samen met de zonnebranche, de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF en vele andere deskundigen tien richtlijnen opgesteld:
Geniet van de zon, maar denk aan je huid.
Laat de huid voorzichtig wennen aan de zon en voorkom zonnebrand.
Zoek tussen 12.00-15.00 uur de schaduw op.
Draag in de volle zon bij voorkeur een petje of een zonnehoed en kleding.
Ga je lang de zon in? Smeer onbedekte huid dan goed in met een zonnebrandcrème.
Vraag bij de drogist of apotheek informatie over de juiste beschermingsfactor.
Volg gebruiksinstructies van zonneapparatuur nauwkeurig op.
Vraag in een zonnestudio om persoonlijk advies.
Ga uit de zon en zeker niet onder de zonnebank als je huid vreemd reageert met bijvoorbeeld uitslag, jeuk of snelle verbranding.
Raadpleeg zo nodig een arts.
Bij sommige huidaandoeningen helpt UV-straling, bij andere juist niet.
Vraag advies aan een huidarts. (www.gezondheidsnet.nl/zonnen/kies-de-juiste-zonbescherming).
Ondanks alle waarschuwingen voor de zon en alarmerende verhalen over huidkanker, is zon toch echt goed voor ons. Van alle vitamine D die we aanmaken, is 85% (!) afkomstig van de zon. Waar dermatologen vroeger waarschuwden tegen onbeschermd in de zon zitten, zeggen zij nu juist dat een kwartiertje per dag nodig is om onze vitamine D op peil te houden.
...
Hoewel mensen met een lichte huid sneller verbranden dan mensen met een donkere huid, moet iedereen zich insmeren om zich te beschermen tegen de zon. Je huid is wel beter beschermd tegen verbranding als je iets bruiner bent. Maar de zon blijft ook dan schadelijk (www.shotofjoy.nl/thema/fabel-of-feitfactor-50-is-hetzelfde-als-factor-10/).Als we een gemiddeld Nederlands huidtype nemen, dan zal de huid zonder bescherming na een minuut of twintig in de zon (rond het middaguur als de zon op haar hoogste punt staat), verbranden. Als je factor SPF (sun protection factor) 12 smeert, is je huid 12 x 20 minuten beschermd, 4 uur dus. Vroeger werd dat aangeduid met factor 4. Precies hetzelfde dus.
...
Onderzoek wijst uit dat we (met een gemiddelde Nederlands huidtype) maximaal SPF factor 15 nodig hebben, mits voldoende aangebracht en regelmatig herhaald. Er is simpelweg niet genoeg zon voor een SPF factor 30 (30 x 20 minuten) of SPF 50 (50 x 20 minuten) op de dag. Het gevaar van factor 50 is dat mensen overmoedig raken en langer in de zon liggen, terwijl ze misschien niet genoeg crème hebben aangebracht, of per ongeluk een plekje vergeten zijn (www.shotofjoy.nl/thema/fabel-of-feitfactor-50-is-hetzelfde-als-factor-10/).
Sun Protection Factor of beschermingsfactor, gewoonlijk afgekort tot SPF, is een maat voor de doeltreffendheid van zonnebrandcrèmes en -lotions bij het tegenhouden van UV-B-straling, die verantwoordelijk is voor het verbranden van de huid bij blootstelling aan zonlicht. De SPF-aanduiding heeft enkel betrekking op de doeltreffendheid van de ultravioletfilter in de zonnebrandcrème voor UV-B-straling, niet voor UV-A-straling.
SPF is een relatieve maat, die aangeeft hoeveel langer iemand die beschermd is mét zonnebrandcrème, in de zon kan blijven dan iemand zonder bescherming, vooraleer er zonnebrand optreedt. In de praktijk hangt de tijd die men in de zon kan verblijven zonder te verbranden niet alleen af van de SPF van de zonnebrandcrème, maar ook van andere factoren zoals het huidtype, de hoeveelheid zonnebrandcrème die men gebruikt, de activiteiten die men doet enzovoort.
In 2006 is er internationaal een uniforme meetmethode voor SPF afgesproken. Het is een in-vivomethode: op een stukje huid van een aantal vrijwilligers wordt zonnebrandcrème aangebracht, en onder een kunstmatige lichtbron wordt gemeten hoelang het duurt vooraleer die huid verbrandt. De methode wordt gebruikt in Europa, Japan en Zuid-Afrika; in de Verenigde Staten wordt een afwijkende methode gebruikt.
Zonnebrandcrèmes worden volgens hun SPF ingedeeld in verschillende klassen:
lage beschermingsfactor: SPF 6 tot 10
matige beschermingsfactor: SPF 15 tot 25
hoge beschermingsfactor: SPF 30 tot 50
zeer hoge beschermingsfactor: SPF 50+
In de Europese Unie mogen geen hogere beschermingsfactoren dan 50 op de producten aangeduid worden; in de plaats daarvan moet "50+" gebruikt worden. De reden is dat dergelijke hoge beschermingsfactoren de indruk wekken dat men met deze producten zeer lang in de zon mag blijven; maar dan verhoogt het risico op huidkanker door blootstelling aan UV-stralen (waarvoor ook UV-A-stralen verantwoordelijk zijn). De beschermingsfactor houdt daar geen rekening mee (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sun_Protection_Factor). Uit proeven (volgens mij o.a bij het Vlaamse TV-programma Volt) is gebleken dat mensen onderschatten hoeveel zonnebrand ze op moeten smeren, waardoor ze feitelijk te weinig opsmeren per cm2, waardoor ze dus minder beschermd zijn. Het is dus zaak je goed in te smeren. Er zijn daarvoor tal van middeltjes:
Als je fles zonnebrand in de zon ligt, veroudert de crème sneller en neemt de beschermende werking af. Je kan een tube het beste in een tas bewaren in het donker of in de schaduw leggen (www.shotofjoy.nl/thema/fabel-of-feitfactor-50-is-hetzelfde-als-factor-10/). Net zoals bier....