Quantcast
Channel: Rollende Bierton
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692

Frans bier deel V: Centre, Parijs en omgeving

$
0
0

Sinds dit jaar bestaat Frankrijk uit de volgende gebieden:
1. Nord-Pas-de-Calais Picardie, voorheen Nord-Pas-de-Calais en Picardie
2. Alsace Champagne-Ardenne Lorraine , voorheen Alsace, Lorraine en Champagne-Ardenne
3. Île-de-France blijft Île-de-France
4. Centre blijft Centre
5. Basse-Normandie Haute-Normandie, voorheen Basse-Normandie en Haute-Normandie
6. Bretagne blijft Bretagne
7. Pays de la Loire blijft Pays de la Loire
8. Aquitaine Limousin Poitou-Charentes, voorheen Aquitaine, Limousin en Poitou-Charentes
9. Languedoc-Roussillon Midi-Pyrénées, voorheen Midi-Pyrénées en Languedoc-Roussillon
10. Auvergne Rhône-Alpes, voorheen Auvergne en Rhône-Alpes
11. Provence-Alpes-Côte d'Azur blijft Provence-Alpes-Côte d'Azur
12. Corse blijft Corse
13. Bourgogne Franche-Comté, voorheen Bourgogne en Franche-Comté

Na de voorgaande berichten over Frankrijk. Nu :
- Centre, (Parijs en omgeving)

De nationale feestdag van Frankrijk wordt vandaag gevierd op 14 juli (Frans: quatorze juillet). Op deze dag wordt de bestorming van de Bastille-gevangenis gevierd, waarmee in 1789 de Franse Revolutie begon. Formeel is dit niet helemaal juist: men viert de eerste verjaardag van de bestorming van de Bastille, het feest van de Franse federatie. Dat was een patriottisch feest op 14 juli 1790 om de eenheid van Frankrijk te benadrukken. In 1880 werd de dag tot nationale feestdag verklaard. De vaderlandsliefde kon na het debacle van de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) immers wel een oppepper gebruiken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_nationale_feestdag).

Frankrijk en dan vooral Parijs wordt niet zo snel geassocieerd met bier maar voor bier enthousiastelingen zijn er wat lichtpuntje.Kronenbourg, Kronenbourg 1664 (je besteld “seize”) en Pelforth (Brun en Blonde) kun je moeiteloos in ieder café bestellen (www.parijsonline.nl/category/dossiers/biertje-drinken/).

Pelforth heeft ook een radlervariant, 
waarbij het lettertype al verraadt wie de eigenaar is...

Maar voor de liefhebbers van bijzonder bier wordt het steeds leuker in Parijs. Zo is er om te beginnen al enige tijd een Café / Brouwerij vlak achter Saint Sulpice aan de Rue des Canettes. O’Neill heeft een aantal bijzondere bieren van de tap die terplekke worden gebrouwen (www.parijsonline.nl/category/dossiers/biertje-drinken/).

Walking along a narrow street not far from the Pompidou Center (Beaubourg) I found La Cave a Bulles, which had a strategic location right across from the Belgian cultural institute. The gregarious and knowledgeable Simon Thillou opened the store on July 18th and he has hundreds of “artisanal” beers in stock, mostly from France but some from Belgium too. Simon said that 20 years ago there were only 20 beer producers in France but that today there are over 200. Sure, it’s not much compared to the number of microbreweries in the US, but it is still good growth.
La cave a bulles, 45 rue Quincampoix, 75004 Paris (www.drvino.com/2006/08/11/french-microbrews/)


Voordat we daar verder op in gaan, eerst een stukje cultuur en actualiteit:

Parijs is de hoofdstad van Frankrijk en staat sinds vorig jaar een beetje in de schaduw van het terrorisme.

Terrorisme (van het Latijnse terror, paniek) is het zonder wettige grond plegen van ernstig geweld, of ernstige dreiging daarmee, met een politiek of religieus doel. In de meeste opvattingen over wat terrorisme is, moet het om illegaal geweld gaan, doorgaans gekoppeld aan burgers als slachtoffers.
Er zijn veel definities in omloop die terrorisme vanuit verschillende perspectieven belichten.
Een oudere definitie komt uit de 24e druk van het Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal (1956): 'Het gedwee maken of demoraliseren van een regering of bevolking door daden van terreur'. Waarbij 'terreur' volgens hetzelfde handwoordenboek gelijkstaat aan 'schrikbewind'.
Van Dale XIV (2005) definieert terrorisme als: (het plegen van) gewelddaden (individuele of collectieve aanslagen, gijzelingen, verwoestingen) ter demoralisering van de bevolking om een politiek doel te bereiken.
In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht geeft artikel 83 de definitie van een terroristisch misdrijf: sommige misdrijven vallen hier zonder meer onder, sommige andere indien ze worden gepleegd met een terroristisch oogmerk. Artikel 83a geeft de definitie van een terroristisch oogmerk: Onder terroristisch oogmerk wordt verstaan het oogmerk om de bevolking of een deel der bevolking van een land ernstige vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen. Bij diverse misdrijven geldt in geval van een terroristisch oogmerk een hogere maximumstraf.
De Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) omschrijft terrorisme als: Terrorisme is het plegen van of dreigen met op mensenlevens gericht geweld, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. In de definitie van de AIVD staat dat het geweld op mensenlevens gericht moet zijn om terrorisme te kunnen onderscheiden van 'politiek gewelddadig activisme' waarbij het gebruikte geweld niet doelbewust tegen mensenlevens is gericht of nadrukkelijk incalculeert dat bij acties mensenlevens te betreuren zullen zijn. Dit is een onderscheid dat niet altijd wordt gemaakt.
De Nationaal coördinator terrorismebestrijding (NCTb) omschrijft terrorisme als: "Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij-ontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden." Anders dan de AIVD spreekt de NCTb dus van ideologische motieven en hoeft het geweld niet per se op mensenlevens gericht te zijn, 'maatschappij-ontwrichtende schade' is ook terrorisme, aldus de NCTb.
Een commissie van de Verenigde Naties definieerde terrorisme als: "Het onrechtmatig en intentioneel veroorzaken van dood of lichamelijke verwondingen of ernstige schade aan eigendom wanneer het doel van het gedrag, door zijn aard of context, het intimideren van een bevolking is, of het dwingen van een overheid of een internationale organisatie om bepaalde handelingen te stellen of ervan af te zien." Problemen zijn evenwel gerezen over de toepasselijkheid van deze definitie op de militaire troepen van een Staat en op bevrijdingsbewegingen. Daarom is deze definitie niet door alle landen geaccepteerd en de onenigheid hierover draagt in hoge mate bij aan het feit dat er tot op heden geen antiterrorisme-verdrag is gesloten.
Men is het er wel algemeen over eens dat terrorisme per definitie niet geld-gerelateerd is, dat wil zeggen: het doel is niet om zelf materieel rijker te worden (de meeste misdaad heeft namelijk dit als doel). Soms worden wel bijkomende misdaden gepleegd om aan geld te raken, maar dan wel met de bedoeling het voor terroristische (dus niet-geldgerelateerde) doeleinden te gebruiken.
Een probleem bij het gebruik van de term 'terrorisme' ontstaat vaak bij politieke vrijheidsstrijd. Zo pleegden Joden in het toenmalige Brits Mandaat Palestina moordaanslagen, die echter in de geschiedenis van het latere Israël niet als terrorisme gekenschetst worden. Een berucht voorbeeld is de bomaanslag op het koning David-hotel in Jeruzalem, met zeer veel slachtoffers. Ook de moordaanslagen door Nederlanders gepleegd op bijvoorbeeld nazi's in Nederland, tijdens de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld de aanslag op de beruchte SS-er Hanns Albin Rauter bij Woeste Hoeve, gelden over het algemeen niet als terrorisme, hoewel zij voldoen aan alle punten van de bovenstaande definities. Daarnaast is er het probleem van 'staatsterrorisme': terreurdaden gepleegd door een staat, zoals in nazi-Duitsland (beschreven in onder meer het boek 'De SS-staat' van Kogon) (https://nl.wikipedia.org/wiki/Terrorisme).

Een ander voorbeeld van staatsterrorisme vinden we in Frankrijk:

De Terreur (Frans: la Terreur, letterlijk vertaald "Schrikbewind", met een hoofdletter), is een concept dat door historici gebruikt wordt om twee periodes in de Franse Revolutie aan te duiden waarin Frankrijk werd geregeerd door een uitzonderlijke uitvoerende macht die berustte op kracht, illegaliteit en repressie. De datering en definitie ervan blijven onzeker. Toch kan men twee fases onderscheiden in de Terreur:
De eerste periode gaat van de afzetting van de koning op 10 augustus 1792 (zie Bestorming van de Tuilerieën) tot de uitroeping van de Franse Republiek op 21 september 1792 (zie Proclamatie van de afschaffing van de monarchie). In deze periode werd de instelling gecreëerd die de politiek van de Terreur zou aanwenden: een tribunal criminel extraordinaire werd op 17 augustus 1792 ingesteld, maar haar gebrek aan ijver om de royalisten, die het volk irriteerden, te straffen, leidde tot de Septembermoorden in de gevangenissen.
De tweede periode gaat van de eliminatie van de girondijnse afgevaardigden op 2 juni 1793 tot de arrestatie van Robespierre op 27 juli 1794 (zie Thermidoriaanse Reactie). Deze tweede periode staat ook wel bekend als de Terreur rouge (Rode Terreur).
Tussen de zomer van 1793 en de lente van 1794 bereikt de verzwakking van de staat, begonnen in 1789-'90, haar hoogtepunt, die al het geweld en opbod toeliet; het Comité de salut public, gebonden aan de persoon van Robespierre, wordt geconfronteerd met concurrentie van het Comité de sûreté générale, dat de politie leidde, en van de Commune van Parijs, die sinds 10 augustus 1792 de militaire macht had en gelieerd is met de sansculottes, die in feite het ministerie van Oorlog controleerden. Het is pas in maart 1794 dat men met een versterking van de staat begint onder leiding van het Comité de salut public. De Terreur wordt onder druk van de radicaalste revolutionairen ingesteld door de revolutionaire regering; meerdere vrijheden worden opgeschort en een politiek van strijd tegen de interne en externe gevaren, die de Republiek bedreigen, treedt in werking. De opvallendste personages van de Terreur, ook wel 'terroristen' genoemd, zijn in het bijzonder Robespierre, Saint-Just, Couthon, Collot d'Herbois, Fouché en Billaud-Varenne. De periode wordt eveneens gekenmerkt door pogingen tot economische, sociale en culturele hervormingen. Naar schatting verloren ruim 40.000 of 55.000 mensen hun leven ten gevolge van de Terreur (https://nl.wikipedia.org/wiki/Terreur_(Franse_Revolutie)).

De wet van de 22ste Prairial van het jaar II (10 juni 1794) is een wet aangenomen in de Nationale Conventie en in Frankrijk bekend als La loi de la grande terreur (De wet van de grote ontzetting). Onder deze wet werd het mogelijk dat mensen onder de guillotine terecht kwamen vanwege een uitspraak als De natie kan me geen reet schelen; vanwege het maken van zure wijn, vanwege het omzagen van een vrijheidsboom of gewoon onder de noemer diverse samenzweringen.
De wet was ingediend door Georges Auguste Couthon en werd gesteund door Maximilien Robespierre en hield onder andere in dat vervolging, arrestatie en procesvoering door het Comité de salut public van verdachten die voor het Revolutionair Tribunaal moesten verschijnen op verontrustende wijze werd vereenvoudigd. De bevoegdheden van het Revolutionair Tribunaal werden uitgebreid, de mogelijkheden van de verdachten voor hun verdediging werd beperkt. Er werd bepaald, dat er bij ieder proces slechts twee mogelijke uitspraken waren: vrijspraak of de guillotine. De wet moedigde burgers tot spionage, waardoor er een sinistere sfeer in Frankrijk ontstond:
Iedere burger is gemachtigd samenzweerders en contrarevolutionairen te arresteren en bij de magistraten aan te brengen. Burgers zijn verplicht hen (samenzweerders en contrarevolutionairen) aan te geven, zodra zij op de hoogte zijn van hun contrarevolutionaire gezindheid en/of activiteiten.
Deze wet gaf aanleiding tot de bloedigste, laatste fase van de terreur, die anderhalve maand later op 9 Thermidor II eindigde met de val van Robespierre (https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_de_22ste_Prairial).

Maximilien-Marie-Isidore de Robespierre (Arras, 6 mei 1758 - Parijs, 28 juli 1794 of de 10e Thermidor van het jaar II) was een Frans advocaat en staatsman tijdens de Franse Revolutie. Hij trad op de voorgrond tijdens het Schrikbewind en was verantwoordelijk voor een groot aantal arrestaties en slachtoffers van de guillotine. Robespierre stond bekend vanwege zijn koele of kille ontvangsten en zijn sobere levenswijze in een achterhuis. In tegenstelling tot Marat en Danton was Robespierre wel steeds verzorgd, goed gekleed en gekapt. Robespierre kreeg de bijnaam "l'Incorruptible" (= "de Onomkoopbare") vanwege zijn onwankelbare beginselen. Robespierre was een strakke denker, logisch en consequent, met een groot gevoel van eigenwaarde. Mirabeau, een der revolutionaire leiders van het eerste uur, had al in 1789 over Robespierre gezegd: "Deze man is gevaarlijk, want hij gelooft in alles wat hij zegt". Nadat Frankrijk in de zomer van 1793 tijdens de opstand in de Vendée uiteen dreigde te vallen, werd de republiek aan het einde van dat jaar op straffe wijze ("één en ondeelbaar") sterk gecentraliseerd. Robespierre stuurde de voorlopers van het communisme en de girondijnen naar de guillotine. Hij heeft de mogelijkheid tot een contrarevolutie zodoende een jaar uitgesteld. Robespierre was deïst en pleitte na een golf van atheïsme in Frankrijk eind 1793 voor godsdienstvrijheid. Ook zijn standpunt inzake algemeen kiesrecht voor mannen, een progressief belastingstelsel en afschaffing van slavernij waren gebaseerd op de beginselen van volmaakte gerechtigheid en gelijkheid (https://nl.wikipedia.org/wiki/Maximilien_de_Robespierre).

Bij een terreuraanslag op het hoofdkantoor van het satirische blad Charlie Hebdo begin 2015 zijn in Parijs 12 doden gevallen. Verder zijn er mensen gewond geraakt van wie er 4 slecht aan toe zijn (http://nos.nl/artikel/2012108-bloedige-terreuraanslag-op-satirisch-blad-in-parijs.html).

De aanslag op Charlie Hebdo was een aanslag op 7 januari 2015 op het hoofdkantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo in de rue Nicolas Appert in het 11e arrondissement van Parijs. De aanslag werd opgeëist door Al Qaida op het Arabisch Schiereiland....De daders waren de Frans-Algerijnse gebroeders Chérif Kouachi (32 jaar) en Saïd Kouachi (34 jaar), beiden geboren in Parijs. Het was de dodelijkste aanslag tot dan toe in Frankrijk sinds de Algerijnse Oorlog (https://nl.wikipedia.org/wiki/Aanslag_op_Charlie_Hebdo).


In november waren er weer terroristische aanslagen:
Aanslagen Parijs: meer dan 100 doden, 8 terroristen omgekomen
De aanslagen in Parijs van november 2015 omvatten een zestal terroristische aanslagen in de avond en nacht van 13 november 2015. Vijf aanslagen vonden plaats in het 10e en 11e arrondissement van de Franse hoofdstad, een zesde aanslag werd gepleegd in de voorstad Saint-Denis. In Frankrijk werd de noodtoestand en drie dagen van nationale rouw afgekondigd.
Tijdens de aanslagen vielen 129 doden en meer dan 350 gewonden van wie er daags na de aanslagen nog veel in kritieke toestand verkeerden. Eén zwaargewond slachtoffer overleed een week later, waardoor het totale aantal dodelijke slachtoffers op 130 uitkwam. Er waren acht aanslagplegers: zes kwamen om door eigen toedoen, een zevende door een politiekogel en een achtste vluchtte. De aanslagen zijn opgeëist door terreurbeweging Islamitische Staat (https://nl.wikipedia.org/wiki/Aanslagen_in_Parijs_van_november_2015).



Charlie Hebdo reageert: ‘Zij hebben de wapens, schijt aan hen, wij hebben champagne’
(www.standaard.be/cnt/dmf20151117_01975006)\




Maar goed, genoeg over terrorisme en sarcasme.... Laten we het cultuur noemen, maar terug naar Parijs. Parijs staat bekend als de stand van de liefde...



Parijs voor sommige mensen gewoon de hoofdstad van Frankrijk, een stad met mooie lichtjes en leuke shops, de stad die nooit slaapt, de stad van de mode of voor anderen de Stad van de Liefde. Een benaming die je zeker vaak leest, maar waarom wordt Parijs nu de stad van de liefde genoemd en niet Amsterdam of Londen? Zij hebben ieder ook hun kwaliteiten met mooie grachtenpanden of de Big Ben. Historische gebouwen, musea en leuke boetieks volop. Maar waarom dan speciaal Parijs, de stad van de liefde.
Parijs stond bekend als een stad waar veel te beleven was. Met name in de negentiende eeuw gingen rijke mannen naar Parijs om ondeugend te zijn. Zij bezochten dan shows met schaars geklede dames en vaak hadden ze naast hun eigen vrouw ook nog een minnares. Parijs is ook de stad waar de jonggehuwden als eerste heen reisden als ze net waren getrouwd. Dit was heel erg speciaal, want men reisde in die tijd nog niet de wereld over, zoals we nu bijvoorbeeld wel doen.
...
Daarnaast zijn er heel erg veel bezienswaardigheden in Parijs, gegarandeerd een paar leuke sights als je door de stad slentert. Naast de Eijffeltoren is er ook nog de Arc de Triomph, Notre-Dame, Sacre Coeur om maar een paar te noemen.
Daarnaast zijn er ontzettend veel parkjes waar je een wandeling door kan maken of gewoon in het gras kan liggen. Boottochtjes over de Seine zijn ook zeer populair, hierdoor zie je Parijs eens van een andere kant (https://ikhadyleaf.wordpress.com/2012/02/29/parijs-de-stad-van-de-liefde/).

Parijs stond bekend als een grote stad met veel vertier. Met name in de negentiende eeuw gingen rijke mensen (mannen) heel graag hier naar toe om ondeugend te zijn. Zij bezochten de shows met schaarsgekleedde danseressen en hadden soms een minnares. Parijs is ook een van de eerste steden waar jongegehuwden naar toe gingen op huwelijksreis. Dat was in de tijd dat wij nog niet de hele wereld over reisden (www.willemwever.nl/vraag_antwoord/geschiedenis/waarom-zeggen-ze-altijd-dat-parijs-de-stad-van-liefde).

Paris, c’est l’amour… Een stad met romantische plekjes, idyllische pleinen, bruggen waar de liefde wordt bezegeld en muren vol liefdevolle uitspraken... Ontdek de stad van de liefde en laat u inspireren! ...Parijs staat bekend als de stad van de liefde... "Paris c'est l'amour" is een gevleugelde uitspraak. Maar waar komt die verbondenheid van Parijs met de liefde nu eigenlijk vandaan…? Wij zochten het voor u uit. Het verhaal gaat terug naar de 19e eeuw, de tijd waarin rijke mensen – vooral mannen – graag naar Parijs gingen om “ondeugend” te zijn…. Zij bezochten de shows met schaars geklede danseressen en hadden in veel gevallen ook een Parijse maîtresse of minnares. Parijs betekende voor deze mannen "liefde" en hier is volgens Wikipedia de basis gelegd voor de bekende uitspraak: “Paris, c’est l’amour”…. Nog altijd zijn er in Parijs tal van nachtclubs te vinden waar schaars geklede danseressen het publiek proberen te verleiden. De bekendste is ongetwijfeld de Moulin Rouge. Wie weet wilt u een show bijwonen. Zo niet, dan is een romantische wandeling door de sfeervol verlichte straten van Montmartre ook zeker een aanrader. Slenter arm in arm langs de vele clubs, gezellige cafés en sfeervolle restaurants. Of ga op zoek naar de 7th Bar op het dak van het Terrass Hotel. Van hieruit heeft u een fantastisch uitzicht over Parijs. ....Echte romantiek vond u tot voor kort bij de liefdesbrug, de Pont des Arts. De brug hing vol met liefdesslotjes, net zoals de Pont l’Archevêché nabij de Notre-Dame. Hier ziet, voelt en proeft u de echt romantiek... Tientallen jaren hingen bezegelden verliefde stellen een "liefdesslotje” aan de Pont des Arts en gooiden vervolgens de sleutel in de Seine. Als gevolg van al die sloten werd de brug zo zwaar, dat deze letterlijk onder de liefde bedolven is... Begin juni 2015 zijn daarom alle liefdesslotjes van de Pont des Arts verwijderd (www.peterlanghout.nl/inspiratie/romantisch-valentijn-weekend-parijs).

De hangsloten zijn over bekend. Op de Pont des Arts (of eigenlijk Passerelle des Arts) komen lokale bewoners, maar vooral ook toeristen om een hangslot aan de brug vast te maken. Als ultiem teken van hun liefde worden de sleuteltjes in de rivier gegooid.
De 155 meter lange brug over de Seine verbindt het Institut de France met de Cour Carrée van het Louvre. Haar naam stamt af van het Louvre, dat ooit "Palais des Arts" heette. Als je hier toch bent, let dan eens op het uitzicht. Het is één van de beste plekken om foto's te maken, of een schilderij bijvoorbeeld (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/verzegel-je-liefde-op-pont-des-arts.html).  De metropool Parijs staat al eeuwen bekend als de stad van de liefde. Verliefde stelletjes flaneren hier over de boulevards en vieren hun liefde met romantische etentjes en wandelingen door de prachtige lichtstad. Onderaan de beroemde Seine vind je veel koppeltjes die hun liefde bezegelen met een fles wijn. Het is dan ook niet zo gek dat juist in Parijs de liefdesslotjes een ware 'hype' zijn geworden. De liefdesslotjes in Parijs zijn inmiddels echter zo'n trekpleister geworden dat ze voorlopig mogen blijven hangen. Op Pont de l'Archevêché en de Pont des Arts hangen al duizenden slotjes van voorgaande koppeltjes, een kleurrijk festijn om naar te kijken. De 'hangslotjes der liefde' zijn inmiddels ook aan nabijgelegen bruggen gehangen om meer plek te maken voor de geliefden. Ook jij kunt er dus met je partner nog een hangslotje bevestigen. Volgens kenners ligt de oorsprong van de Parijse liefdesslotjes of 'lovelocks' niet zozeer in Parijs maar in de Balkan waar vrouwen uit angst hun partner te verliezen liefdesslotjes aan een brug bevestigden. In Parijs echter, is het juist de bedoeling samen de liefde te bezegelen. De liefde zal pas eeuwig blijven als de liefdespartners hun sleutel gezamenlijk in de Seine gooien (http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/bezienswaardigheden/109149-de-brug-met-liefdesslotjes-in-parijs.html). De brug werd door de sloten zo zwaar belast dat hij afbrokkelde.... (www.nu.nl/reizen/4059848/in-beeld-parijs-verwijdert-miljoen-liefdesslotjes-van-brug.html) Parijs knipt duizenden liefdesslotjes van bruggen...Afgelopen zondag brak een stuk af van de balustrade van de Pont des Arts, de brug bij het Louvre die is volgehangen met slotjes met daarop de initialen van geliefden. De romantische gedachte erachter is dat ze voor altijd bij elkaar zouden blijven. Met de klik van het slot bezegelden veel stellen hun eeuwige trouw. Het Parijse bestuur is echter meer praktisch dan romantisch. ,,Dat leuningstuk alleen woog al 500 kilo door al die slotjes,'' zegt Julliard. ,,Die duizenden slotjes op verschillende bruggen zijn niet alleen gevaarlijk omdat ze samen te zwaar zijn, maar ze zijn ook nog eens heel lelijk op één van de mooiste plekken ter wereld.''...(www.ad.nl/ad/nl/1013/Buitenland/article/detail/3671593/2014/06/13/Parijs-knipt-duizenden-liefdesslotjes-van-bruggen.dhtml). Einde aan romantiek: liefdesslotjes verdwijnen van brug Parijs (www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/einde-aan-romantiek-liefdesslotjes-verdwijnen-van-brug-parijs).

Het is ook een boek van Remco Campert:


De hoofdpersoon van Een liefde in Parijs is de schrijver Richard Sanders. Vlak na aankomst in Parijs heeft hij op straat een vluchtige ontmoeting met een elegante vrouw die hem wel herkent, maar van wie hij niet meer weet wie zij is. Ze noemt hem haar naam, maar ook dat helpt hem niet het juiste beeld uit zijn geheugen op te diepen. Wel ziet hij beelden voor zich die op het eerste gezicht niets te maken hebben met deze ontmoeting, zoals ze daar nu staan in het donker wordende licht op de Place du Panthéon....De structuur van het verhaal is niet bijzonder, maar wel effectief. De ontmoeting met de raadselachtige vrouw vindt op de eerste bladzijde plaats en de ontknoping op de laatste. Daartussen wisselen de gebeurtenissen in het heden en de herinneringen aan het verleden (Parijs vlak na de oorlog en Antwerpen enkele jaren daarna) elkaar af (http://mijnboekenkast.blogspot.nl/2009/03/remco-campert-een-liefde-in-parijs.html).

Remco Wouter Campert (Den Haag, 28 juli 1929) is een Nederlandse dichter, columnist en schrijver van verhalen en romans. Hij maakte deel uit van de literaire stroming de Vijftigers.....Nadat Campert het lyceum verlaten had, voorzag hij een paar jaar in zijn levensonderhoud met het schrijven van reclameteksten en vertalingen. In 1950 probeerde hij in Parijs op straat zijn bundeltje Ten lessons with Timothy te slijten, gebaseerd op het gelijknamige album van Dizzy Gillespie (oplage 25 stuks).
Voorjaar 1950 richtte hij met Rudy Kousbroek het tijdschrift Braak op. In juli van hetzelfde jaar werd de redactie uitgebreid met Lucebert en Bert Schierbeek. Net als het door Simon Vinkenoog opgerichte blad Blurb fungeerde Braak als platform voor experimentele dichters. Na het verschijnen van de bloemlezing Atonaal in 1951, onder redactie van Vinkenoog, werden de deelnemende dichters, waaronder ook Gerrit Kouwenaar, Jan Elburg en Hugo Claus, aangeduid als de Vijftigers. Hoewel ze zichzelf niet als groep zagen en geen manifest publiceerden of gemeenschappelijke visie op literatuur hadden, waren zij allen in verzet tegen de literaire traditie en deelden zij het besef dat een nieuwe poëzie aan het ontstaan was. Campert was de minst experimentele dichter en gold als 'de meest verstaanbare Vijftiger'.
Begonnen als dichter, ging hij in de jaren vijftig uit geldgebrek cursiefjes schrijven voor tijdschriften als Podium, Vrij Nederland, Tirade en Het Parool. In de jaren zestig werden zijn verhalen steeds langer en publiceerde hij ook romans. Zijn werk bevat veel autobiografische elementen en is vaak cynisch of ironisch (https://nl.wikipedia.org/wiki/Remco_Campert).

Tot zover opnieuw de cultuur en laten we eens kijken naar de aardrijkskundige stadsgeschiedenis of feitjes of hoe heet dat? Stadskunde? Urbane planologie? Geen idee, maar goed ik kopieer gewoon wat van Wikipedia af:

Parijs (Frans: Paris) is de hoofdstad en regeringszetel van Frankrijk. Het is ook een departement. Met 2,25 miljoen inwoners in de gemeente Parijs zelf en ruim 11 miljoen in het hele stedelijke gebied, met inbegrip van de banlieues (voorsteden) en de forensensteden daaromheen, is het de grootste stad van Frankrijk en de negende stad van Europa (en het vierde stadsgebied van Europa, na Moskou, Istanboel en Londen) (https://nl.wikipedia.org/wiki/Parijs).

De inwoners worden Parijzenaars genoemd, (in het Frans Parisiens en Parisiennes). Het volledige oppervlak van Parijs en alle agglomeraties bedraagt 2723 km². De stad wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Seine. Parijs is gesticht op het Île de la Cité, maar is inmiddels zo groot geworden dat de stad een gebied van zeven heuvels beslaat. In dit gebied lagen vroeger aparte dorpen, die nu een onderdeel van Parijs zijn. Parijs wordt naast Londen, New York en Tokio beschouwd als een van de vier grote wereldsteden.
In Europa en in de wereld was Parijs al vroeg een centrum van cultuur. De stad ligt op een kruispunt van allerlei verschillende handelsroutes. De stad is tegenwoordig zeer internationaal georiënteerd dankzij een uitgebreide infrastructuur over land en in de lucht. In 2004 werd Parijs bezocht door een recordaantal toeristen (25 miljoen) volgens cijfers van het Office du Tourisme et des Congrès de la capitale française.
Al in de 10e eeuw, toen de Notre Dame en een aantal abdijen werden gebouwd, was Parijs een van de belangrijkste steden van Frankrijk en daarnaast een belangrijke plaats voor het christendom. Sinds de 13e eeuw is het bij uitstek een stad waar onderwijs, kunst en recreatie een zeer centrale plaats innemen. Deze ontwikkeling is historisch mede het gevolg van de centralistische politiek die eeuwenlang binnen Frankrijk is gevoerd toen dit een republiek en een monarchie was. Binnen het kader van deze politiek werd zeer veel betekenis aan de hoofdstad toegekend. Sinds de jaren 1960 wordt het politieke beleid binnen Frankrijk gekenmerkt door decentralisatie en deconcentratie, waardoor er iets meer evenwicht binnen de landsgrenzen is ontstaan (https://nl.wikipedia.org/wiki/Parijs).

De naam Parijs is afgeleid van een Gallische stam, de Parisii, en in feite een verkorting van de Latijnse uitdrukking Civitas Parisiorum ("Stad van de Parisii"). Deze naam is in de plaats gekomen van Lutetia. In de tijd van het Romeinse Rijk werden de Parisii eveneens in de buurt van East Riding of Yorkshire aangetroffen. Over de uiteindelijke herkomst van de naam van deze volksstam bestaat geen zekerheid. De naam van de Parisii zit eveneens in de plaatsnamen Villeparisis, Cormeilles-en-Parisis, Fontenay-en-Parisis en de hele streek Parisis. Een niet serieus bedoelde alternatieve verklaring die Rabelais geeft in zijn Gargantua is dat de naam Parijs een samentrekking zou zijn van par ris, wat "om te lachen" beteken.
Parijzenaars zelf duiden de stad wel eens informeel aan met Paname. Bij velen staat de stad ook wel bekend als de lichtstad of de stad van de liefde.
Hoewel de officiële Franse benaming Parisiens/Parisiennes is, worden Parijzenaren door met name Zuid-Fransen informeel ook wel Parigots/Parigotes genoemd.
Parijs ligt in het noorden van Frankrijk, in de regio Île-de-France en aan de rivier de Seine. Het echte historische centrum is gebouwd op twee eilanden, het Île Saint-Louis en het grotere Île de la Cité wat het oudste gedeelte van de stad is. Over het algemeen is Parijs relatief vlak, met het laagste punt op 35 meter boven de zeespiegel. Parijs ligt aan weerskanten van de rivier wel op een aantal heuvels: de Montmartre (130 meter), de Belleville (128,5 meter) die uitkomt op de rue du Télégraphe, de Ménilmontant (108 meter), het Buttes-Chaumont (103 meter), de Passy (71 meter) en de Chaillot (67 meter). Ten oosten van de Seine bevinden zich de heuvels van Montparnasse (66 meter), Butte-aux-Cailles (63 meter) en Montagne Sainte-Geneviève (61 meter).
In 1844 werd de eigenlijke stad Parijs door de stadswal van Thiers van de voorsteden afgescheiden. Door de annexatie van alle omringende gebieden tussen de historische kern en de stadswal van Thiers in 1860 heeft Parijs zijn huidige omvang gekregen, en vanaf toen omvatte het de huidige twintig arrondissementen. In de jaren 1920 werd de stad nogmaals fors uitgebreid en in 1929 werden de parken Bois de Boulogne en Bois de Vincennes officieel aan Parijs toegevoegd.... Sinds 1973 wordt de stad van de voorsteden gescheiden door een 35 km lange ringweg, de Boulevard Périphérique, die het historische centrum van Parijs via de Portes de Paris met de voorsteden verbindt (https://nl.wikipedia.org/wiki/Parijs).

Vanaf 987 werd Frankrijk geregeerd door het Huis Capet, die aanvankelijk Orléans als verblijfplaats boven Parijs verkozen. In de loop van de 11e eeuw werd Parijs echter steeds meer het belangrijkste centrum van het Franse onderwijs en de koninklijke macht. Lodewijk VI was de eerste Franse koning die zich definitief in Parijs vestigde. Nog later bouwde Filips II zijn bekend geworden omheining om de stad. In deze periode werd Parijs ook steeds meer een internationaal handelscentrum, dankzij de rechtstreekse verbinding met het Foire du Lendit in het nabijgelegen Saint-Denis.
In 1163 begon bisschop Maurice de Sully met de bouw van de Notre-Dame.
In de 13e eeuw werd de rechteroever van de Seine drooggelegd, die tot dan toe moerassig was. Ook werd in deze tijd onder koning Lodewijk IX steeds meer handel met de Hanze gedreven...In 1528 vestigde koning Frans I zich in Parijs en bepaalde dat er voortaan moest worden onderwezen in de exacte wetenschappen en het humanisme. Hiervoor richtte hij in 1530 het Collège de France op. .... Op 14 juli 1789 vond de bestorming van de Bastille plaats, een gebeurtenis die de Franse Revolutie inluidde.
Tijdens de heerschappij van Napoleon III werd Parijs grondig verbouwd door Georges-Eugène Haussmann. In Parijs woonden veel mijnwerkers in kleine huizen. Wijk voor wijk werd afgebroken, waarna Parijs met brede boulevards, avenues en grote pleinen opnieuw werd opgebouwd. Dat maakte het ook gemakkelijker de bevolking van Parijs onder controle te houden. De bekendste van die nieuwe avenues is de Avenue des Champs-Élysées. De huizen in Parijs hebben allemaal een lichte kleur, omdat ze met kalksteen zijn gebouwd. In de buurt van Parijs waren veel kalksteengroeven.
Een van de zwartste dagen in de geschiedenis van Parijs was 28 mei 1871, toen 20.000 Parijzenaren het leven lieten tijdens een opstand die als de Commune van Parijs de geschiedenis is ingegaan (https://nl.wikipedia.org/wiki/Parijs).

Frankrijk herdenkt het nog ieder jaar. Op 14 juli 1789 werd de Bastille door de burgerij bestormd, een kasteel met acht torens in Parijs dat symbool stond voor de gevestigde orde. De bestorming van het kasteel luidde het begin van de Franse Revolutie in.
Er is momenteel niks meer over van het kasteel dat destijds dienst deed als gevangenis. Om aan te geven waar het gestaan heeft, hebben de Fransen de contouren op een naar het kasteel vernoemd plein in een aparte kleur gemarkeerd (http://historiek.net/bestorming-van-de-bastille-1789/473/#.Vms2oErhC70).


De Bastille werd in deze periode als gevangenis gebruikt en stond voor velen symbool voor de macht van de koning en de aristocratie. Volgens velen was een bestorming van de Bastille daarom een goed middel om te ageren tegen die gevestigde orde. Een wapenarsenaal werd geplunderd en het kasteel werd bestormd.
Terugkijkend op de periode concluderen historici dat een groot klassenverschil en honger de belangrijkste oorzaken waren voor de Franse Revolutie, die dus met de bestorming van de Bastille een aanvang nam. Hoewel de economie groeide had de gewone man hier geen voordeel van. Ook de boeren waren ontevreden. Zij ageerden onder meer tegen de belastingen die zij moesten betalen en terechtkwamen bij de in hun ogen veel te machtige grootgrondbezitters. Toen in 1787 bleek dat de Staat bankroet was, wekte dit nog grotere ergernis op (http://historiek.net/bestorming-van-de-bastille-1789/473/#.Vms2oErhC70).

De Bestorming van de Bastille in Parijs, op 14 juli 1789, wordt vaak gezien als het symbolische beginpunt van de Franse Revolutie. Hoewel er ten tijde van de bestorming maar zeven gevangenen aanwezig waren in de Bastille Saint-Antoine, een middeleeuwse fort dat als gevangenis werd gebruikt, werd de verovering ervan een symbool voor de Revolutie.
In 1790 vond het Fête de la Fédération (Feest van de Federatie) plaats op dezelfde datum, om samen te vallen met de eerste verjaardag van deze gebeurtenis. In 1880 werd de datum van 14 juli (Frans: quatorze juillet) uitgekozen om de Franse nationale feestdag te vieren.
De revolutie was het resultaat van een periode van groeiende sociale tegenstellingen, economische crisis en onvrede onder de Franse bevolking. De verlichting versterkte de snel toenemende klassentegenstellingen, de weerstand tegen het klassensysteem en de roep om verandering. Het groeiende verzet tegen het absolutisme werd gevoed door de onvrede over de houding van het koninklijk gezin, dat er in de ogen van het volk een schijnbaar zorgeloze en extravagante levensstijl op na hield, terwijl het land in een diepe economische crisis was beland. Voor de gewone bevolking had het financiële bankroet van de staat echter geleid tot stijgende graanprijzen en hongersnood in 1788. Op 27 en 28 april 1789 brak er een staking uit in de behangfabriek van Jean-Baptiste Réveillon in de Faubourg Saint Antoine, omdat het gerucht ging dat Réveillon de lonen wilde verlagen en in de Staten-Generaal had voorgesteld de vaste broodprijs af te schaffen en de belasting te verhogen. Op 4 mei kwam voor het eerst in meer dan 175 jaar de Staten-Generaal bijeen, om te praten over een oplossing van de financiële crisis...De stotteraar en werkeloze advocaat Camille Desmoulins gaf naar eigen zeggen de aanzet tot de revolutie toen hij op zondag 12 juli 's middags tegen drieën het café Foy uitstormde. Staande op een tafel in de tuin van het Palais Royal, de verzamelplaats van de gegoede Parijse burgerij, riep hij dat het volk de wapens ter hand zou moeten nemen om zich te beschermen tegen de koninklijke troepen. Hij haalde om het voorbeeld te geven een pistool tevoorschijn.
De demonstranten met de Bastille op de achtergrond. 19e-eeuwse gravure
De volgende dag werd een burgermilitie van 40.000 man gevormd, de Nationale Garde. De Parijse wapenwinkels werden geplunderd: een wapenhandelaar zou later verklaren dat er dertig keer bij hem ingebroken werd. De gehate douanekantoren van Claude-Nicolas Ledoux kregen het zwaar te verduren; de beurs bleef gesloten. Vervolgens trok het volk naar een klooster in de Rue de Paradis, een opslagplaats van graan en levensmiddelen. Op 14 juli volgde de plundering van het wapendepôt van het Hôtel des Invalides, waar kanonnen en musketten lagen opgeslagen, maar geen buskruit. Vervolgens trok het volk naar de Bastille, waar wel buskruit lag opgeslagen.
In de gevangenis bevonden zich op dat moment maar zeven gevangenen. Volgens rapporten ging het om vier vervalsers in afwachting van hun proces, twee 'geestelijk gestoorden' en een deviante aristocraat, wiens verblijf door zijn familie werd bekostigd. De Marquis de Sade was tien dagen eerder overgeplaatst. Vanwege de hoge kosten van het onderhoud en de bewaking van een zo beperkt gebruik, was kort voor de bestorming al besloten dat de gevangenis gesloten zou worden. Men was uit op de wapens en de ammunitie die in het gebouw lagen opgeslagen.
Gouverneur van de Bastille was de besluiteloze, en incapabele markies Bernard-René de Launay, zoon van de voorgaande gouverneur, en geboren in het gebouw. Het garnizoen dat de Bastille bewaakte bestond normaal gesproken uit 82 'invalides', veteranen die voor de normale militaire dienst niet meer geschikt waren. Op 7 juli was het echter versterkt met 32 grenadiers van het Zwitserse Salis-Samade regiment. De muren van de Bastille waren voorzien van achttien zware en twaalf lichtere kanonnen.
De totale menigte die bij de bestorming betrokken was, bestond waarschijnlijk uit minder dan duizend mensen, want de 'lijst van overwinnaars van de Bastille' telt zo'n 600 namen. De groep verzamelde zich rond het midden van de ochtend voor het gebouw, en eiste de overgave van de gevangenis, het verwijderen van de kanonnen die op de stad waren gericht en de overdracht van de aanwezige wapens en munitie. Twee vertegenwoordigers van de menigte werden binnengelaten om te onderhandelen, en een derde volgde met de definitieve eisen rond het middaguur. De Launay bood de heren een diner aan en het onderhoud liep uit. De menigte werd intussen ongerust en steeds ongeduldiger.
Rond 13.30 uur stroomde de groep de buitenste hof op, die niet verdedigd werd. De kettingen van de ophaalbrug naar de binnenplaats werden doorgehakt, waarbij een ongelukkige demonstrant gedood zou zijn. Rond diezelfde tijd werden ook de eerste schoten gelost, toen De Launay nerveus werd en vermoedelijk opdracht gaf om te schieten. Het geweld laaide op, en de aanwezige waarnemers waren niet in staat de demonstranten tot een staakt-het-vuren over te halen..... Het vooruitzicht van een wederzijdse slachting bewoog gouverneur De Launay er om 17.00 uur toe een wapenstilstand af te kondigen en door een gat in de binnenste poort een brief met zijn voorwaarden te overhandigen. Die voorwaarden werden door de aanvallers niet geaccepteerd en De Launay capituleerde, omdat hij wist dat zijn troepen niet veel langer stand konden houden. Hij opende de poorten naar de binnenplaats en om 17.30 uur stroomden de betogers naar binnen om het fort te bevrijden'.
In de bestorming zelf waren 98 aanvallers en maar één verdediger gedood. Gouverneur De Launay werd echter gevangengenomen en in een gewelddadige optocht naar het Hôtel de Ville gesleurd. Voor het Hôtel begon een discussie over zijn lot. De gekwelde De Launay, die al ernstig geslagen was, riep echter 'Genoeg! Laat me sterven!' en schopte de banketbakker Desnot in het kruis. Daarop werd De Launay herhaaldelijk gestoken tot hij op straat neerviel. Zijn hoofd werd van zijn romp gescheiden, op een lans geprikt en door de straten gedragen. Wat betrekkelijk redelijk en rustig begon, liep mede door het blunderen van de gouverneur uit op een bloedig drama.
Begonnen als de verovering van een munitiedepot - een oud fort dat afgebroken zou worden - door de opstandelingen van Parijs, evolueerde de Bestorming van de Bastille tot een mythe. Ze werd de symbolische start van de Franse Revolutie, in plaats van de eerste vergadering in 175 jaar van de Staten-Generaal op 4 mei 1789. Romantische historici, zoals Jules Michelet (1798-1874), hebben de Bastille-mythe als heroïsch feit zwaar opgeblazen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Bestorming_van_de_Bastille).


De sansculotten waren de handwerkslieden, kleine handelaren en winkeliers tijdens de Franse Revolutie. Zij vormden een heterogene groep bestaande uit de middenstand en de elite uit de verschillende wijken van Parijs. De Sansculotten werden zo genoemd, omdat zij geen geen elegante kniebroek droegen zoals de adel, maar een lange werkmansbroek met daarboven een jas. Vaak hadden de sansculotten als onderscheidingsteken een rode muts op het hoofd, droegen een kokarde en waren lid van de Club van de Cordeliers (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sansculotten).



Het hoogste gebouw is de Eiffeltoren met een hoogte van 325 meter. Parijs heeft dankzij meer hoge gebouwen een eigen skyline gekregen. Doordat de ruimte schaars is moet men de hoogte in. Toch is er, in vergelijking met bijvoorbeeld New York City, betrekkelijk weinig hoogbouw (https://nl.wikipedia.org/wiki/Parijs).  De Eiffeltoren kent iedereen, en ook het verhaal is bekend. Al blijft het opmerkelijk dat een tijdelijk (en in eerste instantie verafschuwd) gebouw inmiddels tot het symbool van de stad is verworden. De beste manier om zowel van de 324 meter hoge toren als van het uitzicht te genieten is vlak voordat de zon ondergaat. Want hiervoor was het in 1889 voor de Wereldtentoonstelling gebouwd: om te imponeren… Let op: het is in de namiddag wel extra druk, zeker in de zomermaanden (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/bekijk-de-zonsondergang-op-de-eiffeltoren.html).


In elke (Amerikaanse) film die zich afspeelt in Parijs wordt de indruk gewekt dat je vanuit elk raam in elk gebouw de Eiffeltoren kan zien...


The Eiffel Tower has appeared frequently in works of fiction because of its iconic nature. Movie critic Roger Ebert has noted in his online column that no matter where in Paris a film scene is set the Eiffel Tower will be visible in the background (https://en.wikipedia.org/wiki/Eiffel_Tower_in_popular_culture).


De Eiffeltoren (Frans: la tour Eiffel) is een monument in Parijs en een van bekendste en meest bezochte bezienswaardigheden van Frankrijk. Hij staat aan de linkeroever van de Seine in het 7e arrondissement van Parijs. De Eiffeltoren is hét symbool van Parijs en wordt door velen gezien als een van de niet-klassieke wereldwonderen.
De toren is ontworpen door de ingenieurs Maurice Koechlin en Émile Nouguier, twee medewerkers van Gustave Eiffel. De toren ontvangt tegenwoordig jaarlijks meer dan zes miljoen bezoekers en is daarmee het meest bezochte monument ter wereld (https://nl.wikipedia.org/wiki/Eiffeltoren).

Alexandre Gustave Eiffel, geboren als Alexandre Gustave Bönickhausen, (Dijon, 15 december 1832 – Parijs, 27 december 1923) was een Franse ingenieur en industrieel....Eiffel was een slim kind en verveelde zich op school. Aan de École Central Paris studeerde hij in 1855 af in de scheikunde. Nadat hij dat had gedaan richtte hij zich meer op ijzeren bouwwerken.
...
De originele naam van Alexandre Gustave Eiffel was Alexandre Gustave Bönickhausen. Zijn vader was namelijk van oorsprong een Duitse officier uit het Rijnland hetgeen zijn oorspronkelijke Duitse achternaam verklaart. In 1879 liet hij zijn achternaam veranderen naar Eiffel, genoemd naar de Duitse regio Eifel.
...
Hij begon in 1856 te werken voor de Compagnie des chemins de fer de l'Ouest. Later boekte hij zijn eerste succes in Bordeaux met zijn metalen brug 'Passerelle Eiffel'.
Op 6 oktober 1868 stichtte hij samen met de Belgische ingenieur Théophile Seyrig de firma G. Eiffel et Cie. Dit bedrijf bouwde onder andere de door Maurice Koechlin ontworpen inwendige constructie van het Vrijheidsbeeld.
Gustave Eiffel is het bekendst geworden door de Eiffeltoren (la Tour Eiffel) die zijn bedrijf tussen 1887 en 1889 bouwde voor de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs, en klaar was op 6 mei 1889. Het ontwerp van de Eiffeltoren kwam in de eerste plaats van twee van zijn medewerkers Maurice Koechlin en Emile Nouguier. Eiffel zelf vond het ontwerp niet mooi, en het zou volgens hem ook niet kunnen worden uitgevoerd binnen het budget van anderhalf miljoen franc dat de gemeente Parijs had uitgetrokken, maar in december 1884 kocht Eiffel het ontwerp van zijn twee medewerkers. In 1886 diende hij het in en begin 1887 kreeg hij een concessie van twintig jaar voor de toren.
Verder zijn in Frankrijk honderden spoorbruggen door Eiffel gebouwd. De spectaculairste brug is wellicht het Viaduc de Garabit, dat met 500 meter lengte op 122 meter hoogte over het dal van de Truyère voert. Een ander opvallend bouwwerk waaraan hij meewerkte is de kanaalbrug van Briare, die het Canal latéral à la Loire op vijftien meter hoogte over een lengte van meer dan 600 meter over de Loire voert (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gustave_Eiffel).


Gallia est issu de la volonté de deux associés, Guillaume Roy et Jacques  Ferté, de proposer une bière traditionnelle, originale et savoureuse aux parisiens en relançant une ancienne marque de bière parisienne.
Toutes les plus grandes capitales du monde ont leur bière, pourquoi pas  Paris ?
Finaliste du Grand Prix du Jury Moovjee 2011 et co-fondateur de la bière Gallia, Guillaume Roy nous livre ses confidences sur le succès de la marque et ses perspectives de développement futures à travers une interview menée par Widoobiz.
Il témoigne également de l’accompagnement dont il a bénéficié  à travers le programme de mentorat du Moovjee et ce que lui a apporté le réseau Moovjee. Une interview à retrouver ici (www.moovjee.fr/temoignage-du-fondateur-de-la-biere-gallia/).

Volgens mijn leraar op school was de Eiffeltoren een soort brug naar de hemel, een soort toonbeeld van menselijke hybris.

De Eiffeltoren is 317 meter hoog tot aan de top van de vlaggenstok, zonder de televisieantennes mee te rekenen. Met televisieantennes is de toren 324 meter hoog. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kan de toren 15 cm in hoogte veranderen door het uitzetten of inkrimpen van het metaal. De toren heeft vier poten; op verschillende niveaus bevinden zich platforms. De toren weegt 7300 ton (exclusief de fundering). Na zijn bouw was de Eiffeltoren 's werelds hoogste toren en hij is nog steeds de hoogste van Europa als men de televisietorens niet meetelt.
De Eiffeltoren werd tussen 1887 en 1889 gebouwd ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1889; de Eiffeltoren zou de monumentale toegang tot de tentoonstelling worden. Het jaar 1889 was niet toevallig uitgekozen: het was de honderdste verjaardag van de Franse Revolutie. De Eiffeltoren werd op 31 maart 1889 ingehuldigd en op 6 mei officieel geopend. In totaal werkten 250 staalarbeiders mee aan de bouw. Het was voor die tijd opmerkelijk dat geen enkele arbeider tijdens de bouw het leven liet (er verongelukte alleen een arbeider die buiten werktijd met zijn verloofde de toren beklom).
De Parijse bevolking was, tijdens de eerste jaren dat de toren er stond, helemaal niet blij met het monument. In veler ogen was het een metalen onding. Vandaag de dag wordt de Eiffeltoren echter beschouwd als een architectonisch meesterwerk. Een bijzonderheid is de veelheid aan fijnmazige ornamenten (smeedwerk) die op de toren zijn aangebracht, een prestatie die Eiffel de bijnaam ijzertovenaar gaf.
...
Het monument was, tot de bouw van de Chrysler Building in New York (1930), het hoogste gebouw ter wereld.
Nadat de wereldtentoonstelling afgelopen was, daalde de belangstelling en daarmee het aantal bezoekers snel. In 1899 waren er slechts 149.580 bezoekers. Er werd begonnen de toren commercieel te exploiteren, door de prijs van de toegangskaarten te verlagen; echter met nauwelijks zichtbaar resultaat. Op de wereldtentoonstelling van 1900, die opnieuw in Parijs was, werden meer dan een miljoen toegangskaarten verkocht, veel meer dan de tien jaren daarvoor. Maar in 1901 was de daling alleen maar groter, omdat veel mensen de toren al hadden gezien in 1889.
De daling van het aantal bezoekers zorgde ervoor dat de toekomst van de toren niet meer zeker was na 31 december 1909, bij het verlopen van de vergunning. Sommigen meenden zelfs dat de toren zou worden afgebroken na die datum. De oplichter Victor Lustig speelde handig op deze geruchten in en wist de toren aan een schroothandelaar te verkopen.
....
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de Eiffeltoren na twintig jaar weer gesloopt zou worden, maar omdat de toren waardevol bleek voor communicatiedoeleinden mocht hij langer blijven staan. Op 12 januari 1908 werd het eerste langeafstandsradiobericht vanaf de toren verzonden.
...
In 1944 ontsnapte de toren aan brandstichting door de Duitse bezetters. De aanslag werd opgeëist door de Wehrmacht.
...
Op 3 januari 1956 beschadigde een brand de top van de toren. Een jaar later werd de huidige antenne op de top geplaatst.
...
In het begin van de jaren zestig begon het internationale toerisme te groeien. Dit had direct gevolgen voor het aantal bezoekers van de toren. Dit aantal steeg sterk en kwam later zelfs dichtbij de zes miljoen bezoekers per jaar. (In 1998 werd dit record voor het eerst gehaald.) Een nieuwe renovatie van de toren was nodig (https://nl.wikipedia.org/wiki/Eiffeltoren).

The Eiffel Tower was originally scheduled to be demolished in 1909, 20 years after it was built. It survives into the present day, but it hasn't been quite so lucky in movies, comics, and television. We know the tower has been punched, shaken, melted, and turned into a sandwich toothpick (http://io9.com/5943601/the-eiffel-tower-who-destroyed-it-best).

Een andere parijse icoon is de Arc de Triomphe:


De Arc de Triomphe of de Triomfboog is een triomfboog en een van de bekendste bouwwerken van Parijs, in het 8e arrondissement. Het bouwwerk staat op de Place Charles de Gaulle, een van de drukste verkeerspleinen van Parijs, aan het westelijke eind van de Champs-Élysées, waar twaalf banen samenkomen  (https://nl.wikipedia.org/wiki/Arc_de_Triomphe_(Parijs)).


De triomfboog is ongeveer 50 meter hoog, 45 meter breed en 22 meter diep. Hij is de op twee na grootste in de wereld, na de Triomfboog in Pyongyang in Noord-Korea en het Monument voor de Revolutie in Mexico-Stad. De bouw begon in 1806, ter ere van een van Napoleons overwinningen bij Austerlitz. Pas rond 1836, onder koning Lodewijk Filips, werd de bouw voltooid.
In januari 1806 gaf Napoleon de opdracht de Arc de Triomphe te bouwen. Een ontwerp van Jean-François Chalgrin (1739-1811) werd aanvaard. Chalgrin had daarvoor al gewerkt aan het Collège de France, aan het Palais en de Jardin du Luxembourg en aan de Saint-Sulpice...In 1811 werd de bouw van de Arc, die nog geen 10 meter hoog was, stilgelegd wegens de dood van de architect en de militaire tegenslagen van Napoleon. De werkzaamheden lagen stil onder de restauratie, maar werden hervat in de periode 1832–1836, onder de heerschappij van Lodewijk Filips.
In 1920 werd het lichaam van een onbekende soldaat, omgekomen tijdens de Eerste Wereldoorlog, onder de Arc begraven  (https://nl.wikipedia.org/wiki/Arc_de_Triomphe_(Parijs)).


De Arc de Triomphe is ontworpen door Jean-François Chalgrin naar het voorbeeld van de oude Romeinse triomfbogen. Op het monument zijn naakte Fransen te zien die bebaarde barbaren verslaan. De beelden op de boog zijn door bekende beeldhouwers gemaakt: Jean-Pierre Cortot, François Rude, Antoine Étex, Pradier en Lemaire. Op de Arc staan een viertal beelden en taferelen uit de Franse geschiedenis: het vertrek der vrijwilligers van 1792 (beter bekend als de Marseillaise) door Rude, Vrede en Weerstand, beide door Étex, en nog een beeld door Cortot: de Triomf van 1810. In de binnenkant van de boog zijn namen van 558 belangrijke generaals gegraveerd. Boven de boog zitten nog dertig schilden met daarop Napoleons belangrijkste overwinningen. Daaronder zitten weer een aantal beeldhouwwerken. Onder de Arc bevindt zich het Graf van de Onbekende Soldaat, dat na de Eerste Wereldoorlog werd aangelegd, naar het voorbeeld van de Engelse tombe in Westminster Abbey. Tevens zit daarnaast een eeuwig brandend vuur, om alle in de twee wereldoorlogen gesneuvelde onbekende soldaten te herdenken. Het is het eerste steeds doorbrandende vuur sinds de vlam uit de tempel van de Vestaalse maagden in 394 n.Chr. werd gedoofd.
Op 15 maart 1919 schreef de 30-jarige piloot Charles Godefroy geschiedenis door met een vliegtuig onder de boog door te vliegen. Hij kwam er met een waarschuwing vanaf. In 1981 herhaalde Alain Marchand het kunststukje, wat hem zijn vliegbrevet kostte. In 1991 vloog een onbekende onder de Arc de Triomphe en de Eiffeltoren door (https://nl.wikipedia.org/wiki/Arc_de_Triomphe_(Parijs)).


Het Panthéon is een gebouw in het 5e arrondissement, midden in het Quartier Latin van de Franse hoofdstad Parijs. De architect Jacques Germain Soufflot bouwde het monument oorspronkelijk als een kerk gewijd aan Sainte-Geneviève. Het is nu meer bekend als begraafplaats van beroemde Fransen. Soufflot wilde een klassiek gebouw realiseren met de lichtheid van een gotische kathedraal. Bij de bouw werden de open muren massiever uitgevoerd omwille van structurele redenen.
In 1744 beloofde koning Lodewijk XV dat hij, als hij zou herstellen van zijn ernstige jichtaanval, op de plaats van de oude abdij van Sainte-Geneviève een nieuwe kerk zou bouwen. De Markies van Marigny werd aangewezen om de belofte van de koning waar te maken. Soufflot, een beschermeling van Marigny werd aangesteld om een ontwerp te maken, en de bouw van het Panthéon begon.
Het ontwerp bestond uit een Grieks kruis met een portiek van Korinthische zuilen. Het beeldhouwwerk in het fronton was van de hand van David d'Angers. De afmetingen waren enorm, het gebouw moest 110 meter lang bij 84 meter breed worden, en 83 meter hoog. Alhoewel de funderingen al in 1758 gelegd waren, werd het pas in 1789 voltooid. De naam Panthéon verwijst naar het Pantheon in Rome waar het op moest gaan lijken. Uiteindelijk vertoont het meer overeenkomsten met de St Paul's Cathedral (Londen).
Het midden van de verticale staaf van het kruis op het dak van het Panthéon is het nulpunt van de driehoeksmeting voor de Tranchotkaart. Deze kaart werd omstreeks 1810 gemaakt in opdracht van Napoleon voor het Franse leger. Vanuit dit punt werden alle andere punten gemeten.
Het nieuwe regime na de Franse Revolutie zag in het imposante neoclassicistische gebouw een soort tempel ter ere van Frankrijk, en veranderde de functie van kerk naar mausoleum voor beroemde Fransen. Daarna is nog enkele keren van functie gewisseld, maar in 1885 werd het officieel een 'tempel' voor de grote Fransen.
Er is één Nederlander in het Panthéon begraven, namelijk Jan Willem de Winter uit Kampen.
In 1851 hing de Franse fysicus Léon Foucault (1819-1868) een gewicht aan een touw in de koepel op. De slinger leverde het bewijs dat de aarde om zijn as draait. Wegens een grote verbouwing aan de koepel van het gebouw is de slinger tot ten minste 2015 verwijderd. Jules Guyot heeft in het Panthéon met deze slinger geëxperimenteerd om de afplatting van de aarde en de loodlijn te bestuderen.
Boven de ingang van het Panthéon staat de tekst Aux grands hommes la patrie reconnaissante, oftewel 'Voor de grote mannen, het dankbare vaderland'. De immense crypte van het gebouw werd bestemd als laatste rustplaats voor de 'grote mannen' van Frankrijk, waaronder Soufflot zelf [ander voorbeelden zijn Voltaire, Jean-Jacques Rousseau, Émile Zola en Louis Braille]. De uitdrukking 'grote mannen' is overigens niet letterlijk te nemen aangezien er ook een 'grote vrouw' in het Panthéon is opgenomen, namelijk de natuurkundige Marie Curie. Zij is tot nu toe de enige vrouw die deze eer te beurt viel op grond van haar eigen merites. De enige andere vrouw die in het Panthéon werd bijgezet was Sophie Berthelot, de echtgenote van de scheikundige en politicus Marcellin Berthelot. Nadat beiden op 18 maart 1907 overleden, kregen ze een gezamenlijk graf.
De beslissing om iemand bij te zetten in het Panthéon is in het verleden aan verschillende instanties en machtige personen (o.a Napoleon) overgelaten. In de Vijfde Republiek is het verlenen van deze (postume) eer voorbehouden aan de President van de Republiek (https://nl.wikipedia.org/wiki/Panth%C3%A9on_(Parijs)).

Verder zijn er nog meer doden te vinden in Parijs:

Onder een groot deel van Parijs, met name op de zuidelijke Seine-oever, loopt een gigantisch gangenstelsel van honderden kilometers. Deze ‘carrières de Paris’ zijn vanaf de Middeleeuwen ontstaan als steengroeve voor kalk en gips. Door de eeuwen heen groeven de Parijzenaars er naar bouwmaterialen voor onder meer de Notre Dame en al die andere Parijse monumenten. Aanvankelijk lagen de gangen buiten de stad, maar toen Parijs uit zijn voegen bleef groeien, werden ook de gronden bovenop het gangenstelsel bebouwd. Een ongeluk liet niet lang op zich wachten: in 1774 stortte een rij huizen aan de Rue d’Enfer in. De koning riep een speciale dienst in het leven die de gangen in kaart moest brengen en stutten. De Parijzenaars ontdekten toen pas goed hoe groot het doolhof onder de stad inmiddels was geworden.
Behalve een probleem, waren de mijngangen echter ook een oplossing voor veel problemen. Zo kende de stad veel te veel begraafplaatsen, die om hygiënische redenen allemaal geruimd moesten worden. Waar laat je die botten? In de oude mijngangen natuurlijk, waar in de catacomben nog steeds de schedels en knoken van zo’n zes miljoen Parijzenaars te bezichtigen zijn. De kartuizer monniken gingen in de gangen hun Chartreuse stoken en later kwam natuurlijk de fameuze metro ondergronds te liggen. In de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers er een bunker en had het verzet er zijn hoofdkwartier. Maar een van de meest geschikte toepassingen voor de tunnels was, uiteraard, het brouwen van bier.
Wie tegenwoordig afdaalt in het gangenstelsel vindt onder de Rue Père Corentin de resten van de brouwerij Gallia: betonnen lagertanks, kapotte flessen en elektrische bedrading. Zijn er dan mensen die dat doen, naar beneden afdalen? Jawel, er bestaat een hele subcultuur van ‘Cataphiles’, mensen die illegaal door de tunnels dwalen, er feesten geven en er zelfs een bioscoop hebben ingericht. Een speciale ondergrondse politie maakt jacht op ze, want de gangen zijn uiteraard verboden terrein. De meeste ondergrondse resten van brouwerijen zijn inmiddels ondergekliederd met graffiti en er is niet zoveel meer te zien, naar het schijnt. Maar eén brouwerij is ondergronds nog vrij compleet: de Brasserie Dumesnil..... In 1978 werd het bedrijf door Kronenbourg opgekocht en stilgelegd, een paar jaar later werden de bovengrondse opstallen gesloopt. Ondergronds werd zoveel mogelijk metaal losgehakt en meegenomen. Maar vervolgens bleef beneden alles liggen zoals het was. Daar, in de vochtige gangen, liggen nu nog de zeven kiemkelders, een lange schroef die de mout naar boven draaide en de waterput. Maar het indrukwekkendst zijn de maar liefst veertig gist- en lagertanks die er nog staan, met een capaciteit van in totaal 80.000 hectoliter. De grootste is 38 meter breed en is 4500 hectoliter groot (http://dossierhop.nl/verlorenbieren38/).


De oude brouwerijkelders onder Parijs zelf zijn niet voor het gewone publiek toegankelijk: je zult je er zelf of met hulp van andere illegale ‘cataphiles’ een weg naartoe moeten zien te banen als een echte Indiana Jones.  (http://dossierhop.nl/verlorenbieren38/).

Ooit waren de ondergrondse gangen 300 kilometer lang. Toeristen kunnen tegenwoordig slechts 1.700 meter van het in totaal 300 kilometer lange gangenstelsel bezoeken. Maar de impact is nog steeds groot als je de duizenden botten en schedels ziet. Meestal netjes opgestapeld, maar soms ook op een hoop gegooid.
Wie de catacomben verkent, wordt verwelkomd met het bordje: 'Stop, hier is het rijk van de dood'. Ook illuster is het bord met de afkomst van welke begraafplaats de beenderen komen en de datum van aankomst. De catacomben kunnen overigens ook illegaal worden bezocht, veel bewoners kennen nog wel een ingang waar ook duizenden Parijzenaars hun laatste rustplaats hebben gevonden (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/kijk-de-dood-in-de-ogen-in-de-catacomben.html). Het is moeilijk voor te stellen, maar al in 1867 zijn de Parijse riolen voor het publiek te bezichtigen. In luxe reinigingskarren en boten kunnen de rijke gasten de riolen verkennen. Parijs heeft tweeduizend kilometer riolen. Eigenlijk is het een ondergrondse stad, er zijn zelfs straatnamen en huisnummers.
De toerist stapt door een putdeksel naar beneden. Let op: in de zomer kan het er behoorlijk stinken, maar is dat niet de echte uitdaging? Uitstappen bij Metrohalte Alma-Marceau. De ingang ligt bij de Pont de l'Alma, ter hoogte van Quai d'Orsay 93, in het zevende arrondissement, Invalides (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/dool-door-het-riool.html).

Op Parijsmagazine werd er al eerder aandacht aan besteed “De ondergrond van Parijs“. In de 18e eeuw werd een deel van het gangenstelsel gebruikt om alles resten in op te slaan van de begraaflaatsen die moesten wijken voor woonwijken. Dat deel is nu te bezoeken als de Catacomben. In de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers er een bunker en had het verzet er zijn hoofdkwartier....Maar sommige gedeeltes werden ook gebruikt voor het brouwen van bier.Wie bijvoorbeeld tegenwoordig afdaalt in het gangenstelsel vindt onder de Rue Père Corentin de resten van de brouwerij Gallia: betonnen lagertanks, kapotte flessen en elektrische bedrading.
En in de Rue Dareau, niet heel ver van de met knoken gevulde catacomben vinden we de bierkelders van de brouwerij ‘Brasserie du Marché aux Chevaux’, Er waren zelfs kelders op twee niveaus, de eerste op 13 meter, de ander op 19 meter onder de grond.
Hoewel het bier bovengronds gebrouwen werd, vond de gisting en lagering onderaards plaats. En waarom ook niet: de temperatuur bleef er constant rond de 15 graden en de vochtigheidsgraad was gunstig (www.parijsmagazine.nl/brouwerijen-onder-de-grond.html).

Père-Cimetière du Père-Lachaise is een rustpunt in het drukke Parijs. De grootste begraafplaats van Parijs bestaat al honderden jaren. Het is onder meer de laatste rustplaats voor beroemdheden als Jim Morisson (zanger van The Doors), wiens graf opvallend sober is. Ook de wereldberoemde zangeres Edith Piaff ligt hier begraven. Net als Frédéric Chopin (componist), dokter Guillotin (de uitvinder van de guillotine), Oscar Wilde (acteur en schrijver) en baron Hausmann (civiel planner van Parijs). Daarnaast zijn er op dit kerkhof talloze groteske monumenten te zien voor minder bekende Parijzenaars. Bovendien is het uitzicht over de stad mooi, zeker in de vroege ochtend of late namiddag. Het is handig bij de ingang of de bloemenshops in de buurt een plattegrond te vragen (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/eer-jim-morrison-edith-piaff-en-frederic-chopin.html).


Montmartre wordt door zijn artistieke uitstraling vaak het mooiste stukje Parijs genoemd. En volgens de inwoners van heel Frankrijk. Dit voormalige dorp op een heuvel is een ideale plek om in de namiddag rond te lopen. En om een mooi overzicht van de stad te krijgen. En geniet, zoals Vincent van Gogh dat ook deed. Hij ging er in 1886 wonen op Rue Lepic 54, tot zijn dood in 1888. Ga daarna op één van de trappen van de Sacre Coeur zitten en kijk om je heen (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/zoek-het-authentieke-parijs.html).


Parijs staat niet bekend als de stad van het bier.   In de meeste Bar Tabac ’s kun je van oudsher wel een biertje bestellen maar de meeste mensen drinken het staande aan de Zinc en zijn dan weer vertrokken op weg naar hun werk of naar huis.
Echter…… zo langzamerhand beginnen de Parijzenaars ook  het genot van speciaal bier te ontdekken. Er zijn inmiddels wat cafés waar je ook ’s avonds rustig een biertje kan drinken en er ontstaan steeds meer kleine stadsbrouwerijen (www.parijsonline.nl/category/dossiers/biertje-drinken/). Een biertje bestellen, dat was in Parijs altijd meer iets voor vaste klanten aan de toog. Maar dat onmodieuze imago is hard aan het verdwijnen door de komst van diverse lokaal gebrouwen biermerken in de hoofdstad.
Frankrijk is in veel ogen geen typisch bierland, maar Parijs kent sinds kort een heuse biertrend. Grolsch probeerde die al enkele jaren op gang te krijgen, met gespononsorde feesten (‘Soirées Grrrrr’ en guerilla-marketing op straat), maar echt hip wilde bier maar niet worden in de hoofdstad. Maar wat de grote biermerken niet lukte, krijgt een stel kleine lokale brouwerijen nu toch voor elkaar. In trendy bars en uitgaansgelegenheden staan ineens flesjes bier met mysterieuze namen als ‘Tha..Whack!’ en ‘BapBap’ op de kaart. En ook bij slijters en luxe warenhuizen komt er steeds meer schapruimte voor bier ‘made in Paris’ (www.frankrijk.nl/2015/10/ambachtelijke-bier-trend-in-parijs/).


Beweren dat FrogBeer de nieuwe biermode volgt in Parijs zou niet eerlijk zijn, want dit is in zekere zin de trendsétter. De eigenaren van The Frog & Rosbif en nog 6 bekende Engelse pubs in Parijs fabriceren namelijk al meer dan 20 jaar hun eigen bieren. Maar pas sinds 2015 verkopen ze hun FrogBeer ook met veel succes bij de Parijse slijterijketen Le Repaire de Bacchus (www.frankrijk.nl/2015/10/ambachtelijke-bier-trend-in-parijs/).


Cafés in Parijs die hun eigen bier brouwen en daar dan ook nog namen voor verzinnen als 'Inseine' (op z'n Engels uitspreken graag) en 'Parislytic', daar houden we van!
De Frog Pubs dus. Engelse pubs met een Parijs-achtig kantje.
In 1993 begon Engelsman Paul Chantler in Parijs met één pub met twee soorten bier en zonder eten.
En nu zijn er dus al zes exemplaren in Parijs, waar ook lunch en diner wordt geserveerd, heeft Chantler 300 man/vrouw in dienst en staat er een eigen brouwerij net aan de rand van Parijs.
Het nieuwste filiaal, echt nèt open: Frog Revolution, naast Place de la Bastille (http://outinparis.blogspot.nl/2014/10/bier-en-burgers.html).


The increasing popularity of craft beers in bars across the capital brings a welcome change to the watered-down pints of 1664 or Kronenbourg that are typically served in Paris bars and cafés. Now more and more of the city’s watering holes are opting for higher quality quaffs, both from France and abroad (http://hipparis.com/2014/01/30/paris-best-craft-beer-bars-supercoin-la-fine-mousse-les-trois-8-and-more/).


De meeste Bars, cafés en Brasseries in Parijs bieden goede koffie, vaak ook lunch en in bepaalde gevallen ook eenvoudige maaltijden in de avond zoals L’Ecritoire op Place de la Sorbonne. Maar die zijn dan ook ’s avonds na 19.30 gesloten. En er zijn nauwelijks echt goede cafés waar je ’s avonds eindeloos biertjes kan drinken. Geen echt goede kroegen dus!
Maar er zijn gelukkig een paar uitzonderingen. Eén daarvan is Au Clair de Lune aan de Rue Ramey op Montmartre (Vlakbij Chateau Rouge) . Geweldige kroeg ! Ooit was het waarschijnlijk een standaard Parijs café , de originele toog is bewaard gebleven . Maar verder is het allemaal veel relaxter. Nog een paar oude café stoeltjes maar verder vind je er lage zitjes en bij mooi weer staan de mensen buiten. Goede muziek , gewoon bestellen aan de bar en tot 2u ’s nachts geopend…. en vergeleken bij de Boulevard cafés zijn de biertjes heel schappelijk van prijs !!
...
Montmtartre heeft de grootste dichtheid echte cafés waar je tot laat nog aan de bar een biertje kan drinken. Op de Rue des Martyrs op nr 74 zit er één met grote naam. Café le Fourmi.
Verschillende (vooral Amerikaanse) weblogs schrijven regelmatig over Parijse stadsbrouwerijen en biercafés:
Biercafés in Parijs:
Le Supercoin
3 Rue Baudelique, 75018
Métro: Simplon
Brasserie de la Goutte d’Or
28 Rue de la Goutte d’Or, 75018
Métro: Barbès – Rochechouart
Express de Lyon
1 Rue de Lyon, 75012
Métro: Gare de Lyon
La Fine Mousse
6 Avenue Jean Aicard, 75011
Métro: Rue Saint-Maur
Les Trois 8
11 Rue Victor Letalle, 75020
Métro: Ménilmontant
Paris by Mouth over La Fine Mousse , Paris by Mouth over Au Trappiste, HIP Paris Blog over Parijse biercafés (www.parijsonline.nl/category/dossiers/biertje-drinken/)
(http://hipparis.com/2014/01/30/paris-best-craft-beer-bars-supercoin-la-fine-mousse-les-trois-8-and-more/)


Academie de la biere
88 bd Port Royal, 75005 Parijs, Frankrijk
Prachtige selectie van Belgische, Duitse, Franse ales. Leuke sfeer en eten was voortreffelijk. We bestelden een kaasplankje en moules in zowel roomsaus en geuze ( Belgische zoetzure ale), met een groot bowl van frites. ....Bier assortiment is genoeg voor diverse bezoek proeverij. Service is verschrikkelijk. Beter niet eten hier, wat vleesgerecht kunt u maken naar toilet elk uur (www.tripadvisor.nl/Restaurant_Review-g187147-d813220-Reviews-Academie_de_la_biere-Paris_Ile_de_France.html).

Een ontbijtje is de ideale manier om een dag te beginnen. Maar doe het eens op zijn Frans. Stap een typisch Frans cafeetje binnen (of een terrasje) en ga zitten. Het is niet alleen lekker, maar het is ook leuk om naar mensen te kijken. Bestel een croissantje en een cafe au lait (koffie met melk). Doop je croissant er in, zoals het hoort in Parijs, en kijk om je heen. Hou wel in de gaten dat hoe toeristischer de plek is, hoe hoger meestal de prijzen zullen zijn (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/ontbijt-op-zijn-frans.html). Printemps is de naam van een immens warenhuis in het hart van de stad. Op het dak is een groot restaurant waar je een 360 graden blik hebt. Ideaal voor een lunch in een bijzonder decor, met talloze verse broodjes. Let wel op: het wordt hier meestal druk rond half een, dus ga vroeg of ietsje later (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/lunch-op-het-dak-van-parijs.html).


Café Procope aan de Rue de l'Ancienne Comédie stamt uit 1686. Het wordt beschouwd als het oudste café van Parijs. Volgens de verhalen hebben hier intellectuelen als Benjamin Franklin, John Paul Jones en Thomas Jefferson hun koffie gedronken. Of, in het geval van de schrijver Voltaire, een thee. In het café herinneren nog diverse onderdelen aan die 'goede ouwe tijd' (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/toost-in-het-oudste-cafe-van-parijs.html).

Gelato has a long history in Italy but it was its introduction to France that made it famous throughout Europe. In particular it was Francesco Procopio dei Coltelli, a Sicilian chef, who was the first to sell gelato directly to the public in 1686. Prior to then it was reserved for royalty only.
He opened a restaurant, Café Procope, which offered granita and a wide variety of gelato and became a real reference point for artists and intellectuals. Procopio’s café served gelato in small porcelain bowls that resembled egg cups.
Café Procope is the oldest coffehouse of the world and the most famous center of the literary and philosophic life of the 18th and 19th centuries. It was frequented by La Fontaine, Voltaire, Benjamin Franklin, Napoleon Bonaparte, Balzac, and Victor Hugo (http://dilorenzogelato.com/parisian-cafe-procope-was-one-of-the-first-to-sell-italian-gelato-to-the-public/).


Het Louvre (Frans: Musée du Louvre of kortweg: Le Louvre) is een van 's werelds grootste musea gelegen in het 1e arrondissement van de Franse hoofdstad Parijs. Het ligt net ten noorden van de Seine. Het bestaat uit drie vleugels: de Richelieu-vleugel, de Sully-vleugel en de Denon-vleugel. De Mona Lisa van Leonardo da Vinci is waarschijnlijk het beroemdste stuk uit de collectie van het Louvre. Het museum maakt deel uit van de Réunion des musées nationaux et du Grand Palais des Champs-Élysées. Het is sinds jaren 's werelds bestbezochte museum (https://nl.wikipedia.org/wiki/Louvre).


Een bezoek aan Parijs is niet compleet zonder het Louvre gezien te hebben. Dit is het grootste museum van de wereld. En volgens veel mensen ook het mooiste. Het museum zelf is al een attractie apart. Daarbij was het vroeger het grootste paleis van de wereld. En natuurlijk wilt u ook de Mona lisa en de Venus van Milo en nog 400.000 andere kunstwerken wel eens zien.
Het Louvre wordt in Frankrijk ook wel Musée du Louvre of Le Louvre genoemd. Maar het is niet altijd een museum geweest. Het Louvre is waarschijnlijk ontstaan rond in 1190. Het was toen een fort die de stad Parijs beschermde tegen invallen vanuit het westen en het oosten. In het fort lagen wapens maar ook Koninklijke kunstschatten. En het diende als gevangenis. Rond 1400 kreeg het Louvre een belangrijkere rol voor de koning.
In 1791 werd besloten dat het Louvre als museum zou dienen. En op 10 augustus 1793 werd het geopend als officieel museum. Waardoor het Louvre een van de oudste museums ter wereld is (www.parijs.nu/bezienswaardigheden/louvre).


In het Louvre sta je oog in oog met één van 's werelds grootste kunstcollecties ter wereld. De Mona Lisa (Da Vinci) en de Venus van Milo (Alexandros van Antiochië) kennen de meesten wel, maar dit museum herbergt meer dan 380.000 waardevolle stukken. En je moet een kunstkenner zijn om alles op waarde te kunnen schatten.
Online komen er meer en meer mogelijkheden om je alvast wat te verdiepen in de rijkdom. Met veel achtergrondinformatie, foto's en tips voor je bezoek. Als je er dan bent krijgt je bezoek de juiste diepte. Zeker als je ter plekke een rondleiding neemt (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/verdiep-je-in-het-louvre.html).
Net als Rome speelt Parijs een belangrijke rol in één van de bestsellers van de afgelopen jaren: de Da Vinci Code. In het boek (en de speelfilm) duikt onderzoeker Robert Langdon onder meer het Louvre in, na wakker te zijn geworden in het Ritz-hotel. Hij zoekt onder meer de Mona Lisa. Wie wil kan alle locaties die in het verhaal voorkomen bezoeken, dus ook het treinstation Gare Saint Lazare, de Champs Élysée en Bois de Boulogne. Je kunt zelf op pad, maar ook een rondleiding boeken (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/duik-in-de-da-vinci-code.html).


Brasseurs de Lorraine Mona Lisa (4,5%)
Style: Fruit Beer
Pont-a-Mousson, France
COMMERCIAL DESCRIPTION
Bière façon Renaissance aromatisée à la framboise.
Pour "Renaissance Nancy 2013", nous avons brassé cette bière de blé aromatisée à la framboise, typique des bières de la Renaissance (www.ratebeer.com/beer/brasseurs-de-lorraine-mona-lisa/239468/). La  brasserie  artisanale  « Les  Brasseurs  de  Lorraine »,  Philippe  Voluer,  le Musée Français de la Brasserie ont souhaité à nouveau travailler ensemble dans le cadre de l’évènement Renaissance Nancy 2013, afin de présenter une bière originale façon renaissance : La Bière Mona Lisa © ....L’inauguration officielle de cette bière façon Renaissance, aura lieu le 17 mai 2013 au Musée
Français de la Brasserie de Saint-Nicolas-de-Port. À cette occasion Philippe Voluer donnera
une conférence sur la bière à la Renaissance.
LES BRASSEURS DE LORRAINE
Jean-François DROUIN
3, rue du bois le prêtre
54700 PONT A MOUSSON (www.tourisme-montmedy.fr/actualite_detail.php?id=3021&category_id=)
Het Louvre is gevestigd in een van oorsprong middeleeuws kasteel dat door de koningen van Frankrijk werd gebruikt. Het eerste kasteel op deze plek, gebouwd rondom een donjon, werd aangelegd door Filips II in 1190 en lag toen aan de westkant van de stad. Nadat de Orde van Tempeliers rond 1307 in ongenade viel, werd het Louvre het onderkomen van de koninklijke schatkist, die eerst in het hoofdkwartier van de Tempeliers werd bewaard.
Karel V maakte het kasteel, dat door stadsuitbreiding zijn strategische betekenis had verloren, tot zijn koninklijk paleis. Als liefhebber van kunst gaf hij het Louvre alvast iets van zijn toekomstige functie door zijn bibliotheek er onder te brengen. Volgens een inventaris van 1368 telde de bibliotheek 917 werken. Maar Karel was een fervent verzamelaar, zo weten we dat hij tussen 1373 en 1380, 76 nieuwe boeken kon toevoegen aan zijn bibliotheek.
Het paleis leed zwaar onder de Honderdjarige Oorlog en hoewel Frans I erop aandrong om het paleis te herbouwen, duurde het tot 1528 tot er iets definitiefs gebeurde.....Het plan van Hendrik IV, le grand dessin genoemd, dient als leidraad voor alle volgende generaties die zich met het uitbreiden en verbeteren van het Louvre bezighouden. Dit proces gaat, met vallen en opstaan, tot Lodewijk XIV besluit zijn residentie te verplaatsen naar het Paleis van Versailles. Het Louvre raakt in onbruik als paleis en krijgt verschillende functies....De markies van Marigny, door Lodewijk XIV als beheerder van het Louvre aangesteld, liet ondanks een beperkt budget, de Cour Carrée voltooien door Jacques-Germain Soufflot. In 1779 kreeg de nieuwe beheerder, de graaf van Angiviller, het idee om het Louvre te gaan gebruiken als onderkomen voor (een gedeelte van) de koninklijke kunstcollectie. Zijn idee krijgt echter geen tijd om waarheid te worden door de tussenkomst van de Franse Revolutie. Hoewel er door de revolutie geen koning meer is, wordt het Louvre toch niet gezien als volledig volksbezit. D’Angiviller zet zijn idee voor een museum door bij de nieuwe machthebbers, die inzien dat de nationale kunstcollectie beschermd moet worden tegen de verwoestingen die de revolutie met zich meebrengt. Het idee van een nationaal erfgoed begint zich te ontwikkelen en in 1791 beslist de Wetgevende Vergadering dat in het Louvre een museum gevestigd zal worden. Op 10 augustus 1793 werd het Louvre geopend als museum, een van de oudste ter wereld. Nog ouder zijn het Ashmolean Museum (1683), het museum van Dresden (1744) en de Vaticaanse Musea (1784) (https://nl.wikipedia.org/wiki/Louvre).


De Cathédrale Notre-Dame de Paris (Nederlands: Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Parijs) is een in vroeggotische stijl opgetrokken kathedraal op het Île de la Cité, in het centrum van Parijs.
De Cathédrale Notre-Dame de Paris (Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Parijs) is een in vroeggotische stijl opgetrokken kathedraal op het Île de la Cité, in het centrum van Parijs (https://nl.wikipedia.org/wiki/Notre-Dame_van_Parijs).


De westgevel van de Notre-Dame, die uitkijkt op het plein Parvis Notre-Dame - place Jean-Paul-II, is rijkelijk versierd met beeldhouwwerk. De drie portalen - van links naar rechts: het Mariaportaal, het Portaal van het Laatste Oordeel en het Anneportaal - worden omzoomd door beelden van Bijbelse figuren en bisschoppen. Boven de portalen bevindt zich de zogeheten koningsgalerie met beelden van de koningen van Juda als verbintenis tussen de Franse monarchie en de Kerk. Een dergelijke decoratie was nog niet eerder aangebracht op een kathedraal. Het concept van de koningsgalerie werd overgenomen bij de kathedraal van Reims en de Notre-Dame van Amiens. De koningsfiguren die tegenwoordig zichtbaar zijn stammen echter allemaal uit de 19e eeuw.
Boven de westgevel torenen de twee niet-afgebouwde torens met een hoogte van 69 meter uit. Ze kunnen beklommen worden en bieden een uitzicht over de stad.
De waterspuwers van de Notre-Dame stammen uit de middeleeuwen. De als monsters vormgegeven spuwers zorgen ervoor dat het regenwater niet langs de gevel naar beneden stroomt.
Op de balustrade van de westgevel zitten de drôleries van de Galerie des chimères. Deze monsterlijke figuren werden door ambachtslieden aangebracht als vrolijke noot of dienden ter afschrikking van demonen. De originele figuren werden in de 18e eeuw verwijderd, omdat ze in de loop der eeuwen vervallen waren, waardoor er soms fragmenten naar beneden vielen. In de 19e eeuw bracht Viollet-le-Duc nieuwe figuren aan,
De kerk was een van de eerste gebouwen ter wereld waar de luchtbogen gebruikt werden. Het originele ontwerp bevat deze bouwkundige onderdelen echter niet. Toch zijn zij rond het koor en het schip toegepast. Tijdens de gotiek werden dunne muren erg populair. Deze zijn dan ook toegepast in de Notre-Dame, maar bij de bouw kwam men erachter dat deze dunne muren zonder externe steun niet overeind kunnen blijven staan; er kwamen scheuren in de muren en ze begonnen naar buiten te leunen door hun eigen gewicht. Als reactie begonnen de architecten steunen te bouwen rond de buitenmuren. Bij latere kerken bleven deze steunen terugkomen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Notre-Dame_van_Parijs).


Napoleon Bonaparte kroonde zichzelf in 1804 tot keizer der Fransen in de Notre-Dame..... In de kathedraal worden drie relikwieën van Christus bewaard: de doornenkroon, een stuk uit het kruis en één van de nagels waarmee Christus gekruisigd werd. Het boek De Klokkenluider van de Notre Dame, dat Victor Hugo in 1831 schreef, gaf de Notre-Dame wereldbekendheid.
De eerste steen werd in 1163 door paus Alexander III geplaatst....In 1793, tijdens de Franse Revolutie werd de kathedraal omgedoopt tot Tempel van de Rede. In deze periode werden talloze kunstwerken gestolen of vernield. De 28 beelden van de koningen van Juda op de westgevel werden onthoofd omdat men dacht dat het beelden van Franse koningen waren. Na de ondertekening van het Concordaat van 15 juli 1801 werd de Notre-Dame opnieuw gebruikt voor de Heilige Mis. De kerk werd op 27 februari 1805 als eerste in Frankrijk door paus Pius VII verheven tot basilica minor.
De kathedraal onderging vanaf 1845 een 23 jaar durende restauratie door Eugène Viollet-le-Duc, om de beschadigingen van de Franse Revolutie te herstellen. Viollet-le-Duc verving de deels vernielde koningsbeelden in het voorfront door zelfontworpen beelden. Hij plaatste ook een nieuwe vieringtoren of flèche op het dak van de kathedraal. In 1991 was er een nieuwe restauratie aan de gang die in 2001 beëindigd werd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Notre-Dame_van_Parijs).


In de zomer kun je op zaterdag- en zondagavond La Notre Dame beklimmen. En zie je de zon ondergaan. Of, als het helemaal donker is, de 'gargoyles' (of goblins) die rondom de torens staan, recht in de ogen kijken. Deze vreemde wezens (soms half mens, half beest) geven de kathedraal een sinister trekje en laten de angst uit vroeger tijden zien (www.droomplekken.nl/europa/frankrijk/parijs/doen/ontmoet-de-goblins-van-la-notre-dame.html).


Victor Hugo schreef er een boek over. Volgens mij heb ik ergens vernomen -al weet ik niet meer waar, volgens mij was het Discovery Channel, maar dan lang geleden toen het nog niet bol stond van programma's over pandjeshuizen en opkopen van bergingen- dat er in dat verhaal een onderliggende betekenis ligt in het feit dat boeken de gebouwen, zoals Notre Dame, en de daarbij horende klokkenluider overbodig zouden maken. Grote gebouwen, maar ook kleinere monumenten zoals fonteinen en praalgraven waren vaak bedoeld om een verhaal uit te dragen. Met de komst van de boekdrukkunst kwam er een veel handiger medium om je verhaal over te brengen, waardoor gebouwen overbodig worden. In het boek, en ook de Disneyverfilming, zit een scene waarmee de klokkenluider geslagen wordt met een boek met woorden van die strekking. Anno nu zou je een scene kunnen voorstellen van een bibliothecaris die wordt gemept met een Ipad/tablet...


De klokkenluider van de Notre Dame (Frans: Notre-Dame de Paris) is een boek van Victor Hugo dat in 1831 werd gepubliceerd. Het speelt zich bijna volledig af in en om de Notre-Dame van Parijs. Het gaat over de onbeantwoorde liefde van de klokkenluider Quasimodo voor de beeldschone zigeunerin Esmeralda.
De schrijver Victor Hugo werd op een dag rondgeleid door de Parijse kathedraal. Hij liep alleen door een van de klokkentorens en ontdekte daar een Grieks woord ANAŀKH, geschreven in de muur. Het woord betekent vertaald noodlot. Hugo werd nieuwsgierig naar waarom en wie het in de muur had gezet. Zonder dat hij er enig antwoord op vond of kreeg, ontstond er een verhaal al in gedachten over een gebochelde klokkenluider. Het geschreven woord is na de ontdekking van Hugo verwijderd (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_klokkenluider_van_de_Notre_Dame_(boek)).

Notre-Dame de Paris is de eerste, en de auteur beweert in zijn voorwoord, een eerbetoon aan de architectuur van de vijftiende eeuw. De roman is bezaaid met tal van beschrijvingen die de monumenten van Parijs van die tijd, de gotische genie te eren. Als Hugo geeft trots op de majesteit van Parijs van die vervlogen verleden, het stopt nooit om het menselijk bewustzijn, die door de eeuwen heen en revoluties veel van het verleden erfenis hebben vernietigd beïnvloeden...Notre-Dame de Paris is nog steeds de illustratie van de krachtige proza ​​van Victor Hugo, zijn niet aflatende werkwoord vormt de basis van een transcendente en krachtig verhaal. Beschrijvingen zijn levendig, levend. Tour lyrische beurt, epische, vroeg, gepassioneerd, reflecterende, illustratief, zij zijn de lijm van dit monument. Ik keer terug naar de bovengenoemde episode maar hij diep getekend: Quasimodo, beschreef ons in het effectief de daling aan het begin van de roman wordt, door het enkele kracht van woorden, een briljant en sublieme entiteit bij het ​​verwijderen van Esmeralda de klauwen van haar beulen naar de hoogten van Notre Dame te winnen.
Notre-Dame de Paris is een monument, niet alleen met zijn naam. Notre-Dame de Paris is een spannende en prachtige roman. (https://eleonorecotton.wordpress.com/2015/08/09/notre-dame-de-paris-de-victor-hugo-2/).

Victor Hugo (1802-1885) was zowel in het maatschappelijke als in het literaire leven van Parijs een markante persoonlijkheid. Hij schreef veel epische en lyrische gedichten, vernieuwde mede het toneel ("Cromwell", 1827, met een voorwoord dat de kracht heeft van een manifest; "Hernani", 1830). Zijn belangrijkste romans zijn "Les miserables" (1862; uitgangspunt van de mucical) en "De klokkenluider van de Notre Dame", het meeslepende verhaal van de onbaatzuchtige, onbegrepen liefde van de mismaakte dwerg Quasimodo voor het knappe, bevallige zigeunermeisje Esmeralda, dat meermalen is verfilmd. Hugo plaatst deze roman in het Parijs van 1482, rondom de Notre-Dame.
Hugo als cynisch criticus, daar houd ik van. En ik ben geneigd om zijn roman te vergelijken met de bouw van een gotische kathedraal: telkens worden er door nieuwe bouwmeesters nieuwe stukken bijgebouwd, in nieuwe stijlvormen. Uiteindelijk ontstaat er een geheel en compleet bouwwerk, dat echter in zijn complexiteit verschillende (bouw)stijlen incorporeert. Het geheel is dus het resultaat van verschillende – en deels conflicterende - elementen.
Dat ‘analogisch denken’ is Hugo niet vreemd. Als hij de ‘klokkenluider’ Quasimodo typeert gaat dat als volgt:
Zo kwam het dat hij langzamerhand, door zich voortdurend in samenhang met de kathedraal te ontwikkelen waar hij in leefde, in sliep en bijna nooit uitkwam en waar hij van uur tot uur de geheimzinnige invloed van onderging, op haar begon te lijken, er zogezegd mee vergroeide, er een wezenlijk onderdeel van ging vormen. (…) Men zou bijna kunnen zeggen dat hij haar vorm had aangenomen, zoals de slak de vorm van haar huis aanneemt.” (p.172)
In boek V, hoofdstuk II beschrijft Hugo expliciet de verdringing van de ‘verhalende functie’ in de bouwkunst door de literatuur als gevolg van de boekdrukkunst. Voor mij een extra argument om de roman De klokkenluider van de Notre-Dame te zien als substituut voor het beschreven middeleeuwse bouwwerk.
Dan rest nog slechts de vraag in hoeverre het uiteindelijke bouwwerk ‘als geheel’ overtuigd. Als ik heel eerlijk moet zijn denk ik dat Victor Hugo’s ‘bouwwerk’ teveel zwakke plekken kent om de vergelijking met de middeleeuwse kathedraal te kunnen doorstaan. Wat overigens niet wegneemt dat Hugo met De klokkenluider van de Notre-Dame een voor zijn tijd weergaloos roman-experiment heeft neergezet! (www.gvanwingerde.nl/nieuw/mobile/articles.php?lng=nl&pg=680)

Om de lezer deze spannende en soms melodramatische geschiedenis binnen te sleuren schildert Victor Hugo met veel bravoure het Parijs van de late middeleeuwen. Hij weidt uit over architectuur, vertelt de geschiedenis van de stad, legt het enorme belang van de uitvinding van de boekdrukkunst voor die tijd uit. Zijn grote kracht ligt vooral in de meeslepende beschrijvingen van milieus, situaties, gebeurtenissen. Zo leert de lezer de Parijse onderwereld, waar Esmeralda toe behoort, kennen; hij staat met zijn neus vooraan als boeven de Notre - Dame bestormen om haar te redden; Hugo laat zien hoe laconiek rechters omspringen met de doodstraf; hij legt uit wat vrijplaatsen zijn; hij toont zó indringend hoe beulen te werk gaan in martelkamers en hoe slachtoffers wegteren in onderaardse kerkers, dat u er klamme handen van krijgt.
In De klokkenluider van de Notre - Dame staan heftige hartstochten centraal: blinde haat, kokende woede, waanzinnige liefde, felle jaloezie, gekmakende wanhoop. Hugo laat u niet los voordat het noodlot met al zijn grillen en toevalligheden definitief heeft toegeslagen. Nee, de afloop kent u niet, want alle verfilmingen en musicals eindigen anders dan in het boek (http://harryabrahams.blogspot.nl/2015/04/de-klokkenluider-van-de-notre-dame.html).

Wanneer een gebouw een gedicht wordt, verliest de architectuur haar rechten. Ze staat dan immers ten dienste van een al dan niet legitiem verhaal dat eigenlijk aan iemand of iets anders toebehoort.
Architectuur mag slechts bij uitzondering monumentaal zijn, vindt Le Corbusier.....Die geschiedenis hoort niet thuis in gebouwen, maar in boeken. Wat de architectuur aan historisch, verhalend gewicht verliest, zo stelt Le Corbusier, maakt haar essentie vrij.
Dit standpunt, dat in verschillende gedaantes steeds weer opduikt in de trilogie Vers une architecture, L’art décoratif d’aujourd’hui en Urbanisme uit het midden van de jaren 1920, herinnert aan de radicale terdoodveroordeling van diezelfde architectuur een kleine eeuw eerder, in Victor Hugo’s Notre Dame de Paris. In het hoofdstuk “Ceci tuera cela,” toegevoegd aan de tweede editie van 1832, stelt Hugo onomwonden en zonder enige ambiguïteit dat de boekdrukkunst de architectuur heeft gedood, precies omdat het gedrukte boek het gebouw als de betekenisdrager bij uitstek heeft vervangen. Het proces dat volgens Le Corbusier de architectuur bevrijdt, bezorgt haar volgens Hugo
de doodsteek.
Le Corbusier verwijst niet naar Victor Hugo, althans niet in de geciteerde passages. Het hoofdstuk “Ceci tuera cela” zou evenwel een sleutelrol spelen in het geschreven oeuvre van een andere modernistische grootmeester, Frank Lloyd Wright. Wright herkent wat er in Hugo’s tekst op het spel staat; in zijn autobiografie vertelt Wright hoe zeer zijn eerste lectuur van het beruchte hoofdstuk uit Notre Dame de Paris hem als kind had aangegrepen. Hoe kan je nadien nog architect willen worden? In zijn talrijke reflecties op “Ceci tuera cela”, en in het bijzonder de tekst The art and craft of the machine, kiest Wright een pad verwant aan dat van Le Corbusier: ook volgens Wright hoeft architectuur helemaal geen monument te zijn, maar een afspiegeling van de machine. Hugo’s verdienste schuilt er volgens Wright precies in dat hij daar als eerste op heeft gewezen. Immers, het boek is het product van de allereerste moderne machine, de drukpers. Omdat de architectuur de fundamentele vernieuwing die zo wordt ingeluid niet herkent, sterft ze af.
...de onverbiddelijkheid van Hugo’s conclusie, in “Ceci tuera cela” althans: het boek heeft de architectuur definitief en voor altijd gedood. Dit droevig einde is onontkoombaar eens je met Hugo vaststelt dat architectuur niet is ontstaan om de menselijke behoefte naar onderdak en beschutting te bevredigen, en dat het eerste gebouw bijgevolg geen huis is.
Volgens Victor Hugo is de mens beginnen bouwen om herinneringen vast te leggen en uit te drukken. De monumentaliteit van architectuur is niet het effect van haar maatschappelijk en historisch belang, maar de oorzaak. In een beknopte maar wervelende wereldgeschiedenis van de architectuur legt Hugo uit hoe gebouwen de boeken van de mensheid kunnen zijn. ...Onder de hoede van de architectuur werken alle kunsten er mee aan de volmaakte uitdrukking van het volk. Wie tijdens de
gothiek gedichten wou schrijven, ging de bouwwerf op. ...Dat verandert met de komst van het gedrukte boek. Nu wordt het plots mogelijk om “de gedachte” veel sneller, goedkoper en veelvuldiger te registreren en te verspreiden. Architectuur wordt daarmee niet alleen van haar voetstuk gestoten, maar tevens van haar bestaansreden ontdaan. Ze kan niet anders dan sterven. De gebouwen die sinds de boekdrukkunst worden opgericht, zijn loze geometrische oefeningen of flauwe
imitaties van ontoepasselijke originelen, de Romeinse en de Griekse bouwkunst. In de vijftiende en zestiende eeuw ervaart de architectuur geen renaissance, maar een onomkeerbare degeneratie tot een “kunst” die geen enkel gezag meer uitoefent over de andere menselijke uitdrukkingsvormen. Het bouwen is nu onderworpen aan de autoriteit van het boek, en het boek bepaalt hoe en wat er moet worden gebouwd. De nieuwe toren van Babel, besluit Hugo, zal uit boeken bestaan
 (https://biblio.ugent.be/publication/426649/file/6809147.pdf).


16 rue des Tournelles, 75004 Paris
Belge, française, américaine, allemande ou anglaise, la bière que vous cherchez se trouve sûrement rue des Tournelles. Avec plusieurs centaines de références en stock, novices, amateurs et spécialistes trouveront sans aucun doute, dans cette cave parisienne, le breuvage qui leur sied… La cave propose un large choix de bières vendues au détail et à emporter (http://lamoustacheblanche.fr/#notre_boutique).

Wacht ik vergeet iets:
Brouwerijen...

Look Out! There’s a Craft-Beer Revolution Taking Over France
Something’s afoot in Paris, but it has nothing to do with kings or the bourgeoisie. The culprit: specialty beer. From microbrewers to bar owners, meet the people leading the uprising....It is here, in this dynamic community, that renegade brewmaster Thierry Roche is fermenting his own drops of gold at the partly crowd-funded Brasserie de la Goutte d’Or—the only brewery that is actually in Paris.
I ask Thierry if his fellow Parisians are really ready for the idea of a hip, urban craft brewery. “When you go into rural France,” he responds, “people know the local breweries, they know the beers. They have a relationship with the brand and with the product. So the French people are ready for this. Especially in Paris. It’s an open market here.” And he’s right. France is no stranger to the idea of a local brewery.
At the end of the 19th century, France had more than 2,800 breweries. By 1975, the number had plunged to a mere 23. Some blame the decline on corporate behemoths like Kronenbourg, which cannibalized the little brewers. Others point to the two world wars, which claimed the lives of the many men who brewed beers, and drank them, all over rural France. Perhaps, like many things, it’s a combination of both. Today, the number of breweries in France has increased to more than 500. Many of them take a page out of the brasserie history books and maintain small, local operations (www.thedailybeast.com/articles/2013/12/02/look-out-there-s-a-craft-beer-revolution-taking-over-france.html).

Thierry pours us a glass of his Myrha, a blonde beer made with the essence of dates. It’s a murky yellow in the glass and has a pleasant aroma. The taste is rough and crafty.
...Simon Thillou...from La Cave à Bulles has invited us to a private beer tasting he is hosting tonight at his shop La Cave à Bulles... “The first thing you need to know about French beer,” Simon begins, “is never order something called Desperados.” He is referring to the skunky, overly sweetened, tequila-flavored pigswill brewed by Fischer in France and owned, of course, by Heineken. Desperados is the antithesis of French craft brewing.
...
French micro-brewing is just starting now,” he says. “I would guess that it’s probably like what it was in the United States 15 years ago, with micro-breweries popping up everywhere. Now, in New York, almost every bar has craft beers on tap.” I ask if he sees a similar future for French craft beers. “Let’s talk about that in 10 years,” he says, “but I wouldn’t be surprised. It’s been very different in the past couple of years here. Something has really kicked off.” (www.thedailybeast.com/
articles/2013/12/02/look-out-there-s-a-craft-beer-revolution-taking-over-france.html),

Brasserie de la Goutte d’Or
28 Rue de la Goutte d’Or,
75018 Paris, France
Yes, that’s right. Parisian beer! Brewed, bottled and sold at the newly opened Brasserie de la Goutte d’Or, the first serious microbrewery Paris has seen in recent history. These new brews of la Goutte d’Or are a unique and exciting blend of owner Thierry Roche’s passion for artisanal beer and love of the neighborhood where he lives and brews (http://hipparis.com/2012/12/31/craft-beer-brewed-in-paris-la-brasserie-de-la-goutte-dor/). Midden in La Goutte d’Or. Dit wijkje vind je vlak ten oosten van de Montmartre heuvel ingeklemd tussen Barbès-Rochechouart, La Chapelle en Château Rouge. Thierry Roche heeft daar een eigen kleine brouwerij en voert een paar biersoorten waaronder Chateau Rouge (een rood bier / spicy) Léon (een donker bier) en Charbonnière.
Op donderdag vrijdag en zaterdag kun je tussen 17.00 en 19.00u de brouwerij bezoeken en verschillende biertjes van ze proeven (www.parijsonline.nl/category/dossiers/biertje-drinken/).

La Cave à Bulles
45 Rue Quincampoix, 75004 Paris, France

La Fine Mousse
6 avenue Jean Aicard- 75011 Paris

La Parisienne
10, rue Wurtz
75013 Paris
La Parisienne is voor 100 % gefabriceerd en gebotteld in het 13e arrondissement van de hoofdstad. Het bierhuis maakt 4 klasssieke biersoorten – une blonde (blond bier), une rousse (rood bier), une blanche (witbier) en une brune (bruin bier) plus diverse speciaalbieren (www.frankrijk.nl/2015/10/ambachtelijke-bier-trend-in-parijs/,  http://brasserielaparisienne.com/).

Issu d’une famille de vignerons et lui-même propriétaire des champagnes Louis Barthélémy (www.louis-barthelemy.com), Jean Barthélémy Chancel s’est pris de passion pour les bières artisanales lors de ses voyages en France et à l’étranger, notamment aux Etats Unis, en Belgique et en Angleterre....Brasseur autodidacte passionné bénéficiant d’un solide savoir-faire viticole, cette première expérience lui permet d’acquérir l’expertise brassicole nécessaire. Il crée la brasserie La Parisienne en 2014 pour partager cette passion de la bière artisanale et redonner à Paris sa bière (http://brasserielaparisienne.com/creation-de-la-parisienne/).



Brasserie La Baleine
17, rue Henri Duvernois
75020 Paris
In het 20ste arrondissement, niet ver van Père Lachaise, heeft een vroegere fotograaf  zich toegelegd op het maken van 4 verschillende biersoorten, van blond tot donkerbruin bier (www.frankrijk.nl/2015/10/ambachtelijke-bier-trend-in-parijs/).
La Brasserie La Baleine est une micro-brasserie proposant des bières artisanales brassées de façon traditionnelle (à la main), ce qui permet de vous offrir des produits authentiques, vivants et naturels. Les bières qui y sont fabriquées ont ce goût caractéristique des pur malt. Les houblons, les levures, les plantes aromatiques et les épices sont sélectionnés afin d’obtenir des produits de qualité et des recettes uniques (www.brasserie-la-baleine.com/).


BapBap
79 rue Saint Maur, Paris 11e arron
Afgelopen zomer openden drie vrienden uit Bordeaux deze brouwerij in het 11e arrondissement, in een grote fabriekshal van 7 verdiepingen. De naam BapBap staat voor «Brassée à Paris, Bue à Paris» (gebrouwen in Parijs, gedronken in Parijs). Het bier van dit huis is een amberkleurige ‘ale’ in Amerikaanse stijl (www.frankrijk.nl/2015/10/ambachtelijke-bier-trend-in-parijs/).
(http://www.bapbap.paris/)


O’Neil Artisan Brasseur
20, rue des canettes
75006 Paris
Al sinds de jaren 80 zit er in de Rue des Cannettes (achter Sulpice) O’Neil Artisan Brasseur. In deze Brouwerij kun je zien hoe gebrouwen wordt en je kunt er direct de eigen biertjes te drinken van de tap. Ze schenken Blonde Ambre, Brune … mijn favoriet is de Blanche (www.frankrijk.nl/2015/10/ambachtelijke-bier-trend-in-parijs/). In de Rue des Canettes, vlak achter de St Sulpice (6e arr.) zit een bijzondere Bierbrouwer . Een Maitre Artisan Brasseur.
Al sinds de eind jaren 80 wordt hier ambachtelijk bier gemaakt en direct op de tap geschonken.
O’Neil heeft een aantal soorten zelfgebrouwen bier, waaronder , Blonde, Brune en Ambree maar ze hebben ook een erg goed witbier (blanche).
O’neil heeft ook een paar eenvoudige barhappen zoals Flammenkuche.
De naam heeft overigens niets te maken met het Amerikaans surf en kledingmerk uit Santa Cruz .Het schijnt dat de eigenaar wel  een link heeft met de grote Franse Bierbrouwer Pelforth (www.parijsonline.nl/category/dossiers/biertje-drinken/).

Brasserie Parisis
34 rue de la forêt, local K
91860 Epinay sous Senart
L'histoire de la Parisis remonte à l'année 2008 avec la création d'une bière qui est aujourd'hui la « mère » de la Parisis : la bière de l'Yvette. Cette année-là, Eric Esnault crée la bière de l'Yvette, une bière non filtrée, non pasteurisée, qu'il commercialise alors exclusivement dans la région de l'Yvette.
Après 3 ans d'existence, Jonathan Abergel, alors brasseur, rencontre par hasard Eric sur un marché de produits d'artisans. C'est alors que l'idée d'une association apparaît comme évidente pour un grand projet : créer une bière de qualité pour la Région Paris, brassée en Ile de France (www.brasserie-parisis.com/).

Les Brasseurs du Grand Paris
RCS 533304952 RCS Nanterre
106 rue Louis Rouquier – 92300 LEVALLOIS PERRET
Entre 2011 et 2013, l’aventure de MY BEER s’est écrite au 5ème étage (sans ascenseur) d’un immeuble de Levallois. Un ancien bureau reconverti en petite salle de brassage nous a permis de parfaire notre apprentissage, de développer nos recettes et de commercialiser nos bières....En 2013, Emmanuel Rey (Volcelest, Brasserie de la Vallée de Chevreuse – 78) nous accueille afin d’adapter la recette de la Levalloise à des cuves plus conséquentes et ainsi de partir à l’assaut de l’autre côté du périphérique.....Fin 2013, c’est Jonathan Abergel et l’équipe de la Brasserie Parisis (91) qui nous ouvrent leurs portes. L’équipement est différent et nous choisissons cette fois d’y brasser notre IPA Citra Galactique. Le résultat nous donne pleinement satisfaction et en 2014, nous y brasserons avec Yann d’Outland la Ligne 3. En décembre 2013, nous décidons de stopper la production à Levallois.
Brasseurs, parce que même si nous ne possédons pas actuellement de Brasserie, depuis nos premiers pas dans nos cuisines respectives, en France et aux Etats Unis, nous nous sentons profondément Brasseurs.
Du Grand Paris, parce nous souhaitons, à l’issu de cette période de transition, pouvoir installer un outil de production à proximité de Paris, dans ce qui s’appellera demain le Grand Paris (www.brasseursdugrandparis.com/?age-verified=299e27770a).

Deck & Donohue
71, rue de la Fraternité
93100 MONTREUIL,
Nous sommes passionnés de bières depuis plus de dix ans. Nous avons visité des brasserie, goûté des centaines de bières, brassé des dizaines de recettes. A nous deux, nous cumulons plus de dix ans de brassage, professionnel et amateur.
Nous avons créé Deck & Donohue pour partager cette passion et mettre en avant le goût du craft, synonyme pour nous de créativité dans l’élaboration des recettes combinée à une exigence et une quête d’excellence dans la production.
Nous réalisons des brassins de taille limitée pour pouvoir proposer en permanence une large variété de bières fraîchement brassées.
Thomas Deck – Mike Donohue (http://deck-donohue.com/about-us/)

Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692