Haarlem, ooit ontstaan als Romeinse nederzetting, ontving in 1245 stadsrechten van graaf Willem II van Holland. Vanaf dat moment groeide Haarlem uit tot één van de belangrijkste steden van Holland. Tijdens de Tachtigjarige oorlog verzette Haarlem zich hevig tegen de Spaanse overheersing. Eenmaal in handen van Willem van Oranje trokken veel Vlamingen naar de stad, waarvan de invloeden ook nu nog zichtbaar zijn. In de Gouden Eeuw was Haarlem een geliefde woon- en verblijfplaats voor de rijken een machtigen.
Haarlem is een stad van pioniers. Het beeld van Laurens Janszoon Coster op de Grote Markt verwijst naar de uitvinder van de boekdrukkunst, Anthony Fokker vloog met zijn eerste vliegtuig, de Fokker Spin, een rondje om de Grote of St. Bavokerk en Pim Mulier is één van de grondleggers van de moderne sport in Nederland. De eerste spoorlijn van Nederland liep van Amsterdam naar Haarlem, de oudste nog verschijnende krant ter wereld is het Haarlems Dagblad en Jopen brouwt én schenkt twee recepten van traditioneel Haarlems bier in een omgebouwde kerk (www.haarlemmarketing.nl/ontdek-haarlem/historie).
De naam Haarlem (Haarlo-heim of hooggelegen dorp) komt voor het eerst voor op een lijstje van eigendommen van de Utrechtse St-Maartenskerk in de jaren 918 tot 938. Al in de 11de eeuw was Haarlem zetel van de graaf van Holland. Hij had eerst een burcht aan het Spaarne bij de Gravestenenbrug. Schippers betaalden er tol. De burcht stond aan de Grote Markt. Haarlem was de marktplaats voor Kennemerland.
In 1245 kreeg Haarlem als tweede stad in Holland stadsrechten. In 1429 volgde het tolrecht. De strategische ligging aan de samenkomst van het Spaarne (binnenscheepvaart van Amsterdam naar het zuiden) en de oude landweg door Holland bracht de stad aanzienlijke economische welvaart. Er kwamen vele scheepswerven, bierbrouwerijen, weverijen en blekerijen en er werd op grote schaal gebouwd (www.marceltettero.nl/home/Haarlem.html).
Wist u dat Haarlem in de Middeleeuwen wel zo’n 100 bierbrouwerijen kende.
Luisterend naar prachtige namen als “De twee klimmende leeuwen ” of “De passer en de valk”. Vooral gevestigd langs de oevers van het Spaarne en de Bakenessergracht (www.gildehaarlem.nl/bierwandeling/).
In Haarlem werd bier tot halverwege de dertiende eeuw uitsluitend door huisvrouwen thuis gebrouwen. Vanaf de veertiende eeuw werd brouwen een serieus beroep, uitgevoerd door ambachtslieden. Er viel goed geld mee te verdienen. De meeste brouwerijen lagen langs het Spaane en de Bakenessergracht.
In 1407 werd er door het stadsbestuur een keur uitgevaardigd, met als belangrijkste bepalingen dat eenieder die bier wilde brouwen lid moest zijn van het brouwersgilde (Sint- Maartensgilde) en geen ander beroep mocht uitoefenen. Pas een kleine eeuw later, in 1501, werd een nieuwe keur op de brouwerij uitgevaardigd. Daarna zijn er nog regelmatig veranderingen in de regelgeving geweest, die zijn toegevoegd aan de originele keur.
Over het algemeen was het grootste deel van de bierproductie voor de export bestemd. Alleen in de jaren tussen 1450 en 1480 werd het merendeel binnen de stad geconsumeerd.
Het zogeheten brouwgeld en de bieraccijns vormde een groot deel van de stedelijke inkomsten. Het brouwgeld was een belasting op grondstoffen, de bieraccijns was een belasting op het eindproduct bier.
Regelmatig gingen brouwerijen over van vader op zoon, een enkele keer van moeder op dochter (www.vriendenvandebakenes.nl/geschiedenis/bierbrouwerijen).
De bierbrouwerij is in Haarlem in de vijftiende eeuw tot bloei gekomen. De belangrijkste grondstoffen voor deze nering, graan en hop, moesten in de stad ingevoerd worden. Dat gebeurde met schuiten. Ook turf, de brandstof voor het opstoken van de bierketels, kwam per boot de stad in. De Haarlemse bierbrouwerij was gericht op de export. Daarvoor was eveneens de bereikbaarheid van goed vaarwater essentieel en jaarlijks verlieten vele schepen de Spaarnestad met aan boord een lading biervaten. In de eerste bloeiperiode van de bierbrouwerij, tussen 1430 en 1450, verkocht Haarlem zijn bier in het zuiden van Holland, in Zeeland, Brabant en Vlaanderen. De grote concurrenten waren Gouda en Delft. Die verdrongen Haarlem van deze markten in de tweede helft van de vijftiende eeuw. Een nieuwe bloeiperiode brak aan in de eerste helft van de zestiende eeuw, maar toen waren het Noorden van Holland en Friesland de belangrijkste klanten. In de loop van de zeventiende eeuw nam de bierbrouwerij in betekenis af. Bij de al bekende concurrenten voegde zich toen ook Rotterdam (http://virtueletochten.noord-hollandsarchief.nl/?pp_id=81&pc_id=19).
De hoofdstad van Kennemerland, nu de hoofdstad van Noord-Holland, leverde bier aan de hele streek. Wat later, in 1430, telde de stad meer dan honderd Middeleeuwse, dus kleine brouwerijen. Twee eeuwen later zijn er nog 50. Maar de stad Haarlem kreeg nog steeds minder geld binnen van de brouwers (accijns) dan uit de beroemde Haarlemse lakennijverheid. Dat was aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog, toen de economie flink groeide. Rijke brouwers hadden dan ook veel invloed in het stadsbestuur, zoals Van der Meer. In een schilderij van Frans Hals is hij afgebeeld met het familiewapen van Tetrode (http://members.home.nl/m.tettero/Overveen/Jopenbier.html).
Haarlem is een stad en gemeente in Nederland en de hoofdstad van de provincie Noord-Holland. De stad ligt aan de rivier het Spaarne en in de regio Kennemerland. Haarlem behoort tot de middelgrote steden in de Randstad. Tot de gemeente Haarlem behoren de stad Haarlem en het westelijke deel van het dorp Spaarndam....Het wapen van Haarlem bestaat uit een rood veld met daarin een zwaard met daarboven een kruis. Het zwaard wordt geflankeerd door vier sterren. De sterren duiden op de verbondenheid van de stad met de zee. Het zwaard zou zijn toegevoegd door keizer Frederik II uit dank voor de verovering van Damiate in 1219. De patriarch van Jeruzalem zou uit dank het kruis hebben toegevoegd. Het rode veld met het zwaard, de vier sterren en het kruis geldt ook als de vlag van de stad. De wapenspreuk van Haarlem is Vicit vim virtus, Latijn voor Dapperheid heeft geweld overwonnen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Haarlem).
Inwoners van de stad Haarlem worden schertsend ook wel eens ‘muggen’ genoemd. Het is niet precies duidelijk waar dit vandaan komt, echter werd ‘mug’ in de 14e en 15e eeuw gebruikt als scheldwoord. Het kan zijn voortgekomen uit het feit dat er vroeger veel muggen in Haarlem waren. Als andere verklaringen worden genoemd het ‘muggenziften’ van de Haarlemmers en een sage over een heks die de inwoners van de stad zou veranderen in muggen als ze niet zouden luisteren (www.haarlemmarketing.nl/ontdek-haarlem/historie).
Haarlem wordt voor het eerst genoemd in een document uit de 10e eeuw. In 1245 kreeg het stadsrechten van Willem II van Holland. Aan het eind van de middeleeuwen was Haarlem een van de belangrijkste steden van Holland geworden. In de Vroegmoderne Tijd ontwikkelde de stad zich op industrieel gebied als textielstad en op cultureel gebied als schildersstad (https://nl.wikipedia.org/wiki/Haarlem).
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat al 1500 jaar voor onze jaartelling mensen woonden in de omgeving van het Spaarne. Van geestnederzetting op een strandwal groeide ‘Haralem’ uit tot de zetel van de graven van Holland. Door de gunstige ligging aan de rivier het Spaarne ontwikkelde de stad zich razendsnel.
De naam Haarlem is mogelijk een verbastering van het woord ‘Haarloheim’, wat zoveel betekent als ‘woonplaats (heim) gelegen op een hoge zandgrond (haar) in het bos (lo)’. Echter is het niet zeker of dit de echte oorsprong van de naam is.
Peter Stuyvesant stichtte in 1658 aan de oostkust van de VS ‘Nieuw Haarlem’. In 1664 namen de Engelsen de kolonie over en gaven de plek de naam ‘Harlem’. Tegenwoordig maakt Harlem deel uit van de stad New York in het noorden van Manhattan (www.haarlemmarketing.nl/ontdek-haarlem/historie, https://nl.wikipedia.org/wiki/Haarlem).
In de 15de eeuw echter kwam een einde aan deze welvaart, onder meer door de Hoekse en Kabeljauwse Twisten en de Opstand van het Kaas- en Broodvolk. De Tachtigjarige Oorlog en het beleg van Haarlem, 1572-1573 betekenden de definitieve nekslag (www.marceltettero.nl/home/Haarlem.html).
Twee in samenstelling vaak wisselende groepen van edelen en steden in Holland en Zeeland tussen circa 1350 en het einde van de 15de eeuw vormen de Hoeken en Kabeljauwen. De naam stamt vermoedelijk uit de successiestrijd die na de dood van graaf Willem IV (1345) uitbrak tussen diens zuster Margaretha en haar zoon Willem V, maar de naam duikt pas op in 1390. De verklaring van de naam is er niet. De oorsprong van de tegenstellingen tussen groepen van edelen en hun onderlinge twisten moet worden gezocht in veten tussen adellijke geslachten, waarin ook de steden, die door onderlinge vijandschappen verdeeld waren, parij kozen.
De inzet was oorspronkelijk het verkrijgen en behouden van invloed op het bestuur en van winstgevende functies in de regering en aan het hof van de graaf. Het overlijden van Willem VI in 1417 veranderde de partijstrijd in een strijd om de rechten van Jacoba van Beieren op de opvolging. Daarna ging het meer over de vraag of men voor Bourgondië (Kabeljauws) of tegen Bourgondië (Hoeks) was. De partijkeuze hing vaak van lokale kwesties of.
Tegenstellingen in de regerende geslachten in de steden verbonden zich met adellijke veten en gingen in de Hoekse en Kabeljauwse twisten op. De Bourgondiërs hebben niet alleen een einde aan de twisten gemaakt - de Jonker-Fransenoorlog was een laatste wanhopige poging van de Hoeken het getij te keren -, maar ook de maatschappelijke structuur zo veranderd dat partijschap in deze vormen geen enkele zin meer had (www.marceltettero.nl/home/Haarlem.html).
Kaas-en Broodvolk: Naam voor de opstandige boeren en stedelingen in Noord-Holland in 1491 en 1492. De door structurele veranderingen (schaarste aan levensmiddelen, prijsstijging, verzwaring van de fiscale druk en de monetaire politiek van de centrale regering) in economische moeilijkheden gekomen boerenbevolking kwam in opstand tegen de inning van het ruitergeld. Stadhouder Jan van Egmont voelde zich niet sterk genoeg om er met geweld tegen op te treden en deed vage beloften die niets uithaalden.
De opstandelingen kregen in 1492 steun van de steden, waardoor de beweging van karakter veranderde. Men trok Alkmaar binnen en vervolgens Haarlem, ..Tenslotte deed men een vergeefse aanval op Leiden. Jan van Egmonts opvolger Albrecht van Saksen sloeg de opstand daarna vrij gemakkelijk neer: zware boetes werden opgelegd, Alkmaar werd ontmanteld. Haarlem en Hoorn kregen vervolgens elk een garnizoen (www.marceltettero.nl/home/Haarlem.html).
Haarlem had als katholieke stad zwaar te lijden onder de reformatie. In het Akkoord van Veere, dat in datzelfde jaar werd gesloten, werden de gelijke rechten tussen katholieken en protestanten vastgesteld. Daarmee was Haarlem de enige Hollandse stad waar in die tijd godsdienstvrede was. In juni 1578 bestormden protestanten de toen nog katholieke Grote Kerk op de Grote Markt. Ze plunderden de kerk en doodden de priester. Ook de kloosters werden daarna geplunderd en deels vernield, bedoeld als opstand.
In 1581 werd het Akkoord van Veere beëindigd. Vanaf die tijd was in Haarlem nog maar één godsdienst toegestaan: de gereformeerde. Het katholieke leven ging ondergronds: in schuilkerken, zoals de Oud Katholieke Kerk van St. Anna en Maria aan de Bakenessergracht, bleven de katholieken in het geheim bijeenkomen.
Nadat de rust was teruggekeerd zagen veel Vlamingen en Fransen hun kans en trokken naar Haarlem. Zij bezorgden de Haarlemse linnennijverheid een nieuwe bloeiperiode. De schilder Frans Hals was een zoon van één van deze Vlaamse immigranten (https://nl.wikipedia.org/wiki/Haarlem).
Kenau Simonsdochter Hasselaer en Wigbolt Ripperda zijn twee bekende verzetshelden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Zij beschermden Haarlem ruim zeven maanden lang tegen het Spaanse leger. In juli 1573 gaf de uitgeputte bevolking zich over (www.haarlemmarketing.nl/ontdek-haarlem/historie).
Het Beleg van Haarlem begon 3 december 1572 met een brief van stadhouder Bossu en Fadrique Álvarez de Toledo (beter bekend als Don Frederik, zoon van de gevreesde hertog van Alva) aan de bevolking van Haarlem met het verzoek zich over te geven. Op de weigering volgde een ruim zeven maanden durende belegering die eindigde op 12 juli 1573 toen de stad zich overgaf, waarna enkele duizenden soldaten en burgers werden geëxecuteerd. Het beleg geldt als één van de meest beruchte gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog.
...Een poging van de watergeuzen om Haarlem te ontzetten mislukte: tijdens de Slag op het Haarlemmermeer bleek de Spaanse vloot te sterk voor de geuzen onder leiding van admiraal Marinus Brandt.
Een legendarische figuur uit de tijd van het beleg is Kenau Simonsdochter Hasselaer, die volgens ooggetuigenverslagen niet alleen met haar houthandel de bouw van een galei mogelijk maakte, maar ook zelf meevocht tegen de Spanjaarden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Haarlem_(1572-1573)).
Kenau Simonsdochter Hasselaer (1526-1588/1589) was een scheepsbouwer en houthandelaar die bekend is geworden door de legende over haar verzet bij de verdediging van Haarlem tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
Tijdens het beleg van Haarlem hielpen alle inwoners van de stad (mannen, vrouwen en kinderen) mee aan de reparaties aan de stadswallen die door Spaans kanonvuur waren beschadigd, aldus de ooggetuigenverslagen van tijdgenoten. Een in het Latijn geschreven ooggetuigenverslag uit Delft maakte in het bijzonder melding van een zekere Kenau die uitblonk in haar inzet om aarde naar de stadswallen te dragen om deze te repareren. Het anonieme Delftse verslag beschreef daarnaast dat de bevolking van Haarlem vanaf de wallen met brandend stro en kokende pek (zogenaamde teerkransen) de Spaanse belegeraars bevochten. Na verloop van tijd doken verhalen op dat het Kenau was geweest die met teerkransen tegen de Spanjaarden had gevochten.
Na afloop van het verloren beleg mocht een groot deel van de Haarlemse bevolking onder betaling aan de Spanjaarden de stad verlaten. Kenau verliet Haarlem om haar handel voort te zetten. Zo sloot zij een contract met de Delftse bierbrouwer David Jansz, waarna zij in september 1574 een lucratieve positie wist te bekleden in de stad Arnemuiden. In 1577 was zij volgens documenten inmiddels inwoner van Leiden. Hierna keerde zij terug naar Haarlem, waar zij in 1579 weer in documenten opduikt, zonder vermelding van enige heroïsche status.
Tijdens haar leven had ze al een slechte bijnaam onder de Haarlemmers. Dit kwam vooral door haar moeilijke karakter. Uit verschillende rechterlijke bronnen is op te maken dat ze voortdurend procedeerde. Bijna twintig jaar na haar dood werd ze zelfs nog uitgemaakt voor een tovenares. Ze procedeerde in 1585 ook tegen de stad Haarlem, die nooit betaald had voor het hout dat zij had geleverd. Pas na haar dood werd het geld aan haar erfgenamen uitbetaald. Haar naam werd uiteindelijk gebruikt als scheldwoord voor manwijven. Soms wordt met 'Kenau' echter ook een moedige, doortastende en zelfstandige vrouw bedoeld
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Kenau_Simonsdochter_Hasselaer).
Monumenten en hofjes
Haarlem is met meer dan 4.000 Rijks- en Gemeentemonumenten de tweede Monumentenstad van ons land. Aan de Grote Markt, het oudste deel van de stad en ooit toernooiveld van de Graven van Holland, liggen het middeleeuwse stadhuiscomplex, de Hoofdwacht, de Grote of St. Bavokerk en de Vlees- en Vishal. Maar ook elders in het centrum kun je prachtige monumenten bewonderen, zoals De Waag, Hodshon Huis, Amsterdamse Poort en Kathedrale Basiliek St. Bavo. Ook kun je de hofjes bezoeken, waarvan het oudste dateert uit 1395 (www.haarlemmarketing.nl/ontdek-haarlem/historie).
Eeuwenlang was Haarlem één van de grootste bierbrouwerssteden van Nederland en de Jopen (grote vaten van 112 liter waarin het bier werd vervoerd) lagen in grote stapels op de kade van het Spaarne te wachten op hun nieuwe eigenaar. Het was vooral de constante kwaliteit die het Haarlemse gruitbier tot ver over de landsgrenzen bekend maakte. Haarlemse Koyt was in de 15e eeuw zelfs het meest gedronken bier van Antwerpen. En dat wilde wat zeggen. Maar aan iedere roem komt een einde. In 1916 sloot de laatste Haarlemse brouwerij haar poorten (www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/haarlem/jopenkerk).
In augustus is er een slowfoodfestival in Haarlem (www.haarlemculinair.nl/s-l-o-w).
Café Briljant is voor veel mensen 'het best bewaarde geheim' verborgen in de historische Vijfhoek van Haarlem. Een plek om tot rust te komen met een goed glas speciaalbier of een lekker glas single malt whisky, goede muziek en met altijd ruimte voor een goed gesprek. Regelmatig organiseren wij whisky- en bierproeverijen en brouwworkshops.
Café Briljant - Lange Annastraat 33, 2011 XG, Haarlem (www.cafebriljant.nl/)
Iedere donderdag live muziek, en op zondag ouderwets vinyl.
Tevens is eigenaar Rob Alphenaar een fervent (amateur) brouwer. Voor meer informatie over het Briljant Brouwhuis klik je hier...Met Café Briljant zijn we lid van de Alliantie van Biertapperijen. Deze vereniging van speciaalbier cafés selecteert haar leden op kwaliteit en gastvrijheid. Speerpunten zijn onze bieren van de maand. Op de fles van kleine Nederlandse brouwers en van tap altijd nieuw in Nederland .(www.cafebriljant.nl/).....
Rob Alphenaar, eigenaar van Café Briljant te Haarlem, in het kader van het 10-jarig bestaan van het café en zijn eigen 40ste verjaardag. Briljant 10-40 was geboren…(http://bier.blog.nl/biernieuws/2012/02/09/tin-voor-briljant)
Onze bierkaart bestaat uit ruim 75 verschillende flesbieren. Naast zo'n 40 vaste bieren zijn er veel wisselende bieren van leuke brouwerijen uit het binnen- en buitenland.(www.cafebriljant.nl/).
De Jopenkerk
Gedempte Voldersgracht 2
2011 WD HAARLEM
Achter de bar van het grand café van de Jopenkerk prijken imposante glimmende brouwketels. Ze vormen het hart van de Jopenkerk. Jopen brouwt hier volgens eeuwenoude recepten zowel oude als nieuwe klassiekers.
Maak in ons grand café kennis met de diverse Jopenbieren in uiteenlopende smaken. Bestel eens een proeverijtje van drie bieren en ontdek je smaakvoorkeuren. Achter ieder vers getapt biertje schuilt een bijzonder verhaal. Jopen heeft tevens een uitgebreide borrelkaart.
Op de eerste verdieping is het mogelijk om te dineren, dit is een ware belevenis. Vanuit het ‘zwevende’ restaurant hebben de gasten zicht op de brouwactiviteiten. We verwerken de mooiste producten van het seizoen in ons menu. Afhankelijk van wat de natuur ons biedt en het liefst uit de omgeving (www.haarlemmarketing.nl/ontdek-haarlem/uitgaan/cafes/de-jopenkerk-1).
(www.lekkertafelen.nl/nieuws/adressen/haarlems-historie-jopen-bier/)
In 1992 is Stichting Haarlems Biergenootschap opgericht met als doelstelling de traditionele bieren van Haarlem opnieuw op de markt te brengen en te promoten. Na twee jaar van onderzoek, mede dankzij de inspanningen van de Universiteit Leuven en brouwer Chris Wisse, bekend van Bierbrouwerij de Halve Maan, waren er twee bruikbare recepten. De recepten stammen uit de Haarlemse stadsarchieven en zijn replica's van het bier omschreven in het "Brouwerskeur" uit 1407 (Koyt) en "Brouwerskeur" uit 1501 (Hoppenbier). In 1995, toen de stad Haarlem haar 750-jarig bestaan vierde werden de bieren gepresenteerd. Het bijzondere aan de bieren is dat ze gebrouwen worden met een mengsel van drie granen; naast gerstemout en tarwemout werd/wordt ook een aanzienlijk deel haver gebruikt.
In eerste instantie werd gebruik gemaakt van de faciliteiten van Bierbrouwerij de Halve Maan B.V. Toen deze brouwerij eind 1996 te kampen kreeg met financiële problemen verhuisde het bier naar de Trappistenbierbrouwerij De Schaapskooi. Hier nam Chris Wisse ook de roerstok als gastbrouwer ter hand. Sinds december 1996 zijn de commerciële activiteiten van de stichting overgedragen aan Jopen BV. De bieren worden in hoofdzaak in de eigen regio verkocht. Het succes was overweldigend, en al gauw werd duidelijk dat Jopen Bier zich niet zou beperken tot dat ene jubileumbier. Dus moesten er investeerders gevonden worden. En dat gebeurde. Jopen Bier was een feit. Met een heerlijke toekomst in het verschiet. Onder leiding van Michel Ordeman combineren zij hier passie en vakkennis om Jopen Bier rotsvast op de Nederlandse bierkaart te zetten.
In december 2001 verhuisde de brouwerij naar de R. Peereboomweg 13 achter. Sinds 2001 worden de bieren gebrouwen bij Van Steenberge in het Belgische Ertvelde.
[Op] 23 februari 2006 is de Vestekerk (ook bekend als Jacobskerk, Wijnkerk en Artellkerk) door de gemeente Haarlem aan de brouwerij overgedragen...Bierbrouwerij Jopen, de Jabcobskerk in Haarlem, op woensdag 8 december 2010 officieel in gebruik genomen. In de kerk is niet alleen de brouwerij gevestigd; er is ook een brouwerijcafé en -restaurant, met direct zicht op het brouwproces (www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/haarlem/jopenkerk).
Brouwerij Jopenkerk is een Nederlandse brouwerij uit Haarlem die is voortgekomen uit de in 1992 opgerichte Stichting Haarlems Biergenootschap en sinds december 1996 in handen is van het bedrijf Jopen BV. Jopen beschikte tot 2010 niet over een eigen brouwerij maar maakte gebruik van de faciliteiten van andere brouwerijen. De naam Jopen is ontleend aan de vaten van 112 liter waarin vroeger het Haarlemse bier werd vervoerd.
...
Tot eind 1996 werden de bieren van Jopen gebrouwen bij De Halve Maan in Hulst, daarna werd gebruikgemaakt van de brouwerij van La Trappe in Berkel-Enschot. Vanaf 2001 werden de bieren gebrouwen bij Van Steenberge in het Belgische Ertvelde. Sinds 11 november 2010 is de Jopenkerk geopend in het Raaks-gebied, in het centrum van Haarlem. In deze voormalige Vestekerk worden de Jopenbieren gebrouwen en is er een café- en restaurantfunctie. Hiermee is een einde gekomen van de periode van leenbrouw en wordt Jopenbier daadwerkelijk weer in Haarlem gebrouwen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij_Jopenkerk).
Jopen heeft de eeuwenoude Haarlemse brouwtraditie in ere hersteld. Een voormalig godshuis in het levendige centrum van Haarlem is omgetoverd tot een moderne stadsbrouwerij, grand café en restaurant. Haarlem staat als bierstad weer op de kaart (www.jopenkerk.nl/).
De kerk uit 1910, in het verleden ook wel Wijnkerk genoemd, werd daarmee voor een dreigende sloop behoed. Om de (ver)bouwkosten te betalen verkocht de brouwerij Leibier met een gesigneerde dakpan van de kerk. En zo werd de voormalige wijnkerk een bierkerk. De Jopenkerk is inmiddels een begrip in Haarlem en omstreken. De kerk is niet alleen een brouwerij en proeverij voor onder mer Jopen Koyt, Fokkerbier, Jopen Adriaan, Jopen Ongelovige Thomas en Jopen Lentebier maar ook een druk bezocht grand café en restaurant (http://renehoeflaak.com/2011/07/23/haarlem-stoom-afblazen-in-de-jopenbrouwerij/).
De voormalige Jacobskerk in het Raaksgebied in Haarlem is nu een volledig operationele brouwerij, Grand Café en restaurant. Onder het genot van een borrel of diner kunt u het brouwproces met eigen ogen aanschouwen. Naast de brouwerij, het Grand Café en het restaurant beschikt de Jopenkerk ook over de Pastorie. Hier worden o.a. proeverijen georganiseerd, maar u kunt er ook vergaderen en borrelen (www.bierwandeling.nl/jopenkerk/). Er is ook een wandelroute in de buurt genaamd: ``In de roes van het Jopenbier``.
Veel kunstenaars uit de Gouden Eeuw schilderden de stadsgezichten aan de Spaarne. Bij de Waagh werden biervaten, de zogeheten Jopen van 112 liter, verscheept. Met de houten kraan hevelde men het zuiver duinwater van speciale waterschuiten over in een goot. De goot leidde het kostbare water in kelders
Het water uit de Spaarne was enigszins vervuild door de opkomende blekerijen van de lakennijverheid.
Voor de aanvoer van water per schuit is een oude beek (een duinrel) gekanaliseerd en verlengd tot de Brouwerskolk.
De Brouwersvaart ontstond. Pas later is de Brouwerskolk, zo`n 200 meter verderop, direct in de duinrand gegraven. Hier is later veel zand afgegraven.
Vanuit Duitsland verdringt een nieuw soort bier gemaakt met hop het Hollandse bier dat mede uit gruit (koyt) bestaat. Bier met hop is langer houdbaar dan het oude, zogeheten kuitenbier dat langzamerhand geheel verdwijnt mede omdat kuitenbier duur is door de belasting die de adel heft. Gent kent nog steeds het Gruuthuus, waar men vroeger tegen betaling gruut kon kopen. De edelen hadden het alleenrecht op de verkoop van gruut of koyt (http://members.home.nl/m.tettero/Overveen/Jopenbier.html).
De eerste brouwers haalden het benodigde water uit het Spaarne. Door de bevolkingsgroei, waardoor lozing van afval en fecaliën op het open water toenam, hadden de brouwers schoner water nodig: dat werd met waterschepen aangevoerd vanaf de Brouwerskolk. Maar dat leidde vervolgens tot conflicten met de blekers, die in de duinen hun linnen te bleken legden. Daarbij moesten de lange lappen enigszins vochtig worden gehouden en zij zagen de waterstand in hun blekersvaartjes nu zienderogen dalen. Om enigszins aan hun belangen tegemoet te komen, werd een nieuwe Brouwerskolk gegraven, iets meer naar het westen. Maar het bleef, om het met een blekersterm te zeggen, pappen en nathouden. Tot in de 17e eeuw floreerde de Haarlemse bierbrouwerij. Rijke brouwers kochten of bouwden buitenhuizen langs de duinrand of langs het Spaarne en lieten zich door Frans Hals vereeuwigen.
Tijdens de algemene achteruitgang van de 18e eeuw verdween ook een groot deel van de Haarlemse brouwerijen. In de loop van de daaropvolgende eeuw wordt in de bierbehoefte voorzien door grote industriële bedrijven, die voor het gisten Duitse methoden gaan toepassen en bijna een monopolie weten te verwerven voor één soort bier: pils (www.noord-hollandsarchief.nl/canon-van-haarlem/8-in-de-hemel-is-geen-bier-/85/393/).
Je eigen biertjes brouwen en er internationaal naam mee maken. Bierliefhebber Michel Ordeman maakt die jongensdroom waar. Sinds hij in Haarlem de kroegen langs ging om zijn flesjes aan de man te brengen, is er veel veranderd. Zijn bedrijf heeft inmiddels meer dan honderd medewerkers en zelfs in Amerika happen ze in de schuimkraag van zijn Jopenbier. Nu wil hij de rest van de wereld veroveren. Samen met zijn vriendin Lydian Zoetman, die net zo enthousiast als hij in het bedrijf stapte (https://www.youtube.com/watch?v=3wcgIqr0lBw).
Michel: “We zijn een kleine brouwerij in speciale bieren, zowel historische als vernieuwende craft bieren. Op de biermarkt was naast de standaard pils ruimte voor bieren met een bijzondere, uitgesproken eigen smaak. Naast aandeelhouders heeft Jopen 'Jobligatiehouders', zeg maar een soort bier vriendenclub. Bij onze start in 1996 konden mensen voor 250 gulden een Jobligatie kopen om ons financieel te steunen. Er zijn nu zo'n honderdvijftig Jobligatiehouders; ieder jaar op 11 november, als het dividend wordt uitgekeerd in de vorm van flessen Jopenbier, maken we er een gezellige dag van. Zo creëren we een geweldige binding. Het is crowdfunding avant la lettre.”
(www.ikgastarten.nl/startersverhalen/de-start-van-michel-en-lydian-jopenbier)
(www.sprout.nl/artikel/jopenbier-van-haarlemse-hobby-naar-landelijke-groeier)
(www.biernet.nl/bier/brouwerijen/nederland/noord-holland/haarlem/jopenkerk)
In de tweede helft van de 20e eeuw is de Haarlemse bierbrouwerij nieuw leven ingeblazen met het Jopenbier (een Joop is een biervat), dat wordt gebrouwen aan de hand van Middeleeuwse bierrecepten.
In het straatbeeld herinneren geografische namen als Brouwerskolkje en Brouwersvaart, namen van bierbrouwerijen zoals De Olifant en enkele gevelstenen zoals De Drie Klaveren aan het Spaarne, aan het roemrijke brouwersverleden van Haarlem (www.noord-hollandsarchief.nl/canon-van-haarlem/8-in-de-hemel-is-geen-bier-/85/393/).
In Haarlem is in 2010 de voormalige Jacobskerk omgebouwd tot een Grandcafé en restaurant, genaamd Jopenkerk. De naam Jopen is ontleend aan de vaten van 112 liter waarin vroeger het Haarlemse bier werd vervoerd. Nu is Jopenkerk niet alleen een Grandcafé en restaurant maar ook een volledig operationele brouwerij. Hier worden verschillende soorten Jopenbier gebrouwen. De productie van de bieren neemt toe en daarmee is Jopenkerk één van de snelst groeiende bierbrouwerijen van Nederland.
De opslaghal voor het bier is gehuisvest op het bedrijventerrein De Waarderpolder ook in Haarlem. Aangezien er o.a. meer opslagruimte nodig is, wordt de opslaghal en de bottellijn uitgebreid op het open liggend terrein naast deze opslaghal. De uitbreiding betreft een bruto vloeroppervlakte van 2.300m2 (www.giant.nl/elektrotechnise-installatie-uitbreiding-jopen/).
Waar voorheen de bussen van Connexxion geparkeerd stonden wordt nu Jopen bier gebrouwen. Nadat alle bussen van het Connexxion-terrein, op de Waarderpolder in Haarlem, af waren konden we bekijken of de fundering van een vorig pand nog intact was. Er heeft namelijk een ‘zwaar’ pand op gestaan dus het was aannemelijk dat de fundering een behoorlijke draagkracht zou hebben. Na het verwijderen van de asfaltlaag bleek de betonnen fundering in prima conditie zodat we daarop konden door bouwen. Wel zijn er extra palen bij geheid om de krachten van de kantine/horecafunctie op één hoog op te kunnen vangen. In de betonlaag zijn sleuven gegraven voor de afwatering en een nieuwe riolering. Vervolgens is er een tweede betonlaag overheen gestort.
De productie van Jopen bier neemt toe, waarmee ze één van de snelst groeiende onafhankelijke bierbrouwerij van Nederland is. Ze willen de komende jaren 12.000 hectoliter bier gaan brouwen! Jopen wilde meerdere tanks met een inhoud van maar liefst 120 hectoliter, een verwerkingsruimte, een krattenwasser, een flessenopslag en een bottellijn plaatsen om de groei het hoofd te kunnen bieden. Om alles te kunnen huisvesten was er een nieuwbouw van zo’n 2.300 m2 vloeroppervlakte nodig. Tijdens de bouw, die 16 weken duurde, heeft men ook de productielijn en tanks in het in aanbouw zijnde pand gehesen en gemonteerd wat door middel van de Lean-planning vlekkeloos verliep (www.hecongroep.nl/.../151-nieuwbouw-bierbrouwerij-jopen-in-haarlem...).
Connexxion is een vervoersmaatschappij op het gebied van regionaal personenvervoer en ambulancezorg in Nederland.
In de afgelopen jaren fuseerden tal van "kleine" vervoersondernemingen met als doel om door deze samenwerking het openbaar vervoer sterker te maken. Het eerste initiatief was de ESO die in juni 1974 werd opgericht. Bijna alle 30 streekvervoerders inclusief de 13 NS-dochters verenigden zich hierin. Alle aandelen van de NS in de Nederlandse busmaatschappijen werden in 1982 ondergebracht in de holding ABS. Beide bedrijven werden in 1989 samengevoegd tot het Verenigd Streekvervoer Nederland. In 1992 werd die naam veranderd in VSN-groep. In de jaren erna vonden er verdere fusies plaats tussen de vervoerbedrijven. Negen jaar later werd de VSN-groep opgesplitst in drie zelfstandige bedrijven: het "randstadsbedrijf" VSN-1, het "regiobedrijf" VSN-2 en het garagebedrijf Techno Service Nederland.
...
In VSN-1 werden de sterkste streekvervoerders ingedeeld, namelijk Midnet, NZH, Oostnet en de ZWN-Groep. Deze vervoerbedrijven gingen op 10 mei 1999 verder onder de nieuwe naam Connexxion, bedacht door accountmanager Hans Snel van Midnet. Voor het bus- en treinvervoer in de Achterhoek, waar eerder Oostnet reed, werd het zelfstandige vervoersproject Syntus opgericht. Connexxion had na de fusie ongeveer 65 procent van het Nederlandse streekvervoer in handen; dit was nog te veel volgens de maatstaven die eerder waren gesteld.
In VSN-2 werden de financieel veel zwakkere bedrijven BBA, Hermes Groep, Hanze Groep (GADO) en VEONN Groep ingedeeld. Deze waren bestemd voor de verkoop. De laatste twee bedrijven werden verkocht aan de Britse vervoersmaatschappij Arriva. Daarmee werd in één keer de bussenmarkt in Groningen, Friesland en in delen van Drenthe, Overijssel en Flevoland geprivatiseerd. De BBA en Hermes werden uiteindelijk niet verkocht. BBA werd in eerste instantie een zelfstandig bedrijf en werd pas later verkocht aan Veolia Transport. Hermes zou geïntegreerd worden in Connexxion, maar werd uiteindelijk een gedeeltelijke dochteronderneming van Connexxion.
...
De VSN-groep streefde naar een nieuwe naam die internationaal moest klinken, mocht geen afkorting zijn en niet te "vervoersachtig". Er werd gekozen voor de naam "Connexxion", een verwijzing naar het Engelse woord "Connection" dat Met elkaar verbinden betekent. De twee X'en geven de beweging aan van het vak dat beoefend wordt, namelijk "Mensen bij elkaar brengen". Dit werd tevens het motto van het bedrijf. De rechterkant van beide X'en is in een andere kleur uitgevoerd, zodat er in de typografie twee pijlen in het oog springen
...
Connexxion was tot 2007 volledig eigendom van de Nederlandse staat, vertegenwoordigd door het ministerie van Financiën.
...
Op 30 juni 2007 werd bekend dat overeenstemming was bereikt met het het consortium TBCH. De letters TBCH staan voor de bedrijven die hierin zijn vertegenwoordigd: het Franse Transdev, Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Connexxion Holding. Het consortium nam op 12 oktober 2007 twee derde van de staatsaandelen over ...Het andere deel is eigendom van de Nederlandse Staat ...(https://nl.wikipedia.org/wiki/Connexxion)
De vier amateurbierbrouwers Peter Kalkman, Nico de Boer en Arjen van der Hulst hadden het plan om tijdens het Botermarkt Bierfestival hun vijfde Gooth-bier te presenteren. ...Ter ere van het 25-jarige jubileum van de zaak lanceerde eigenaar Bonnie Gottlieb een paar jaar terug zijn eerste bier, Bonniefatius Amber. Bonnie: 'Niet te zwaar, smaakvol en vooral doordrinkbaar.' Je kunt zeggen dat hij de smaak van huisgemaakt bier te pakken kreeg. Inmiddels staan er vier huisbieren op de tap: het groene levenselixer, een blonde, de amber en het bok (www.dichtbij.nl/zuid-kennemerland/regio/artikel/4117903/de-gooth-lanceert-rooie-sonja.aspx, www.nieuwsmeldingen.nl/regio/2589054/de-gooth-lanceert-rooie-sonja-bier).
Categorie: Brouwerijhuurder
Groep : Onafhankelijk
Opgericht: 2012
Provincie: Noord-Holland
Botermarkt 19
2011 XL Haarlem
Initiatiefnemer achter Brouwerij De Gooth is Bonnie Godlieb, eigenaar van Café De Gooth
(www.cambrinus.nl/brw/GOOTH.HTM). Naast de bierkaart met meer dan 25 verschillende soorten bier en ons eigen Goothisch speciaalbier van hoge gisting : het Sint Bonniefatius (7%, amberkleurig) (www.cafedegooth.nl/).
Robbert Uyleman is de oprichter ,creatieve brein, Brouwer van het Uiltje. Van de vormgeving tot alle recepten, creaties en gekkigheid (www.brouwerijhetuiltje.nl/about-us.html). De Uiltje bar is gevestigd aan de Zijlstraat 18 in Haarlem (www.brouwerijhetuiltje.nl/blog.html).
Het Uiltje is een nieuwe brouwerij uit het mooie Haarlem. Liefde voor speciaalbier bracht ons ertoe om zelf bieren te gaan brouwen. We zijn een jong bedrijf met een frisse insteek en kijk op de biercultuur en stijlen in Nederland, we gaan voor goed en mooi bier en zijn niet vies van een beetje Hop misbruik! Bij het Uiltje denken wij in kruiwagens hop!
Onze missie? F*cking goed bier maken, punt uit. Uitgesproken stijlen dat is waar we het meest van houden. Het Uiltje brouwt daarom enkel keihard gehopte bieren zoals IPA'S en DIPA'S maar ook zure bieren, rauchbieren, of juist hout gelagerde en barrel aged imperial stouts, scotch ales en barleywines (www.brouwerijhetuiltje.nl/). Op dit moment is er een vast assortiment van 6 bieren beschikbaar. Deze bieren hebben allemaal een eigen kleur en naam van een uilensoort. Deze uilen zijn: Uil Pale Ale (oranje), Dwerguil (geel), Velduil (groen), Steenuil (blauw), Ransuil(paars) en Bosuil(bruin) (www.brouwerijhetuiltje.nl/bieren.html).
Het eerste bier, onze IPA of Uil-Pale-Ale is een goed gehopte blonde rakker. Een van de eerste bieren die uberhaupt ooit door ons werd gebrouwen.
...
De UPA is fris, erg fruitig en precies zoals wij hem lekker vinden. De fruitigheid heeft het bier te danken aan de balachelijke hoeveelheid Amerikaanse hop die er in gebonjourd is.
Het bier is ongefilterd en ongepasturiseerd, hij is keihard gehopt en om die reden geen bier om weg te zetten. Hoe jonger dit bier wordt gedronken hoe beter!
Even een Uiltje knappen!
ABV: 6.5%
IBU: 50
EBC: 21
Mout: Pilsmout, Pale ale mout & Cara
Hop: Centennial, Simcoe & Glacier
Begin 2013 is het eerste bier op de markt gekomen, namelijk de ''UPA'' (Uil Pale Ale) (www.brouwerijhetuiltje.nl/about-us.html)