Quantcast
Channel: Rollende Bierton
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692

Cornet

$
0
0
De kornet is een aan de bugel verwant koperen blaasinstrument. De kornet heet in het Frans: cornet à pistons; Duits: Kornett; Italiaans: cornetta maar in het Engels cornet.
In vergelijking met de bugel is de kornet wat lastiger bespeelbaar door de engere mensuur. De toon van de kornet is hierdoor minder mild dan die van de bugel, maar duidelijk milder dan die van de trompet (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kornet_(muziekinstrument).



De kornet lijkt veel op de trompet. Het instrument heeft evenwel een andere geschiedenis: het stamt af van de posthoorn (cornetta betekent dan ook letterlijk "hoorntje"). Het verschil is voornamelijk dat de buis van de kornet een gemengd cilindrisch-conische vorm heeft en die van de trompet een cilindrische: tussen het mondstuk en de beker wordt de diameter van de buis van de kornet na een recht deel steeds wijder. Ook is de kornet compacter gebouwd, met wijdere bochten dan de trompet. De kornet staat overwegend in Bes gestemd, maar in ouder repertoire komt ook de kornet in A voor (Stravinsky en Tsjaikovski). Verder komt in de brassband nog de Es-kornet (ook wel sopraan- of sopranokornet genoemd) voor (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kornet_(muziekinstrument),
www.studentmusicsupplies.com/student-cornet-by-academy-wind-instrument-in-gold-including-starter-kit-107-p.asp).

Een kornet is de laagste officiersrang bij de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Marechaussee en is, gelijk aan de rang vaandrig, bedoeld voor officieren in opleiding. Alleen bij de artillerie, cavalerie en marechaussee wordt de vaandrig kornet genoemd. Het rangteken is een stip, gelijk aan dat van de adjudant-onderofficier. Een kornet is nog niet als officier beëdigd door ZM de Koning. Binnen de krijgsmacht wordt hij echter wel als officier behandeld. Ook voor functies binnen de NAVO komt de vaandrig en kornet in aanmerking voor functies op het OF1 niveau. ... Tegenwoordig komt de term kornet eigenlijk alleen voor als cadet-kornet. Cadet-kornet is een rang die wordt gebruikt op de Koninklijke Militaire Academie te Breda, de officiersopleiding van de Landmacht en Marechaussee. Cadet-kornet is daarmee de eerste officiersrang van de Marechaussee en van de landmacht voor de cavalerie en artillerie, maar het houdt in dat de cadet nog in opleiding is. De eerste rang boven kornet is tweede luitenant (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kornet_(militair)).



Cornet, strong blond, Oak, dat klinkt interessant. Verder herken ik Brouwerij De Hoorn, waarvan ik een link vermoed met Palm Breweries. Op www.ambibrew.be/?p=624 lees ik:

Op het etiket staat een ridder in harnas met een zwaard.cornet
Tja, je moet er een beetje voor zijn…
Verder beroept dit bier zich op een lange historie over brouwerij De Hoorn (later Palm) die werd opgericht door een zekere Theodoor Cornet (Frans voor hoorn).
Meneer Cornet zou bier gebrouwen hebben voor de graaf van Maldeghem-Steenhuffel dat op eiken vaten werd bewaard.
De graaf van Maldeghem-Steenhuffel, jawel…
Over naar het bier.
Kristalhelder blond bier met wit schuim vult ons glas.
Het schuim is stevig en wandklevend.
Het uitzicht doet erg aan pils denken.
Ook het eerste aroma doet nogal aan pils denken.
Een wat zwavelige geur wordt gelukkig overstemd door wat
curaçao.
In de smaak zet het bier fris en in balans aan zonder uitschieters.
Dit bier wordt pas interessant in de afdronk.
Dan beginnen we vanalles te ontdekken: cardemom, hopbitter, champignon / truffel, whisky maar ook minder aangename smaken als ammoniak en boter worden genoemd.
Bij de nasmaak zijn de blinde proevers het erover eens dat dit bier op eik moet hebben gelegen.
De totaal onverwachte afdronk geeft dit (anders nogal saai) bier toch een extra toets.
Maar die extra toets is niet altijd even aangenaam.
De verwachtingen worden bij dit bier van 8,5% alc niet volledig ingelost
(www.ambibrew.be/?p=624).

Type:  Zwaarblond
Alcohol: 8,5%
Stamwortgehalte: 18,8°
Brouwerij: Palm, Steenhuffel, Belgie
Cornet is een Belgisch “öaked” (met eiktoets) zwaar blondbier voor verkennende bierliefhebbers.
Dit bier werd oorspronkelijk exclusief gebrouwen voor de avontuurlijke graaf van Maldegem.
Het bier werd gerijpt op eiken vaten en werd bewaard in de kelders van het kasteel Diepensteyn.
Cornet heeft een volle smaak dat perfect het evenwicht behoudt tussen de fruitigheid van de gist e de zachte vanille toets  afkomstig van het hout. Cornet heeft hierdoor een volle, warme afdronk in combinatie met een zachte hopbitterheid PROOST (www.poshoorn.nl/abt-bier-van-de-maand-april-cornet/)

CORNET is een zwaar blond Belgisch bier met een zeer subtiele, eigenzinnige en geraffineerde houtsmaak en een ‘velouté’ mondgevoel dat een op eik gerijpte wijn evenaart. Het volmondige bier met eiktoets houdt de balans tussen de fruitigheid van de gist en de vanillezoetheid van het hout. De afdronk is verwarmend, lang met een zachte bitterheid. Bier van hoge gisting met nagisting in de fles.
Kenmerken: Hoge gisting – hergist op fles (8,5 Vol.% Alc.), vat (8,3 Vol.% Alc.) (www.palm.be/nl/dehoorn/beers)
Oaked – Ge-eikt
Dit bier is genoemd naar Theodoor Cornet die volgens de haardstedentelling van 1686 herbergier, brouwer en stoker van de Afspanning DE HOORN te Steenhuffel was. Hij was tevens rentmeester van de graaf van Maldeghem-Steenhuffel, heer van Diepensteyn. Theodoor Cornet brouwde op vraag van de graaf een bewaarbier. Het exclusieve bier bewaarde hij op eiken vaatjes in de kelders van Kasteel Diepensteyn. Dit inspireerde de brouwers en houtmeester voor de creatie van CORNET.
Merkidentiteit / Merkwaarden: Authentiek - Historisch
Sterk (karakter) Avontuurlijk
(www.palm.be/nl/dehoorn/beers)



Het bier smaakt zuur, zoals een foederbier. Best lekker. Doet mij een beetje denken aan een tripel met wijn/lambiek.


Thematiek van het flesje is een ridder met zo'n rechthoekig helm. Dat doet wat denken aan Tempelierbier, maar dit is geen kruisvaarder. Toch wordt die vierkante helm zo genoemd (zie www.dragonheart.nl/product/61)


Bij oorlog in de Middeleeuwen denkt men vaak aan ridders. Deze klasse der ridders is een sociale en militaire elite, maar slechts zelden vormen alleen ridders een leger. Alhoewel kronieken alleen maar namen van aan de slag deelnemende ridders noemen, nemen niet alleen ridders aan het gevecht deel. De waarde van voetvolk is bekend en het wordt niet alleen ingezet voor het graven van grachten en greppels. Grote aantallen (kruis-) boogschutters en lansiers gaan mee. De goedkoopste manier om dergelijke aantallen op te roepen is de 'arriere-ban', de plicht van vrije mannen om de dienstplicht voor onbepaalde tijd te vervullen. Dit zijn geen armzalige boeren met wie de oorlog niet te winnen is, maar soldaten uitgerust met een standaard bewapening. Allen dragen een ijzeren helm en een lans, met voor de rijke vrije man een maliënkolder en voor de arme man een leren schort of 'gambeson'. In de latere Middeleeuwen worden vooral de militairen van een stad ingezet. In de stad wordt namelijk het geld verdiend en de steden kunnen hun soldaten met goed materiaal uitrusten.
...
De middeleeuwse strijd wordt vaak beslist door persoonlijke moed en bedrevenheid van de betrokken ridders. Zij vormen de voornaamste groep van het leger. De beslissing van de slag ligt in handen van de ridders. ...De strijdros wordt zo veel mogelijk voor de slag gespaard en de ridder heeft meestal enkele paarden bij zich, want het paard is het meest kwetsbare onderdeel van zijn uitrusting. In latere tijden ontstaat niet voor niets een harnas voor paarden, zodat de ridder echt de tank van de Middeleeuwen wordt.
...In de achtste en negende eeuw draagt men een maliënkolder of byrnie. Deze naam blijft een tijd bestaan voor alle andere op hemden gelijkende beschermende kleding. De kunst van de vervaardiging van maliën, uit kleine metalen ringetjes "geweven" hemden, is nooit verloren gegaan.
...
Helmen behoren al eeuwenlang tot de uitrusting van de soldaat. Vooral in de Middeleeuwen met haar vele slagwapens is de helm een onmisbaar attribuut. Tot de elfde eeuw bestaat er eigenlijk maar één type helm, de spangenhelm. Dan komen er gevarieerde types op de markt, zoals bijvoorbeeld de spits-conische helm. Er wordt voortdurend op het thema helm gevarieerd, omdat de aanvalswapens steeds zwaarder uitgevoerd worden. In de veertiende eeuw verschijnen voor het eerst op de markt. Tot het begin van de vijftiende eeuw is de helm het enige geheel uit ijzer vervaardigde onderdeel van de wapenrusting. Hierdoor staat de helmsmid al vroeg in de Middeleeuwen in hoog aanzien. Middels de helm is vaak te duiden uit welke tijd in de Middeleeuwen een bepaalde afbeelding komt. Bepaalde types helm volgen elkaar in de tijd op. Toch is het gevaarlijk alleen op het type helm af te gaan. Helmen zijn een kostbaar bezit en worden in de familie van generatie op generatie doorgegeven. Zij gaan derhalve lang mee, zodat van een afbeelding uit de Middeleeuwen hoogstens te zeggen is dat die niet uit een bepaald jaar afkomstig is, omdat dat type helm dan nog niet bestaat (http://kathedralenbouwers.clubs.nl/nieuws/detail/72147_oorlogsvoering-in-de-middeleeuwen).

Al voor de middeleeuwen gingen soldaten over om het hoofd te bedekken met, in eerste instantie, leren kappen, die gaandeweg met ijzeren stroken verstevigd werden (Romeinen, Vikingen). Later verschenen de harnassen met de saladehelm, de pothelm en de toernooihelm. Onder een grote, zware helm werd soms een bekkeneel (een kleine, ronde, gevoerde helm) gedragen. Tezelfdertijd verschenen ook de vizieren, al of niet afsluitbaar. Het salueren van de hedendaagse soldaat is in feite afkomstig uit de middeleeuwen ten tijde van de riddertoernooien, van de beweging van het omhoog klappen van het vizier (https://nl.wikipedia.org/wiki/Helm_(hoofddeksel)). 

Gedurende vele eeuwen is in Noord- en West-Europa de "spangenhelm" de populairste helm geweest. Dit type helm was opgebouwd uit een raamwerk van banden, de spangen, waaraan losse ijzeren platen waren bevestigd om de kom van de helm te vormen. Aan de voorkant van de helm kon bijvoorbeeld een neusbeschermer (de nasaal) bevestigd zijn, of een speculum (brilletje). De losse onderdelen werden doorgaans door middel van klinknagels bij elkaar gehouden. 
...
In de eerste helft van de twaalfde eeuw, de eeuw van de Kruistochten naar Jeruzalem en het Heilige Land, werd de conische Normandische helm nog relatief veel gebruikt. In de tweede helft van deze eeuw begon men echter nieuwe helmtypes te ontwikkelen. De helm werd afgerond, en een nasaal werd in veel gevallen weggelaten. Tegen het einde van de twaalfde eeuw werd een helm met een platte top populair. Deze ontwikkeling is enigszins opmerkelijk te noemen omdat een dergelijke helm de slagen niet goed laat afglijden zoals wel het geval is bij een conische of ronde helm. Nog later in de twaalfde eeuw werden de helmen soms uitgerust met een plaat die het hele gezicht bedekte. Tenslotte kwam in de twaalfde eeuw ook nog de "kettle hat" op. Dit was een simpele helm met een wijde rand die bescherming bood tegen aanvallen van boven (http://www.noorderwind.org/Artikel%3ADe_helm).

De kettle hat ("Chapel de fer" in het Frans en "Eisenhut" in het Duits) werd heruitgevonden in de twaalfde eeuw na een tijd niet meer gebruikt te zijn. De kom van deze kettle hat is ofwel bolvormig of meer ovaal-cylindrisch met een platte bovenkant, en aan deze kom zat een wijde rand. Deze rand biedt veel bescherming tegen bijvoorbeeld slagen en pijlen van boven zonder het zichtveld of de ademruimte te beperken. De kom van zowel de bolle als de ovale kettle hat versie werd vaak (ook tijdens de dertiende eeuw) met een spangenconstructie gemaakt. De kom van de ronde versie kon ook uit één deel opgebouwd zijn en werd zelfs tot in de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt. De cylindrische versie, die nog veelvuldig te vinden is in de Maciejowski bijbel, haalde het einde van de dertiende eeuw niet. 
In de dertiende eeuw was de kettle hat populair bij alle klassen en hij werd vooral gebruikt door strijders te voet en tijdens belegeringen. Deze helm werd soms als enige hoofdbescherming gebruikt maar werd nog vaker over een maliëncoif gedragen (www.noorderwind.org/Artikel%3ADe_helm).

Ridders droegen in die tijd een heel grote “pothelm”. Dat was een helm die helemaal over het hoofd sloot. Aan de voorkant van deze helmen zat een klep, die open en dicht  kon worden gemaakt. Die klep werd een vizier genoemd.
Wanneer een ridder met “open vizier” het strijdperk in reed, liet hij zien dat hij niet bang was, of dat hij heel duidelijk wilde laten zien wat hij van plan was (www.hephorst.nl/wapenknd.doc).

Draagbare reproductie van de Kalota helm, die gezien kan worden als de voorganger van de grote helm. De Kalota was de eerste uitvoering van een helm waarmee het hele gezicht werd beschermd, dus eigenlijk een overgangsmodel van de neusbeschermer naar de grote helm (www.historic-replicashop.com/index.php?main_page=product_info&cPath=55_49&products_id=260).

De grote helm of pothelm ontstond in de 12de eeuw in verband met de kruistochten en bleef tot in de 14de eeuw in gebruik door zowel ridders als zware infanterie in heel Europa. In deze eeuwen veranderde hij van een simpel ontwerp met alleen kleine spleetjes voor ogen en mond naar een afgeronde helm.
De grote helm gaf meer bescherming dan de vroegere neushelm, maar verkleinde het gezichtsveld en had geen goede ventilatie, dus over het algemeen werd hij pas vlak voor het gevecht opgedaan. Onder de grote helm werd vaak een kleinere helm gedragen als de secret of de bascinet (www.celticwebmerchant.com/nl/grote-helm-loire.html).

wat vanaf medio 14e eeuw werd gedragen over een bascinet of malienkolder. Vooral wanneer er lansen in het spel waren, was deze extra bescherming noodzakelijk.
een model dat werd gedragen over een bascinet of malienkolder. Vooral wanneer er lansen in het spel waren, was deze extra bescherming noodzakelijk

De eerder genoemde helm met platte top en gezichtsplaat kreeg er rond 1220 een kleine nekplaat bij. Deze nekplaat werd vervolgens steeds groter gemaakt, totdat de helm het hele hoofd omsloot. Op deze manier ontstond de "great helm" of "heaume". De gezichtsplaat van deze helmen werd vervolgens steeds langer zodat uiteindelijk ook de nek beschermd werd. De vorm van de helm veranderde in de tweede helft van de dertiende eeuw van cylindrisch naar meer langgerekt (vaak met een vouw in de voorste platen). Dit geeft meer ruimte rond het gezicht wat helpt bij bijvoorbeeld de luchtcirculatie. Laat in de dertiende eeuw werd de bovenkant van de great helm weer afgerond om slagen beter af te laten ketsen. Enkele late dertiende eeuwse of vroege veertiende eeuwse illustraties tonen great helms met een afgeronde of puntige bovenkant, en wat lijkt op een beweegbaar vizier. Er zijn echter geen vondsten gedaan van zulke helmen en men lijkt er nog niet over uit te zijn wat er precies op deze afbeeldingen getoond wordt.
De heaume werd doorgaans gedragen over een gevoerde coif en een maliëncoif. Soms hield een gevoerde rol stof om het hoofd de helm op zijn plaats, maar vaker was de helm uitgerust met een leren draagconstructie zoals die ook in andere helmen zat. Later in de dertiende eeuw werd er onder de helm vaak ook een extra, kleinere helm gedragen; de "cervellière" (in het Duits aangeduid als "hirnhaube" of in het Nederlands "bekkeneel" genoemd). In de veertiende eeuw zou deze cervellière steeds verder naar beneden doorlopen, en zo ontwikkelde zich de bascinet die uiteindelijk de rol van de heaume op het slagveld overnam. De heaume werd dan alleen nog maar in het steekspel gebruikt. De great helm is een erg indrukwekkende helm, maar hij biedt de drager slechts een beperkt zichtveld. Door dit beperkte zichtveld is het dan ook een lastige helm om in te vechten. De extra helm onder de great helm zorgde er mogelijk voor dat de great helm voor het man-tegen-man-gevecht afgezet kon worden  (www.noorderwind.org/Artikel%3ADe_helm).

Er bestaan verschillende soorten helmen, te weten: de kuip- of pothelm en de kegelhelm (krijgshelmen), en de steekhelm, de viezierhelm (toernooihelmen) en de traliehelm. In vele landen bleef de traliehelm voorbehouden aan de adel die toernooigerechtigd was. Aan traliehelmen hangt vaak een ketting met een symbool rond de hals, waarschijnlijk had dit iets met herkenning op toernooien te maken.
Elke helm komt het meest voor in de periode waarin hij ook op het slagveld of toernooiveld het meest gebruikelijk was. In de huidige heraldiek wordt meestal de traliehelm aanziend of gewend gebruikt. Ook komt linksgewend bij helmen voor (www.sroeling.info/genhome6.htm).

Het was al snel na het ontstaan van de wapenschilden gebruikelijk om ook de helm te versieren met een helmteken en een helmkleed met een wrong, beiden in de hoofdkleuren van het wapen. Men ging wapenschild en helm samen afbeelden en zij werden beiden een onderwerp van de heraldiek. Daarbij zijn er in verschillende tradities ontstaan en in de periode van de papieren heraldiek schreven de herauten en wapenkoningen voor dat de rang van de drager ook aan de helm zou moeten worden kunnen herkend. Alleen koningen mochten hun vizier openhouden en de helm recht naar voren op het schild laten plaatsen. De edelen moesten hun vizieren half gesloten of gesloten afbeelden en zij moesten hun helm schuin naar (heraldisch) rechts of "dexter" laten kijken. bastaarden werden en worden geacht hun helm schuin naar links of "sinister" te laten kijken. In landen waar de bastaardij ook in de heraldiek is afgeschaft, zoals Canada, geldt deze regel niet meer (https://nl.wikipedia.org/wiki/Helm_(hoofddeksel)).

Wat die ridder met een posthoorn te maken heeft weet ik niet?

In 2014 werd microbrouwerij DE HOORN in Steenhuffel ge-herinstalleerd. De kleine dorpsbrouwerij laat de brouwers toe om brouwsels van 1.000 liter te brouwen. Gelijktijdig werden vier ingrediëntenmeesters aangesteld; deze specialiseren zich in het gebruik van kruiden, hop, fruit en hout in bier, ze bouwen verder hun historische en wetenschappelijke kennis en inzichten uit en passen deze toe in de verdere productontwikkeling van de brouwerij. De kleinschaligheid stelt het brouwersteam in staat om nog creatiever te zijn en vlotter ‘gelimiteerde prestige edities’ te ontwikkelen (www.palm.be/nl/dehoorn/beers).


In de archieven van de gemeente Steenhuffel-Londerzeel bevindt zich een akte van verkoop uit 1597, hierin wordt gesproken van ‘eene hofstede, gelegen tegenover de kercke, geheeten Den Hoorn, langs de baene van Aelst naar Mechelen.’
Volgens de haardstedentelling van 1686 was op diezelfde plaats de brouwerij Cornet gevestigd. Deze brouwerij, tevens afspanning en overnachtingshuis, was de halte van de postkoets die de koerierdienst tussen Asse en Mechelen verzorgde. Theodore Cornet was er, samen met zijn echtgenote Fien Janssens, herbergier, brouwer en tevens rentmeester van de graaf van Steenhuffel/Maldeghem, heer van Diepensteyn. De naam ‘Den Hoorn’ en het daarbij horend symbool verwijst naar de familienaam Cornet. Theodoor brouwde bier voor de Graaf Van Maldeghem/Steenhuffel en zijn entourage. Het exclusieve bier liet hij op eiken vaatjes in de kelders van Kasteel Diepensteyn rijpen ....De laatste telg van deze familie was Fid. De Mesmaecker – Van Ranst die er tussen 1892 en 1903 de roerstok hanteerde.
Zijn dochter Henriette (1870 – 1915) huwde in 1908 Arthur Van Roy (1870 – 1951). Arthur was afkomstig uit Wieze, maar zijn roots liggen in Steenhuffel...Petrus Van Roy, stichtte in 1866 in Wieze brouwerij Het Anker. Petrus huwde Antoinette Ringoet en samen krijgen zij drie kinderen, twee zonen en een dochter. De oudste zoon, Raymond die in Wieze blijft om de brouwerij verder te zetten, de jongste is Maria die Ernest Slaghmuylder huwt en aldus de ‘stammoeder’ wordt van het gelijknamig Ninoofs brouwersgeslacht. De andere zoon is Arthur. Omdat de ouderlijke brouwerij te klein is om een inkomen te betekenen voor meerdere gezinnen verlaat hij Wieze en vestigt zich na zijn huwelijk in Steenhuffel. De grondslag voor wat later Brouwerij PALM zou worden was gelegd…(http://www.palm.be/nl/dehoorn).

Wellicht dat de adel van de Graaf Van Maldeghem/Steenhuffel er wat mee te maken heeft?

Volgens gravin Marie Henriette van Maldeghem, erfgename kasteel Diepensteyn:
De van Maldeghems zijn afstammelingen van Salomon van Maldeghem, roemrijke begeleider van graaf Robrecht van Vlaanderen op zijn eerste kruistocht in 1109.
In 1147 brak in Brabant de beruchte "Grimbergse Oorlog" uit tussen de heren van Grimbergen en de jonge hertog Godfried III van Brabant. De graaf van Vlaanderen, Diederik van den Elzas, zond enkele Vlaamse edelen ter ondersteuning van de Brabanders (waaronder die van Bouchout). Het vendel van Maldeghem, aangevoerd door Arnold van Maldeghem, samen met de van Boelare, hielpen de Brabanders aan de zege.
Diederik van Maldeghem vergezelde in 1156 Diederik van den Elzas, graaf van Vlaanderen, op kruistocht.
Lancelot van Maldeghem was in 1204 aan de zijde van graaf Boudewijn van Vlaanderen en Henegouwen bij de verovering van Constantinopel waar deze "Keizer van Constantinopel" werd en de Vlamingen er het hof uitmaakten.
Filips I van Maldeghem werd door zijn huwelijk met Maria van Henegouwen (wiens moeder een de Lalaing was) de neef van graaf Boudewijn van Vlaanderen.
Hij bewees andermaal zijn feodale trouw toen in 1213 de Franse koning Filips August Vlaanderen binnenviel om de macht der Vlamingen en hun banden met Henegouwen te breken. Van Maldeghem was, samen met de toenmalige graaf van Vlaanderen Ferdinand van portugal, medeorganisator van een leger van 150.000 man tegen het Franse leger dat slechts 75.000 man telde (www.palm.be/nl/page/erfgoed/kasteelwww.palm.be/nl/page/erfgoed/kasteel/bezitters).

Dus met Cornet toont Palm hun historische erfenis die ze met het kasteel Diepensteyn mogen beheren...

Maldegem heeft als bijnaam "die Loyale", een naam die het verkreeg toen Filips III van Maldegem zich in 1300 onderscheidde door zijn trouw aan de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre. Later is die naam dan overgenomen door Maldegem zelf (https://nl.wikipedia.org/wiki/Maldegem).

Reeds in de 12de eeuw stond er een houten wachttoren op deze plaats, maar pas in 1290 was er sprake van een stenen donjon, omringd door een houten palissade. In de loop van de 13de en 14de eeuw groeide het geheel uit tot een versterkte waterburcht (www.steenhuffeldigitaal.be/kasteel_diepensteyn.html). 

Eerste vermelding van Diepensteyn in 1290 (www.palm.be/nl/page/erfgoed/kasteel/bezitters).

Het grote keerpunt kwam er onder Marie Henriette van Maldeghem, gehuwd met graaf Charles Joseph de Lalaing. In haar periode werd een einde gemaakt aan alle voordelen die zij genoten. In de 18de eeuw waren de donjon en de versterkte bijgebouwen reeds afgebroken. De rest volgde na de Franse overheersing. Tot eind 20ste eeuw stond hier een onopvallende boerderij (www.steenhuffeldigitaal.be/kasteel_diepensteyn.html). 

De graaf en gravin “von Maldeghem en Stenuffel”  “La Loyale” (eretitel van het Vlaamse riddergeslacht de Maldeghem) (http://ghklonderzeel.be/PDF/tijdschrift/2006T2_083_

Brouwerij PALM nv vertegenwoordigd door
Alfred VAN ROY X Aline VERLEYEN koopt in 1988 het gehele domein van de families DE BOECK en de LALAING
WEDEROPBOUW (1993 - 1995)
ONDER IMPULS VAN JAN TOYE, eigenaar en bestuurder PALM Belgian Craft Brewers n.v., die er ook de stoeterij en het Belgisch trekpaard in onderbracht (www.palm.be/nl/page/erfgoed/kasteel/bezitters).

In 1989 kocht Brouwerij Palm het Kasteel Diepensteyn, in eerste instantie als waterwinningsgebied.
Maar men wilde meer. Het kasteel bevond zich in een zeer slechte toestand en daar wou de brouwerij eveneens iets aan doen. Zoals eigenlijk verwacht, maar vooral gehoopt, ontstond een "cultuurproject". Een tweede project volgde al snel. Het kasteel moest en zou in ere hersteld worden, als bijdrage van Palm aan het openbaar erfgoed van ons land. Maar er kon tevens een stoeterij voor Brabantse trekpaarden in ondergebracht worden. Het tweede project was geboren. Het Brabants trekpaard: het beeld dat Palm de wereld instuurde sedert 1975.
De wederopbouw van het Domein Diepensteyn duurde van 1993 tot 1995. De gebouwen, het kasteeldomein en de vijvers werden zo getrouw mogelijk naar 16de eeuwse plannen heropgebouwd.
Op het kasteel kan nu door brouwerijbezoekers ook zeer lekker gegeten worden.
Nieuw is de stoeterij. Hier fokt men vosse Brabantse trekpaarden, een ras dat amper 20 jaar geleden bijna geheel verdwenen was. Tot Palm er zich mee ging bemoeien.
De combinatie van die twee extra troeven, maakt het voor personen en bedrijven bijzonder interessant om een dagje Palm op het programma te zetten. Men kan - op afspraak - ook een natuurrit met de trekpaarden maken, of een "mendoop" op het hindernissenparcours ! (www.steenhuffeldigitaal.be/kasteel_diepensteyn.html). 

Dus, ook al kan ik die ridder niet zo plaatsen, het heeft wel te maken met hun historie, maar hoe zit het met de smaak?

The Knight in Shiner Armor and The Lone Star Knight! (They spent half a year collecting beer cans) (www.damnhole.com/post-88284209-the-knight-in-shiner-armor-and-the-lone-star-knight-they-spent-half-a-year-collecting-beer-cans-.html)








Viewing all articles
Browse latest Browse all 1692