In 1909 zeilde de Brit John Martin naar Antwerpen om er een drankenfirma op te richten. Hij importeerde Britse bieren en liet die ter plaatse bottelen. Tot voor kort draaide zijn bottelarij nog op volle toeren in Borgerhout. (http://www.bierpassie.com/article/1004/martins-pale-ale-100-jaar-belgische-geschiedenis-van-een-engelse-familie)
Toen de beroemde Britse meesterbrouwer John Martin zich in 1909, ... 100 jaar geleden, in België vestigde, verklaarde hij: “Alleen kenners weten bieren zoals die van mij naar waarde te schatten”. Een hele eeuw lang hebben drie generaties van “The Finest Drinks Company” ons meegenomen op een prachtige reis door de wereld van ronduit opmerkelijke bieren. Vandaag genieten liefhebbers van fine ale’s waar ook ter wereld elke seconde, dag en nacht, van twee van onze heerlijkste bieren! Dankzij een unieke mengeling van Engelse traditie, Belgische knowhow en een flinke dosis lef zijn hun speciaal bieren ware schatten en waard om te ontdekken! (https://www.vlaamschereus.nl/brouwerij/antony-martin/)
Anthony Martin, a Belgian brewer with British roots... It’s 1909 when John Martin, a Brit, makes his home in Antwerp, earning his living by provisioning sailing vessels. Before long John’s deliveries are heading onto the ships of the Red Star Line, a passenger carrier used by the millions of people who set sail from the City on the Scheldt to the metropolis of New York across the water. One hundred years later, Anthony Martin’s Finest Drinks is the oldest global distributor of the world’s most famous Irish dry stout, the legendary 'Black Stuff'. “Did you know that we produce a stronger Guinness Export especially for the Belgian market?” asks the company’s CEO, Anthony Martin, with a laugh. From first importing and bottling beers, the company diversified into brewing. In 1993 they took over Timmermans in Dilbeek, the oldest lambic brewery in the world. “With the assistance of our brewer, Willem Van Herreweghen, we have restored traditional lambic to its rightful position of honour,” says Anthony. “We brew lambic in the traditional way with the use of a koelschip or cooling basin where the wort undergoes spontaneous fermentation before the lambic is transferred into the oak barrels where it will mature." After getting the taste for brewing at Timmermans, Anthony Martin’s next established a microbrewery and distillery in the historic Ferme de Mont St Jean on the site of the Battle of Waterloo. Anthony also set up a microbrewery in the heart of historic Bruges where now Bourgogne des Flandres flows from the tanks. Antwerp is next in Anthony’s busy schedule where his company will found a brewery in a former bottling plant in the city’s Seefhoek quarter. The business will join a family, but remain an individual says Anthony: “Each brewery is a separate business, with its own beers and its own story to tell. You can taste a piece of history; it’s important to have that experience.” Anthony Martin takes advice from specialists in each beer style his company takes on. “We aim high,” says Anthony’s son, brewer-distiller Edward Martin, telling us that he plans to go to Scotland for more education and training. While he keeps learning, the first whisky distilled at Waterloo is maturing on wood until it is ready to launch in 2020. ... His brother Jonathan, who is also in the international drinks business, keeps a close watch on the latest trends. “Each market is different,” he tells us. “Scandinavia was quick to cotton on to the trend for IPAs whereas southern Europe took a while longer. We drew inspiration from craft brewers to produce our own accessible and balanced Martin’s IPA.” You can tell that this is an international company. Anthony and his sons had no problem pioneering the sale of specialty beers in a can, a very unfamiliar concept to Belgian drinkers. Jonathan explains: “Canned beer enjoys a higher protection from light, the packaging weighs less and it is recyclable. What’s more, the metallic taste that you used to get from a can is no longer there. However, we still advise you to pour the beer into a glass to let the excess carbon dioxide escape.” So tradition is honoured, but not allowed to stand in the way of innovation. Anthony Martin supports the need for better legal protection of lambic, like the rules that safeguard old gueuze by highlighting its regional origins and the specific way it is brewed. “This also applies to the denomination of ‘Belgian beer,”, he says. “Labels such as ‘Belgian style beer’ only add to the confusion.""We must lay a stronger claim to what is being brewed in Belgium following Belgian tradition.” The Anthony Martin’s Finest Drinks beer range now includes more than 50 different brews, including Guinness and the Gordon brand. The company sells a big variety of Belgian beer styles. The popular Waterloo Récolte, for example, was inspired by a saison, and the Waterloo range also includes a tripel as well as a dark beer. And when the Waterloo whisky comes onto the market we can expect to see Waterloo beers matured in Waterloo whisky barrels following it. With so much already delivered who can wait to see what spells these brewing magicians can weave over the tanks in Antwerp. (https://www.beertourism.com/blogs/news/anthony-martin-a-belgian-brewer-with-british-roots)
In 1909 durfde John Martin het op 24-jarige leeftijd aan zijn geboorteland Engeland achter zich te laten om zich te vestigen in de haven van Antwerpen. Daar lanceerde hij vrij snel een eigen drankenhandel, die verschillende internationale dranken zou importeren. Een snelle ontwikkeling De jonge John Martin had een groeiende interesse in Engelse bieren. Hij besloot dan ook om speciale Engelse, Schotse en Ierse bieren in eiken vaten in te voeren. Eerst Guinness, dan Dublin en Bass Pale Ale, daarna Burton-On-Trent en nog later Gordon vanuit Edinburgh. Dat kende een danig succes dat hij, nog altijd in de omgeving van de Antwerpse Haven, in de Everaertstraat 105, zijn eerste bottelarijlijn installeerde. Na een bootreis van 4 dagen in eiken vaten, moesten de bieren zo snel mogelijk gebotteld worden! En zo werd Antwerpen de thuishaven van de vele Engelse bieren die begin 20ste eeuw populair werden in Belgie. Als oudste invoerder van Guinness ter wereld (sinds 1912), krijgt John Martin zelfs de toestemming om zijn eigen Belgische variant te brouwen. John Martin laat het iconische Guinness bier aanpassen afgestemd op het Belgische publiek. Dit bier, bij ons gekend als de Guinness, staat internationaal gekend als de ‘Guiness Antwerpen Stout’. De impact van twee Wereldoorlogen De Eerste Wereldoorlog onderbreekt de ontwikkeling van het bedrijf ‘Martin & Co’ en van tal van kleine brouwerijen in Antwerpen. Na deze oorlog moet John Martin bijna volledig opnieuw van nul beginnen. Hij herbouwt zijn installaties in Everaerstraat en vestigt zich met zijn gezin in Borgerhout. In mei 1940, bij de bezetting van Antwerpen door het Duitse leger, moet de Martins familie vluchten naar Engeland. De bierbottelarij van de familie Martins wordt geconfisqueerd, en zal tijdens de tweede wereldoorlog door de Duitsers ingezet worden om het Duitse Beck’s bier te bottelen. De Martin’s bieren na de 2de Wereldoorlog Tijdens de ballingschap in Engeland, werkt John Martin bij Robert Porter’s Brewery. De kennis van Engelse Pale Ales die hij hiermee verwerft, inspireren hem om de volgende jaren te werken aan een nieuw bier. Het zou het beste van Engelse Pale Ales en de Belgische biercultuur en smaakpallet moeten verenigen. Het moest zijn meesterwerk worden, een ode aan de bevrijding. En zo bracht hij de Martin’s Pale Ale terug mee naar Antwerpen na de oorlog. Aanvankelijk doopte hij het bier ‘Bulldog’ Pale Ale, een verwijzing naar Churchill. Ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1958 werd het bier omgedoopt tot Martin’s Pale Ale. De ‘Pale Ale van Antwerpen’ wordt de iconische Belgische Pale Ale, en zal in de loop van de jaren tal van gouden medailles winnen. Met dit succes ontstaat tegelijk de droom om het bier helemaal thuis te brengen en te brouwen in Antwerpen, de plek waar het allemaal begon. Een droom die uiteindelijk gerealiseerd zal worden door John’s kleinzoon: Anthony Martin. De terugkeer naar Antwerpen dankzij het partnership met de Antwerpse Brouw Compagnie De lokale en onafhankelijke brouwerij Antwerpse Brouw Compagnie (ABC) werd 10 jaar geleden opgericht door het koppel Johan Van Dyck en Karen Follens, met de hulp van 1.000 crowdfunders! De brouwerij legde zich als missie op de Antwerpse brouwersgeschiedenis terug tot leven te brengen, en Antwerpen als bierstad opnieuw op de kaart te zetten. Sinds haar oprichting is wist deze brouwerij een topreputatie op te bouwen in binnen en buitenland met een hele reeks unieke bieren. De bierwereld is klein, en zo kwam het dat Anthony Martin en Johan Van Dyck – die elkaar als collega brouwers reeds jaren kenden – op een dag samen bij een glas bier eindigden. Hun gemeenschappelijke passie voor bier, leidde ertoe dat de twee ondernemers, Anthony en Johan, met veel enthousiasme besloten om de decennia oude droom te gaan realiseren. De Martin’s bieren thuis laten komen, naar Antwerpen. En tegelijk Antwerpen verder op de bierkaart te zetten. Hierbij werd niet over één nacht ijs gegaan. Zowel de expertise van de Antwerpse Brouw Compagnie als die van Martin’s werd ingeschakeld. Verschillende testbrouwsels werden gemaakt, op kleinere en grotere schaal. De huidige recepturen werden vergeleken met oude documenten, proefpannels werden georganiseerd, gisting en hoptesten uitgevoerd. Bij dit alles werd van het ‘biergeheugen’ van Anthony als compas, dankbaar gebruik gemaakt. (https://www.hopnieuws.be/post/het-bier-martin-s-pale-ale-komt-thuis-in-antwerpen)
En dus wordt John Martin’s Pale Ale voortaan weer in Antwerpen gebrouwen. “Daarvoor hebben we talrijke proeverijen gehouden met het biergeheugen van Anthony als kompas”, heet het bij Martin’s. “Ik weet nog precies hoe het origineel proefde en daarvan waren we over de jaren van afgeweken”, aldus de senior. “Belangrijker is nog dat dit goed doet aan het hart.” Johan Van Dijck beaamt. “Zo brengen we het Antwerps ‘pel elleke’ weer naar ‘t stad.” En oh ja, het bier: dat is hoppig, maar niet té, het heeft ballen, maar laat ook fruit toe. De Engelse gist rondt de kantjes af en maakt de pale ale nobel. Fraaie woorden om te zeggen dat het een dorstlesser is, een allemansvriend die bekoort. (https://www.gva.be/cnt/dmf20220421_96558342, https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20220421_96558342)
Getuigenis 1, Frank Boon : Engelse bieren: er waren al wel in de 18e eeuw Engelse bieren verkrijgbaar in Antwerpen, Brussel en Parijs, maar dit waren dure Porters en Stouts, later Pale Ale, altijd in flessen met een beetje nagisting. In de 19e eeuw waren de sterkste bieren in ons land Geuze (7 Vol %) en het Gildenbier van Diest (8 Vol %). Er waren toen ook Duitse Salvator, Engelse Ales, etc… als zware bieren verkrijgbaar, meestal in hotels of enkele sjieke tavernes. Wat de Engelse biergist betreft: er bestond reeds in de 19e eeuw een handel in gedroogde biergist die toen door vele brouwerijen werd gebruikt. Deze gist was niet steriel, maar men brouwde toen het bier zo bitter dat het toch voldoende bewaarde. De eerste belangrijke consultant van Engels bier in ons land was George Maw. Johnson uit Canterbury die in 1883 een eerste keer naar België kwam. In 1887 schreef hij het boekje : “Traité Pratique de la Brasserie et du Maltage Anglais et Fabrication des bieres Anglaises, y compris Leur adaptation aux systèmes Belges et Français” en werd hij, consultant in een veertigtal Belgische en enkele Franse brouwerijen. Johnson bezorgde gist, deed waterontledingen, paste het moutproces aan, etc… Hij stichtte later “Le Petit Journal du Brasseur”, door iedere brouwer wel bekend. Onder zijn impuls en met de medewerking van de brouwerijscholen ontstond het Belgische “Speciale Belge” type en brouwden vele Belgische brouwerijen een Scotch, Stout of Pale Ale, vooral vanaf 1890-1900. Ik [Frank Boon] ken vele verhalen van “gist halen in Engeland”. Albert Moortgat heeft mij ooit verteld dat hij voor zijn Duvel een mengsel gebruikte van meerdere gisten, afkomstig van de brouwerij die Mc. Ewan brouwde. Dat klopt met uw verhaal, want dit bier werd gebrouwen door William Younger (later overgenomen door Scottish and Newcastle). Volgens Albert Moortgat had professor Biourge uit de Schotse meng-gist 3 stammen geselecteerd die apart werden opgekweekt en daarna samen werden ingezet voor het vergisten van hun zwaar bier. Hoe Albert Moortgat aan die gist geraakt is, weet ik [Frank Boon] niet maar er gingen wel heel veel Belgische brouwers op bezoek naar Engeland en het was niet moeilijk om een beetje gist uit een open gistkuip in een steriele zakdoek te weg te vouwen. Ge hebt niet veel cellen nodig… De gist van Grade was en is een POF-gist, niet echt een Engels type. Ik heb wel eens gehoord dat die altijd in de brouwerij was, ook toen het bier nog “Saison Vieux Temps” noemde. Meer weet ik er niet van. Een sleutelrol in al die gistzaken speelden toen de professoren Biourge en Verelst (KUL). In Brussel (Ceria) waren dat Marc Van Laer en M. Ketelbant. De brouwerijscholen hadden een grote gistcollectie en hielpen hiermee vele brouwers. (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
Robert werd technisch directeur van Brouwerij Maes in Waarloos, Brasserie Union in Jumet en Brouwerij Mort Subite in Kobbegem. Na de fusie van de groep Maes en Alken-Kronenburg kreeg hij ook de technische verantwoordelijkheid over hun brouwerijen in Alken en Zulte. Een keerpunt in de geschiedenis van bier is de periode van 1875 tot 1900 dus het einde van de 19-de eeuw. Denken we maar aan L.Pasteur, Latour, Schann en Cagniard met hun boek ‘ Etudes sur la Bière “ aan Carl von Linde met uitvinding van de koelmachine, Emil Hansen en gistreinculturen en de pioniers van de lage gisting technologie, Gabriël Seldmayr en Anton Dreher en zeker Frontisek, Ondrej Poupé van Pilzen. In ons land was de kwaliteit in die tijd niet bijster goed. Vele brouwers gebruikten noch thermometers noch densimeters. De overheid maakte zich zorgen over de kwaliteit van het bier. Volksvertegenwoordiger Systermans uit Brussel, voorzitter van L’association générale des Brasseurs Belges” had op het congres van de brouwers in 1880 gepleit voor de oprichting van brouwerijscholen in ons land. En die kwamen er. In 1887 in Gent de Ecole professionelle de Brasserie en ook in dat zelfde jaar de Ecole Supérieure d’ Agriculture, speciaal gericht op de brouwerijsector aan de universiteit van Leuven. Het brouwerijprogramma diende in een wetenschappelijk onderwijs ingebed te worden gegeven.Vijf jaar later in Gent de Ecole Technique de Braserie, annexée a l!institut Saint-Lievin. Het doel van het onderwijs was, brouwingenieurs te vormen, wetenschappelijk onderzoek verrichten en diensten verlenen aan brouwerijen. De overheid zorgden ervoor dat de brouwers in contact werden gebracht met de nieuwe technologie van het Beiers bier (lage gisting ) door reizen te organiseren naar Munchen. De nieuwe technologie werd zeer traag aanvaard in ons land. Ook beide wereldoorlogen zeer kort na elkaar deden het aantal brouwerijen drastisch verminderen. De “ lage gisting “ de Pils productie was begonnen maar de hoge gisting bleef ook. Na de WO II veranderde de brouwerijen van arbeidsintensieve bedrijven naar kapitaalintensieve bedrijven. Automatisatie, rationalisatie en concentratie was het motto. Groot-Brittanië was het land van hoge gisting gebleven en tussen Britse brouwers en Belgische brouwers werden er overeenkomsten gesloten. Britse bieren, gebrouwen en gegist, gelagerd al of niet gefilterd kwamen per tankwagen de Noordzee over en werden hier afgevuld. Denken we maar aan Bass, Withbread, Double Diamond , Red Barrel, Scotchale… en vele anderen. Deze bieren kregen een Belgische touch door de gepaste koolzuurverzadiging, aandacht voor schuim en schuimhoudbaarheid en het typisch parelen van koolzuurbellen in de bierglazen. Het “ pale-alelleke was in. Natuurlijk kwam er reactie. De Belgen brouwden zelf hun ales, denken we maar aan het grote succes van Ginder-ale( Merchtem ), Op-ale ( Opwijk ) en van kleinere brouwerijen zoals “ De Sleutel” van Betekom met zijn Bets-ale. De “ rage “ van de ales kenden na een tijd zijn einde maar de typische Belgische ales bleven zoals Palm en De Koninck. De rage van Ales werd opgevolgd door de rage van de Dort (Dortmunderbier of Export) nadien kwamen de Deense bieren Carlsberg en Tuborg en dan de Witte bieren. Pilsbieren kenden een zeer sterke stijging in België tot 1985 dan kwamen andere hoge gistingsbieren weer aan de beurt zoals de Trapistbieren en Abdijbieren en Belgische zware blonde bieren. (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
Een van de succesvolste producten in de sixties en seventies was de John Martin’s Pale Ale, voorheen Bulldog Pale Ale genaamd. Die naam kon profiteren van de grote aandacht voor Engelse aletypes in de naoorlogse periode, omdat er toen zoveel Britten in België verbleven. Vooral in Antwerpen werd dat amberbier veelvuldig geconsumeerd, in z’n sierlijke, hoge glas dat wat tulpvormig uitliep aan de mond. Op zijn hoogtepunt haalde het merk zo’n 100.000 hectoliter per jaar! Het logo was een oud zeilschip, refererend naar de zee, de grote liefde van de stichter. In die tijd waren er in elke grote stad wel een of twee ‘British pubs’ te vinden, het Britse bier was toen heel erg in, met Bass en Whitbread als vaandeldragers. Die Britse merken (al zeven jaar in handen van InBev) lieten hun bier onder licentie brouwen in België, want de vraag was zo groot dat men het bier uit het V.K. niet tijdig zou kunnen aanslepen. In het kielzog van de Britten konden de Belgische versies zich later zeer goed ontwikkelen. Bieren zoals Palm en De Koninck boerden goed, zeker toen de consument begon in te zien dat ze even lekker waren en een pak minder kostten. Daarom kwam zo rond de jaren ’80 de klad serieus in het Britse biersegment en in de jaren negentig dronk niemand nog Pale Ale. Toch bleef John Martin’s Pale Ale overeind, omdat de eigenaar Anthony R. Martin een hart voor bier heeft. In de jaren negentig kocht hij overigens het noodlijdende Timmermans op, de geuzebrouwerij uit Itterbeek. Hij moderniseerde dat bedrijf volledig en bracht het terug in volle bloei dankzij het succes van de fruitbieren, maar ook door goede marketing. De fruitbieren in blik doen het bv. bijzonder goed, onder de hippe naam “Timm’s”. Daarnaast behield hij de bijna onverkoopbare Geuze Caveau, de echte oude en nog behoorlijk zure geuze, die enkel de geuzefanaten (helaas een uitstervend ras) tot drinken kan verleiden. (http://www.bierpassie.com/article/1004/martins-pale-ale-100-jaar-belgische-geschiedenis-van-een-engelse-familie)
Martin’s Pale Ale is thuisgekomen. Meer dan honderd jaar nadat de jonge Engelsman John Martin voet aan wel zette in Antwerpen, brengen de erfgenamen en de Antwerpse Brouw Compagnie het bijzondere bier terug naar zijn roots. Nu floreert de Belgisch-Engelse Pale Ale als weleer: «Mijn overgrootvader zou heel trots zijn.» Groep Anthony Martin en de Antwerpse Brouw Compagnie hebben de handen in elkaar geslagen om de Martin’s Pale Ale nieuw leven in de blazen. Jarenlang was het Pale Palelleke (lees: Pellelleke) een legendarisch bier in Antwerpen. Dankzij het geluk en het harde werk van de Martins, keerde het hoppige en bittere Pale Ale'ke in april 2022 terug naar de Seefhoek. Vandaag is het Pale Ale’ke terug en beter dan ooit, klaar om zijn plaats als een legendarisch bier in Antwerpen terug te veroveren. Het verhaal van Martin’s Pale Ale startte in 1909, toen John Martin op 24-jarige leeftijd van Engeland naar de haven van Antwerpen verhuisde. Daar lanceerde hij een drankhandel van likeuren en speciale bieren die zo populair werd dat hij op de Everaertstraat 105 zijn eerste bottelarijlijn installeerde. Het was de start van een bloeiende business. Helaas gooit de wereldpolitiek roet in het eten. De Eerste Wereldoorlog doorstond Martin maar nipt, tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat hij naar Engeland. Pas daarna kan Martin zijn comeback maken in Antwerpen met wat uiteindelijk zijn meesterwerk zal worden: de Martin’s Pale Ale. Toch ontbrak er nog iets op het palmares: een brouwerij in Antwerpen, waar het bier helemaal thuis kan komen op de plek waar het allemaal begon. Met de hulp van de lokale en ambachtelijke brouwerij Antwerpse Brouw Compagnie, opgericht door koppel Johan Van Dyck en Karen Follens, kon die droom verwezenlijkt worden. «Toen wij tien jaar geleden de brouwerij zijn gestart, hadden we een heel duidelijk doel: Antwerpen als bierstad en de Antwerpse bieren terug op de kaart zetten», zegt Johan Van Dyck van de Antwerpse Brouw Compagnie. De Martin’s Pale Ale bleek het perfecte bier om exact dat te doen. Johan Van Dyck profiteerde van het geheugen van Anthony Martin, Johns kleinzoon, om het originele recept te vinden. Het resultaat is een zachte, lichtjes gezouten Engelse Pale Ale met subtiele noten van karamel, chocolade en nobele mout. Een gebalanceerd, bronzen bier, met een Antwerpse toets. Ook het flesje kreeg een nieuwe look, dankzij kunstenaar Stefaan Ooms. Hij combineerde een beeld uit de jaren ’90 dat hij kreeg van Anthony met de stijl van de jaren ‘50 tot één powercaptain: Martin’s. Op Miss Martins arm prijkt het zeilschip waarmee John Martin meer dan een eeuw geleden dit avontuur startte. Die iconische Belgische Pale Ale zal in de loop der jaren tal van gouden medailles winnen, waaronder die voor ‘Best Special Belge’ op de prestigieuze Brussels Beer Challenge. (https://www.metrotime.be/nl/native/na-meer-dan-100-jaar-meert-martins-pale-ale-weer-aan-antwerpen)
Martin’s Pale Ale is dan ook een complex bier om te brouwen. De zoetheid in het bier vereist een sterke controle over de vergisting, terwijl de hoparoma’s, afkomstig van Engelse aromahoppen via dry-hopping verkregen worden. Het bier is bovendien getypeert door een subtiele balans tussen smaak en verfrissing. Deze subtiliteit laat tegelijk geen fouten toe. Deze drive naar perfectie, respect voor traditie, in combinatie met de allermodernste brouwinstallaties in Antwerpen, brachten uiteindelijk het bier voort dat vanaf nu in Antwerpen gebrouwen wordt. Naast de Martin’s Pale Ale zullen zijn soortgenoten, de India Pale Ale en de New England Pale Ale ook binnenkort aanmeren in hun nieuwe Antwerpse thuishaven. Met de thuiskomst van de bieren, werden ook hun logo’s aangepakt. Hierbij komt een van de oude iconen van de Pale Ale, Miss Martin, centraal te staan. Op haar arm prijkt het zeilschip, waarmee John Martin, meer dan een eeuw geleden dit avontuur startte. (https://www.hopnieuws.be/post/het-bier-martin-s-pale-ale-komt-thuis-in-antwerpen)
Waarom een zeilschip als symbool van “The Finest Drinks Company”? John Martin is in Engeland te Newmarket geboren op 15 februari 1886. Hij studeerde er voor meester-brouwer. Op een gegeven ogenblik besliste hij om het Kanaal over te steken en hij vestigde zich in Antwerpen in 1909. In de “koekenstad” bekwam hij een contract als scheepsleverancier (shipchandler) voor de Red Star Line. Van 1873 tot 1935 vervoerde de Red Star Line 3 miljoen passagiers van Antwerpen naar New-York. De gebouwen van de Red Star Line bestaan nog steeds (www.redstarline.be). Vrij snel na zijn aankomst zag John Martin in dat het beroep van shipchandler weinig toekomst had. De zeilboten werden vervangen door stoomboten. Deze stoomboten vaarden ook alsmaar sneller en ze vervoerden minder en minder passagiers. John Martin legde zich vanaf dan toe op de ontwikkeling en de distributie van dranken. Het is uit respect voor zijn “shipchandler” periode dat het zeilschip door “John Martin” gekozen werd als het symbool van zijn bedrijf. Alzo richtte John Martin zijn bedrijf op dat zou uitgroeien tot “The Finest Drinks Company”. Al heel vlug zouden samenwerkingsakkoorden de basis vormen van een opmerkelijk bedrijf, gespecialiseerd in de ontwikkeling en de distributie van opmerkelijke kwaliteitsdranken. Het drankenmerk Schweppes bestond reeds sinds 1792 en was enkel in Engeland verkrijgbaar. Tot in 1910, de 24 jarige John Martin het in zijn hoofd kreeg om deze drank eerst in België op de markt te brengen en nadien over heel het continent. (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
Het gamma van goede Britse dranken werd eerst uitgebreid met de Bass Pale Ale en vervolgens, in 1912, met de Guinness GXS die vervoerd werd in tonnen van 244 liter om in de Everaertstraat 105 te Antwerpen te worden afgevud. Eén Frank betaalde je toen in de Antwerpse café’s voor een flesje Guinness. Het kontrakt voor de import en de distributie van de Guinness GXS had een looptijd van 90 jaar en werd voor een onbepaalde tijd verlengd. De firma John Martin is nu de oudste Guinness distributeur van de hele wereld! De Guinness GXS wordt uisluitend gebrouwen voor John Martin. Met een alcoholsterkte van 8 vol. % alc. is deze unieke Guinness GXS ongewoon sterk en was het bij haar introductie op de Belgische markt het sterkste verkrijgbaar bier. Ja, in die tijd was Belgisch bier nog fluitjesbier! Het begrip Belgisch Speciaalbier, zoals wij het verstaan, diende nog te worden uitgevonden. Stonden John Martin, Joseph Grade, Albert Moortgat & William Younger aan de wieg van het “Belgisch Speciaalbier”? Na de eerste wereldoorlog waren de Britse bieren: Martin’s – Bass – Gordon – Guinnes – Bulldog – William Younger, ingevoerd en verdeeld door John Martin alomtegenwoordig in de grote steden. De Britse bieren waren toen de referentiesmaak en dit ontsnapte niet aan de meest ondernemende belgische brouwers. In 1922 besloot Albert Moortgat om bij de William Youngers brouwerij in Edinburg gist te gaan halen. Een jaar later gevolgd door Jules Grade. Jules Grade zou er later de Vieux-Temps en de Leffe mee brouwen en Albert Moortgat eerst de “Victoria Ale” een donkere scotch die nadien lichter werd van kleur en van naam veranderde: DUVEL. Door de hergisting in de fles kregen de andere belgische brouwers eveneens de William Younger’s gist binnen handbereik. Het opkweken van gist vanuit een fles met hergist bier is voor een thuisbrouwer kinderspel, wat een thuisbrouwer kan moet een beroepsbrouwer toch ook kunnen. Vandaag, hebben de meeste Belgische Speciaalbieren iets te zien met Schotland… Waarschijnlijk stonden destijds John Martin, Joseph Grade, Albert Moortgat & William Younger aan de wieg van het “Belgisch Speciaalbier”? (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
Gedurende de tweede wereldoorlog schikte de bezetter “John Martin’s”, in wezen een Engels bedrijf , in de kategorie van vijandelijke bedrijven. Het werd dan ook opgeeist en het werd verplicht om Beck’s bier, geleverd door de Duitsers, af te vullen. In 1985 vindt een paleisrevolutie plaats: er komt een vreemde eend in de bijt en voor het eerst komt geen “british” maar wel een geestelijk bier het distributieplatform van John Martin’s vervoegen. Het La Trappe gamma, gebrouwen binnen de muren van de Tilburgse trappistenabdij van Koningshoeven krijgt alzo een distributiemogelijkheid buiten haar landsgrenzen. Sinds 2000 werd La Trappe vervangen door het merk Dominus, eveneens gebrouwen door Koningshoeven. In 1993 wordt, met het merk “Timmermans”, een tweede “onbrits” bier aan het gamma toegevoegd. Het betreft hier niet een distributieakkoord, maar de overname van brouwerij Timmermans door de groep John Martin’s. In die tijd was Timmermans een van de 6 laatste lambicbrouwerijen, het was met verdwijnen bedreigd en de overname redde de brouwerij van de ondergang. In het kielzog van de Timmermans overname vervoegde ook de “Bourgogne des Flandres”, een mengbier bestaande uit lambik van Timmermans en een hooggegistingsbier van Palm, “The Finest Beer Selection” distributieplatform. (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
Neem als voorbeeld br. Timmermans, de oudste lambiekbrouwerij ter wereld. De adelbrieven aan deze mytische brouwerij terugbrengen is een gemeenschappelijk project van Willem en ons bedrijf. De traditionele brouwmethode, het rijpen in eiken vaten, respect voor traditie en de methodes van onze voorouders is in dit projekt ons streefdoel. Net zoals zijn vader jaren geleden, zorgt Willem dat de lambiek, na tientallen jaren verwaarlozing, haar adelbrieven terugwint. ... Zoals de Usanen Roquefort kaas willen verbieden, moeten wij bevreesd zijn dat sommige van onze tradities in gevaar komen. Dit gevaar loert niet alleen op de exportmarkt, maar ook hier dank zij sommige nieuwe Europese normen. Ik [Anthony Martin of Ben Vinken of Chris Bauweraerts,] herinner mij nog mijn eerste bezoek aan een lambiekbrouwerij. De aanwezige katten verminderden de aanwezigheid van de ratten en de muizen. De spinnen waren noodzakelijk om de insecten te bestrijden en zo ging het verder! Dikwijls zijn onze inspecteurs dierenartsen, ze zijn beter gevormd voor vleescontroles en de er aan gepaard gaande problemen in geval van slechte hygiëne. Heb-je al eens de werking van spontane gisting proberen aan te tonen aan voedingsinspecteurs? Praat maar eens met deze mensen over wilde , maar voor ons o zo nuttige omgevingsbacterien, die zorgen dat onze brouwsels zich goed omtwikkelen… Wij leggen ons bij Timmermans toe op het doen herleven van oude recepturen, de traditie en het subtiel huwelijk van het kunnen doen van de natuur en het doen kunnen van de mens! Al deze alchemie staat dikwijls haaks op de laatste normen van de veeartsen, maar nooit staat deze alchemie haaks op de kwaliteit of de hygiëne. (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
De drankenpoot van de groep heet nu Anthony Martin, geleid door kleinzoon Anthony R. Zijn broers John Charles en Peter runnen de hotelpoot, met o.m. het prestigieuze Chateau du Lac in Genval en het recent gebouwde Kloosterhotel in Leuven. (http://www.bierpassie.com/article/1004/martins-pale-ale-100-jaar-belgische-geschiedenis-van-een-engelse-familie)
Op 2 april 2004 staat de familie Martin toe dat Anthony de familiale holding overneemt die de drankenfgroep controleert. Het is dus met “captain Anthony” aan het roer dat het honderdjarig bestaan van “The Finest Company” kan worden gevierd tijdens een onvergetelijke en lange dag in 2009. ... Dit is het eerste bedrijf ter wereld dat het hele biersegment in een enkel gamma heeft. Anthony werkt nu samen met 12 brouwerijen, met zijn eigen recepten en zijn eigen merken! Vandaag is John Martin’s met een export van 70 000 HL naar Italië de belangrijkste bieruitvoerder naar dat land. Frankrijk en Spanje (deze laatste met bierwinkel, een 50/50 joint venture met Christian Jardel, een fransman die in Valencia woont) zijn eveneens markten waar het bedrijf heel goed is gevestigd. (http://www.bierpassie.com/article/2526/10-1-vragen-anthony-martin)
Voor Anthony Martin, CEO van Martin’s, voelt dit als thuiskomen. “Onze roots liggen in Antwerpen, ik speelde hier als kind.” John Martin’s was jaren geleden weggetrokken uit de stad. De gelijknamige pale ale had dan wel Antwerpse roots, hij werd al lang gebrouwen in Steenhuffel: bij Palm, dus. “Maar het vertrek uit Antwerpen knaagde”, zegt Anthony Martin, die vandaag het bedrijf leidt met zijn twee zonen Jonathan en Edward. Een eerste toenadering, bij de geboorte van het Seefbier, mislukte. Eigenaars Johan Van Dijck en Karen Follens hadden geen zin om de oude Martin’s bottelarij in de Everaertsstraat te betrekken. Hun thuisbasis werd het Eilandje. Maar de vraag van Martin’s galmde na. “Ook omdat het de missie van ons bedrijf is om Antwerpse biergeschiedenis weer tot leven te roepen, zoals we deden met het Seefbier“, legt Johan Van Dijck uit. Gelijk oversteken Dat Seefbier doet het zo goed dat ze op zoek waren naar meer capaciteit. “Er was altijd wel een van onze bieren niet op stock. Dat knaagde. Anthony Martin, niet van gisteren, hoorde dat en stelde voor om gelijk over te steken. Hij zou mee investeren in nieuwe ketels en tegelijk zou ABC de Martin’s Pale Ale weer gaan brouwen: een dubbelslag. Dat kon omdat de capaciteit van de brouwerij in één klap zou verdrievoudigen. (https://www.gva.be/cnt/dmf20220421_96558342)
Martin’s Pale Ale 33 – 5.8% alc. Een zachte, zelfs lichtjes gezouten Engelse Pale Ale met een bronzen kleur en subtiele noten van karamel, chocolade en nobele mout. De traditionele Engelse gist zorgt voor een fruitige toets van zwarte bes. Verder geven de Engelse hopsoorten Fuggle en East Kent Golding aan de Martin’s Pale Ale zijn aroma’s. Deze hoppen worden zowel tijdens het brouwen als het rijpen van het bier toegevoegd (het zogenaamde dryhoppen). Het karakter van deze Engelse nobelhoppen, komt hierdoor mooi en evenwichtig. De delicate balans tussen het moutkarakter en de hoptoetsen maken deze Belgisch Engelse Pale Ale tot een mooi, evenwichtig gebalanceerd bier. (https://www.hopnieuws.be/post/het-bier-martin-s-pale-ale-komt-thuis-in-antwerpen)
Martin's Pale Ale Een traditionele, zijdeachtige en licht gezouten English Pale Ale met een mooie bronzen kleur en subtiele toetsen van karamel of zelfs chocolade afkomstig van onze mout. Terwijl de Engelse gist accenten oplevert van zwarte bessen, zorgen Engelse hopsoorten zoals Fuggle of East Kent Golding ervoor dat deze Martin’s Pale Ale opvallende, kruidachtige en bijna houtachtige aroma’s vertoont. Hoewel de toevoeging van hop een belangrijke rol speelt, blijft het evenwicht van de bitterheid onder controle. Een complex bier in al zijn eenvoud. TYPE BIER Pale Ale ... ALCOHOLGEHALTE 5.8 (https://finestshop.be/nl/bieren/105-martin-s-pale-ale.html)
Op het etiket zie ik Antwerp Pale Ale, een APA? Het bier smaakt lekker. De hoppige bitterheid komt lekker op, waardoor het overkomt als een erg fris modern bier. Ik was bang voor een wat muf oudbollig bier, maar dat is geenszins het geval. Het is een aanrader wat mij betreft.
En en passant een stukje Belgische bierhistorie opgestoken, met al die bierrages.