De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden
Wet van 7 oktober 1964, tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid, waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Drankwet (Stb. 1931, 476) en de voor de horecabedrijven en het slijtersbedrijf geldende vestigingsregelingen te vervangen door een nieuwe wet, welke ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank zowel uit sociaal-hygiënisch als uit sociaal-economisch oogpunt regelen stelt;
Allen die dit blog lezen, hallo! Deze wet is vandaag alweer 51 jaar oud. Vorig jaar bij het Abrahamsfeestje was er een leeftijdsverhoging van 16 naar 18 jaar...
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Zo is het, dat ik, net Tv gekeken hebbende en met aardig overleg heb geodbevonden en verstaan om onderstaande eens te bekijken.
§ 1. Begripsbepalingen
Voordat we met de wet beginnen worden eerst wat termen verklaard/ gedefinieerd...
Artikel 1
1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
– Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
klinkt logisch...
– horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
???geen idee wat hier wordt bedoeld bedrijfsmatig of anders; anders wat???
– slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;
???
Ik koop als particulier toch juist bij een slijters?? Of kopen die weer bij een slijtersbedrijf?
– lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;
Is dit een DHW variant van het leslokaal: een ruimte van een school...
– horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
– slijtlokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse;
Zo zijn er vast ook entreelokaliteit (een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het binnentreden van een horeca-inrichting) en toiletlokaliteit (een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het legen van de blaas na nuttigen van alcoholhoudende drank bij gebruik ter plaatse;).
– inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;
Hoe zou een terras worden genoemd? Dat is geen afsluitbaar deel van de inrichting....
– leidinggevende:
1°. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend;
2°. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;
3°. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;
Fijn zo'n wie van de 3; wie is de echter leidinggevende?
– wijn: de categorieën alcoholhoudende dranken als opgesomd in Bijlage IV van Verordening (EG) 479/2008;
– sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;
– alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;
– zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;
Opvallend dat bij de verschillende dranken wijn apart wordt genoemd, maar bier niet. Ook opvallend dat alcoholhoudende drank en zwak alcoholhoudende drank worden genoemd, maar dat sterke alcoholhoudende drank dan weer sterke drank heet. Zwak alcoholhoudende drank is dus de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius uit minder dan vijftien volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn (die is ook bij meer volumenprocenten alcohol nog zwakalcoholhoudende drank); Dus bier van meer dan 15% is sterke drank?
– paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf;
– barvrijwilliger: de natuurlijke persoon die, niet in dienstverband, alcoholhoudende drank verstrekt in een horecalokaliteit in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon;
– bezoeker: een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:
1°. leidinggevenden;
2°. personen die dienst doen in de inrichting;
3°. personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;
– vergunninghouder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de vergunning, bedoeld in artikel 3, is verleend;
bijlage: bijlage bedoeld in artikel 44b, eerste lid.
Ik vind dat als ik ergens ben in een drankgelegenheid mijn aanwezigheid ook noodzakelijk is. Of nee, wacht dan ben ik geen bezoeker meer? Alhoewel, dat iemand zijn eigen zaak niet kan bezoeken is eigenlijk wel logisch...
2. Onder een inrichting wordt niet verstaan een vervoermiddel voor het rondtrekkend uitoefenen van een bedrijf.
Dat zou een drankkeet eigenlijk wel eens eens buiten deze wet kunnen vallen?
3. Deze wet is, met uitzondering van de artikelen 20, 21 en 24, derde lid, niet van toepassing op:
a. vervoermiddelen die bestemd zijn voor het vervoer van personen, tijdens hun gebruik als zodanig;
b. legerplaatsen en lokaliteiten, aan het militair gezag onderworpen, gedurende de tijd dat deze uitsluitend voor militaire doeleinden worden gebruikt;
c. op luchtvaartterreinen opengesteld voor verkeer van en naar landen buiten de Europese Unie gelegen winkels in het gebied dat uitsluitend toegankelijk is voor personen die in het bezit zijn van een geldig reisbiljet of een daartoe afgegeven persoonsgebonden kaart.
Altijd leuk van die uitzonderingen...
§ 2. Algemene bepalingen
Artikel 2
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de volksgezondheid regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van reclame voor alcoholhoudende drank, de doelgroepen waarop zodanige reclame is gericht, alsmede de tijd en wijze waarop en de plaats waar reclame wordt gemaakt. Deze regels kunnen verboden, beperkingen van en voorschriften ten aanzien van reclameuitingen bevatten. In de maatregel wordt een overgangsregeling getroffen ten aanzien van reclameuitingen die reeds waren geopenbaard op het tijdstip van inwerkingtreding van die maatregel.
Fijn dat er nog meer regels gemaakt kunnen worden...
2. Het is verboden voor alcoholhoudende drank reclame te maken, welke niet voldoet aan de krachtens het eerste lid gestelde regels.
Geweldig zo'n regel die stelt dat iets toch echt verboden als dat volgens een andere regel niet mag...
3. Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet ten aanzien van reclameuitingen voor alcoholhoudende drank, waarin met betrekking tot die drank slechts aanduidingen voorkomen betreffende merk, soort en prijs alsmede de plaats waar die drank wordt verstrekt.
Heerlijk wetgeving met zulke azen: reclame mag niet als het is verboden, tenzij het enkel gaat om de merknaam en de prijs...
4. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Ook fijn dat het zo duidelijk is, want wanneer het staatsblad is uitgegeven is het nog 8 weken wachten en treden regels in werking die ergens anders weer in staan...
Artikel 3
1. Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.
2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
Zou je wel iemand mogen inwerken zonder vergunning? Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet heb je een leuk zoekplaatje. Eerste woord van de tweede zin van de derde paragraaf op de vierde paragraaf van de vijfde uitgave van het Staatsblad van het jaar van in werking treden van de algemene maatregel van bestuur is overigens niet van toepassing bij reclame op militaire vliegvelden die als zodanig zijn gecamoufleerd zijn, tenzij deze onder vuur liggen.
Artikel 3a [Vervallen per 01-11-2000]
Artikel 3b [Vervallen per 01-11-2000]
Artikel 3c [Vervallen per 01-11-2000]
Wat zou er 1 november 2000 zijn veranderd?
In de Wijziging-DHV-mvt (2008-2009) staat: dat in 1991 de éérste wijziging plaatsvond. Vanaf toen moesten gemeenten ook kijken of de sportkantine en studentensociëteit voldeden en geen oneerlijke concurrentie vormden. De tweede wijziging was in 1995 en maakte het makkelijk om een slijterij of horeca te beginnen. Op 1 november 2000 trad de derde wijziging in werking. Vanaf toen was het verplicht om de leeftijd te controleren. Verder werd de drankverkoop verboden in tankstations, en niet-levensmiddelwinkels, zoals cd-winkels, kledingwinkels, bouwmarkten, VVV'en, wenskaartenwinkels en meubelzaken. Ook kwamen er strengere regels voor de paracommerciële verenigingen.
Per 1 maart 2005 kwam met de vierde wijziging van de DHW er een bestuurlijke boete bij. Dit zorgde dat er makkelijker boetes konden worden uitgedeeld en hield de ondernemers uit het strafrecht. Verdere aanpassingen van de DHW zijn gericht op minder regels en minder drankmisbruik.
Artikel 4
1. Bij gemeentelijke verordening worden ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank.
2. Bij zodanige verordening is het de gemeente toegestaan rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon.
3. De in het eerste lid bedoelde regels hebben in elk geval betrekking op de volgende onderwerpen:
a. de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt;
b. in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;
c. in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.
4. De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit artikel gestelde regels.
Dus naast algemene regels van bestuur, zijn er ook gemeentelijke verordeningen. Dus er zijn andere regels voor horecabedrijven en paracommerciële rechtspersonen.
5. De ontheffing, of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het vierde lid.
Daar is die verwijzing weer. Ontheffing is niet te vragen als je onder de dienstenwet valt?
Artikel 5 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 5a [Vervallen per 01-11-2000]
Wat zou er zijn veranderd in 2000 en 2013?
Artikel 6
Op de voorbereiding van een beslissing tot verlening van een vergunning op grond van artikel 3 voor het horecabedrijf aan een paracommerciële rechtspersoon is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Dus op het voorbereiden van een beslissing om een vergunning te verlenen is weer bestuursrecht van toepassing.
Artikel 7
1. Een vergunning is vereist voor iedere inrichting.
2. Geen vergunning wordt verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een inrichting.
3. Indien een terras onderdeel is van een inrichting, die onderdeel uitmaakt van een winkel wordt slechts een vergunning ten aanzien van het terras verleend, indien dit onmiddellijk aansluit aan een horecalokaliteit. Voor de overige terrassen wordt slechts vergunning verleend, indien zij in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen.
Vergunning is dus nodig voor de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen. Een vergunning wordt niet verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend. Dat is duidelijke taal...
Ook de regels voor een terras is logisch. Als een terras aanwezig is bij een winkel dan moet dat aansluiten of nabij een horecalokaliteit. Maar wat is nabij? Is 10 meter nog nabij? Het hoeft ook geen eigen horecagelegenheid te zijn om een terras te mogen? Maar een terras was toch onderdeel van een inrichting? Of is een terras geen lokaliteit?
Artikel 8
1. Leidinggevenden van het horecabedrijf en het slijtersbedrijf voldoen aan de volgende eisen:
a. zij hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt;
b. zij zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;
c. zij staan niet onder curatele en zijn evenmin uit het ouderlijk gezag of de voogdij ontzet.
Dus een 21e jarige mag leiding geven als ze goed leven en goed met geld om kunnen gaan. Meestal zijn ze nog geen ouder, dus is voorwaarde c nog niet aan de orde. Ik kan me eigenlijk niet indenken waarom iemand die geen goede ouder zou zijn, een slechte leidinggevende is bij een horecabedrijf en slijterij.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden naast de in het eerste lid gestelde eisen andere eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van leidinggevenden gesteld en kan de in dat lid, onder b, gestelde eis nader worden omschreven.
Uiteraard geeft de wet mogelijkheden om meer regels te stellen. Alsof je bij een geest die je de gelegenheid geeft voor 3 wensen, je bij de derde wens nog meer wensen wenst.
3. Leidinggevenden beschikken tevens over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne, overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen.
4. De in het derde lid gestelde eis geldt niet voor leidinggevenden voor wier rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, indien die leidinggevenden geen bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of het slijtersbedrijf waarvoor vergunning wordt gevraagd of is verkregen en de vergunninghouder dit in een schriftelijke verklaring bevestigt.
Gelukkig dat er ook gevraagd wordt dat leidinggevenden kennis moeten hebben. Alhoewel die eis is niet aan de orde als als het diens eigen bedrijf is en diegene geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering? Wat is een leidinggevende dan?
5. Bij regeling van Onze Minister worden de bewijsstukken aangewezen waaruit moet blijken dat is voldaan aan de eisen, bedoeld in het derde lid. Van deze bewijsstukken wordt door een door Onze Minister aan te wijzen instantie een register bijgehouden. Dit register kan worden geraadpleegd door:
a. de burgemeester, bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a;
b. de ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
6. Indien een paracommerciële rechtspersoon het horecabedrijf uitoefent, voldoen ten minste twee leidinggevenden aan de bij of krachtens dit artikel gestelde eisen.
Hier blijkt weer dat er meer leidinggevenden zijn per bedrijf.
Artikel 9
1. Het bestuur van een paracommerciële rechtspersoon stelt voor het verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van het horecabedrijf een reglement vast dat waarborgt dat de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting vanuit het oogpunt van sociale hygiëne op verantwoorde wijze geschiedt.
2. In het reglement wordt vastgelegd:
a. welke kwalificatienormen worden gesteld aan de voorlichtingsinstructie op het gebied van sociale hygiëne die barvrijwilligers krijgen om te kunnen voldoen aan de eis gesteld in artikel 24, tweede lid onder c;
b. de wijze waarop door of namens het bestuur wordt toegezien op de naleving van het reglement.
3. De paracommerciële rechtspersoon houdt een registratie bij van de barvrijwilligers die de in het tweede lid bedoelde voorlichtingsinstructie hebben gekregen. Deze registratie of een afschrift daarvan is in de inrichting aanwezig.
4. Het reglement of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van het reglement.
Dus naast de wet, algemene maatregelen, gemeentelijke verordeningen en dergelijke wordt ook nog eens om reglementen gevraagd. Alsof je vraagt aan de geest met 3 wensen om zelf ook nog 3 wensen voor zichzelf op te stellen.
Artikel 10
De inrichting dient te voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur in het belang van de sociale hygiëne te stellen eisen.
Bij artikel 2 ging het om reclame en nu gaat het om sociale hygiëne. Hadden ze dat niet ineens kunnen stellen?
Artikel 11
Een krachtens artikel 3 verleende vergunning geldt ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank niet voor andere gedeelten van de openbare weg dan die, waar dat verstrekken door de burgemeester uitdrukkelijk is toegestaan.
Mooi artikel: de toestemming is enkel geldig op plaatsen waar het is toegestaan. Dat lijkt mij dubbel op. Volgens mij kunnen de wetmakers met de helft aan woorden toe want het is dubbel. Het artikel lijkt wel een kringredenering want het is dubbelop. Alhoewel het is natuurlijk in zoverre dubbelop indien het betrekking heeft op die delen die dubbel zijn.
Artikel 11a [Vervallen per 01-11-2000]
§ 3. Bijzondere bepalingen
Dus de voorgaande bepalingen waren algemeen?
Artikel 12
1. Het is verboden alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse anders dan in een in de vergunning vermelde horecalokaliteit of anders dan op een in de vergunning vermeld terras, tenzij het betreft het vanuit zodanige lokaliteit afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling in hotelkamers ingericht voor nachtverblijf of het verstrekken van alcoholhoudende drank door het in dergelijke hotelkamers beschikbaar te stellen.
2. Het is verboden sterke drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse anders dan in een slijtlokaliteit die in de vergunning is vermeld.
Ik zie niet wat het verschil is met artikel 11 en waarom dit bijzonderder is dan artikel 11. Dus je krijgt een vergunning voor A en je doet B, dan is toch duidelijk dat dat fout is? Dan hoeft toch niet het ene artikel te staan dat je enkel dat mag wat in de vergunning staat en in het andere artikel dat je niet mag wat niet in de vergunning staat?
En waarom zijn hotelkamers zo bijzonder?
Artikel 13
1. Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.
2. Het is verboden in een slijtlokaliteit alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse, tenzij het betreft verstrekking om niet door een persoon die in die slijtlokaliteit dienst pleegt te doen en die verstrekking tot doel heeft een klant die daarom verzoekt een alcoholhoudende drank die in dat slijtersbedrijf verkrijgbaar is te laten proeven.
Ik snapte al nooit dat ls ik met de auto was en bij een terrasje of café en dan geen bier meekreeg om thuis op te drinken. Het staat in de wet. Als je een meter bier bestelt in het café dan ben je verplicht om dat daar op te drinken, want het mag niet elders worden genuttigd....
Artikel 14
1. Het is verboden een slijtlokaliteit gelijktijdig in gebruik te hebben voor het verrichten van andere bedrijfsactiviteiten dan die welke tot het slijtersbedrijf behoren dan wel toe te laten dat daarin zodanige activiteiten worden uitgeoefend.
2. Het is verboden een horecalokaliteit of een terras tevens in gebruik te hebben voor het uitoefenen van de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of het uitoefenen van een van de in het derde lid genoemde activiteiten, dan wel toe te laten dat daarin zodanige handel wordt of zodanige activiteiten worden uitgeoefend, tenzij het betreft de verkoop van etenswaren die voor consumptie gereed zijn.
3. De in het tweede lid bedoelde activiteiten zijn:
a. het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen in het kader van een openbare verkoping, als bedoeld in artikel 1 van de Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen;
b. het bedrijfsmatig aanbieden van diensten, uitgezonderd diensten van recreatieve en culturele aard;
c. het bedrijfsmatig verhuren van goederen;
d. het in het openbaar bedrijfsmatig opkopen van goederen.
4. Onder diensten van recreatieve aard als bedoeld in het derde lid, onder b, wordt niet verstaan het aanbieden van kansspelen, met uitzondering van het aanwezig hebben van speelautomaten als bedoeld in Titel Va van de Wet op de kansspelen.
Dus weer allerlei verboden en uitzonderingen. Dus een slijterij mag geen diensten aanbieden of andere zaken verkopen, tenzij het recreatief of cultureel verantwoord is.
Artikel 15
1. Het is verboden de kleinhandel, met uitzondering van de kleinhandel in condooms en damesverband, of de zelfbedieningsgroothandel of een in artikel 14, derde lid, genoemde activiteit, uit te oefenen in een lokaliteit behorende tot een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, indien het publiek uitsluitend toegang heeft tot die lokaliteit door een lokaliteit te betreden waar alcoholhoudende drank aanwezig is.
2. Het is verboden dat een slijtlokaliteit in verbinding staat met een ruimte waarin de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of enige in artikel 14, derde lid, genoemde activiteit wordt uitgeoefend, tenzij is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorschriften.
Artikel 15a [Vervallen per 01-11-2000]
Dus condooms en damesverband mag worden verkocht in een horecalokaliteit, maar pinda's of servetten niet? Ook mag je geen deur hebben naar een winkel of cafetaria???
Artikel 16
Het is degene, die bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank verstrekt, verboden daartoe automaten, waaruit de afnemers zelfstandig zodanige drank kunnen betrekken aanwezig te hebben, tenzij deze zich bevinden in hotelkamers, ingericht voor nachtverblijf, welke deel uitmaken van een inrichting waarin het horecabedrijf rechtmatig wordt uitgeoefend.
Dus een zelfbedieningstap mag niet, maar wel in een hotelkamer? Misschien volgende keer geen feestje in een zaaltje, maar in een hotelkamer?
Artikel 17
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken of af te leveren anders dan in een gesloten verpakking, die niet zonder kenbare beschadiging kan worden geopend.
Artikel 17a [Vervallen per 01-11-2000]
Slijters mogen dus niks verkopen wat je kan openen zonder dat dat te zien is?
Artikel 18
1. Het is verboden in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken.
2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet ten aanzien van het verstrekken in:
a. een winkel waarin in overwegende mate levensmiddelen of tabak en aanverwante artikelen of uitsluitend zwak-alcoholhoudende dranken al dan niet tezamen met alcoholvrije dranken worden verkocht;
b. een warenhuis met een levensmiddelenafdeling met een vloeroppervlakte van ten minste 15 m² waarop een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht;
c. een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit.
3. Zwak-alcoholhoudende dranken zijn in de gevallen bedoeld in het tweede lid, zodanig in de besloten ruimte geplaatst, dat deze dranken voor het publiek duidelijk te onderscheiden zijn van alcoholvrije dranken. Alcoholvrije alternatieven voor bier en wijn behoeven niet te worden onderscheiden van zwak-alcoholhoudende dranken.
Aha, eindelijk wordt bier genoemd! Al is het dan in relatie tot alcoholvrije varianten.
Niet enkel slijters mogen zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken, ook winkels en warenhuizen mogen het verkopen als het een besloten ruimte betreft? Dat is toch elke winkel?
Artikel 19
1. Het is verboden, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of van het partijen-cateringbedrijf gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor sterke drank en sterke drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren. Onder partijen-catering wordt verstaan het, gepaard gaande met dienstverlening, bedrijfsmatig verstrekken van gerechten en dranken voor gebruik bij besloten partijen op een door een opdrachtgever te bepalen plaats, die slechts incidenteel beschikbaar is voor dergelijke partijen.
Je mag dus in een slijterij drank bestellen?
2. Het is verboden gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor zwak-alcoholhoudende drank en zwak-alcoholhoudende drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren, anders dan vanuit:
a. een niet voor publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin overeenkomstige bestellingen plegen te worden aanvaard, niet zijnde een horecalokaliteit;
b. een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid;
c. een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend.
Je mag dus in een slijterij zwak-alcoholhoudende drank bestellen, maar ook in een niet toegankelijke ruimte? Hoe kom je daar?
Artikel 19a
1. De burgemeester kan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, en die in een periode van 12 maanden drie maal artikel 20, eerste lid, heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden.
2. De ontzegging wordt opgelegd voor ten minste een week en ten hoogste 12 weken.
3. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens dit artikel opgelegde ontzegging.
Fijn dat de burgemeester kan optreden tegen bedrijven die de regels overtreden.
Artikel 20
1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
???Lees ik nu goed dat het verboden is om alcoholhoudende drank te verstrekken aan iemand van wie de niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. En als is vastgesteld dat die leeftijd niet is bereikt? Dan mag het dus wel worden verstrekt? Of nee er staat 'dat' in plaats van 'of'. Wat is dit toch voor paranoia? Waarom vraagt dit artikel dat iedereen zich moet legitimeren?
2. Het is verboden in een slijtlokaliteit de aanwezigheid toe te laten van een bezoeker van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder.
3. De vaststelling, bedoeld in het eerste en tweede lid:
a. geschiedt aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht, dan wel op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen andere wijze;
b. blijft achterwege, indien het een persoon betreft die onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt.
Dus als iemand met de auto komt, is het dan onmiskenbaar? Of als iemand met een baard of grijs haar? Mensen onder de 18 moet dus eigenlijk de toegang ontzegt worden?
4. Bij de voor het publiek bestemde toegang tot een horecalokaliteit, een slijtlokaliteit, een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of een vervoermiddel waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, dient duidelijk zichtbaar en goed leesbaar te worden aangegeven welke leeftijdsgrens of leeftijdsgrenzen gelden. Bij regeling van Onze Minister kunnen daaromtrent nadere regels worden gesteld of modellen worden vastgesteld.
5. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.
6. Het is verboden in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst te doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit.
Daar is dat woord weer 'kennelijk', dan is het dus duidelijk, maar wat zijn psychotrope stoffen?
Artikel 21
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken, indien redelijkerwijs moet worden vermoed, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.
Deze DHW staat wel vol met tal van verboden. Ik zou verwachten dat in een DHWvergunning wel voorschriften zouden staan die dit verbieden, maar zo'n wetsartikel is ook duidelijk. Al zou je toch mogen verwachten dat mensen dit uit zichzelf al doen.
Artikel 22
1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken:
a. op plaatsen waar brandstof voor middelen van vervoer aan particulieren wordt verstrekt en in winkels die aan een benzinestation zijn verbonden;
Hee, dit artikel was afgelopen jaar vaak in het nieuws.Dan dus de winkel maar loskoppelen van het station?
b. in winkels die verbonden zijn aan een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend gelegen langs een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 als autoweg aangeduide weg;
c. in ruimten gelegen langs een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 als autosnelweg aangeduide weg, tenzij het betreft het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in een horecalokaliteit of op een in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit gelegen terras, en in die inrichting hoofdzakelijk warme maaltijden voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
Dus je mag tijdens het eten langs de weg veel drinken, maar geen pilsje voor onderweg?
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden:
a. in stadions of bij die maatregel aangewezen delen daarvan, in gebruik bij organisaties van betaald voetbal, gedurende de tijd dat zij in verband met wedstrijden van betaald voetbal voor het publiek geopend zijn;
b. in gebouwen of in die maatregel aangewezen delen daarvan, die in gebruik zijn bij instellingen op het terrein van de gezondheidszorg en het onderwijs en in zwembaden.
3. Een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
??? Eerst mag alcohol enkel verkocht worden in slijterijen en horecagelegenheden, maar niet langs de auto(snel)weg en ook niet in een voetbalstadion...
Artikel 23 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 24
1. Het is verboden een horecalokaliteit of een slijtlokaliteit voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of
b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist.
2. In afwijking van het eerste lid is het een paracommerciële rechtspersoon verboden een horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, geopend te houden, indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of
b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist of
c. een barvrijwilliger die een voorlichtingsinstructie als bedoeld in artikel 9, tweede lid, heeft gekregen.
Het is het zoveelste verbod, wat volgens mij ook dubbel is met eerdere regels.
3. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daarin dranken worden verstrekt, personen jonger dan 16 jaar dienst te laten doen.
4. Indien dit voor de naleving van artikel 20, eerste tot en met derde lid, noodzakelijk is, kan bij algemene maatregel van bestuur de leeftijd, genoemd in het derde lid, op 18 jaar worden gesteld, met dien verstande dat zulks alsdan niet geldt voor personen die alcoholhoudende drank verstrekken in het kader van een in de maatregel aan te geven beroepsopleiding.
Dus je mag in een slijterij geen 16 of 17 jarigen laten werken, tenzij het voor een stage is?
Artikel 25
1. Het is degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf, een ruimte voor het publiek geopend houdt, verboden:
a. in die ruimte alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij dit geschiedt ten dienste van het rechtmatig in die ruimte bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;
Totaal onduidelijk: als iets niet-rechtmatig is mag het enkel als het rechtmatig is?
b. in de voor het publiek niet toegankelijke delen van die ruimte alcoholhoudende drank in voorraad te hebben, tenzij het betreft:
1°. het in voorraad hebben van zwak-alcoholhoudende drank ten dienste van het in de rechtmatige uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van deze drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;
2°. het in voorraad hebben van alcoholhoudende drank ten dienste van het uitoefenen van een bedrijf, waarin waren uit onder meer alcoholhoudende drank plegen te worden vervaardigd.
Tenzij? Uitzonderingen op verboden maken het niet duidelijker.
2. Het is degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het horecabedrijf, een ruimte voor publiek geopend houdt, verboden toe te laten dat in die ruimte alcoholhoudende drank wordt genuttigd. Dit verbod geldt niet, indien er sprake is van de uitzondering bedoeld in artikel 13, tweede lid.
Die uitzondering is als het betreft verstrekking om niet door een persoon die in die slijtlokaliteit dienst pleegt te doen en die verstrekking tot doel heeft een klant die daarom verzoekt een alcoholhoudende drank die in dat slijtersbedrijf verkrijgbaar is te laten proeven.
3. Het is degene die een vervoermiddel gebruikt voor het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel verboden daarin, daarop of daaraan alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij het betreft een vervoermiddel dat wordt gebruikt voor:
a. het rechtmatig aan particulieren afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling;
b. het binnen het vervoermiddel verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in het kader van het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel overwegend bestaand uit de handel in een gevarieerd assortiment levensmiddelen en kruideniersartikelen.
Alcohol mag dus niet in een SRVwagen aanwezig zijn, tenzij het mag?
§ 3a. Gemeentelijke verordenende bevoegdheid
Artikel 25a
1. Bij gemeentelijke verordening kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank in inrichtingen worden verboden of aan beperkingen worden onderworpen.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat:
a. het verbod slechts geldt voor inrichtingen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte;
b. de burgemeester volgens bij die verordening te stellen regels voorschriften aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 kan verbinden en de vergunning kan beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.
Geweldig om opnieuw te onderstrepen dat er een gemeentelijk verordening kan worden opgesteld. Was artikel 9 niet voldoende?
Artikel 25b
1. Bij gemeentelijke verordening kan worden verboden dat in horecalokaliteiten en op terrassen bezoekers worden toegelaten beneden een bij die verordening te bepalen leeftijd welke echter niet hoger mag zijn dan 21 jaar.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat:
a. het verbod slechts geldt voor horecalokaliteiten en terrassen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte;
b. de leeftijd van degene die wenst te worden toegelaten, wordt vastgesteld op de in artikel 20, derde lid, bedoelde wijze.
Één artikel 25 was niet voldoende dus er is een a, b en c, net een examen. Dit artikel had toch gewoon samengevoegd kunnen worden? De burgemeester mag een gemeentelijke verordening opstellen.
Artikel 25c
1. Bij gemeentelijke verordening kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in of vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, worden verboden of aan beperkingen worden onderworpen. Een dergelijk verbod of beperking heeft slechts betrekking op een beperkte tijdsruimte.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente.
Geen idee wat dit artikel voor meerwaarde heeft ten opzichte van de voorgaande 25a en b.
Artikel 25d
1. Bij gemeentelijke verordening kan het ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde worden verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken:
a. te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd;
b. aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt voor aanbiedingen en verstrekkingen van een bij die verordening aangewezen aard of in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente.
Dit is volgens mij ter bestrijding van de 'happy hour'"Voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs". Dus happy hour mag als de korting 40% is of als je de kroting van 60% langer maakt: dus een happy day! En trouwens het gaat om 'de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd', maar wat is 'gewoonlijk'? Ik kan me zo voorstellen dat als je gewoonlijk een happy hour had op vrijdag van 16:00 tot 18;00 dat dat dan gewoon is.
§ 4. Vergunningen
Artikel 26
1. Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt gesteld op een formulier of een elektronische informatiedrager, die bij regeling van Onze Minister worden vastgesteld.
2. De gemeenteraad kan bij verordening een formulier vaststellen met aanvullende vragen, voor zover hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid om:
a. in een verordening op grond van artikel 4 rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon;
b. aan een vergunning voorschriften of beperkingen te verbinden op grond van artikel 25a;
c. in een verordening op grond van artikel 25b rekening te houden met de aard van de horecalokaliteiten of terrassen.
3. Bij regeling van Onze Minister kunnen ten aanzien van het formulier, bedoeld in het tweede lid, nadere regels worden gesteld.
Ja, beetje logisch voorschrift.
Artikel 27
1. Een vergunning wordt geweigerd indien:
a. niet wordt voldaan aan de ingevolge de artikelen 8 tot en met 10 geldende eisen;
b. redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvrage vermelde in overeenstemming zal zijn;
Logisch
c. artikel 7, tweede lid, artikel 31, vierde lid, en artikel 32, tweede lid, zich tegen de verlening van de gevraagde vergunning verzet;
d. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 2 en 13 tot en met 24 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften.
Bijzonder al die verwijzingen. Volgens mij zijn al die ambtenaren echte puzzelliefhebbers die sudoku's en zoekplaatjes doen als hobby.
2. Een vergunning ten aanzien van een inrichting, waarvan de vergunning op grond van artikel 31, eerste lid, onder c, is ingetrokken, kan gedurende een bij die intrekking vastgestelde termijn van ten hoogste vijf jaar worden geweigerd.
Een ingetrokken vergunning kan worden geweigerd?
3. Een vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
4. Voordat toepassing wordt gegeven aan het derde lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Dit heeft betrekking op de Bibob (niet te verwarren met de Bebob).
Artikel 28
Een vergunning wordt verleend, indien geen der in artikel 27 bedoelde weigeringsgronden aanwezig is.
Dit is weer zo'n onzin artikel. Eerst een artikel wanneer een vergunning wordt geweigerd en dan weer aangeven dat als je niet weigert je dus verleent.
Artikel 29
1. De burgemeester vermeldt in een vergunning:
a. de vergunninghouder;
b. tot welke bedrijfsuitoefening de vergunning strekt;
c. de plaats waar de inrichting zich bevindt;
d. de situering en de oppervlakten van de horeca- of slijtlokaliteiten en terrassen;
e. de voorschiften of beperkingen welke aan de vergunning zijn verbonden.
Volgens mij is het niet de burgemeester die zoiets opstelt. Volgens mij is het een ambtenaar die wat knipt en plakt en dat het een standaard vergunning is. Ik kan me tenminste niet voorstellen dat bij elke slijter of café er een compleet nieuwe vergunning wordt verzonnen.
2. De burgemeester vermeldt in een aanhangsel bij de vergunning de leidinggevenden. Ten aanzien van een leidinggevende bij wie sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, maakt de burgemeester daaromtrent een aantekening.
3. De vergunning en het daarbij behorende aanhangsel, of afschriften daarvan, en in voorkomende gevallen een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 30a, eerste lid, en de ontvangstbevestiging, bedoeld in artikel 30a, vierde lid, of een afschrift daarvan, zijn in de inrichting aanwezig.
4. De vergunning en het aanhangsel worden gesteld op een formulier dat bij regeling van Onze Minister wordt vastgesteld.
Dus de Minister bepaald het formulier en de vergunning, maar de aanvrager en de burgemeetster vullen die in?
Artikel 30
Indien een inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving, is de vergunninghouder verplicht bedoelde wijziging binnen één maand bij de burgemeester te melden. De burgemeester verstrekt, indien nog aan de ten aanzien van de inrichting gestelde eisen wordt voldaan, een gewijzigde vergunning, waarin de ingevolge artikel 29 vereiste omschrijving is aangepast aan de nieuwe situatie.
Ik vraag me af om wat voor veranderingen het gaat, De plaats? De oppervlakte?
Artikel 30a
1. Een vergunninghouder meldt aan de burgemeester zijn wens:
a. een persoon als leidinggevende te laten bijschrijven;
b. de aantekening door te laten halen dat een leidinggevende geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of slijtersbedrijf.
2. Deze melding geldt als aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.
3. De aanvraag wordt gesteld op een formulier of een elektronische informatiedrager, die bij regeling van Onze Minister worden vastgesteld.
4. De burgemeester bevestigt onverwijld schriftelijk of elektronisch de ontvangst van de aanvraag.
5. De burgemeester weigert de wijziging van het aanhangsel:
a. indien de persoon bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 8 gestelde eisen;
b. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
6. Alvorens te beslissen op een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen, door het openbaar bestuur om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Waarom zou iemand dat doen vraag ik me af.
Artikel 31
1. Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien:
a. de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
b. niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikelen 8 en 10 geldende eisen;
c. zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
d. de vergunninghouder in de in de artikelen 30 en 30a, eerste lid, bedoelde gevallen geen melding als in die artikelen bedoeld heeft gedaan.
2. Een vergunning kan door de burgemeester worden ingetrokken indien de vergunninghouder de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel de aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen, niet nakomt.
3. Een vergunning kan voorts door de burgemeester worden ingetrokken, indien:
a. er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat daaraan toepassing wordt gegeven, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd;
b. een vergunninghouder in een periode van twee jaar ten minste drie maal op grond van artikel 30a, eerste lid, om bijschrijving van een persoon op het aanhangsel bij de vergunning heeft verzocht en de burgemeester die wijziging van het aanhangsel ten minste driemaal heeft geweigerd op grond van artikel 30a, vijfde lid.
4. Indien een vergunning is ingetrokken omdat is gehandeld in strijd met de voorschriften en beperkingen verbonden aan de vergunning, bedoeld in artikel 4 of 25a, wordt de bevoegdheid om aan de betrokken rechtspersoon een nieuwe vergunning te verlenen opgeschort tot een jaar nadat het besluit tot intrekking onherroepelijk is geworden.
Intrekken van een vergunning als niet wordt voldaan aan de regels leek mij logisch, maar blijkbaar is er een wetsartikel voor nodig?
Artikel 32
1. Een vergunning kan in de gevallen bedoeld in artikel 31, tweede en derde lid, door de burgemeester worden geschorst voor een periode van ten hoogste 12 weken.
2. Tijdens de schorsing verleent de burgemeester de vergunninghouder geen nieuwe vergunning op grond van artikel 3.
Dat zou grappig zijn de vergunning intrekken en dan in ondertussen een nieuwe verlenen?? Logisch nadenken en gezond boerenverstand?
Artikel 33
Een vergunning vervalt, wanneer:
a. sedert haar verlening onherroepelijk is geworden, zes maanden zijn verlopen, zonder dat handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
c. de verlening van een vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, van kracht is geworden.
Bijzonder dat zo'n vergunning kan vervallen als je niet binnen zes maanden begint met verkopen, terwijl er zo ontzettend veel verboden zijn. Je zou toch denken dat als iemand niet meteen begint met verkoop dat dat iets goeds is, maar nee.
Artikel 34
Een faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen heeft ten aanzien van het krachtens artikel 31, eerste lid, onder d, of 33, onder b, intrekken of vervallen van de vergunning een opschortende werking tot het tijdstip waarop het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt.
Dus als een vergunning is ingetrokken of vervallen en het bedrijf gaat failliet dan komt deze terug nadat de schuldsanering is afgerond?
§ 5. Ontheffing
Artikel 35
1. De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:
a. de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;
b. niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.
Het verbod van artikel 3 was om zonder vergunning zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken. Dus je hebt geen vergunning nodig, een ontheffing kan ook?
2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
??? Een ontheffing met voorschriften is toch gewoon een vergunning of niet?
3. Ten aanzien van een ontheffing is artikel 31, eerste lid, onder a en c, van overeenkomstige toepassing.
4. De ontheffing, of een afschrift daarvan, is ter plaatse aanwezig.
5. Een burgemeester kan naar aanleiding van een aanvraag voor ontheffingen als bedoeld in dit artikel, voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in dit artikel.
Wat is het met die wetgeving? Eerst zeggen dat iets niet mag zonder vergunning om dan 30 artikelen
later een ontheffing te suggereren?
§ 6. Overige bepalingen
Artikel 36
De burgemeester is bevoegd aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met deze wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, de toegang tot die ruimte te ontzeggen.
Dus ik kan gaan wonen in een cafë?
Artikel 37 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 38
Het is verboden ter zake van een aanvraag om een vergunning of een ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken.
?? Beetje vreemd om hier iets te verbieden terwijl eerder al was aangegeven dat het kan gebeuren en reden is om een vergunning te laten vervallen??? De wet gaat er dus van uit dat mensen de wet niet naleven?
Artikel 39
Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van deze wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.
Geweldig artikel, de wet is zo en zo, maar als er nog dingen zijn die we zijn vergeten dan willen we die wel kunnen regelen. Waarom dan steeds die wet veranderen?
Artikel 40
Voor zover in deze wet niet anders is bepaald, kunnen ten aanzien van de onderwerpen, waarin zij voorziet, geen provinciale of gemeentelijke verordeningen worden gemaakt.
Dus als het niet is verboden om iets te regelen in een verordening, dan kan het in een verordening worden geregeld? Waarom dan in sommige artikelen regelen dat een gemeentelijke verordening mogelijk is?
§ 7. Toezicht
Artikel 41
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast:
a. in geheel Nederland: de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
b. in een gemeente: de door de burgemeester van die gemeente aangewezen ambtenaren.
2. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie:
a. wordt de taakverdeling tussen de ambtenaren, behorende tot de onderscheidene in het eerste lid bedoelde categorieën geregeld;
b. kunnen aanstellings- en opleidingseisen voor die ambtenaren worden gesteld.
Dus een artikel waarin staat dat toezicht mogelijk is.
Artikel 42
De in artikel 41 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner, waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank aan particulieren wordt verstrekt of waar naar hun redelijk vermoeden zodanige verstrekking plaatsvindt.
Dus ze mogen een woning in zonder toestemming, maar hoe zit het met een café?
Artikel 43
Van een besluit als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder a wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Gelukkig wordt het van tevoren aangekondigd? Nee, wacht eens dit gaat weer over het eerdere artikel. Het is weer een zoekplaatje. had dat niet bij elkaar kunnen staan?
Artikel 43a
1. De gemeenteraad stelt uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van dit artikel voor de eerste maal een preventie- en handhavingsplan alcohol vast. Vervolgens wordt dit plan elke vier jaar gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet Publieke Gezondheid, vastgesteld. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd.
2. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.
3. In het plan wordt in ieder geval aangegeven:
a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;
b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid;
c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;
d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.
Dus elke gemeente heeft een preventie- en handhavingsplan alcohol?
Artikel 44
Onze Minister en de burgemeester zijn bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.
?Fijn om te weten. Zou het zonder dit artikel niet zo zijn geweest?
§ 8. Bestuurlijke boete
Artikel 44a
1. De burgemeester kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding binnen zijn gemeente van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, derde, vierde en vijfde lid, 12 tot en met 19, 20, eerste tot en met vierde lid, 22, eerste en tweede lid, 24, 25, behoudens het derde lid, 25a tot en met 25d, 29, derde lid, 35, tweede en vierde lid, of 38 gestelde.
2. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de wegens een afzonderlijke overtreding te betalen geldsom ten hoogste € 100 000 bedraagt.
3. Overtredingen kunnen, in afwijking van het eerste lid, niet met een bestuurlijke boete worden afgedaan, indien:
a. de overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft;
b. de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel; of
c. door de burgemeester toepassing is gegeven aan artikel 19a, eerste lid.
4. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt, indien ter zake van de overtreding op grond waarvan de bestuurlijke boete kan worden opgelegd door de burgemeester aan de vergunninghouder schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen de vergunning in te trekken.
5. De boete komt toe aan de gemeente, waar de overtreding heeft plaatsgevonden.
Dus voor een gemeente is het goed om overtredingen te hebben binnen de gemeente, want dat geld kunnen ze innen..
Artikel 44aa
1. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van het gestelde bij of krachtens:
a. de artikelen 2 en 25, derde lid, waar ook te lande gepleegd;
b. de artikelen 20, eerste tot en met vierde lid, en 24, derde lid, gepleegd in of op de in artikel 1, derde lid, onder a, b en c, genoemde vervoermiddelen, legerplaatsen en lokaliteiten, die aan het militair gezag onderworpen zijn, en op luchtvaartterreinen gelegen winkels.
2. Artikel 44a, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De boete komt toe aan de staat.
Maar als dus de Minister het merkt kan de staat het geld opstrijken?
Artikel 44b
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een bijlage vastgesteld, die bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen bestuurlijke boete bepaalt.
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op voordracht van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie.
Dus per overtreding is er een bedrag vastgeteld?
Artikel 44c [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44d [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44e [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44f [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44g [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44h [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44i [Vervallen per 01-07-2009]
Wat is er gebeurd in juli 2009?
Uit onderzoek van Monshouwer (2007) bleek dat jongeren te jong te vaak te veel drinken (Wijziging-DHV-mvt (2008-2009)). Daarom werd de DHW aangepast met o.a.:
- eenvoudiger vergunningsysteem (uit onderzoek bleek Nederland destijds 31.000 horecazaken, 2.800 slijtereijen, 13.000 paracommerciële verenigingen, 5.800 supermarkten, 5.000 snackbars en nog ca. 3.800 vis-, kaas, delicatessen- en rookwaarwinkels en warenhuizen en 5 luchthavens met een taxfreeshop )
- Burgemeester bevoegd ipv het college van B&W
- meer regels voor paracommerciële verenigingen
- meer bevoegdheden bij de gemeenten
- een experimenteerartikel; op 20 december 2007 werd een motie aangenomen van Joldersma/Voorderwind om in een paar gemeenten bij wijze van experiment de leeftijd te verhogen van 16 naar 18 jaar. In de nieuwe wet werd het in artikel 40a (?? er is geen 40a?) geregeld.
- aangepast sanctiebeleid
- verbod voor jongeren onder de 16 om alcohol op de openbare weg te hebben. Het kopen van alcohol is niet strafbaar vanwege het rechtsbeginsel 'duo delecto'.
- terminologie aangepast. Niet langer wordt gesproken over 'bezit', maar over 'voor handen hebben'. Dat zorgt dat politie niet meer hoeft te onderzoeken wiens eigendom iets is. De term 'openbare weg' wordt algemeen toegankelijke ruimten. Dus als een jongere in de buurt komt van alcohol (bijvoorbeeld vasthouden van de tas met boodschappen) dan is deze in overtreding!?
§ 8a. Bepaling van strafrechtelijke aard
Artikel 45
1. Het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.
2. Overtreding van het eerste lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
3. De in dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
Dus het overtreden van de regels in dit artikel is een overtreding, wat zijn dan de andere regels? Mag je die wel overtreden of is dat dan een misdrijf?
Dus als 16-jarige mag je alcohol hebben als je achter de bar staan. Verder is het niet verboden op niet voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, Dus de drankkeet mag niet open zijn, maar zolang deze is afgesloten mag het wel? Vroeger was 16 een richtleeftijd, maar nu is dat 18 geworden. Op besloten feestjes was de grens van 16 te hanteren, maar in idt atrikel staat geen minimumleeftijd. Als iemand nog geen 18 is dan mag deze alcoholhoudende drank aanwezig hebben en/of voor consumptie gereed zolang het maar een voor het publiek ontoegankelijke plaats is?
Logisch, want daar komt geen politie/ Alles mag zolang het niet gezien wordt...
§ 9. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 46
1. Indien de tot een inrichting behorende lokaliteiten die op 30 september 1967 in gebruik waren voor de verstrekking van alcoholhoudende drank in de uitoefening van het horecabedrijf of slijtersbedrijf, toen wel voldeden aan de ingevolge de Drankwet (Stb. 1931, 476) met betrekking tot hun afmetingen geldende eisen maar niet in overeenstemming zijn met de eisen, ter zake van de afmetingen van lokaliteiten voor die uitoefening gesteld krachtens artikel 10 van de onderhavige wet, worden zij nochtans geacht aan de ingevolge dat artikel voor de uitoefening van dat bedrijf geldende afmetingseisen te voldoen.
Dus het was een belangrijke dag om op 30 september 1967 geopend te zijn. Als je gesloten was die dag moest je aan deze wet voor wat betreft afmetingen voldoen en anders niet.
2. Het eerste lid geldt niet:
a. indien één of meer der in dat lid bedoelde lokaliteiten van de inrichting inmiddels in enig opzicht zijn verkleind of een verandering in hun bestemming hebben ondergaan;
b. indien de uitoefening van het betrokken bedrijf in de inrichting na 30 september 1967 gedurende een jaar anders dan wegens overmacht ononderbroken gestaakt is geweest.
3. Het tweede lid, onder a, is niet van toepassing:
a. met betrekking tot verkleiningen, strekkende tot aanpassing van de inrichting aan ingevolge artikel 10 geldende, andere dan de in het eerste lid bedoelde eisen;
b. met betrekking tot wijzigingen ten aanzien waarvan Onze Minister, van oordeel zijnde dat daartegen uit het oogpunt van sociale hygiëne geen overwegende bezwaren bestaan, op aanvrage van de ondernemer die bepaling buiten toepassing heeft verklaard.
Uitzonderingen zijn in de wet eerder regel dan uitzondering in de wet.
4. In een met toepassing van het eerste lid verleende vergunning wordt mede vermeld op welke lokaliteiten die toepassing betrekking heeft.
Bijzonder dat in een wetsartikel moet worden aangegeven dat in de vergunning moet staan om welke zaak het gaat. Lijkt mij logisch. Ik ga naar een school, studeer er af en krijg een diploma, maar helaas staat op het diploma niet voor welke opleiding het geldt en evenmin mijn naam...wat is dan de waarde ervan?
Artikel 47
1. Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip niet voor degene, die op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende volledige vergunning gold, voor zover het die lokaliteit betreft.
2. Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip voorts niet voor degene, die in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende vergunning of verleend verlof A gold, op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse verstrekte en tevens bedrijfsmatig aan particulieren zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte, voor zover het betreft het gelijktijdig in gebruik hebben van die lokaliteit voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en voor het bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse.
Volgens mij wordt bedoeld dat men met een vergunning onder de oude wet, nu ook vergund blijft.
Artikel 48
Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing voor degene, die op 1 november 1967 feitelijk een horecabedrijf of slijtersbedrijf uitoefende:
a. met gebruikmaking van een op hem krachtens artikel 29, eerste lid, van de Drankwet (Stb. 1931, 476) overgeschreven vergunning of verlof A van een persoon, die dat bedrijf feitelijk uitoefende op 30 september 1967, of
b. als rechtverkrijgende van een persoon als onder a bedoeld diens bedrijf voortzettend krachtens de wet van 14 april 1960 (Stb. 155).
Volgens mij wordt bedoeld dat men met een vergunning onder de oude wet, nu ook vergund blijft, maar is het zo complex dat ze eer meerdere artikellen voor nodig hadden?.
Artikel 48a
Op besluiten van Onze Minister die genomen zijn vòòr 1 januari 2013 blijft het recht zoals dat gold tot die datum van toepassing.
Dus besluiten van de Minister voor 2013 zijn onder oud recht? Maar mijn besluiten (of die van een burgemeester) vallen wel onder het nieuwe recht?
Artikel 49
Deze wet kan worden aangehaald als: Drank- en Horecawet.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven ten Paleize Soestdijk, 7 oktober 1964
JULIANA.
Aan wie zou Juliana dit gegeven hebben dan?
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
G. M. J. VELDKAMP.
De Staatssecretaris van Economische Zaken
J. A. BAKKER.
De Minister van Justitie,
Y. SCHOLTEN.
Uitgegeven de dertigste oktober 1964.
Dus Juliana gaf het op 7 oktober en nu is het uitgegeven en over 8 weken wordt deze wet dan 51 jaar?
De Minister van Justitie,
Y. SCHOLTEN.
Terug Printen
Wet van 7 oktober 1964, tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid, waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Drankwet (Stb. 1931, 476) en de voor de horecabedrijven en het slijtersbedrijf geldende vestigingsregelingen te vervangen door een nieuwe wet, welke ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank zowel uit sociaal-hygiënisch als uit sociaal-economisch oogpunt regelen stelt;
Allen die dit blog lezen, hallo! Deze wet is vandaag alweer 51 jaar oud. Vorig jaar bij het Abrahamsfeestje was er een leeftijdsverhoging van 16 naar 18 jaar...
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Zo is het, dat ik, net Tv gekeken hebbende en met aardig overleg heb geodbevonden en verstaan om onderstaande eens te bekijken.
§ 1. Begripsbepalingen
Voordat we met de wet beginnen worden eerst wat termen verklaard/ gedefinieerd...
Artikel 1
1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
– Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
klinkt logisch...
– horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
???geen idee wat hier wordt bedoeld bedrijfsmatig of anders; anders wat???
– slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;
???
Ik koop als particulier toch juist bij een slijters?? Of kopen die weer bij een slijtersbedrijf?
– lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;
Is dit een DHW variant van het leslokaal: een ruimte van een school...
– horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
– slijtlokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse;
Zo zijn er vast ook entreelokaliteit (een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het binnentreden van een horeca-inrichting) en toiletlokaliteit (een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het legen van de blaas na nuttigen van alcoholhoudende drank bij gebruik ter plaatse;).
– inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;
Hoe zou een terras worden genoemd? Dat is geen afsluitbaar deel van de inrichting....
– leidinggevende:
1°. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend;
2°. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;
3°. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;
Fijn zo'n wie van de 3; wie is de echter leidinggevende?
– wijn: de categorieën alcoholhoudende dranken als opgesomd in Bijlage IV van Verordening (EG) 479/2008;
– sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;
– alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;
– zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;
Opvallend dat bij de verschillende dranken wijn apart wordt genoemd, maar bier niet. Ook opvallend dat alcoholhoudende drank en zwak alcoholhoudende drank worden genoemd, maar dat sterke alcoholhoudende drank dan weer sterke drank heet. Zwak alcoholhoudende drank is dus de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius uit minder dan vijftien volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn (die is ook bij meer volumenprocenten alcohol nog zwakalcoholhoudende drank); Dus bier van meer dan 15% is sterke drank?
– paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf;
– barvrijwilliger: de natuurlijke persoon die, niet in dienstverband, alcoholhoudende drank verstrekt in een horecalokaliteit in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon;
– bezoeker: een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:
1°. leidinggevenden;
2°. personen die dienst doen in de inrichting;
3°. personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;
– vergunninghouder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de vergunning, bedoeld in artikel 3, is verleend;
bijlage: bijlage bedoeld in artikel 44b, eerste lid.
Ik vind dat als ik ergens ben in een drankgelegenheid mijn aanwezigheid ook noodzakelijk is. Of nee, wacht dan ben ik geen bezoeker meer? Alhoewel, dat iemand zijn eigen zaak niet kan bezoeken is eigenlijk wel logisch...
2. Onder een inrichting wordt niet verstaan een vervoermiddel voor het rondtrekkend uitoefenen van een bedrijf.
Dat zou een drankkeet eigenlijk wel eens eens buiten deze wet kunnen vallen?
3. Deze wet is, met uitzondering van de artikelen 20, 21 en 24, derde lid, niet van toepassing op:
a. vervoermiddelen die bestemd zijn voor het vervoer van personen, tijdens hun gebruik als zodanig;
b. legerplaatsen en lokaliteiten, aan het militair gezag onderworpen, gedurende de tijd dat deze uitsluitend voor militaire doeleinden worden gebruikt;
c. op luchtvaartterreinen opengesteld voor verkeer van en naar landen buiten de Europese Unie gelegen winkels in het gebied dat uitsluitend toegankelijk is voor personen die in het bezit zijn van een geldig reisbiljet of een daartoe afgegeven persoonsgebonden kaart.
Altijd leuk van die uitzonderingen...
§ 2. Algemene bepalingen
Artikel 2
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de volksgezondheid regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van reclame voor alcoholhoudende drank, de doelgroepen waarop zodanige reclame is gericht, alsmede de tijd en wijze waarop en de plaats waar reclame wordt gemaakt. Deze regels kunnen verboden, beperkingen van en voorschriften ten aanzien van reclameuitingen bevatten. In de maatregel wordt een overgangsregeling getroffen ten aanzien van reclameuitingen die reeds waren geopenbaard op het tijdstip van inwerkingtreding van die maatregel.
Fijn dat er nog meer regels gemaakt kunnen worden...
2. Het is verboden voor alcoholhoudende drank reclame te maken, welke niet voldoet aan de krachtens het eerste lid gestelde regels.
Geweldig zo'n regel die stelt dat iets toch echt verboden als dat volgens een andere regel niet mag...
3. Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet ten aanzien van reclameuitingen voor alcoholhoudende drank, waarin met betrekking tot die drank slechts aanduidingen voorkomen betreffende merk, soort en prijs alsmede de plaats waar die drank wordt verstrekt.
Heerlijk wetgeving met zulke azen: reclame mag niet als het is verboden, tenzij het enkel gaat om de merknaam en de prijs...
4. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Ook fijn dat het zo duidelijk is, want wanneer het staatsblad is uitgegeven is het nog 8 weken wachten en treden regels in werking die ergens anders weer in staan...
Artikel 3
1. Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.
2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
Zou je wel iemand mogen inwerken zonder vergunning? Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet heb je een leuk zoekplaatje. Eerste woord van de tweede zin van de derde paragraaf op de vierde paragraaf van de vijfde uitgave van het Staatsblad van het jaar van in werking treden van de algemene maatregel van bestuur is overigens niet van toepassing bij reclame op militaire vliegvelden die als zodanig zijn gecamoufleerd zijn, tenzij deze onder vuur liggen.
Artikel 3a [Vervallen per 01-11-2000]
Artikel 3b [Vervallen per 01-11-2000]
Artikel 3c [Vervallen per 01-11-2000]
Wat zou er 1 november 2000 zijn veranderd?
In de Wijziging-DHV-mvt (2008-2009) staat: dat in 1991 de éérste wijziging plaatsvond. Vanaf toen moesten gemeenten ook kijken of de sportkantine en studentensociëteit voldeden en geen oneerlijke concurrentie vormden. De tweede wijziging was in 1995 en maakte het makkelijk om een slijterij of horeca te beginnen. Op 1 november 2000 trad de derde wijziging in werking. Vanaf toen was het verplicht om de leeftijd te controleren. Verder werd de drankverkoop verboden in tankstations, en niet-levensmiddelwinkels, zoals cd-winkels, kledingwinkels, bouwmarkten, VVV'en, wenskaartenwinkels en meubelzaken. Ook kwamen er strengere regels voor de paracommerciële verenigingen.
Per 1 maart 2005 kwam met de vierde wijziging van de DHW er een bestuurlijke boete bij. Dit zorgde dat er makkelijker boetes konden worden uitgedeeld en hield de ondernemers uit het strafrecht. Verdere aanpassingen van de DHW zijn gericht op minder regels en minder drankmisbruik.
Artikel 4
1. Bij gemeentelijke verordening worden ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank.
2. Bij zodanige verordening is het de gemeente toegestaan rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon.
3. De in het eerste lid bedoelde regels hebben in elk geval betrekking op de volgende onderwerpen:
a. de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt;
b. in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;
c. in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.
4. De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit artikel gestelde regels.
Dus naast algemene regels van bestuur, zijn er ook gemeentelijke verordeningen. Dus er zijn andere regels voor horecabedrijven en paracommerciële rechtspersonen.
5. De ontheffing, of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het vierde lid.
Daar is die verwijzing weer. Ontheffing is niet te vragen als je onder de dienstenwet valt?
Artikel 5 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 5a [Vervallen per 01-11-2000]
Wat zou er zijn veranderd in 2000 en 2013?
Artikel 6
Op de voorbereiding van een beslissing tot verlening van een vergunning op grond van artikel 3 voor het horecabedrijf aan een paracommerciële rechtspersoon is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Dus op het voorbereiden van een beslissing om een vergunning te verlenen is weer bestuursrecht van toepassing.
Artikel 7
1. Een vergunning is vereist voor iedere inrichting.
2. Geen vergunning wordt verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een inrichting.
3. Indien een terras onderdeel is van een inrichting, die onderdeel uitmaakt van een winkel wordt slechts een vergunning ten aanzien van het terras verleend, indien dit onmiddellijk aansluit aan een horecalokaliteit. Voor de overige terrassen wordt slechts vergunning verleend, indien zij in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen.
Vergunning is dus nodig voor de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen. Een vergunning wordt niet verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijtersbedrijf anders dan in een lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend. Dat is duidelijke taal...
Ook de regels voor een terras is logisch. Als een terras aanwezig is bij een winkel dan moet dat aansluiten of nabij een horecalokaliteit. Maar wat is nabij? Is 10 meter nog nabij? Het hoeft ook geen eigen horecagelegenheid te zijn om een terras te mogen? Maar een terras was toch onderdeel van een inrichting? Of is een terras geen lokaliteit?
Artikel 8
1. Leidinggevenden van het horecabedrijf en het slijtersbedrijf voldoen aan de volgende eisen:
a. zij hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt;
b. zij zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;
c. zij staan niet onder curatele en zijn evenmin uit het ouderlijk gezag of de voogdij ontzet.
Dus een 21e jarige mag leiding geven als ze goed leven en goed met geld om kunnen gaan. Meestal zijn ze nog geen ouder, dus is voorwaarde c nog niet aan de orde. Ik kan me eigenlijk niet indenken waarom iemand die geen goede ouder zou zijn, een slechte leidinggevende is bij een horecabedrijf en slijterij.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden naast de in het eerste lid gestelde eisen andere eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van leidinggevenden gesteld en kan de in dat lid, onder b, gestelde eis nader worden omschreven.
Uiteraard geeft de wet mogelijkheden om meer regels te stellen. Alsof je bij een geest die je de gelegenheid geeft voor 3 wensen, je bij de derde wens nog meer wensen wenst.
3. Leidinggevenden beschikken tevens over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne, overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen.
4. De in het derde lid gestelde eis geldt niet voor leidinggevenden voor wier rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, indien die leidinggevenden geen bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of het slijtersbedrijf waarvoor vergunning wordt gevraagd of is verkregen en de vergunninghouder dit in een schriftelijke verklaring bevestigt.
Gelukkig dat er ook gevraagd wordt dat leidinggevenden kennis moeten hebben. Alhoewel die eis is niet aan de orde als als het diens eigen bedrijf is en diegene geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering? Wat is een leidinggevende dan?
5. Bij regeling van Onze Minister worden de bewijsstukken aangewezen waaruit moet blijken dat is voldaan aan de eisen, bedoeld in het derde lid. Van deze bewijsstukken wordt door een door Onze Minister aan te wijzen instantie een register bijgehouden. Dit register kan worden geraadpleegd door:
a. de burgemeester, bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a;
b. de ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
6. Indien een paracommerciële rechtspersoon het horecabedrijf uitoefent, voldoen ten minste twee leidinggevenden aan de bij of krachtens dit artikel gestelde eisen.
Hier blijkt weer dat er meer leidinggevenden zijn per bedrijf.
Artikel 9
1. Het bestuur van een paracommerciële rechtspersoon stelt voor het verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van het horecabedrijf een reglement vast dat waarborgt dat de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting vanuit het oogpunt van sociale hygiëne op verantwoorde wijze geschiedt.
2. In het reglement wordt vastgelegd:
a. welke kwalificatienormen worden gesteld aan de voorlichtingsinstructie op het gebied van sociale hygiëne die barvrijwilligers krijgen om te kunnen voldoen aan de eis gesteld in artikel 24, tweede lid onder c;
b. de wijze waarop door of namens het bestuur wordt toegezien op de naleving van het reglement.
3. De paracommerciële rechtspersoon houdt een registratie bij van de barvrijwilligers die de in het tweede lid bedoelde voorlichtingsinstructie hebben gekregen. Deze registratie of een afschrift daarvan is in de inrichting aanwezig.
4. Het reglement of een afschrift daarvan, is in de inrichting aanwezig.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van het reglement.
Dus naast de wet, algemene maatregelen, gemeentelijke verordeningen en dergelijke wordt ook nog eens om reglementen gevraagd. Alsof je vraagt aan de geest met 3 wensen om zelf ook nog 3 wensen voor zichzelf op te stellen.
Artikel 10
De inrichting dient te voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur in het belang van de sociale hygiëne te stellen eisen.
Bij artikel 2 ging het om reclame en nu gaat het om sociale hygiëne. Hadden ze dat niet ineens kunnen stellen?
Artikel 11
Een krachtens artikel 3 verleende vergunning geldt ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank niet voor andere gedeelten van de openbare weg dan die, waar dat verstrekken door de burgemeester uitdrukkelijk is toegestaan.
Mooi artikel: de toestemming is enkel geldig op plaatsen waar het is toegestaan. Dat lijkt mij dubbel op. Volgens mij kunnen de wetmakers met de helft aan woorden toe want het is dubbel. Het artikel lijkt wel een kringredenering want het is dubbelop. Alhoewel het is natuurlijk in zoverre dubbelop indien het betrekking heeft op die delen die dubbel zijn.
Artikel 11a [Vervallen per 01-11-2000]
§ 3. Bijzondere bepalingen
Dus de voorgaande bepalingen waren algemeen?
Artikel 12
1. Het is verboden alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse anders dan in een in de vergunning vermelde horecalokaliteit of anders dan op een in de vergunning vermeld terras, tenzij het betreft het vanuit zodanige lokaliteit afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling in hotelkamers ingericht voor nachtverblijf of het verstrekken van alcoholhoudende drank door het in dergelijke hotelkamers beschikbaar te stellen.
2. Het is verboden sterke drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse anders dan in een slijtlokaliteit die in de vergunning is vermeld.
Ik zie niet wat het verschil is met artikel 11 en waarom dit bijzonderder is dan artikel 11. Dus je krijgt een vergunning voor A en je doet B, dan is toch duidelijk dat dat fout is? Dan hoeft toch niet het ene artikel te staan dat je enkel dat mag wat in de vergunning staat en in het andere artikel dat je niet mag wat niet in de vergunning staat?
En waarom zijn hotelkamers zo bijzonder?
Artikel 13
1. Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.
2. Het is verboden in een slijtlokaliteit alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse, tenzij het betreft verstrekking om niet door een persoon die in die slijtlokaliteit dienst pleegt te doen en die verstrekking tot doel heeft een klant die daarom verzoekt een alcoholhoudende drank die in dat slijtersbedrijf verkrijgbaar is te laten proeven.
Ik snapte al nooit dat ls ik met de auto was en bij een terrasje of café en dan geen bier meekreeg om thuis op te drinken. Het staat in de wet. Als je een meter bier bestelt in het café dan ben je verplicht om dat daar op te drinken, want het mag niet elders worden genuttigd....
Artikel 14
1. Het is verboden een slijtlokaliteit gelijktijdig in gebruik te hebben voor het verrichten van andere bedrijfsactiviteiten dan die welke tot het slijtersbedrijf behoren dan wel toe te laten dat daarin zodanige activiteiten worden uitgeoefend.
2. Het is verboden een horecalokaliteit of een terras tevens in gebruik te hebben voor het uitoefenen van de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of het uitoefenen van een van de in het derde lid genoemde activiteiten, dan wel toe te laten dat daarin zodanige handel wordt of zodanige activiteiten worden uitgeoefend, tenzij het betreft de verkoop van etenswaren die voor consumptie gereed zijn.
3. De in het tweede lid bedoelde activiteiten zijn:
a. het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen in het kader van een openbare verkoping, als bedoeld in artikel 1 van de Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen;
b. het bedrijfsmatig aanbieden van diensten, uitgezonderd diensten van recreatieve en culturele aard;
c. het bedrijfsmatig verhuren van goederen;
d. het in het openbaar bedrijfsmatig opkopen van goederen.
4. Onder diensten van recreatieve aard als bedoeld in het derde lid, onder b, wordt niet verstaan het aanbieden van kansspelen, met uitzondering van het aanwezig hebben van speelautomaten als bedoeld in Titel Va van de Wet op de kansspelen.
Dus weer allerlei verboden en uitzonderingen. Dus een slijterij mag geen diensten aanbieden of andere zaken verkopen, tenzij het recreatief of cultureel verantwoord is.
Artikel 15
1. Het is verboden de kleinhandel, met uitzondering van de kleinhandel in condooms en damesverband, of de zelfbedieningsgroothandel of een in artikel 14, derde lid, genoemde activiteit, uit te oefenen in een lokaliteit behorende tot een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, indien het publiek uitsluitend toegang heeft tot die lokaliteit door een lokaliteit te betreden waar alcoholhoudende drank aanwezig is.
2. Het is verboden dat een slijtlokaliteit in verbinding staat met een ruimte waarin de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of enige in artikel 14, derde lid, genoemde activiteit wordt uitgeoefend, tenzij is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorschriften.
Artikel 15a [Vervallen per 01-11-2000]
Dus condooms en damesverband mag worden verkocht in een horecalokaliteit, maar pinda's of servetten niet? Ook mag je geen deur hebben naar een winkel of cafetaria???
Artikel 16
Het is degene, die bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank verstrekt, verboden daartoe automaten, waaruit de afnemers zelfstandig zodanige drank kunnen betrekken aanwezig te hebben, tenzij deze zich bevinden in hotelkamers, ingericht voor nachtverblijf, welke deel uitmaken van een inrichting waarin het horecabedrijf rechtmatig wordt uitgeoefend.
Dus een zelfbedieningstap mag niet, maar wel in een hotelkamer? Misschien volgende keer geen feestje in een zaaltje, maar in een hotelkamer?
Artikel 17
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken of af te leveren anders dan in een gesloten verpakking, die niet zonder kenbare beschadiging kan worden geopend.
Artikel 17a [Vervallen per 01-11-2000]
Slijters mogen dus niks verkopen wat je kan openen zonder dat dat te zien is?
Artikel 18
1. Het is verboden in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken.
2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet ten aanzien van het verstrekken in:
a. een winkel waarin in overwegende mate levensmiddelen of tabak en aanverwante artikelen of uitsluitend zwak-alcoholhoudende dranken al dan niet tezamen met alcoholvrije dranken worden verkocht;
b. een warenhuis met een levensmiddelenafdeling met een vloeroppervlakte van ten minste 15 m² waarop een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht;
c. een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit.
3. Zwak-alcoholhoudende dranken zijn in de gevallen bedoeld in het tweede lid, zodanig in de besloten ruimte geplaatst, dat deze dranken voor het publiek duidelijk te onderscheiden zijn van alcoholvrije dranken. Alcoholvrije alternatieven voor bier en wijn behoeven niet te worden onderscheiden van zwak-alcoholhoudende dranken.
Aha, eindelijk wordt bier genoemd! Al is het dan in relatie tot alcoholvrije varianten.
Niet enkel slijters mogen zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken, ook winkels en warenhuizen mogen het verkopen als het een besloten ruimte betreft? Dat is toch elke winkel?
Artikel 19
1. Het is verboden, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of van het partijen-cateringbedrijf gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor sterke drank en sterke drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren. Onder partijen-catering wordt verstaan het, gepaard gaande met dienstverlening, bedrijfsmatig verstrekken van gerechten en dranken voor gebruik bij besloten partijen op een door een opdrachtgever te bepalen plaats, die slechts incidenteel beschikbaar is voor dergelijke partijen.
Je mag dus in een slijterij drank bestellen?
2. Het is verboden gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor zwak-alcoholhoudende drank en zwak-alcoholhoudende drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren, anders dan vanuit:
a. een niet voor publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin overeenkomstige bestellingen plegen te worden aanvaard, niet zijnde een horecalokaliteit;
b. een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid;
c. een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend.
Je mag dus in een slijterij zwak-alcoholhoudende drank bestellen, maar ook in een niet toegankelijke ruimte? Hoe kom je daar?
Artikel 19a
1. De burgemeester kan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, en die in een periode van 12 maanden drie maal artikel 20, eerste lid, heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden.
2. De ontzegging wordt opgelegd voor ten minste een week en ten hoogste 12 weken.
3. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens dit artikel opgelegde ontzegging.
Fijn dat de burgemeester kan optreden tegen bedrijven die de regels overtreden.
Artikel 20
1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
???Lees ik nu goed dat het verboden is om alcoholhoudende drank te verstrekken aan iemand van wie de niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. En als is vastgesteld dat die leeftijd niet is bereikt? Dan mag het dus wel worden verstrekt? Of nee er staat 'dat' in plaats van 'of'. Wat is dit toch voor paranoia? Waarom vraagt dit artikel dat iedereen zich moet legitimeren?
2. Het is verboden in een slijtlokaliteit de aanwezigheid toe te laten van een bezoeker van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder.
3. De vaststelling, bedoeld in het eerste en tweede lid:
a. geschiedt aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht, dan wel op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen andere wijze;
b. blijft achterwege, indien het een persoon betreft die onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt.
Dus als iemand met de auto komt, is het dan onmiskenbaar? Of als iemand met een baard of grijs haar? Mensen onder de 18 moet dus eigenlijk de toegang ontzegt worden?
4. Bij de voor het publiek bestemde toegang tot een horecalokaliteit, een slijtlokaliteit, een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of een vervoermiddel waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, dient duidelijk zichtbaar en goed leesbaar te worden aangegeven welke leeftijdsgrens of leeftijdsgrenzen gelden. Bij regeling van Onze Minister kunnen daaromtrent nadere regels worden gesteld of modellen worden vastgesteld.
5. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.
6. Het is verboden in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst te doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit.
Daar is dat woord weer 'kennelijk', dan is het dus duidelijk, maar wat zijn psychotrope stoffen?
Artikel 21
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken, indien redelijkerwijs moet worden vermoed, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.
Deze DHW staat wel vol met tal van verboden. Ik zou verwachten dat in een DHWvergunning wel voorschriften zouden staan die dit verbieden, maar zo'n wetsartikel is ook duidelijk. Al zou je toch mogen verwachten dat mensen dit uit zichzelf al doen.
Artikel 22
1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken:
a. op plaatsen waar brandstof voor middelen van vervoer aan particulieren wordt verstrekt en in winkels die aan een benzinestation zijn verbonden;
Hee, dit artikel was afgelopen jaar vaak in het nieuws.Dan dus de winkel maar loskoppelen van het station?
b. in winkels die verbonden zijn aan een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend gelegen langs een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 als autoweg aangeduide weg;
c. in ruimten gelegen langs een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 als autosnelweg aangeduide weg, tenzij het betreft het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in een horecalokaliteit of op een in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit gelegen terras, en in die inrichting hoofdzakelijk warme maaltijden voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
Dus je mag tijdens het eten langs de weg veel drinken, maar geen pilsje voor onderweg?
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden:
a. in stadions of bij die maatregel aangewezen delen daarvan, in gebruik bij organisaties van betaald voetbal, gedurende de tijd dat zij in verband met wedstrijden van betaald voetbal voor het publiek geopend zijn;
b. in gebouwen of in die maatregel aangewezen delen daarvan, die in gebruik zijn bij instellingen op het terrein van de gezondheidszorg en het onderwijs en in zwembaden.
3. Een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
??? Eerst mag alcohol enkel verkocht worden in slijterijen en horecagelegenheden, maar niet langs de auto(snel)weg en ook niet in een voetbalstadion...
Artikel 23 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 24
1. Het is verboden een horecalokaliteit of een slijtlokaliteit voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of
b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist.
2. In afwijking van het eerste lid is het een paracommerciële rechtspersoon verboden een horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, geopend te houden, indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder of
b. een persoon wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist of
c. een barvrijwilliger die een voorlichtingsinstructie als bedoeld in artikel 9, tweede lid, heeft gekregen.
Het is het zoveelste verbod, wat volgens mij ook dubbel is met eerdere regels.
3. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daarin dranken worden verstrekt, personen jonger dan 16 jaar dienst te laten doen.
4. Indien dit voor de naleving van artikel 20, eerste tot en met derde lid, noodzakelijk is, kan bij algemene maatregel van bestuur de leeftijd, genoemd in het derde lid, op 18 jaar worden gesteld, met dien verstande dat zulks alsdan niet geldt voor personen die alcoholhoudende drank verstrekken in het kader van een in de maatregel aan te geven beroepsopleiding.
Dus je mag in een slijterij geen 16 of 17 jarigen laten werken, tenzij het voor een stage is?
Artikel 25
1. Het is degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf, een ruimte voor het publiek geopend houdt, verboden:
a. in die ruimte alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij dit geschiedt ten dienste van het rechtmatig in die ruimte bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;
Totaal onduidelijk: als iets niet-rechtmatig is mag het enkel als het rechtmatig is?
b. in de voor het publiek niet toegankelijke delen van die ruimte alcoholhoudende drank in voorraad te hebben, tenzij het betreft:
1°. het in voorraad hebben van zwak-alcoholhoudende drank ten dienste van het in de rechtmatige uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van deze drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;
2°. het in voorraad hebben van alcoholhoudende drank ten dienste van het uitoefenen van een bedrijf, waarin waren uit onder meer alcoholhoudende drank plegen te worden vervaardigd.
Tenzij? Uitzonderingen op verboden maken het niet duidelijker.
2. Het is degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het horecabedrijf, een ruimte voor publiek geopend houdt, verboden toe te laten dat in die ruimte alcoholhoudende drank wordt genuttigd. Dit verbod geldt niet, indien er sprake is van de uitzondering bedoeld in artikel 13, tweede lid.
Die uitzondering is als het betreft verstrekking om niet door een persoon die in die slijtlokaliteit dienst pleegt te doen en die verstrekking tot doel heeft een klant die daarom verzoekt een alcoholhoudende drank die in dat slijtersbedrijf verkrijgbaar is te laten proeven.
3. Het is degene die een vervoermiddel gebruikt voor het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel verboden daarin, daarop of daaraan alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij het betreft een vervoermiddel dat wordt gebruikt voor:
a. het rechtmatig aan particulieren afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling;
b. het binnen het vervoermiddel verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in het kader van het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel overwegend bestaand uit de handel in een gevarieerd assortiment levensmiddelen en kruideniersartikelen.
Alcohol mag dus niet in een SRVwagen aanwezig zijn, tenzij het mag?
§ 3a. Gemeentelijke verordenende bevoegdheid
Artikel 25a
1. Bij gemeentelijke verordening kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank in inrichtingen worden verboden of aan beperkingen worden onderworpen.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat:
a. het verbod slechts geldt voor inrichtingen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte;
b. de burgemeester volgens bij die verordening te stellen regels voorschriften aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 kan verbinden en de vergunning kan beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.
Geweldig om opnieuw te onderstrepen dat er een gemeentelijk verordening kan worden opgesteld. Was artikel 9 niet voldoende?
Artikel 25b
1. Bij gemeentelijke verordening kan worden verboden dat in horecalokaliteiten en op terrassen bezoekers worden toegelaten beneden een bij die verordening te bepalen leeftijd welke echter niet hoger mag zijn dan 21 jaar.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat:
a. het verbod slechts geldt voor horecalokaliteiten en terrassen van een bij die verordening aangewezen aard, in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente of voor een bij die verordening aangewezen tijdsruimte;
b. de leeftijd van degene die wenst te worden toegelaten, wordt vastgesteld op de in artikel 20, derde lid, bedoelde wijze.
Één artikel 25 was niet voldoende dus er is een a, b en c, net een examen. Dit artikel had toch gewoon samengevoegd kunnen worden? De burgemeester mag een gemeentelijke verordening opstellen.
Artikel 25c
1. Bij gemeentelijke verordening kan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in of vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, worden verboden of aan beperkingen worden onderworpen. Een dergelijk verbod of beperking heeft slechts betrekking op een beperkte tijdsruimte.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente.
Geen idee wat dit artikel voor meerwaarde heeft ten opzichte van de voorgaande 25a en b.
Artikel 25d
1. Bij gemeentelijke verordening kan het ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde worden verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken:
a. te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd;
b. aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.
2. Bij zodanige verordening kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt voor aanbiedingen en verstrekkingen van een bij die verordening aangewezen aard of in bij die verordening aangewezen delen van de gemeente.
Dit is volgens mij ter bestrijding van de 'happy hour'"Voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs". Dus happy hour mag als de korting 40% is of als je de kroting van 60% langer maakt: dus een happy day! En trouwens het gaat om 'de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd', maar wat is 'gewoonlijk'? Ik kan me zo voorstellen dat als je gewoonlijk een happy hour had op vrijdag van 16:00 tot 18;00 dat dat dan gewoon is.
§ 4. Vergunningen
Artikel 26
1. Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt gesteld op een formulier of een elektronische informatiedrager, die bij regeling van Onze Minister worden vastgesteld.
2. De gemeenteraad kan bij verordening een formulier vaststellen met aanvullende vragen, voor zover hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid om:
a. in een verordening op grond van artikel 4 rekening te houden met de aard van de paracommerciële rechtspersoon;
b. aan een vergunning voorschriften of beperkingen te verbinden op grond van artikel 25a;
c. in een verordening op grond van artikel 25b rekening te houden met de aard van de horecalokaliteiten of terrassen.
3. Bij regeling van Onze Minister kunnen ten aanzien van het formulier, bedoeld in het tweede lid, nadere regels worden gesteld.
Ja, beetje logisch voorschrift.
Artikel 27
1. Een vergunning wordt geweigerd indien:
a. niet wordt voldaan aan de ingevolge de artikelen 8 tot en met 10 geldende eisen;
b. redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvrage vermelde in overeenstemming zal zijn;
Logisch
c. artikel 7, tweede lid, artikel 31, vierde lid, en artikel 32, tweede lid, zich tegen de verlening van de gevraagde vergunning verzet;
d. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 2 en 13 tot en met 24 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften.
Bijzonder al die verwijzingen. Volgens mij zijn al die ambtenaren echte puzzelliefhebbers die sudoku's en zoekplaatjes doen als hobby.
2. Een vergunning ten aanzien van een inrichting, waarvan de vergunning op grond van artikel 31, eerste lid, onder c, is ingetrokken, kan gedurende een bij die intrekking vastgestelde termijn van ten hoogste vijf jaar worden geweigerd.
Een ingetrokken vergunning kan worden geweigerd?
3. Een vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
4. Voordat toepassing wordt gegeven aan het derde lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Dit heeft betrekking op de Bibob (niet te verwarren met de Bebob).
Artikel 28
Een vergunning wordt verleend, indien geen der in artikel 27 bedoelde weigeringsgronden aanwezig is.
Dit is weer zo'n onzin artikel. Eerst een artikel wanneer een vergunning wordt geweigerd en dan weer aangeven dat als je niet weigert je dus verleent.
Artikel 29
1. De burgemeester vermeldt in een vergunning:
a. de vergunninghouder;
b. tot welke bedrijfsuitoefening de vergunning strekt;
c. de plaats waar de inrichting zich bevindt;
d. de situering en de oppervlakten van de horeca- of slijtlokaliteiten en terrassen;
e. de voorschiften of beperkingen welke aan de vergunning zijn verbonden.
Volgens mij is het niet de burgemeester die zoiets opstelt. Volgens mij is het een ambtenaar die wat knipt en plakt en dat het een standaard vergunning is. Ik kan me tenminste niet voorstellen dat bij elke slijter of café er een compleet nieuwe vergunning wordt verzonnen.
2. De burgemeester vermeldt in een aanhangsel bij de vergunning de leidinggevenden. Ten aanzien van een leidinggevende bij wie sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, maakt de burgemeester daaromtrent een aantekening.
3. De vergunning en het daarbij behorende aanhangsel, of afschriften daarvan, en in voorkomende gevallen een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 30a, eerste lid, en de ontvangstbevestiging, bedoeld in artikel 30a, vierde lid, of een afschrift daarvan, zijn in de inrichting aanwezig.
4. De vergunning en het aanhangsel worden gesteld op een formulier dat bij regeling van Onze Minister wordt vastgesteld.
Dus de Minister bepaald het formulier en de vergunning, maar de aanvrager en de burgemeetster vullen die in?
Artikel 30
Indien een inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving, is de vergunninghouder verplicht bedoelde wijziging binnen één maand bij de burgemeester te melden. De burgemeester verstrekt, indien nog aan de ten aanzien van de inrichting gestelde eisen wordt voldaan, een gewijzigde vergunning, waarin de ingevolge artikel 29 vereiste omschrijving is aangepast aan de nieuwe situatie.
Ik vraag me af om wat voor veranderingen het gaat, De plaats? De oppervlakte?
Artikel 30a
1. Een vergunninghouder meldt aan de burgemeester zijn wens:
a. een persoon als leidinggevende te laten bijschrijven;
b. de aantekening door te laten halen dat een leidinggevende geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of slijtersbedrijf.
2. Deze melding geldt als aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.
3. De aanvraag wordt gesteld op een formulier of een elektronische informatiedrager, die bij regeling van Onze Minister worden vastgesteld.
4. De burgemeester bevestigt onverwijld schriftelijk of elektronisch de ontvangst van de aanvraag.
5. De burgemeester weigert de wijziging van het aanhangsel:
a. indien de persoon bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 8 gestelde eisen;
b. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
6. Alvorens te beslissen op een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen, door het openbaar bestuur om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Waarom zou iemand dat doen vraag ik me af.
Artikel 31
1. Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien:
a. de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
b. niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikelen 8 en 10 geldende eisen;
c. zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
d. de vergunninghouder in de in de artikelen 30 en 30a, eerste lid, bedoelde gevallen geen melding als in die artikelen bedoeld heeft gedaan.
2. Een vergunning kan door de burgemeester worden ingetrokken indien de vergunninghouder de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel de aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen, niet nakomt.
3. Een vergunning kan voorts door de burgemeester worden ingetrokken, indien:
a. er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat daaraan toepassing wordt gegeven, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd;
b. een vergunninghouder in een periode van twee jaar ten minste drie maal op grond van artikel 30a, eerste lid, om bijschrijving van een persoon op het aanhangsel bij de vergunning heeft verzocht en de burgemeester die wijziging van het aanhangsel ten minste driemaal heeft geweigerd op grond van artikel 30a, vijfde lid.
4. Indien een vergunning is ingetrokken omdat is gehandeld in strijd met de voorschriften en beperkingen verbonden aan de vergunning, bedoeld in artikel 4 of 25a, wordt de bevoegdheid om aan de betrokken rechtspersoon een nieuwe vergunning te verlenen opgeschort tot een jaar nadat het besluit tot intrekking onherroepelijk is geworden.
Intrekken van een vergunning als niet wordt voldaan aan de regels leek mij logisch, maar blijkbaar is er een wetsartikel voor nodig?
Artikel 32
1. Een vergunning kan in de gevallen bedoeld in artikel 31, tweede en derde lid, door de burgemeester worden geschorst voor een periode van ten hoogste 12 weken.
2. Tijdens de schorsing verleent de burgemeester de vergunninghouder geen nieuwe vergunning op grond van artikel 3.
Dat zou grappig zijn de vergunning intrekken en dan in ondertussen een nieuwe verlenen?? Logisch nadenken en gezond boerenverstand?
Artikel 33
Een vergunning vervalt, wanneer:
a. sedert haar verlening onherroepelijk is geworden, zes maanden zijn verlopen, zonder dat handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
c. de verlening van een vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, van kracht is geworden.
Bijzonder dat zo'n vergunning kan vervallen als je niet binnen zes maanden begint met verkopen, terwijl er zo ontzettend veel verboden zijn. Je zou toch denken dat als iemand niet meteen begint met verkoop dat dat iets goeds is, maar nee.
Artikel 34
Een faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen heeft ten aanzien van het krachtens artikel 31, eerste lid, onder d, of 33, onder b, intrekken of vervallen van de vergunning een opschortende werking tot het tijdstip waarop het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt.
Dus als een vergunning is ingetrokken of vervallen en het bedrijf gaat failliet dan komt deze terug nadat de schuldsanering is afgerond?
§ 5. Ontheffing
Artikel 35
1. De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:
a. de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;
b. niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.
Het verbod van artikel 3 was om zonder vergunning zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken. Dus je hebt geen vergunning nodig, een ontheffing kan ook?
2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
??? Een ontheffing met voorschriften is toch gewoon een vergunning of niet?
3. Ten aanzien van een ontheffing is artikel 31, eerste lid, onder a en c, van overeenkomstige toepassing.
4. De ontheffing, of een afschrift daarvan, is ter plaatse aanwezig.
5. Een burgemeester kan naar aanleiding van een aanvraag voor ontheffingen als bedoeld in dit artikel, voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in dit artikel.
Wat is het met die wetgeving? Eerst zeggen dat iets niet mag zonder vergunning om dan 30 artikelen
later een ontheffing te suggereren?
§ 6. Overige bepalingen
Artikel 36
De burgemeester is bevoegd aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met deze wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, de toegang tot die ruimte te ontzeggen.
Dus ik kan gaan wonen in een cafë?
Artikel 37 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 38
Het is verboden ter zake van een aanvraag om een vergunning of een ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken.
?? Beetje vreemd om hier iets te verbieden terwijl eerder al was aangegeven dat het kan gebeuren en reden is om een vergunning te laten vervallen??? De wet gaat er dus van uit dat mensen de wet niet naleven?
Artikel 39
Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van deze wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.
Geweldig artikel, de wet is zo en zo, maar als er nog dingen zijn die we zijn vergeten dan willen we die wel kunnen regelen. Waarom dan steeds die wet veranderen?
Artikel 40
Voor zover in deze wet niet anders is bepaald, kunnen ten aanzien van de onderwerpen, waarin zij voorziet, geen provinciale of gemeentelijke verordeningen worden gemaakt.
Dus als het niet is verboden om iets te regelen in een verordening, dan kan het in een verordening worden geregeld? Waarom dan in sommige artikelen regelen dat een gemeentelijke verordening mogelijk is?
§ 7. Toezicht
Artikel 41
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast:
a. in geheel Nederland: de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
b. in een gemeente: de door de burgemeester van die gemeente aangewezen ambtenaren.
2. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie:
a. wordt de taakverdeling tussen de ambtenaren, behorende tot de onderscheidene in het eerste lid bedoelde categorieën geregeld;
b. kunnen aanstellings- en opleidingseisen voor die ambtenaren worden gesteld.
Dus een artikel waarin staat dat toezicht mogelijk is.
Artikel 42
De in artikel 41 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner, waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank aan particulieren wordt verstrekt of waar naar hun redelijk vermoeden zodanige verstrekking plaatsvindt.
Dus ze mogen een woning in zonder toestemming, maar hoe zit het met een café?
Artikel 43
Van een besluit als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder a wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Gelukkig wordt het van tevoren aangekondigd? Nee, wacht eens dit gaat weer over het eerdere artikel. Het is weer een zoekplaatje. had dat niet bij elkaar kunnen staan?
Artikel 43a
1. De gemeenteraad stelt uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van dit artikel voor de eerste maal een preventie- en handhavingsplan alcohol vast. Vervolgens wordt dit plan elke vier jaar gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet Publieke Gezondheid, vastgesteld. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd.
2. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.
3. In het plan wordt in ieder geval aangegeven:
a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;
b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid;
c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;
d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.
Dus elke gemeente heeft een preventie- en handhavingsplan alcohol?
Artikel 44
Onze Minister en de burgemeester zijn bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.
?Fijn om te weten. Zou het zonder dit artikel niet zo zijn geweest?
§ 8. Bestuurlijke boete
Artikel 44a
1. De burgemeester kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding binnen zijn gemeente van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, derde, vierde en vijfde lid, 12 tot en met 19, 20, eerste tot en met vierde lid, 22, eerste en tweede lid, 24, 25, behoudens het derde lid, 25a tot en met 25d, 29, derde lid, 35, tweede en vierde lid, of 38 gestelde.
2. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de wegens een afzonderlijke overtreding te betalen geldsom ten hoogste € 100 000 bedraagt.
3. Overtredingen kunnen, in afwijking van het eerste lid, niet met een bestuurlijke boete worden afgedaan, indien:
a. de overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft;
b. de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel; of
c. door de burgemeester toepassing is gegeven aan artikel 19a, eerste lid.
4. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt, indien ter zake van de overtreding op grond waarvan de bestuurlijke boete kan worden opgelegd door de burgemeester aan de vergunninghouder schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen de vergunning in te trekken.
5. De boete komt toe aan de gemeente, waar de overtreding heeft plaatsgevonden.
Dus voor een gemeente is het goed om overtredingen te hebben binnen de gemeente, want dat geld kunnen ze innen..
Artikel 44aa
1. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van het gestelde bij of krachtens:
a. de artikelen 2 en 25, derde lid, waar ook te lande gepleegd;
b. de artikelen 20, eerste tot en met vierde lid, en 24, derde lid, gepleegd in of op de in artikel 1, derde lid, onder a, b en c, genoemde vervoermiddelen, legerplaatsen en lokaliteiten, die aan het militair gezag onderworpen zijn, en op luchtvaartterreinen gelegen winkels.
2. Artikel 44a, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De boete komt toe aan de staat.
Maar als dus de Minister het merkt kan de staat het geld opstrijken?
Artikel 44b
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een bijlage vastgesteld, die bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen bestuurlijke boete bepaalt.
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op voordracht van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie.
Dus per overtreding is er een bedrag vastgeteld?
Artikel 44c [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44d [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44e [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44f [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44g [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44h [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 44i [Vervallen per 01-07-2009]
Wat is er gebeurd in juli 2009?
Uit onderzoek van Monshouwer (2007) bleek dat jongeren te jong te vaak te veel drinken (Wijziging-DHV-mvt (2008-2009)). Daarom werd de DHW aangepast met o.a.:
- eenvoudiger vergunningsysteem (uit onderzoek bleek Nederland destijds 31.000 horecazaken, 2.800 slijtereijen, 13.000 paracommerciële verenigingen, 5.800 supermarkten, 5.000 snackbars en nog ca. 3.800 vis-, kaas, delicatessen- en rookwaarwinkels en warenhuizen en 5 luchthavens met een taxfreeshop )
- Burgemeester bevoegd ipv het college van B&W
- meer regels voor paracommerciële verenigingen
- meer bevoegdheden bij de gemeenten
- een experimenteerartikel; op 20 december 2007 werd een motie aangenomen van Joldersma/Voorderwind om in een paar gemeenten bij wijze van experiment de leeftijd te verhogen van 16 naar 18 jaar. In de nieuwe wet werd het in artikel 40a (?? er is geen 40a?) geregeld.
- aangepast sanctiebeleid
- verbod voor jongeren onder de 16 om alcohol op de openbare weg te hebben. Het kopen van alcohol is niet strafbaar vanwege het rechtsbeginsel 'duo delecto'.
- terminologie aangepast. Niet langer wordt gesproken over 'bezit', maar over 'voor handen hebben'. Dat zorgt dat politie niet meer hoeft te onderzoeken wiens eigendom iets is. De term 'openbare weg' wordt algemeen toegankelijke ruimten. Dus als een jongere in de buurt komt van alcohol (bijvoorbeeld vasthouden van de tas met boodschappen) dan is deze in overtreding!?
§ 8a. Bepaling van strafrechtelijke aard
Artikel 45
1. Het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.
2. Overtreding van het eerste lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
3. De in dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
Dus het overtreden van de regels in dit artikel is een overtreding, wat zijn dan de andere regels? Mag je die wel overtreden of is dat dan een misdrijf?
Dus als 16-jarige mag je alcohol hebben als je achter de bar staan. Verder is het niet verboden op niet voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, Dus de drankkeet mag niet open zijn, maar zolang deze is afgesloten mag het wel? Vroeger was 16 een richtleeftijd, maar nu is dat 18 geworden. Op besloten feestjes was de grens van 16 te hanteren, maar in idt atrikel staat geen minimumleeftijd. Als iemand nog geen 18 is dan mag deze alcoholhoudende drank aanwezig hebben en/of voor consumptie gereed zolang het maar een voor het publiek ontoegankelijke plaats is?
Logisch, want daar komt geen politie/ Alles mag zolang het niet gezien wordt...
§ 9. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 46
1. Indien de tot een inrichting behorende lokaliteiten die op 30 september 1967 in gebruik waren voor de verstrekking van alcoholhoudende drank in de uitoefening van het horecabedrijf of slijtersbedrijf, toen wel voldeden aan de ingevolge de Drankwet (Stb. 1931, 476) met betrekking tot hun afmetingen geldende eisen maar niet in overeenstemming zijn met de eisen, ter zake van de afmetingen van lokaliteiten voor die uitoefening gesteld krachtens artikel 10 van de onderhavige wet, worden zij nochtans geacht aan de ingevolge dat artikel voor de uitoefening van dat bedrijf geldende afmetingseisen te voldoen.
Dus het was een belangrijke dag om op 30 september 1967 geopend te zijn. Als je gesloten was die dag moest je aan deze wet voor wat betreft afmetingen voldoen en anders niet.
2. Het eerste lid geldt niet:
a. indien één of meer der in dat lid bedoelde lokaliteiten van de inrichting inmiddels in enig opzicht zijn verkleind of een verandering in hun bestemming hebben ondergaan;
b. indien de uitoefening van het betrokken bedrijf in de inrichting na 30 september 1967 gedurende een jaar anders dan wegens overmacht ononderbroken gestaakt is geweest.
3. Het tweede lid, onder a, is niet van toepassing:
a. met betrekking tot verkleiningen, strekkende tot aanpassing van de inrichting aan ingevolge artikel 10 geldende, andere dan de in het eerste lid bedoelde eisen;
b. met betrekking tot wijzigingen ten aanzien waarvan Onze Minister, van oordeel zijnde dat daartegen uit het oogpunt van sociale hygiëne geen overwegende bezwaren bestaan, op aanvrage van de ondernemer die bepaling buiten toepassing heeft verklaard.
Uitzonderingen zijn in de wet eerder regel dan uitzondering in de wet.
4. In een met toepassing van het eerste lid verleende vergunning wordt mede vermeld op welke lokaliteiten die toepassing betrekking heeft.
Bijzonder dat in een wetsartikel moet worden aangegeven dat in de vergunning moet staan om welke zaak het gaat. Lijkt mij logisch. Ik ga naar een school, studeer er af en krijg een diploma, maar helaas staat op het diploma niet voor welke opleiding het geldt en evenmin mijn naam...wat is dan de waarde ervan?
Artikel 47
1. Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip niet voor degene, die op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende volledige vergunning gold, voor zover het die lokaliteit betreft.
2. Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip voorts niet voor degene, die in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende vergunning of verleend verlof A gold, op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse verstrekte en tevens bedrijfsmatig aan particulieren zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte, voor zover het betreft het gelijktijdig in gebruik hebben van die lokaliteit voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en voor het bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse.
Volgens mij wordt bedoeld dat men met een vergunning onder de oude wet, nu ook vergund blijft.
Artikel 48
Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing voor degene, die op 1 november 1967 feitelijk een horecabedrijf of slijtersbedrijf uitoefende:
a. met gebruikmaking van een op hem krachtens artikel 29, eerste lid, van de Drankwet (Stb. 1931, 476) overgeschreven vergunning of verlof A van een persoon, die dat bedrijf feitelijk uitoefende op 30 september 1967, of
b. als rechtverkrijgende van een persoon als onder a bedoeld diens bedrijf voortzettend krachtens de wet van 14 april 1960 (Stb. 155).
Volgens mij wordt bedoeld dat men met een vergunning onder de oude wet, nu ook vergund blijft, maar is het zo complex dat ze eer meerdere artikellen voor nodig hadden?.
Op besluiten van Onze Minister die genomen zijn vòòr 1 januari 2013 blijft het recht zoals dat gold tot die datum van toepassing.
Dus besluiten van de Minister voor 2013 zijn onder oud recht? Maar mijn besluiten (of die van een burgemeester) vallen wel onder het nieuwe recht?
Artikel 49
Deze wet kan worden aangehaald als: Drank- en Horecawet.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven ten Paleize Soestdijk, 7 oktober 1964
JULIANA.
Aan wie zou Juliana dit gegeven hebben dan?
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
G. M. J. VELDKAMP.
De Staatssecretaris van Economische Zaken
J. A. BAKKER.
De Minister van Justitie,
Y. SCHOLTEN.
Uitgegeven de dertigste oktober 1964.
Dus Juliana gaf het op 7 oktober en nu is het uitgegeven en over 8 weken wordt deze wet dan 51 jaar?
De Minister van Justitie,
Y. SCHOLTEN.
Terug Printen
Geen idee wat ik nu gelezen heb. Het zijn allemaal verboden en uitzonderingen en volgens mij is het in en paar regels samen te vatten:
- geen drank schenken of verkopen zonder vergunning
- geen drank verkopen langs de autoweg zonder warm eten
- onder de 18 mag je geen alcoholhoudende drank hebben
- vanaf 16 mag je in een horecazaak of bij een vereniging werken.
- de overheid mag er nog tal van regels bij verzinnen als ze zelf willen
- geen drank schenken of verkopen zonder vergunning
- geen drank verkopen langs de autoweg zonder warm eten
- onder de 18 mag je geen alcoholhoudende drank hebben
- vanaf 16 mag je in een horecazaak of bij een vereniging werken.
- de overheid mag er nog tal van regels bij verzinnen als ze zelf willen